Zaterdag 2 juli 2011: Medemblik – IJmuiden
Gisterenavond begon de vakantie al, maar omdat Irma en ik allebei tot het laatst gewerkt hebben geeft het meer rust pas vandaag naar Medemblik te vertrekken. Ook nu nog de nodige ditjes en datjes: reservediesel van de autopomp, looplijnen aan dek, nieuw gastankje en food voor de aanstaande tocht. Het is einde middag als de Zilt klaar is om te vertrekken!
Tot een paar dagen terug was Noorwegen het doel, maar de Grib-files voor de komende dagen wijzen de andere kant uit. En tja, de weergoden hebben het voor het vertellen, een goede regel om je als zeezeiler aan te houden. Tot en met dinsdag overwegend noordenwind en stabiel. Zuidwaarts dus. Via Den Helder is niet echt een optie: ik voel er niet veel voor om vanavond direct als start tegen 5 Bft en stroom in te moeten boxen. Dan liever de “sluiproute” via Enkhuizen, Amsterdam naar IJmuiden. Dat betekent op zee wel scherper koersen naar de Noord Hinder, maar dat neem ik voor lief.
Met een ruime koers en alleen de Genua op verdwijnt Medemblik snel uit zicht. Het is knobbelig op het IJsselmeer met stuwing aan lagerwal bij Andijk. Een blik achterom bevestigt de keuze, ook het IJsselmeer kan er indrukwekkend uit zien onder een donkere Hollandse lucht. Zoef, de sluis door bij Enkhuizen en met de wind vol in de zeilen stuift de Zilt naar Amsterdam. Wat een start, een weldaad haast…. een pracht van een ondergaande zon neemt me mee op vakantie. Dag allemaal, ik ben er even niet!
Het is pikkedonker als de Zilt het Noordzeekanaal opdraait. Vanavond had ik nog een etentje kunnen hebben aan een van de Amsterdamse grachten in het kader van de opening van Esiri Erheriene Essi. In gedachten groet ik ze vanaf het pikzwarte water. Irma is zo slim de sluiswachter van IJmuiden al wat eerder dan te doen gebruikelijk aan te roepen. Het werkt. De grote Hallberg Rassy die voor ons uitvoer bij de Oranjesluizen in Amsterdam ligt al lang en breed te wachten…..
Half twee ’s nachts, de pieren van IJmuiden. Het waait hard, zeker 5 Bft. Makkelijke beslissing, we gaan niet door, een hazenslaap zal ons goed doen. Snel onder het dekbed, een kus en pitten!
Zondag 3 juli 2011: IJmuiden – Cowes
Acht uur. Een kort palaver met een kop thee en stuk brood met jam. Laatste Grib-files. Tot en met dinsdag ergens op de dag waait het Noord. Alles ongewijzigd. Nog steeds een strakke 5 Bft, wel een blauwe hemel. Het is direct reven geblazen. Op de een of andere manier is IJmuiden altijd woest. Op zee is het niet veel anders en de Genua moet nog wat terug. Ook het schootblok moet naar voren. Ik voel me net een aangelijnde aap op het dek aan de lage kant!
Naarmate de Noord Hinder meer in zicht komt vlakt de wind af. Niet dat daartussen een relatie bestaat, maar het klopt met mijn verwachtingen. Rondom Engeland is het al dagen lang rustig weer. Inmiddels doet de motor z’n werk, een tevreden geluid. De zee deint nog onrustig, moeizaam wennend aan het nieuwe ritme.
Terwijl de Zilt zich door de golven klieft is het tijd om eens een blik te werpen op de nieuwe speeltjes. Het kostte een vermogen, maar het werkt wel! De autopilot is een genot. Compleet de handen vrij en ik hoor geen enkel geluid vanuit de bun. Alleen de kleine schokjes in het stuurwiel herinneren eraan dat somebody took over the wheel! Ook de kaartplotter is een schot in de roos, zeker in combinatie met AIS. De voorbij denderende scheepvaart is duidelijk zichtbaar op het scherm. Met een druk op de knop is van ieder schip naam, type, koers en snelheid te zien. Aanroepen per marifoon just in case is een peulenschil. En nog belangrijker, de Zilt is net zo zichtbaar op de brug van een grote tanker!
Heerlijk op zee te zijn op reis naar verre bestemmingen. Ik merk dat we allebei nog moeten inslingeren. Iets te lang binnen blijven wordt direct afgestraft met een gevoel van opkomende misselijkheid. De wind en horizon buiten doen wonderen!
Nasi met pindasaus! Medemblik kent een fantastische slager, Cees Blokdijk. Ik moet er altijd een beetje glimlachen. Prachtige zaak, op zaterdag steevast zeven jonge dames strak in rode schorten. Cees bekijkt de handel van de dag vanaf zijn plek haaks op de toonbank, druk snijdend aan mooie stukken vlees. Een eindeloze rij diploma’s, keurmerken en gewonnen trofeeën. Opvolging is geregeld, want zoonlief, ook al kalend, wordt opgeleid. Fraaie middenstand. Ze verkopen ook kant en klare maaltijden: drie gevacumeerde gerechten liggen aan boord in de koeling: nasi, bami en macaroni! Even opwarmen in de pan, saus erover, klaar! Smaakt goed.
Vannacht pak ik de hondenwacht. Ik zoek tegen negen uur de warmte van de loodskooi op en probeer te tukken. Slapen doe ik als Conan. Weg, maar zo te activeren! Het is over enen als Irma me wakker maakt. Ik kleed me warm aan: drie truien en wollen ondergoed. Irma draagt de verantwoordelijkheid aan me over. Fraai teamgevoel dit. Aardedonker, midden op zee, vertrouwen op elkaar, het blijft iets moois. Nachtzeilen geeft een hele aparte dimensie aan het varen. Ongemerkt vaart de boot gewoon door, mijl na mijl.
Buiten is het haast surrealistisch. De Zilt koerst parallel aan de shippinglanes richting Dover. De zee deint nog na, maar het is helemaal windstil. Rimpelloze golven. Een heldere sterrenhemel boven me. Aan bakboord drijven de oceaanstomers voorbij, aan stuurboord zie ik in de verte de rode tonnen oplichten waarschuwend voor de zandbanken alias scheepskerkhoven. Af en toe een verdwaalde visser. De autopilot geeft enorm veel rust, de plotter ook. Continu heb ik gevoel met waar ik ben. Toch is het goed opletten geblazen. Twee keer komt een coaster van achterop. Loeierhard gaan ze, maar wijken keurig uit.
Over vieren neemt Irma de honneurs weer over in de kuip en probeer ik nog wat uurtjes te pakken. Aan de horizon gloort in het noordoosten al iets van gloed van de zon. Bij het krieken van de dag is de lichtboot Goodwind Sands in het vizier. Het prachtige weer houdt aan, de wind laat alleen te wensen over. De krijtrotsen schitteren in het licht. Ik wek Irma om mee te genieten van dit moment. Britse wateren. Ik hijs het Engelse gastenvlaggetje in het wand, The Union Jack.
Het is beter geen tijstop te maken in Dover, maar door te knallen. Zo pakt de Zilt nog een uurtje of drie stroom mee en blijft de vaart erin. Als een geschenk uit de hemel wakkert ook de wind nog wat aan. Pal van achter. Rustig alleen op de grote Genua glijdt de Engelse zuidkust voorbij. De kerncentrale van Dungeness, zwaar bewaakt met patrouillerend marineschip en helikopter. Ondertussen leest Irma heerlijk verder in haar boek. Met veel plezier blader ik door de gids het Kanaal van Clemens Kok. Kanaaleilanden, Bretagne of Land’s End liggen allemaal binnen bereik deze vakantie. Ben benieuwd waar deze vakantie ons brengt.
Kennelijk is de middag de tijd dat de vissers van Rye uitrukken. De ene na de andere visser kruist ons. Kleine oude bootjes, maar ze varen met een noodgang. Met een vriendelijke groet, veel lawaai en dieseldampen achterlatend. Toch charming en puur. Dit is wel wat anders dan de professionele industriële vissersvloot van Stellendam.
Plons….. wauw, een bruinvis speelt rondom de boot. Ik zie hem op twee meter van me af door het water glijden. De zee lijkt zo levenloos!
Beachy Head duurt lang. Stroom tegen en de wind zet niet echt door. Vier tot vijf knopen, dat is het wel zo’n beetje. Het deert me niet, genietend van deze fantastische dag. Irma doet een tukkie en zet tegen etenstijd een overheerlijke bami in elkaar met dank aan onze vriend uit Medemblik. En zo verstrijken de uren, maar geeft ook de zon aan naar andere werelddelen te vertrekken. Beachy Head in schemering, nog net te vroeg voor ontbranding van de vuurtoren. Ik stuur strak onder de krijtrotsen door. Het ondiepere water maakt de zee hier wel wat onrustiger. De motor geeft wat extra power om er doorheen te lopen. Dat rollen van links naar rechts is niks…….
Vanavond draaien we de rollen om. Irma pakt de hondenwacht. Duisternis valt in. De krijtrotsen van Beachy Head zijn nog vage contouren met een regelmatige lichtflits. Brighton is in de verte een enorme vuurzee van lichtjes over een lengte waar haast geen eind komt. Op de AIS zie ik een enorme congestie van driehoekjes. Voor me uitkijkend zie ik in de verte op regelmatige afstand van elkaar felle lampen. Ankerplaats van oceaanstomers die het door de economische tegenspoed wat rustiger aan doen? Nee, deze felheid van lichten ken ik niet van de ankervelden voor de Nederlandse kust. Apart.
Ik moet nog wennen aan het comfort van de autopilot. Hij doet al het stuurwerk! Wat overblijft voor mij is navigatie, uitkijken voor andere scheepvaart, warm blijven en mijmeren, alles zittend in de kuip……
Navigatie is nu wel echt anders geworden. Was het voorheen plannen en vervolgens monitoren op basis van werkelijkheid met het daadwerkelijk passeren van tonnen als leidend. Nu heb ik een compleet virtuele wereld op één scherm erbij. Een afspiegeling van de werkelijkheid, maar wel een waarin ik veel verder kan kijken dan ik met eigen ogen kan waarnemen.
Andere scheepvaart…… inmiddels ben ik erachter gekomen wat de boten met felle lampen zijn. Vissers, allemaal vissers op zoek naar handelswaar. De er naar toe varende boten “verraden” de al vissende boten!
Warm blijven is geen sinecure in een kuip met nog geen paar vierkante loopruimte. Gisteren had ik het net te koud. Dat merkte ik niet direct, maar gaandeweg en dan is het te laat. Pas in de loodskooi warmde ik op. Nu heb ik alles aangetrokken wat ik bij me heb en is het goed.
Mijmeren? Ach nee, dat is niet echt iets voor mij. Natuurlijk, er is genoeg om over na te denken, maar ik probeer altijd ergens de mogelijkheden in te zien en vertrouw op mijn intuïtie. Het afgelopen jaar stond vooral in het teken van mijn aanstaande vertrek bij iesselholtinck. Mijn keuze en denkrichting voelen nog steeds goed en gaan het ook worden. Een lonkend perspectief, al zal ik eerst nog door het proces van ontvlechting moeten. Misschien neem ik er wel wat (te) veel tijd voor, maar ook dat voelt nog steeds als het beste om te doen.
Irma neemt het weer over, ik slaap uiteindelijk in als een blok. Irma moet me echt wakker maken om vier uur. De Nab Tower is inmiddels gepasseerd, Wight is in zicht. Vannacht hoorde ik Irma via de marifoon in contact met een ander schip. Het was de marine die de Zilt had opgeroepen met het verzoek een mijl van het fregat vandaan te blijven in verband met een bodemonderzoek. Het blijft opletten. De afgelopen twaalf uur hoorde ik ook heel vaak “Rotterdam” op de marifoon, steeds volgde een prompte reactie op het aanroepen. Dus niet voor ons. Nu vaart de clou voorbij: Dé Rotterdam van de Holland Amerika Lijn! Volgepakt met cruisend volk……
Wight is bekend terrein. Twee jaar geleden was dit het eindpunt van de vakantie, nu het startpunt! Het is pas dinsdagochtend, de reis moet eigenlijk nog beginnen. Mooi. De Solent is nog in ruste. Met een beetje stroom tegen trekt de oostkant van Wight voorbij. Ja, echt Engels. De plaatsjes, het groen, de landhuizen, het slib. Joekels van oceaanstomers passeren, de Solent is uniek.
“S1, the pontoon, starboardsite!” Ok! De Zilt aangemeerd in Cowes. Weer vaste grond onder de voeten. Blauwe lucht, zon, de wedstrijdboten varen uit. Tijd voor ontbijt met koffie na 48 uur onafgebroken gevaren te hebben. Dit zijn momenten van puur genot. Voldaan van de lange reis, blij er te zijn. Irma kuist de boot binnen, ik doe buiten. Een douche frist op.
In Cowes is niets veranderd, alleen ik ben twee jaar ouder geworden. Op de een of andere manier heb ik altijd een onbedwingbare behoefte aan fish & chips als ik in Engeland aankom. Bij de eerste hap weet ik dat ik het de hele vakantie niet meer hoef te hebben, het vet druipt er vanaf. Een pint smaakt goed, daar zullen er nog wel meer van gaan volgen de komende weken.
Eind van de middag betrekt het weer. Met bakken komt de regen uit de hemel. In de kajuit is het gezellig. Ik check mijn mail. Goede berichten. De ontvlechting lijkt qua onderhandelingen toch weer de goede kant op te gaan. De kunstenaars van MKgalerie hebben me gevraagd deel uit te maken van een werkgroep voor het uitdenken van een concept voor het jaarlijks uitreiken van een prijs voor een jonge kunstenaar, de MK-award, in de geest van Emmo en Karmin. Kunstbeeld wil me interviewen voor een nieuwe rubriek in het novembernummer.
Na drie dagen weer een flesje wijn. Vroeg slapen. Life is good.
Woensdag 6 juli 2011: Cowes
Gisterenavond hebben Irma en ik vooruitgekeken naar de komende weken. Het nachtzeilen geeft ons zo’n slagkracht. We besluiten zo ver mogelijk richting het Westen te gaan. Dagtochten wanneer mogelijk, lange klappen als het qua weer kan. Dan houden we tussentijds alles open om alsnog af te slaan richting Kanaaleilanden.
Buiten regent het. Binnen snort de oven voor warme broodjes. De koffie pruttelt. Simpele dingen, oergezellig. De voorspellingen voor de komende dagen zien er niet goed uit. Het liefst gaat de Zilt vandaag naar Lymington, maar het zal ook aardig doorpoeieren vanmiddag op het moment dat de stroom meezit.
Eerst maar eens een wat langere wandeling. Met de kettingpond naar East Cowes. Engeland heeft echt wat, maar het is tegelijkertijd zo hopeloos achter in een hoop dingen. Ik heb soms werkelijk het gevoel dat tijd stil staat hier: in de bouw, de auto’s en zelfs in boten die ze bouwen. Wat eens was is niet meer, althans niet met verve en een eigen geluid. Terug in de kuip beef met piccalilly. Het giert door het want, dan maar blijven liggen. Wel zo rustig.
Tijd voor wat bootonderhoud. Het motortje inspecteren na zoveel draaiuren de afgelopen dagen, tank bijvullen. De Volvo verbruikt ongeveer twee liter diesel per uur. Met volle tank geeft dat de Zilt een reach van 75 uur = 375 mijl. Zat dus!
Ook de nodige steigerpraat. Bij een Najad-zeiler beklaag ik me over het feit dat ik een werkfok erbij aangeschaft heb, maar dat ik voor de heenweg beter een genaker had kunnen hebben. “Waar gaan jullie naar toe?” “Richting het Westen, Land’s End als het lukt.””Dan zul je hem nog wel nodig hebben!” Op de fraaie foto’s bij Beken of Cowes keek ik vanmiddag toch wat nadrukkelijker naar de kleuren van de genakers en spinakers! Wensen, wensen, het houdt nooit op!
‘s Avonds eten we Indiaas. Best lekker zo af toe eens te doen en waar anders dan in Engeland. De wind blijft doorpoeieren, de Zilt drukt de stootwillen plat tegen de steiger. De voorspellingen voor morgen en vrijdag zijn niet veel beter……
Donderdag 7 juli 2011: Cowes
Acht uur ben ik wakker. Het regent zoals de BBC al voorspeld had. Ik ontsteek de oven en maak koffie. Het want loeit zoals alleen een want kan loeien. Het luik laat ik maar dicht, anders regent het naar binnen. Ontbijt. Irma en ik checken de weersberichten. Weinig verandering. Ik neem “Claudius” verder ter hand. Maurits Hertzberger, C.o.C.A.-lid, schreef het eerder dit jaar tijdens een sabbatical. Terwijl ik het lees hoor ik hem me het verhaal vertellen. Fraai.
In het stadje is de vangst goed: een lekkere zeebaars voor vanavond. De Najad-zeiler heeft relativerende woorden: “ach, een plaatsje verder, je doet daar toch weer hetzelfde, dan is blijven liggen wel zo rustig….” Het maakt Irma en mij ook niet zoveel uit. Cowes bruist als zeilerplaatsje en met de straffe wind wordt het toch niks vanmiddag.
’s Middags ontluikt wel een voorzichtig zonnetje. Warm ingepakt in de kuip neem ik een aanvang in het boek Just Kids van Patti Smith. Intussen neem ik de Solent tot me. De wedstrijdjachten die binnenkomen, de oceaanstomers vol containers die vanuit Southampton naar verre oorden tuffen met naar ik vermoed lege containers om ze daar weer te laten vullen. Alle Contessa’s (Govert!) die geduldig aan een mooring liggen te wachten op hun baas. Ja, dit is werkelijk een koninklijk zeilgebied!
De zeebaars smaakt perfect! De dag is omgevlogen maar heerlijk. Niks gedaan, vol genoten. Morgen wordt niet veel anders als ik de Grib-files check.
Vrijdag 8 juli 2011: Cowes
Vandaag windkracht 8! De regen komt met bakken uit de hemel als ik wakker wordt. De bakker is vroeg open en Irma heeft de koffie al pruttelend als ik terugkom. Vandaag ligt de Zilt ordinair verwaaid maar er gloort hoop, want vanaf zondag is er goede kans in één klap tot Land’s End te komen. De vakantie is nog meer dan drie weken lang……
Ik lees door in het boek van Patti Smith. Fascinerend hoe ze vanuit de provincie intuïtief naar New York trekt, het hoofd boven water weet te houden en blijft geloven in zichzelf. Ook een fraai doorzicht op het klimaat van toen in de stad der steden eind jaren zestig, begin zeventig. De stootwillen schuren ondertussen tegen de steiger.
In de haven is het een drukte van belang. De wedstrijdzeilers laten zich niet kisten bij zoveel wind. Ze moeten allemaal tegelijkertijd naar buiten. Stuurmanskunsten worden beproefd. De toerzeilers blijven angstvallig bij de eigen boot om te kunnen afhouden. Inderdaad, het is wachten op schade, zo geschiedt, want de wind is meedogenloos.
De slager in het winkelstraatje snijdt twee mooie sirloins af. Het is een gezellig stadje. Geen straf hier weer wat langer te vertoeven. En echt Engels. Ik blijk niet de juiste courtesy flag te hebben. In dit land van tradities wil ik natuurlijk niet achterblijven en het gastenvlaggetje vervangen voor de goede. Ze hebben alleen maar de grote maat. Dat hoeft nu ook weer niet. “Sorry Sir, you are just telling me in a polite way you don’t want this one? You are like the British!”
‘s Avonds steak, champignons, tomaten en bosui. Het smaakt heerlijk, net als de rode wijn uit de wijnkelder van de Zilt, mooi op zeetemperatuur….. Met wangen rozig en warm van de wind kijken Irma en ik elkaar aan. Bijna een week weg!
Later op de avond gewoon even ordinair de kroeg in. Alle pubs puilen uit. Het zijn niet alleen zeilers, ook de locals die vanavond uitgaan, waarschijnlijk klaar met de werkweek. Mooi volk die Engelsen.
Zaterdag 9 juli 2011: Cowes Revisited
Een pechdag! Vanochtend is er wat meer onrust in de haven onder de toerzeilers. Iedereen ruikt een kansje een paar mijl westwaarts te gaan. Yarmouth, Lymington, allemaal niet ver, maar wel horizonsverandering. Vanaf morgenavond lijkt er echt een gat te zijn om richting het Westen op te schieten. Ook de Zilt wil wat anders.
Op de Solent is het hard aanpoten. Een dikke zes. Reven geblazen dus en hoe. Uiteindelijk staan alleen nog een dubbel gereefd grootzeil en ingerolde Genua. Het is maar een uurtje, maar toch, serieus zeilen en het is opkruisen naar Lymington. Stroom mee, tegen de wind in, ook de Solent kan woest zijn, zeker richting de vernauwing van de Needles. Vlak onder de kust door de wind en shit…… het roer zit helemaal vast. Ik schrik me rot. Ik weet dat een tandje in het stuurwiel wat verbogen is. Moet vervangen worden, maar kon echt wel wachten tot de winter. Geen enkel gevaar, alleen een knikje tijdens het sturen. Nothing to worry about. Dus toch verdomme! Schiet direct door me heen.
Snel de Genua helemaal in, maar stuurloos is de Zilt. Irma zoekt direct contact met de Coast Guard. Dat gaat allemaal heel professioneel. Ik start de motor just in case, want de kust komt naderbij. Boem, die slaat meteen af, maar plots kan ik weer sturen…… Dan komt de aap uit de mouw. Bij het door de wind gaan is de schoot helemaal uit het blok geschoten, te water geraakt, is gaan knellen tussen romp en roerblad en zit nu in de schroef!! Kennelijk geen knoop gelegd in het uiteinde. Ik kan het me niet voorstellen, want dat is al jaren een automatisme. De knoop kan er ook uitgeraakt zijn, dat is op het IJsselmeer ook wel eens gebeurd, de lijn is zo soepel. Hoe ook, eigen stommiteit!
De Coast Guard volgt ons via de AIS. Bij de haveningang wacht een snelle rib de Zilt op, pakt hem langszij, lijn op de lier en de punt en binnen mum van tijd ligt de Zilt weer in veilige haven. Ach, in the end is het allemaal niet zo verkeerd dit eens mee te maken, zeer leerzaam zelfs. Onder het genot van een lekker broodje blikken Irma en ik terug. Conclusies: kleine missers kunnen grote gevolgen hebben, eerst de oorzaak vaststellen alvorens te handelen, apparatuur als AIS is veiligheidverhogend en misschien wel het belangrijkste van alles, geen van ons raakte in paniek.
Enfin, terug in Cowes. Cowes Revisited! Een goede Britse traditie als ik de literatuur er op nasla…… Een haven verder. Engelsen komen uiterst charmant informeren naar what happened….. Gelukkig komen dan ook de eigen verhalen los, eigen missers. ’s Middags komt een duiker, binnen een minuut is het uiteinde van de schoot weer bovenwater. Hij gaat naar zijn volgende klus. Al vijf schippers hielp hij vandaag lijnen uit de schroef te halen. Motortje starten, niets aan de hand.
De zon schijnt hoog aan de hemel, maar de wind blaast hard door, net als de afgelopen dagen. Een Victoire uit onze nieuwe haven in Medemblik ligt ook al een week verwaaid. Wat dat betreft is zeilen wel een mooi gebeuren. Maar het buitenleven en leven aan boord vergoedt zoveel om maar niet te spreken over het avontuur van de tochten zelf…..
’s Middags een borrel in de kuip. Vrij zicht op de Solent. De wedstrijdzeilers, de open boten, drie enorme cruiseschepen, een tanker, het gaat maar door en alles tegelijkertijd. Ik lees verder in een biografie over Helene Kröller-Müller. Intrigerend boek en dito tijdsbeelden.
Als de zon wegtrekt is het best fris. Een korte avondwandeling. Het is Swan-weekend in Cowes. Er zijn er niet zoveel als verwacht vanwege het zware weer, maar het is de moeite waard. Met name de oudere modellen spreken tot de verbeelding. Met een enorme stommiteit op zak pitten!
Zondag 10 juli 2011: Cowes
Drukte in de haven, want de weekenders varen weer terug naar de thuishavens, van Hoorn naar Monnickendam, maar dan op z’n Engels, van Cowes naar Lymington of Southampton. De Zilt heeft een grote afstand af te leggen. Komende nacht zal het weer omslaan om een grote klap te kunnen maken. Het is alleen nog de vraag om of vanavond weg te gaan of morgenochtend vroeg. De wind staat nog steeds vet stijf zuidwest. Niet echt een feest bij de Needles.
Ik maak meters in het boek van Helene Kröller. Wandelen of fietsen hebben Irma en ik nog niet gedaan hier. Zou een herhaling van zetten zijn en het rustige boordleven bevalt prima zo. Daarnaast, een aanstaande grote tocht heeft altijd weer z’n eigen energie. Boot tip top in orde maken, laatste inkoopjes, kaarten bestuderen, plannen van de getijden.
Ook de nodige steigerpraat. Broken dreams. De één heeft een week verwaait gelegen in Brighton, de ander in Eastbourne. Streep door de gewenste doelen. “Kanaaleilanden, dit jaar dan maar niet……. weer…..”
’s Middags is het heerlijk borrelen in de kuip met een lekker zonnetje. Nog een wandelingetje door het stadje en vroeg de mandjes in.
Maandag 11 juli 2011: Cowes – Falmouth
Al voor de wekker gaat ben ik wakker. M’n lichaam voelt kennelijk aan dat er wat gaat gebeuren vandaag. Een kop thee en los. Toch nog wel even een listig stroompje om van de kant te komen. Afduwen werkt niet. Volgende keer dus toch gewoon in de spring varen, hoe weinig wind er ook staat. Op de Solent is het rustig. Een paar boten komen tegemoet, op weg naar vaste land na een lange nacht op zee. Omdat het windstil is het gas erop. Bij Yarmouth is het een kleine uittocht! Het lijkt wel of iedere zeiler uit z’n hol komt!
De Needles zijn indrukwekkend. De zee is zo kalm, ingetogen haast. Met 4 Bft breekt het hier al. De Zilt tuft door. Moeiteloos draaft de Volvo. 2.000 toeren, zes knoop, tevreden snorrend. En dan te weten dat hij nog maar op 66% van zijn vermogen zit. Heerlijk werkpaard en mooi stil. Irma leest haar boek, ik kijk kaap! Drie zijn er te ronden. St. Alban’s Head, Bill of Portland en Bolt Head, allemaal met respect te omzeilen, want de stromingen en woelige wateren zijn berucht. Vandaag hullen ze zich in relatieve rust.
Uur na uur verstrijkt. Het lijkt net of tijd loeierhard gaat of beter, dat mijn tijdsbesef helemaal weg is. Voor ik het weet is het avond. Tijd om een spaghetti in elkaar te draaien. Een aangenaam gevoel maakt zich van Irma en mij meester. Nieuwe bestemmingen, nieuw vaargebied, het is net of we de grenzen van ons kunnen weer wat oprekken…. Of is het oude wijn in nieuwe zakken?
De nacht komt eraan. Irma zoekt de warmte van de loodskooi op. Ik zit helemaal alleen….. in de kuip….. maar ook zonder scheepvaart rond me heen. In de verte contouren van schaduwen van de Engelse kust. Lyme Bay net doorkruist, Startpoint te ronden. Een verdwaalde visser, een enkele RoRo, verder all alone.
Ik had nooit gedacht dat ik een zeiler zou worden, althans in deze zin. Fascinatie voor water heeft altijd wel door mijn bloed gevloeid, maar het zeilen in deze zin oppakken is toch allemaal vrij intuïtief en spontaan gegaan. Begonnen met de Vonkelaar, een mooie Saffier 650. En ik weet het nog goed, op een doordeweekse avond zeilend op het Haringvliet keken Irma en ik elkaar aan. Daar ontstond het besef en de behoefte verder te gaan en zeilen echt onderdeel van ons leven te maken.
Om half een pakt Irma het stokje van me over. In mijn kooi rol ik van links naar rechts. Half dommelend, half weg, half aanwezig. Irma gaat vol tuig! Kennelijk is die mooie noordoosten wind nu dan toch gekomen. Ik voel de Zilt door de golven trekken. Om een uur of vier vind ik het lang genoeg geweest in de slaapzak. Het zal nog een paar uur zijn naar Falmouth. Ik wil er met volle teugen van genieten. Warm ingepakt met wollen muts tot over mijn oren getrokken los ik Irma af. Het is koud, grijs en vochtig maar met dik zes knoop op de teller en zeven over the ground is het heerlijk varen. Tell tales strak. Neus op Falmouth gericht.
De aanloop van Falmouth geeft me echt het gevoel ver weg te zijn. Deze plaats ben ik alleen tegengekomen in de reisverslagen van Oceaanzeilers voor wie dit het eerste landingspunt is in Europa na een lange tocht. Tussen de rotsen en het daarop aangeharkte Engelse landschap vaart de Zilt Falmouth binnen. Het geeft direct een a different setting. Wereldzeilers, andere schepen, zelf voorziend, ankerend in afwachting van verre bestemmingen.
Lekker, die eerste stappen op vaste grond. Half acht ’s ochtends. Eerst maar eens koffie maken en een boterham met Nutella! Zittend in de kuip, genietend van de baai, half industrieel. Een vriendelijke groet en praatje….. “where did you start, where do you go?”. Ik merk dat de verwachtingen hier anders zijn. Terug naar Nederland is minder logisch dan naar La Coruna of de Azoren. Once?
Het stadje zelf is Engels ordinair. De fish & chips van een of andere chef kok smaken goed en een pint in een pub nog beter. We hebben strak gevaren. Bijna 150 mijl in 24 uur. Lekker. Enerzijds zal dit het eindpunt zijn van de vakantie, maar tegelijkertijd ook het startpunt. Terughoppen langs de Engelse kust ligt voor de hand met verkenning van de vele inhammen en rivieren met rubberboot of op eigen kiel. De Scilly’s zijn nabij, maar niet echt een optie. De Grib-files kondigen een enorm front aan, vooral daar…….. Daarnaast, de Zilt voelt nog onvoldoende experienced daar zo maar even naar toe te gaan…. The Atlantic!
’s Middags val ik als een blok in slaap, helemaal weg. Weg ben ik ook. Het is net of ik al meer afstand genomen heb van iesselholtinck. Daarbij, de vakantie voelt als oneindig. Helemaal als we ’s avonds plannen maken voor de komende dagen. Een nieuwe grens moet maar eens opgezocht worden. Moorings, ankeren, dinghy achter de Zilt aanslepen……. het ligt allemaal voor het grijpen en moet gesneden koek worden!
Woensdag 13 juli 2011: Falmouth
Vannacht geslapen als een os. Het is pas negen uur als mijn oogjes openen. Het belooft een mooie dag te worden. Eerst nog wat onderhoud schip en de boel opruimen, soms kan het opeens een troep zijn. ’s Middags is het tijd om het ware Falmouth te ontdekken. Een van de vele pondjes brengt ons verder op de rivier en het is net of hier de vakantie in z’n volle omvang openklapt en al zijn kleur laat zien. Dit wordt het de komende week! Met de Zilt de rivieren verkennen die achter de havenplaatjes liggen. Geweldig! Ankeren, rubberbootje opblazen, wandelen en genieten van de rust…… het voelt als een hele verre bestemming.
De natuur is schitterend. De lucht is blauw, maar de donkere wolken zijn altijd nabij. Dit geeft zulk mooi licht en zoveel tinten groen. Het stroomt behoorlijk en de oevers zien er geërodeerd uit. Joekels van zeestomers liggen hier voor langere tijd afgemeerd. Out of use, niet meer aan het economisch proces dienstbaar. Veel boten liggen hier al drie jaar, sinds het uitbreken van de recessie. Rare combinatie met de setting van de natuur. Die boten horen hier niet!
Irma en ik laten ons droppen bij Smuggler’s Cottage en maken een lange wandeling terug, grotendeels de oever volgend, soms door schapenweiden, right of way geldt hier nog steeds! Een prachtige tocht met steeds nieuwe panorama’s. Cornwall kent een eigen microklimaat met hele zachte winters en veel regen. Tropische planten gedijen hier goed en dat is te zien. Voor mij echt een nieuw stuk Engeland en naar het zich laat aanzien een nieuwe dimensie in het zeilen erbij. Droogvallen kan de Zilt niet, maar het zal er dichtbij in de buurt komen qua beleving. Het is net of de vakantie weer opnieuw begonnen is!
Donderdag 14 juli 2011: Falmouth – Truro – Falmouth
Van onder het warme dekbed (het is koud hier ’s nachts!) zie ik ’s ochtends de blauwe lucht al door het luik heen. Ontbijt in de kuip met voor het gemak wat crackers. De bakker is hier pas om negen uur open. Vanmiddag een slagje maken is niet gek. De stroom zit mee om half vier vanmiddag. Tot die tijd? Irma weet er wel raad mee: Zodiac opblazen!
Even roeien naar het Petrol Pontoon. De twee jaar oude benzine vertrouw ik niet meer. Met vers voedsel start de Mercury meteen. Even uitroken, warm draaien….. at your service! De kleine Zilt draait tussen de ankerende boten de havenbaai uit richting Fal River. Deels een herhaling van gisteren, maar nu op “eigen kiel”. In de zeemonding moet ik mijn camera goed beschermen tegen spattend zout, maar naar mate de rivier zich verengd wordt het rustiger varen. Het is een ronduit schitterende ervaring.
Net als gisteren de temporary out of use ships! Dat moet toch een vermogen kosten. Los daarvan blijft het een onwerkelijk gezicht zo hier op de rivier.
Het is afgaand water. Als mangrove bossen komen de wortels van de bomen langs de oever vrij. De strakblauwe lucht schakeert alle kleuren in vol contrast. De kleine Zilt trekt als een zeeschip een enorm zout spoor! Smuggler’s Cottage was gisteren het startpunt van de wandeling terug naar de zee. Nu pakt de kleine Zilt de Truro River. Het is de vraag hoever te komen is, want deze rivier valt met eb gedeeltelijk droog. We will see!
Irma heeft de Ipad meegesmokkeld en al eerder alle Navionics kaarten voor de Ipad gekocht. Iedere ton die de kleine Zilt hier op zijn pad tegenkomt vindt Irma terug. Sterker nog, de Ipad is ons houvast. De gps-functie vertelt zeer nauwkeurig where to go and where not! “Nu wat meer stuurboord, nu bakboord, ok, rechtdoor, stuurboord…….” Foto’s liegen niet, tonnen liggen op het droge! De kleine Zilt steekt niks diep, maar het is een baggerzooi….. Het gaat net om dat ene stukje vrije water! Een in de modder vastgedraaide schroef wil ik toch maar even voorkomen!
De natuur is prachtig. Veel watervogels die in het slip iets van hun gading zoeken. Zwanen die voornaam “varen” en verstoord de weg vrij maken. Vissen die met een plonsje de oppervlakte zoeken. Bootjes die langs de kant zijn drooggevallen. Idyllische huisjes met water bij vloed tot aan de vensterbank. Irma en ik kijken elkaar aan. Ja, dit is uniek. Hier zal ik weer aan denken als ik met stropdas om me druk maak over cijfertjes. En het is zo’n contrast met de nabije zee. Juist dat maakt de vakantie zo mooi. Over volle zee aankomen zeilen, de sfeer van de havenstadjes proeven, nu het achterland en dat allemaal nog los van het boordleven zelf.
Inmiddels begin ik ook wel iets te begrijpen van mensen die een boot kopen met een hefkiel. Zeilschepen die op zee hun mannetje staan al dan niet kottergetuigd, maar ook in deze omstandigheden aan een plasje water voldoende hebben om te blijven drijven. Het is niet gek dat ik zoveel Ovni’s zie. Franse aluminium go anywhere cruisers. Vond ik ze twee jaar geleden nog apert lelijk, nu snap ik het en vind ik ze in hun functionaliteit nog mooi ook!
Terug bij de les. Truro kondigt zich aan. De hoofdstad van Cornwall. De kathedraal is zichtbaar. De route tot in het centrum is eieren lopen. De iPad geeft aan dat delen van de geul droog gevallen zouden moeten zijn. Kennelijk vaart de kleine Zilt net op de eerste vloed die binnensijpelt….. blub, bodem aan de grond, hartje centrum van Truro…….
Truro zelf is aardig, maar ik mis het biertje aan het water….. dus snel terug naar Smuggler’s Cottage. Het water staat binnen een uur aanmerkelijk hoger dus het gas kan erop. De lager smaakt goed. Soms is bier zo lekker, zeker nu! De beïnvloeding van een pint op de vaarvaardigheid neem ik op de koop toe. Onze geplande tocht naar Fowey is voor vandaag van de baan, maar wat een dag is er voor in de plaats gekomen.
Helemaal tevreden varen Irma en ik terug. Het moederschip ligt er rustig bij. Ik ontzout de boel, Irma boekt nog een nachtje bij. De Zodiac blijft opgeblazen, die komt de komende dagen nog wel van pas.
Op de steiger nog even een onderonsje met een andere Contest-zeiler. Zijn 45 CS zag ik afgelopen jaar nog in Medemblik liggen. Klopt, hij heeft elf jaar in Nederland gewoond en woont nu net twee maanden weer in zijn hometown. Uiteraard de loftrompet over Contest en zijn schip in het bijzonder!
Morgen is het wel zaak uit Falmouth weg te komen, een zware depressie met winden tot 8 Bft uitgesmeerd over enkele dagen kondigt zich via de Grib-files aan……
Vrijdag 15 juli 2011: Falmouth
Het regent als ik wakker word. Het bekende ochtendritueel en palaver met Irma. Eigenlijk heeft het helemaal niet zo veel zin Falmouth te verlaten. Het weer wordt in heel Zuid-Engeland pet de komende dagen met veel regen en wind. Fowey is idyllisch, zo hoorde ik op de steiger, maar kleiner en minder goed geoutilleerd. Plymouth als stad stelt niks voor. Groot, maar ongelooflijk saai, ook dat hoorde ik op de steiger en locals geloof ik. Ik zou ook niemand aanraden in Lelystad beschutting te zoeken als hij al in Enkhuizen ligt.
Het slechte weer blokkeert ook direct veel andere activiteiten: lopen, fietsen of andere stadjes bezoeken is niet erg aantrekkelijk in de druil. Ik lees verder in het boek over Kröller–Müller, terwijl de tijd ondertussen doortikt. In de loop van de middag droogt het op en maken Irma en ik een wandeling door de straten van Falmouth met op het eind een pub met fraai uitzicht op de baai van Falmouth. Bijna twee weken zitten er op, nog twee te gaan. Vier weken weg is echt een genot. Het geeft zoveel rust om echt ergens te komen. Verwaaidagen zijn dan ook niet van die enorme stoorzenders. Ik heb nog nooit zoveel gelezen. Mijn stapeltje komt wel uit deze vakantie.
Ons favoriete restaurant zit vol vanavond en morgenavond. De lunch was zo lekker van de week daar. Alleen maar lokale ingrediënten en reasonable geprijsd. Gelukkig is er ook een ander tentje dat in de gratie valt. We dress up a bit….. Wel zo gezellig niet in bootkledij te tafelen. Ook hier gebruiken ze veel Cornish producten voor het menu. Het smaakt voortreffelijk. En gesprekstof voldoende. Volgend jaar zijn Irma en ik allebei zelfstandig. Het zal voor mij wezenlijk anders worden geen vaste uitvalsbasis meer te hebben, maar ik kijk er naar uit.
Zaterdag 16 juli 2011: Falmouth
Het weer is niks anders, eerder nog slechter met een al flink aanwakkerende wind. Het boek over Helene Kröller-Müller lees ik helemaal uit. Sterk boek. Niet alleen haar levensloop fascineert, het is ook de tijdsgeest, familieperikelen en hoogmoed die me boeien. Nog meer als ik het projecteer op het nu: mijn eigen ervaringen binnen familiebedrijven, het Scheringa-debacle, mijn verzameldriften en ambities daarin. Oorlogen heb ik gelukkig nog niet meegemaakt, oma bijvoorbeeld wel. Niets is vanzelfsprekend in het leven, zeker succes niet. En met geld alleen ben je er ook niet. Het feit dat de verzameling toch een vaste plek heeft gekregen is denk ik voor een belangrijk deel te danken aan het gedachtegoed dat achter de collectie schuil gaat. Zo moet het ook zijn. Gedreven door inhoud, niet geld, al maakt geld het wel makkelijk.
’s Middags breekt het zonnetje door. Snel een wandelingetje naar de zee alvorens de regen weer nederdaalt. Vanochtend heb ik inkopen gedaan bij de lokale middenstand. Het vlees smaakt uitermate goed. De wijn ook. Even schrok ik van de stand van zaken in de wijnkelder van de Zilt. De lege gaten vullen zich met Coca Cola-blikjes zodat de boel tijdens het zeilen niet gaat schuiven. “Heb ik wel genoeg? O ja, nog veertien flessen, zoveel nachten kent de rest van de vakantie ook. Dus het klopt!”
’s Avonds is de Zilt een bruine kroeg. Laat het buiten maar waaien, binnen is het warm en gezellig. Veel vakanties hebben zo hun eigen muziek. De CD Sailing to Philadelphia van Mark Knopfler neemt me direct mee naar Chili waar ik met Fons een maand lang de Camino Austral befietste. Deze vakantie is het Patti Smith! Ik heb haar nu pas echt goed ontdekt en heb in rap tempo na het concert een maand of wat terug haar oeuvre bij elkaar gescharreld inclusief haar boek en film. Haar stem, spoken word, muziek, teksten en levenswandel……. Fascinating! Kunst van haar zal ik niet kunnen aanschaffen. Way out of limit.
Zondag 17 juli 2011: Falmouth
Ik val in herhaling, hetzelfde laken en pak vandaag. Nu is ook de wind in volle omvang gearriveerd. 8 Bft. Hoewel de Zilt veilig aangemeerd ligt voelt het als in een loodskooi midden op zee. Wat een geklots. Bij tijd en wijle komt de regen met bakken uit de hemel. Niet getreurd, want in Nederland is het niet anders en dat al voor langere tijd. Zó slecht zijn de weergoden ons niet gezind.
Tussen de buien door nog wel wat steigerpraat. Een jacht komt net terug van de Scilly’s. Donderdag vertrokken ze vanuit Falmouth. Heen motoren tegen de wind in. Vrijdag tot halverwege de middag hadden ze een tropische en unieke ervaring. Daarna stak de wind al op en zijn ze als een haas de volgende ochtend om vier uur vertrokken. Gisterenavond zochten ze beschutting in de monding van de rivier Helfort, net iets zuidelijker dan Falmouth. Maar ook daar was het onrust. Dan toch maar de veilige steiger van Falmouth! “We zijn net op tijd, gelukkig.” Soms voel ik me een watje, maar ben toch blij dat Irma en ik niet op avontuur gegaan zijn. De Scilly’s is echt Atlantisch zeilen in een uiterst onberekenbaar en berucht zeilgebied. Alles in stappen, bewaren voor een volgende keer.
Ik ben alweer honderd pagina’s op weg in een boek over de mondiale trek naar de stad van Doug Sanders. Over de economische en ecologische gevolgen, de gevaren maar ook de potentie ervan. Doordacht beleid en bewuste urban planning zijn essentieel. Tegelijkertijd maakt het me ook bewust dat er onomkeerbare processen aan de gang zijn waarvan de mensheid het eind nog niet kent.
’s Avonds, terwijl de wind door het want giert een gouwe ouwe: pancetta met pasta. De boekjes weer wat verder uitgelezen, mail bijgewerkt, een dag kan toch weer snel gaan. Hopelijk zijn de weerberichten voor morgen beter, dan kunnen de zeilen de wind opvangen in plaats van de stootkussens!
Maandag 18 juli 2011: Falmouth – Fowey
De wekker staat vroeg, opgelegd door het tij. Snel wat koffie en een boterham en los, warm ingesnoerd in mijn zeilpak. Het regent, maar er staat genoeg wind om op het gemak naar Fowey te zeilen. De volle Genua is voldoende om de Zilt met 5 tot 6 knoop door de golven te laten snijden. De kleine Zilt volgt in het kielzog.
Ondanks de nattigheid is het prachtig. De ruige rotskust met allerlei schakeringen groen en geel van de begroeiing. Het lijkt wel of het extra geaccentueerd wordt door de donkere wolken en tonen grijs. Wat dat betreft heb ik het gevoel echt ver weg te zijn. Naarmate de tocht vordert worden de buien heviger en hult de kust zich in grauwe sluiers.
Ook Fowey is voor ons beiden een nieuwe bestemming. De aanloop is overrompelend. Tussen de rotsen opeens een spleet die zich weer wat verwijdt in de “bebouwde kom” van Fowey. Het regent nog steeds, maar wat een entree. Het plaatsje is tegen de rotsen opgebouwd, links en rechts een kerkklok en geen marina! Fowey heeft er bewust voor gekozen geen makkelijke ligplaatsen te bieden om de massa’s buiten te houden….
In de baai drijven een paar pontoons voor diegene die geen mooring willen pakken, maar de Zilt gaat er aan geloven. Voor het eerst aan een mooring. Irma had een oplettend oog in Falmouth en heeft een perfect stukje Engels gereedschap gekocht: een ingenieuze pikhaak waarmee in één handeling een landvast door het oog van de mooring gehaald kan worden. And so it goes! Staand vanaf het dek, prik, kikker beleggen en klaar! Geen gestunt met door de reling heen hangen….. Het meest elementaire aanleggen nog makkelijker. Een geheim wapen!
Tja, en dan…… de Zilt ligt, het is begin van de middag, de regen komt met bakken uit de hemel, alles vochtig en nat. Is dit vakantie?
Toch wel. In goede onderlinge coördinatie hijsen Irma en ik de buitenboordmotor in de kleine Zilt. De Zodiac brengt ons naar de overkant. Even afrekenen bij de harbour office. De maag knort. Een Cornish Pastie heb ik nog niet gehad. “With beef is the original one? Ok, go for that then!” Een vette bek, maar het smaakt goed. Fowey is een leuk plaatsje, perfect gesitueerd, leuke winkelstraat, zelfs in de drizzle.
De pub heeft een enorme aantrekkingskracht op me. Ik denk dat ik inmiddels alle ales die lokaal in Cornwall geproduceerd worden wel gehad heb. Voor een pint draaien Irma en ik de hand niet om, die zijn zo achterover getikt. Ik hou van de sfeer in de pubs. Een immer vriendelijke dame of heer achter de toog. De truttige maar vaak oergezellige aankleding. Sluitingstijd heb ik niet gehaald deze vakantie, maar ook die is charmant. Gewoon voor twaalven de bedden weer in!
De visboer heeft zijn handelswaar al veilig opgeborgen. Dan maar de slager. Five generations since 1862! Zoveel heeft hij niet meer, twee chiliburgers. “You choose the right ones, homemade, our favourite!”
Terug op de Zilt strijken Irma en ik neer in de kajuit. Gezellig, maar het zou stukken leuker zijn in de kuip te kunnen genieten van deze ludieke omgeving. Wat dat betreft helt het weer niet over deze
vakantie. Ik was me daar eigenlijk niet zo van bewust. Maar als ik het aantal verwaaidagen optel en simpel weg de dagen tel die regen kende….. bijna allemaal! Tegelijkertijd merk ik wederom dat als je buiten leeft het allemaal minder uitmaakt. Zo ook deze vakantie. Nu al meer dan geslaagd!
Buiten is het even droog. Ik pak mijn kans, spring in de kleine Zilt en onderwerp de Zilt aan een fotosessie! De trotse Nederlandse vlag zit door alle neerslag nog vastgeplakt aan de romp.
In de chiliburger zitten wel heel veel pepers. Wijn drinken heeft geen zin….. Vroeg erin. Irma en ik zijn allebei rozig van de dag. ’s Nachts dobbert de Zilt aan een lijntje. Ja, een mooring heeft wel wat!
Dinsdag 19 juli 2011: Fowey
Al om zeven uur palaver! What to do? Vanochtend zal het regenen, maar vanmiddag is er kans op zonneschijn! Doorvaren naar Salcombe of vanmiddag de kans pakken een mooie wandeling te maken rondom de baai van Fowey? De verleiding een dagje te blijven plakken in deze omgeving is groot. Een lonkende vakantiedag.
Eerst praktische zaken. Diesel. Los van de condens voelen volle tanks goed. Er is een bunkerstation, maar ik vertrouw het hier voor geen meter. Engelse bunkerstations zijn berucht voor “infectie” van de tank met bacteriën en daarnaast voel ik weinig voor rode diesel in de tank. Dat blijft tot in lengte van de dagen zichtbaar en vereist een sluitende administratie. Dan liever six pound sterling voor een round trip taxiritje naar de Texaco!
Ook zo leuk, de kleine Zilt is een ware overzetveer. Ruk aan het koord en de Mercury start. Gas erop en gaan! Even brood halen? Laat mij maar even doen! Toys for boys……. and girls!
’s Middags wandelen. Het is inderdaad opgeklaard, al is waas van regen nooit ver weg. Grillig weer hier in Cornwall. In Falmouth was dat ook zo. 500 meter kan het verschil betekenen tussen regen en zonneschijn. Raar maar echt waar.
De kleine Zilt vindt z’n plek bij de harbour office. Met de chain ferry weer terug naar de andere kant en klimmen over modderige glibberige paden. Het is goed uitkijken niet uit te glijden. De paden zijn verzadigd door de dagenlange regenval. Het is een donker bos. Dik bebladerd, dicht vergroeid met veel varens en planten die ik niet helemaal kan thuisbrengen. Het verwondert me toch ook altijd wat een zilte omgeving met de natuur doet, een studie op zich……..
De rivier is helemaal drooggevallen, al is de stroom van water hoorbaar van een eeuwig heen en weer gaan van eb en vloed. Voor mij, anders dan de kerk, werkelijke magische krachten.
Deze wandeling zit in de top 100 van het Britse continent. Niet voor niks denk ik. Al snel blijkt wat deze wandeltocht zo fraai maakt…… de views tussen de bladeren door op de baai. Eerst nog aarzelend, daarna in volle omvang. Ja, Fowey overtuigt. En ja, als ik eerlijk ben, toch steeds eerst de blik op waar is de Zilt in het geheel? Het zeegat as such fascineert me. Nu heel rustig, soms heel woest. In contact met alle Oceanen, maar volstrekt onbekend gebied enkele eeuwen terug voor de ontdekkingsreizigers. Zonder zeekaarten, zonder Raymarine, zonder iets. Ware avonturiers!
Een lange wandeling eindigt in de pub! Laat die pint maar komen. Moe maar voldaan. Heerlijk om ook het lichaam in actie te laten komen. Tevreden kijken Irma en ik elkaar aan. Ja, dit is echt vakantie. Laat het weer niet je van dat zijn, dit is genieten.
Het pondje zet ons over. De kleine Zilt ligt onaangeroerd. Terug naar het moederschip en hup met handdoek en zeep terug naar de douches. Het lijkt wel Venetië of Bangkok! Alles per boot. Fris gewassen en geschoren ben ik klaar voor de avond. Irma heeft gereserveerd bij The Royal Yachtclub. Geheel in stijl meer ik de kleine Zilt af bij de stenen trap die vier meter verval aankan. Ik geef hem voldoende lijn. Irma heeft last van een opwaaiende zomerjurk!
Bij binnenkomst verwelkomen ons twee grijze heren geheel in pak. Direct spreekt pappa met een stemmetje in me: “je hebt toch wel een blazertje meegenomen?” Nee en eenmaal binnen blijken normen vervaagd te zijn. Het is goed druk. Ouwe meuk, dat wel, maar heel gezellig met vol zicht op de baai. Het eten is niet verkeerd, de wijn evenmin. Leuk om even van zo’n besloten gemeenschap deel uit te mogen maken en de sfeer op te snuiven.
Het is laat en donker op het water. Ik maak nog even een rondje. Het is net een miniatuurlandschap waarin ik me bevind. Terug aan boord rek ik het genieten van dit moment nog wat op door een sigaartje op te steken. In de kaartentafel heb ik al sinds de koop van de boot een doosje Olifantjes zwerven. Perfect voor zulke schaarse momenten. En vochtig blijven ze wel!
Terug aan boord ben ik heel nieuwsgierig naar een foto die ik vandaag van Irma nam. Geheel op intuïtie omdat ik vermoedde dat de lichtomstandigheden perfect waren. Ik heb al meerdere mooie foto’s van Irma genomen, maar deze springt er voor mij uit. Hier zit zoveel gevoel in.
Woensdag 20 juli 2011: Fowey – Plymouth
Alles aan boord is klam, vochtig, nat…… en dan een keteltje opzetten voor koffie en thee maakt de boel er niet beter op. Snel ontbijten en wegwezen. Jammer om deze plek te verlaten, maar een dag langer blijven liggen zou niets toevoegen. Daarnaast, de vakantie begint inmiddels aardig op te schieten. Vandaag zit het tegen. Regen, wind en koud. Het enige dat mee zit is het tij, dus varen! Niet zo heel ver vandaag. Dik 20 mijl naar Plymouth. Not the place to be, wel logisch op de route. Geen van ons beiden heeft zin de hele dag tegen een laf tegenwindje in te ploeteren om nog verder te komen.
Warm ingepakt en dichtgesnoerd maken Irma en ik de uurtjes vol. Terwijl de Zilt Looe passeert denk ik aan Govert. Hij heeft hier ook nog zoutsporen getrokken met een solo dacht ik. De wereldkampioenschappen. Ik hoop toch werkelijk dat Govert met de Contessa zijn dromen levend houdt.
Een nachtje Plymouth kost een stijve 34 pond. Een record tot nu toe. Het oude centrum is aardig, maar meer ook niet. Veel pubs, dus ook een pint.
Einde middags klaart het wat op. Genua even laten drogen, praatje met een Nederlander. We kruisen na al een week elkaars paden. Zij hebben nog een weekje meer. Hun plannen voor Ierland hebben ze in rook zien opgaan door het weer. Nee, het zit wat dat betreft totaal niet mee.
Morgen naar Dartmouth, een dagje daar, daarna in twee of drie klappen naar de thuishaven in Medemblik. Aan alles komt een eind, maar voorlopig nog anderhalve week de tijd! Salcombe zal links blijven liggen….. komt een volgende keer wel!
Donderdag 21 juli 2011: Plymouth – Dartmouth
Irma heeft de buren op zeven uur sharp gezet. Half zeven gaat mijn wekker. Kop koffie, snelle boterham Nutella, laatste ditjes en datjes. Het is krap om weg te komen met een sterk stroompje om rekening mee te houden. Irma’s tip loont, verderop in de haven is net voldoende ruimte om in rust te keren. Een hijs achteruit, ik laat de schroef zijn helpende hand toesteken. Plymouth verlaat ik zonder verdere warme gevoelens. Leuk er geweest te zijn, niet meer dan dat.
Een mooie zeildag lonkt. Dartmouth is pakweg 35 mijl varen en er zit wind. De lucht is blauw en zelfs de zon laat zich al zien. Heerlijk, gewoon weer eens vol tuig, ruime wind. Zes, soms zeven knoop en de speed over the ground is nog hoger. De kleine Zilt volgt aan een lijntje als een trouwe hond. Ik moet dan ook wel eens aan pappa denken met Optimist of Mirror achter zich aan…… wat een gesleep!
“Zilt, Zilt, hier de Topaz, hier de Topaz, kunnen jullie ons horen? Over.” Hé, dat is grappig, Irma duikt achter de kaartentafel. “Topaz, hier de Zilt, over” “Zullen we overschakelen naar kanaal 6? Over.” Wereldzeilers die al 26 jaar niet meer in deze contreien geweest zijn. Ze komen net uit Amerika via de Azoren en zien op de AIS dat landgenoten nabij zijn. Het vertrouwde Nederlands wilde ze wel weer even horen. In de verte zie ik een jacht vol tuig met kluiver, dat zullen ze zijn, die klopt ook met hun positie bij ons op de plotter. Ze willen dit schip in Nederland verkopen omdat ze in de Cariben een nieuw schip gekocht hebben. Leuk moment en het blijft toch ook wonderlijk hoe techniek kan werken.
De ingang van Salcombe ligt op steenworp afstand. Normaal is dit een kaap om met twee mijl omzichtigheid te omzeilen. Verscheidene stromingen botsen hier. Met een beetje wind en vooral bij stroom tegen wind is het hier een heksenketel. Het is dat de wind inmiddels is weggevallen, anders was de Zilt hier niet zo close geweest. Zelfs met dit rustige weer is de zee uiterst onrustig. Tussen de rotsspleten door zie ik Salcombe liggen. Irma en ik komen daar nog wel eens.
Ik heb de motor er maar bij gezet, want de wind komt uit alle richtingen. De stroom zit nog 1,5 tot 2 mijl mee en die wil ik toch wel even benutten. Dartmouth is een feest om aan te lopen en binnen te varen. Groter dan Fowey, maar niet minder charmant. Een plekje om aan te meren is snel gevonden en alras ligt een English chab naast ons! Een sjieke oude heer met een Westerly, solo. Zo charming. Een hand om kennis te maken en te bedanken voor de hulp bij het afmeren….. Even later wijst hij ons op de mogelijkheid van dineren bij The Royal Yacht Club of Dartmouth!
Het is twee uur, dus de middag ligt nog voor ons. Hup de buitenboordmotor op de kleine Zilt en varen. Dartmouth overtuigt, ook de rivier af komt de schoonheid van Engeland me tegemoet en al helemaal onder een zonnetje. Onze dagelijkse ale in de pub en weer terug. Een verfrissende douche en zowaar bij aangename temperatuur lang in de kuip gezeten met de volle blik op Dartmouth……. Zo kan het dus ook, al zal ik verder niet klagen over het weer deze vakantie! ’s Avonds onderneem ik een poging Dartmouth by night vast te leggen.
Vrijdag 22 juli 2011: Dartmouth
Een rustige dag die start met lekker weer. Het ontbijt nuttigen Irma en ik eigenlijk automatisch binnen, maar het tweede mokje koffie toch echt buiten! Het is een leuke plek. Rubberboten, overzetveren, taxibootjes, uitvarende zeiljachten, tegendraadse stromingen die de ankerende jachten flink doen krabben. Even een praatje op de steiger met een Nederlander. Na zeventien jaar vaart hij de boot weer terug naar Nederland met een vriend. Zijn vrouw is al in Nederland voor de verdere afhandeling van het overlijden van haar moeder. Twintig jaar geleden liet hij de romp door Koopmans ontwerpen, maar hij was zelf eigenwijs genoeg er een centercockpit van te maken. Zeventigduizend mijl staan op de teller, ze zijn overal geweest. Nu toch maar terug naar Nederland met meer aandacht voor de kinderen en kleinkinderen. De kinderen dachten destijds dat het toch niks zou worden met hun zeilplannen. “Zo gauw mamma een storm op de oceaan meemaakt, wil ze terug”. Dus niet! Ook wel aardig technische bevindingen te horen. Volgens hem is een stalen jacht het beste en dan uit te rusten met een hefkiel. Ook in stormen de preferente combinatie. Dartmouth vindt hij niks, veel te toeristisch en te druk. Hoe anders kijken Irma en ik daar tegenaan……
Het stadje is leuk. De kleine Zilt aan een steigertje naast de andere kadegangers. Smalle straatjes, curieuze winkels en qua fourage alles wat nodig is voor de komende dagen. Ik laat bij de visboer een hele mooie zeebaars ontschubben en fileren. Lijngevangen even buiten Dartmouth. Mooi die routine van ervaren handen en een scherp mes. Met volle zakken terug naar de Zilt, tafeltje installeren en buiten lunchen. Frans (!) brood, lekkere ham en kaas, pak koude melk erbij…..
Conform planning gaat het ’s middags regenen. Irma laat zich niet kisten en vaart met de Zodiac langs de rotsen en meldt zich bij de Topaz, de boot die ons gisteren aanriep. Vanmiddag om vijf uur borrel en dat is het zo. Bootje er naar toe, flesje wijn mee. Leuke mensen. Al zesentwintig jaar op zee. Ze hebben nu de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en ontvangen zowaar nog wat AOW. En route hebben ze altijd gewerkt. Hij is Duitser van origine en heeft op de grote vaart gezeten. Nu kan hij zijn kennis en vaardigheden nog steeds ten gelde maken als marine surveyor. Zij heeft zich verder bekwaamd in het maken van kuiptenten en dekkleden. Fraai haar ervaringen te horen. Alle Nederlandse tenten vallen in de tropen uit elkaar. Het garen blijkt niet bestemd te zijn tegen de impact van de zon! Hetzelfde geldt voor de rubberboten. Zodiacs hebben in de Carib een andere naam: merde! Ervaren globetrotters. Ze hebben een ander schip gekocht en brengen nu de Topaz terug naar Nederland waar ze hem denken te kunnen verkopen. Een degelijk stalen schip, zelf casco afgebouwd. Ze leven er nu al dertig jaar op. De boel in goede staat van onderhoud houden kost ze gemiddeld 500 euro per maand. Toch niet weinig, maar het is dan wel je huis en vervoermiddel.
Terug op de Zilt schotelt Irma de zeebaars via de koekenpan op de borden. Het is al wat fris, maar de vis smaakt prima buiten. “Vertrekken” zoals dat heet is voor ons niet aan de orde, maar ik sluit niet uit dat Irma en ik de trossen nog eens los gooien voor een langere periode. Het genot van het zeilen, het leven aan boord en interesse om onszelf qua kennis en vaardigheden verder te brengen is helemaal wederzijds. Lekker gevoel.
Ik maak nog een rondje met de kleine Zilt in de avondschemering richting de zee…… Fraaie rotspartijen, het Kanaal ligt er rustig bij, een laatste zeilbootje vaart binnen. Van toplicht naar stoom- en navigatielichten, zoals het hoort bij het starten van de motor. Morgen de Zilt………. En ja, als ik eerlijk ben, nog even planeren met het motortje vol gas. Oef wat gaat dat hard! Ik voel me een stout klein jongetje!
Zaterdag 23 juli 2011: Dartmouth – Dover
Op een nette tijd van tien uur ’s ochtends de trossen los. Er moet nu echt een grote klap gemaakt gaan worden. De komende week, de laatste week van de vakantie, wijst op winden uit het noorden! Los daarvan zijn het gewoon nog een hoop mijlen! De Zilt vertoeft ruim voorbij de Kanaaleilanden. De kleine Zilt ligt na een grondige ontzoutingskuur in z’n mand op de achterkooi.
Buiten geeft de stroom direct de eerste steuntjes in de rug. De wind is rustig, maar pal van achter. Ik probeer wat met het grootzeil erbij gezekerd met een bullettalie. Heeft weinig zin. De wind is te weinig en de deining te veel. Dan maar wat kalmer aan alleen op de Genua en iets ruimere koers.
Het is mooi weer en de uurtjes verstrijken zonder dat ik er erg in heb. Het is net of ik in een andere mood kom. Een soort oneindigheid terwijl de Zilt voortgaat en de mijlen onder de kiel doorglijden. Ondertussen wakkert de wind aan, vijf, soms vlagen naar zes Bft. De stuurautomaat doet het perfect, zelfs met de grote golven. Soms surft de Zilt er vanaf.
Irma zet een lekkere spaghetti in elkaar en het wordt tijd voor het nachtrooster. Ik pak de hondenwacht. Irma zoekt alvast wat slaap, lost mij om tien uur af en één uur ’s nachts ben ik weer aan de beurt. Het is prachtig buiten. In het schijnsel van halve maan komt Wight in zicht. Gelet op de nu al forse golfslag zal Wight met vijf mijl afstand omzeild moeten worden. Alternatief is via de Solent te gaan. Voordeel is beschut water en wat getijdenvoordeel, maar wel tien mijl om en meer scheepvaart om rekening mee te houden. Ik kies voor de zee, dan heb ik Wight ook van die kant ervaren. Ondertussen poeiert de wind stevig door. Het blijf vijf tot zes Bft, zo geven de tussentijdse weerberichten ook aan. Het zou minder moeten worden, maar daar is nog niks van te merken.
Het is half acht als Irma me wakker maakt. Ik heb na de hondenwacht werkelijk geslapen als een os. Zo diep, alle marifoonberichten zijn volstrekt langs me heengegaan. Ontbijt uit het vuistje en ik laat thee maar zitten, het schommelt enorm, alles wat los zit rolt van links naar rechts en weer terug. Een rotkoers zo te zeggen. Littlehampton, Brighton…… Beachy Head is in zicht.
Bij elkaar toch drie keer noodmeldingen over de marifoon in korte tijd. Twee keer een Pan Pan en zelfs een keer Mayday Mayday. Een vissersboot die vlak na de pieren van New Haven een net in zijn schroef heeft gekregen en stuurloos richting de rotsen dobbert. Leerzaam dit allemaal uit te luisteren. De reddingsboot is er op tijd bij. Het Pan Pan van een stel Fransen is werkelijk niet te verstaan. Engels is toch echt voertaal nu stelletje chauvinisten!
Ook het ronden van Beachy Head gaat met enorme golven gepaard. Ik haal de stuurautomaat er maar even af om het zelf te doen. Poeh, als ik achterom kijk, angstaanjagend eigenlijk. Ze tornen letterlijk boven me uit. Zo groot heb ik ze nog nooit gezien. Mooi ook hoe de Zilt er doorheen snijdt en iedere keer weer z’n stabiliteit zoekt. Toch maar even luik dicht en aanlijnen. Ik moet er niet aan denken welke krachten en hoeveelheid water de kuip binnenkomen bij een breker of stuurfout of allebei. Voorbij Eastbourne wordt het gelukkig weer wat rustiger.
De dag schiet op, de tocht ook. Dover komt naderbij. Tegen middernacht moet lukken. Het ronden van Dungeness geeft werkelijk een thrill. Ik dacht de grootste golven wel gehad te hebben, deze slaan alles. Het lijkt wel of ze opgestuwd door de westelijke winden zo van de Atlantische Oceaan komen. Ik heb vandaag geen jacht in tegengestelde richting zien varen. In de verte zie ik ook twee andere boten gegrepen worden door de golven. Wat is een boot dan toch nietig, maar wat voelt het veilig.
Port Control Dover geeft groen licht. Ondanks plotter en iPad is het goed zoeken voor de doorgang naar de Marina. Gevonden! Een spelonk haast. Het heeft altijd iets lugubers langs donkere kademuren te varen met klaterend water in het pikkedonker. De aangewezen plek C-90 in de getijdenhaven is easier. Direct maar even afrekenen. Wat dat betreft is Dover wel een fijne plek. Het gaat hier 24 uur door inclusief havenmeester, diesel en supermarkt. Vanaf de Marina Office zien Irma en ik op de diverse camera’s de vertrekkers die ook in Dartmouth lagen de weg volledig kwijt raken. Waarschijnlijk geen kaart. Uiteindelijk worden ze door een boot van Harbour Patrol weggehaald bij de in onbruik geraakte lanceerplek van de hovercrafts en begeleid naar hun plek! Wereldzeilers. Die zijn een Marina niet meer gewend……
Hoewel het al tegen enen loopt drinken Irma en ik nog wel even een borrel op de tocht. Een mooie tocht, maar door de enorme golven wel zwaar en vermoeiend. Dat het steeds 5 tot 6 Bft was is eigenlijk geeneens opgevallen. Ook lekker na bijna 40 uur en 200 mijl varen en schommelen weer voet op de wal te kunnen zetten. Voldaan slapen!
Maandag 25 juli 2011: Dover – Ramsgate
En ’s ochtends gezond weer op. Irma was al iets eerder wakker en komt fris gedoucht met vers brood van de bakker en bosvruchten van de groenteboer terug. Ontbijtje in de kuip onder een blauwe lucht. De vermoeienissen van gisteren zijn dan snel vergeten. Dover heeft geen ander appeal dan nautisch. En daarom kom ik er toch graag. De voorspellingen voor komende week zijn allemaal noord. Om nu al naar Nederland te gaan breekt de vakantie gevoelsmatig zo abrupt af. Het is beter langs de Oost-Engelse kust wat omhoog te kruipen. Dat maakt de hoek iets gunstiger en zo blijft de mogelijkheid behouden om alsnog ieder moment naar IJmuiden of Den Helder te gaan. De Belgische kust biedt geen soelaas, dan is het van daaruit pal noord kruisen.
Het lijkt of met het rustige weer de Nederlanders uit hun holen komen. Gedurende de dag druppelen ze een voor een binnen. Allemaal gezinnen die na verwaaidagen de korte klap vanuit België gemaakt hebben. Zo was het ook met de My Way II. Ja, omdat Irma en ik niet in kortere etappes hoeven te denken is ons vaargebied veel groter, al sprak ik ook een keer een stel die juist ’s nachts zeilen terwijl de kinderen liggen te slapen om zo toch verre bestemmingen te kunnen bereiken.
De dag gaat snel voorbij: de ijzeren voorraad aanvullen, diesel kopen bij de naburige BP en een stroll over de boulevard en de pier. Dover is echt voor transit, even kort verblijven. De Zilt doet hetzelfde. Ramsgate is maar drie uurtjes varen verderop. Aanlokkelijk om te doen. De stroom zit vanaf half zeven mee. Een pasta om half zes, boot in gereedheid brengen en weg. Tussen twee veerdiensten naar Calais door krijgt de Zilt toestemming van Port Control om de east entrance te gebruiken. Er staat geen wind, dus het gas moet er op. Met zeven knopen gaat het hard. Opeens, met zicht op Ramsgate steekt een noordoosten wind op. Uit het niets, even later arriveren de golven. Een echte shift. Hoe klein de tocht ook is op zee, met alles is rekening te houden, ook al voelt het alsof het in een T-shirt gedaan kan worden.
Ramsgate ligt bomvol. Op nog geen paar meter van de zandbank midden in de haven (oh oh die Engelsen!) vindt de Zilt nog een plekje, middenin een clubje van de vereniging van Tourzeilers, die gezamenlijk opvaren. Morgen half zeven hebben ze palaver, zeven uur varen ze uit naar Nieuwpoort. De wekker vroeg zetten dus.
Irma en ik verkennen nog even Ramsgate. Het is al tien uur, maar een pint gaat er wel in. Het is al weer dertien jaar geleden dat ik hier was op een zeiltrip met pappa, Theo Snijders en Frank Smeele. Het Indiase restaurant waar Theo ons toen trakteerde zit er nog steeds. Wat is tijd? Nu op eigen kiel.
Dinsdag 26 juli 2011: Ramsgate
’s Ochtends vroeg is het al een drukte van belang bij de buren. De acht schippers hebben zoals afgesproken om half zeven palaver op de steiger. Ik vang wat flarden op. De reis gaat richting Nieuwpoort. Eén is duidelijk de voorman van de club. Afspraken worden gemaakt over uitluisteren van de marifoon en de kanalen voor onderlinge communicatie. Op zich kan ik me voorstellen dat het veiliger voelt om zo de eerste stappen op zee te zetten. Tegelijkertijd is het een schijnzekerheid. Worden de omstandigheden venijnig of heb je pech, dan zal je je toch in eerste instantie zelf moeten redden. En buiten een sleepje zal een reddingsmaatschappij uiteindelijk meer kunnen doen dan je tochtgenoten.
Ramsgate heeft altijd een magie voor mij gehad, net als Wight. Dat komt door de zeereizen die pappa maakte met de My Way II en de tot de verbeelding sprekende 16 mm films daarvan die thuis met kerst in het souterrain werden gedraaid. Ik wil ze graag weer eens zien op een herfstige zondag. In essentie is er niets veranderd tussen toen en nu. Het zeilen is hetzelfde gebleven, de boten min of meer ook. Qua navigatie is het een wereld van verschil….. zolang de elektronica het doet tenminste.
Waar Wight z’n magie behouden heeft, kan Ramsgate me niet meer bekoren. Prima als aankomsthaven of stopover, niet veel meer. Vergane glorie en qua ligplaats zonder charme. Maar misschien ben ik ook verwend geraakt met de prachtige havens in Fowey en Dartmouth. De red brickstone facade tegen de krijtrotsen aangebouwd blijft mooi…..
Morgen vertrek naar Den Helder of IJmuiden. De wind zit pal noord, maar dat zal de hele week zo zijn. Verder opzeilen naar bijvoorbeeld Lowesoft heeft niet veel zin. Het maakt de tocht naar Nederland wel beter te bezeilen, maar vereist in feite een dag extra opkruisen naar Lowesoft.
’s Middags eten Irma bij wijze van afscheid van Engeland Indiaas en blikken alvast wat terug. Nu de Zilt weer meer tussen de vakantievierende botenmassa’s ligt, is het verlangen groot net als deze reis bestemmingen te bezeilen die verder weg liggen. Daar de rust van een baai of een mooring opzoeken of simpelweg de gezelligheid van een plaatsje. Het smaakt naar meer! Noorwegen, Zweden, Denemarken, maar ook de Oostkust van Engeland en Schotland, Bretagne…… misschien eens met wat meer tijd naar Finland, Ierland? Grenzen verleggen, stap voor stap, hopelijk ligt dat allemaal nog voor ons.
De Genua gaat eraf. Net voor de vakantie had North Sails de werkfok klaar. Hij ligt nog ongebruikt in z’n zak onder het vooronder. De voorspellingen zijn niet al te fors qua wind, maar toch, de hardere wind later deze week komt eraan en het wordt allemaal opkruisen. De ervaring leert dat bij de voorspellingen altijd één Bft opgeteld moet worden. Keuze maken dus voor het te voeren voorzeil. De hoeveelheid zeil op het dek bewijst dat even zeiltje wisselen op volle zee haast niet te doen is. Wat een berg zeildoek! Daarnaast ook leuk de snit van het nieuwe zeil te zien.
De dag gaat verder hard met niets. Even de pier op lopen. Het zand ligt als een wolk voor de haveningang met het opkomende tij. Nu snap ik hoe de bank gevoed wordt en steeds weer als vanzelf zal ontstaan. Gisterenavond liepen drie schepen pats vast. Stom, maar ik kan het me ook voorstellen. Na een lange tocht, aandacht verslapt, je verwacht het niet.
Twee complete motorbootclans komen binnen. Vijf van Beneteau en evenzoveel van Linssen. Heel slim door de dealers georganiseerd. Een van de dealers fluistert me toe dat enkele eigenaren deze trip stabilisatoren besteld hebben voor op zee a raison van vijftigduizend euro’s each! Simpelweg handel dus. Tijdens een trip naar London ervaren ze dat ze eigenlijk niet zonder kunnen.
’s Avonds nog wat kaas en een flesje Chinon uit de Loire. Vandaag kochten Irma en ik de supermarkt maar wat meer water en appelsap om de leemten in de wijnkelder van de Zilt beter te kunnen stutten! Morgen weer lekker varen en de drukte achter ons laten. Irma en ik verkiezen het zilte water……….
Woensdag 27 juli 2011: Ramsgate – IJmuiden
Het blijft zowat de hele week noordenwind! De werkfok had ik gekocht ter voorbereiding op een zuidwester op de terugweg vanuit het eerst beoogde reisdoel, Noorwegen. De nadelen van een driedubbel gereefde rolfok maakte ik al mee twee jaar terug op weg naar Dieppe: veel helling en weinig snelheid. Het was Govert die er op aandrong deze investering in de Zilt te doen. Krakend vers komt ie uit de zak. Meerdere mannen houden halt op de steiger. “Ah, een nieuw zeil, dat moet lekker varen!” “Een herontdekking van alle goede eigenschappen van je schip” en meer van dit soort zinnen. Ja, een nieuw zeil geeft een kick.
Het is tegen negen uur als de Zilt de zandbank midden in de haven omzichtig omzeilt en zich buiten de pieren van Ramsgate begeeft. De dieprode bakstenen verdwijnen aan de horizon. Het is grijs buiten en de wind komt in vlagen. Met het tuig zit het wel goed. De Zilt spuit er doorheen. Hoog aan de wind, stroom mee. De zee is bokkig. Het zoute water suist sissend over dek en kajuit…..
Het korte steekje van Dover naar Ramsgate eergisteren speelt ons nu in de kaart. Zonder een steek te hoeven maken passeren drie uur tot de virtuele grens van het scheidingsstelsel dat in het Kanaal geldt. Op zee is niets te zien, maar op de kaart staat een dwingende lijn! Nu wordt het laveren. Extra mijlen bovenop het toch al niet geringe aantal. Het zal een lange tocht worden. Ik zet er toch maar een reefje bij in het grootzeil. Zonder snelheidsverlies ligt de Zilt rustiger en gaat nog steeds even hard. Irma neemt als eerste rust in de loodskooi. Tijd voor de stuurautomaat, de boot is perfect getrimd. Zonder moeite neemt hij het over, zonder paaltjes te pakken. Comfortabel stuk gereedschap. Het speelt mij helemaal vrij. Op mijn gemak kan ik marifoonberichten uitluisteren, de inwendige mens verzorgen, zeilvoering aanpassen, navigeren, uitkijk houden, uitrusten of wat foto’s nemen zoals nu! En het fijne is, ik hoor hem helemaal niet, hij zit als een verstekeling in de grote bun…… Cadeautje van Irma. Nooit gedacht dat ik het zo zou waarderen. Het geeft echt rust aan boord op lange tochten als deze.
De stroom zit vies tegen en de wind draait nog een beetje oost ook. De zigzag sporen die de Zilt op het scherm van de kaartplotter trekt met het laveren lijken echt helemaal nergens meer naar. Onverbiddelijk drukken natuurlijke krachten de Zilt terug, alsof ze niet willen dat ik in Nederland aankom. Wacht maar, straks zit de stroom weer mee! Zes uur wachten duurt dan wel lang, als ik eerlijk ben.
Het is een donkere nacht. De hemel is zwaarbewolkt, de maan zie ik niet. Soms tussen schuivende wolken door oneindig veel sterren. Het is druk qua scheepvaart. Drie Stenalines denderen voorbij, verscheidene coasters en twee supertankers. Ik moet dan altijd aan Ed denken, een vriend van Govert die op de grote vaart heeft gezeten: “gewoon doorvaren, ze wijken toch wel uit.” En dat doen ze ook, al reageert de AIS wel eens met too close. Als ik achterom kijk neem ik ook zeeën van vuurvliegjes waar in het zoute spoor dat de Zilt trekt. Allemaal vonkjes, steeds weer. Prachtig. Een microwereld.
Eindelijk zit de stroom mee. Dat scheelt een enorme slok op een borrel. Ik durf het aantal extra gevaren mijlen niet te tellen. Blik op oneindig, ondertussen vaart de Zilt mijl na mijl gewoon door. Met de werkfok ben ik echt heel blij. Hij ziet er puik uit. Zwaar doek, triradial gesneden in laminaat. Fijn stuk werk van North Sails. Het zeilt werkelijk voortreffelijk en wat een verschil met de ingerolde Genua. Dit zeil is echt een thuisbrenger.
Irma heeft vannacht de ondankbare taak van de hondenwacht op zich genomen. Eén uur ’s nachts duik ik mijn mandje in. De slaapzak is nog warm van Irma! In het begin lig ik nog wat te woelen. Nachtzeilen blijft toch een apart fenomeen. Gevoel van tijd verdwijnt. Tijdens de wacht ben ik 100% alert op alles. Nu in de loodskooi ben ik voor drie uur van mijn verantwoordelijkheden ontheven. Irma is the woman in charge. Het enige dat ik hoor en voel is de Zilt die voortraast door de golven, de watertank die af en toe klotst onder me en links en rechts het vertrouwde kraken van het hout in het polyester. Contestmuziek, zoals het door enkele liefhebbers genoemd wordt. Voor de hazenslaap controleerde ik nog even in een oogopslag de accuspanning, de nog beschikbare accucapaciteit op de monitor en kruis met potlood aan op de kaart waar we zijn. Oliegoed en kleding op de bank, pitten! Uiteindelijk dommel ik weg naar dromenland met soms een schimmige waarneming van menselijke activiteit als Irma bijvoorbeeld het weerbericht over de marifoon uitluistert.
Ik word wakker als de Noordhinder gepasseerd is. Nu heeft de Zilt weer vrij spel op zee en kan de koers daadwerkelijk naar Nederland verlegd worden. Met scherp varen lijkt Den Helder haalbaar, afvallen naar IJmuiden kan altijd nog. Ik tuk verder. Irma laat me wat langer slapen. Ik voel me merkbaar fitter wanneer ik de wacht weer overneem. Het is al licht. Weinig scheepvaart. Alleen een Stellendamse visser die de zee leeg trekt met zijn apparatuur en netten. Dit is wel even wat anders dan de Engelse kneutervissers. Van links naar rechts, zijn fishfinder wijst hem de weg. AIS uit natuurlijk, anders weet de concurrent waar hij zit! Toch onrustig zeilen met een visser die rond je heen cirkelt en die je voor moet laten gaan als het er op aan komt.
Het is dan wel weer Nederlands vaarwater, maar Nederland is nog ver weg als ik de kaarten goed bestudeer. Afhankelijk van de schaal is de kaartplotter zo vertekenend. De berichten van de kustwacht komen ook nog slecht door op de marifoon.
In de loop van de ochtend ontwaakt Irma van haar vermoeienissen van een lange nacht. Den Helder heeft onze voorkeur, maar het lijkt er op dat het nog flink laveren zal worden met in de finale naar Den Helder een uur of drie stroom tegen. Nee, dan is IJmuiden beter. Dat is nog steeds een stevige zes uur varen. De wind wakkert aan tot af en toe vijf. Met de iets ruimere koers voelt de Zilt zich in zijn element. De dag gaat vervolgens snel. In het zicht van IJmuiden neem ik het roer weer over van de automaat. De Zilt is nu iets overtuigd, zelfs met werkfok, maar surft van de golven af. Heerlijk!
Tussen de pieren aftuigen, willetjes aansnoeren en op precies dezelfde plek meren Irma en ik de Zilt af als pakweg vier weken geleden op zaterdagnacht bij aanvang van de vakantie. Het is net of ze deze plek voor ons vastgehouden hebben. Blij, blij om er te zijn. 170 mijl, 33 uur gevaren. Eerst maar eens een biertje in de kuip. Een voldaan gevoel maakt zich van ons meester. Van deze tocht, maar ook van de hele vakantie. Grenzen zijn wederom verlegd. Mocht het weer niet je van dat zijn geweest, de ervaringen zijn er niet minder om.
Daarna snel over naar huishoudelijke activiteiten. Het dek is werkelijk een waar wit zouttapijt. Al het buiswater is de zee in teruggestroomd, de kristallen zijn achtergebleven. De waterslang biedt uitkomst. Irma kuist de boel binnen. Op slippers naar het havenkantoor en direct douchen. Soms is zeilen een muffe sport. Wonen in een zeilpak…… enfin, verfrissend, het warme water en de zeep!
Pappa belt nog even. Leuk. Hij heeft ons op internet zien wegvaren uit Ramsgate en onze zoutsporen de afgelopen dag en uren gevolgd. Ook Govert en Tinne volgen ons en zijn net als pappa trouwe lezers van flessepost, mijn dagboek. Eenzelfde fascinatie voor het zeilen. Het valt op een gevoelige plaat. Mooi en warm gevoel.
Inmiddels is het al zeven uur Nederlandse tijd. Eten maar even makkelijk in deze sombere en uiterst ongezellige haven. Aan boord is het een warme kroeg. Flesje wijn open, een proost op de succesvolle vakantie èn nog drie dagen te gaan. Morgenvroeg zien hoe de Zilt terugvaart naar Medemblik. Nog een vette zeetocht naar Den Helder of de Zilt als een paard aan de teugels terug leiden via het Noordzeekanaal en IJsselmeer, lekker op het gemak. Het zou het laatste wel eens kunnen worden. De tijd aan onszelf.
Vrijdag 29 juli 2011: IJmuiden – Volendam
Een slow start. Rustig ontbijten met koffie en verse broodjes. Aan IJmuiden heb ik ook goede herinneringen. In feite zetten Irma en ik hier samen de eerste stappen in onze zeilcarrière met de Saffier 650. Geen toeval dat ik Dennis Hennevanger tegen het lijf loop. Hij bereidt vast een proefvaart voor morgenvroeg voor. De zaken gaan goed, even een leuk weerzien.
Motortje starten en naar de sluizen. Aan het Noordzeekanaal heb ik nooit een hekel. Ik herinner me nog de discussie vroeger aan boord van de My Way II of industrieel landschap nou mooi kon zijn of niet. Mamma vond het Noordzeekanaal bij voorbaat al niets, laat staan een discussie over industrieel landschap. Goh, alweer lang geleden. Mamma moest eens weten!
Starbucks roept warme herinneringen op, het centrum van Amsterdam is altijd leuk om door te varen. De Volvo tuft goed door. Oranjesluizen en dan plots bijna twee uur stil liggen voor de Schellingwouderbrug. Spits! Tussen vier en zes wordt niet gedraaid. Best, maar zorg dan wel voor enigszins goede aanlegmogelijkheden. Spijker een paar latten tegen het remmingwerk, dat zou aanleggen een stuk makkelijker maken. Met twee rake worpen over verre afstand is Irma trefzeker. De stootwillen drijven in het water ter bescherming van de waterlijn. Het lijkt wel Engeland!
Van de ijzeren voorraad aan boord draait Irma een pasta in elkaar, afwasje en het is zo zes uur. Aan de wind heeft de Zilt vandaag lak. Vol gas naar een haven. Het wordt Volendam. Ik kan me niet heugen daar ooit overnacht te hebben. Voor de My Way II was het te dichtbij Monnickendam. Met Fred Meeuwis ben ik er wel eens een patatje wezen halen, “kom op jongens, ik heb zin in een visje, jullie een frietje, je vader vindt het vast best dat we effe heen en weer vliegen!” Paul Vermeulen was er volgens mij ook bij.
Volendam leeft. De kroegen puilen uit. Een paar biertjes met borrelhappen gaan er wel in met palingsound op de achtergrond. Wat is een boot toch eigenlijk een apart vervoermiddel. Eergisteren nog de volle zee en het zout, nu de luwte en zoet. De Zilt is echt ons huis als ik nog een afzakkertje pak. Lampjes aan, morgen vers brood van de bakker!
Zaterdag 30 juli 2011: Volendam – Medemblik
Het is nog rustig in de haven, zoet is wat dat betreft toch anders dan zout. Zeven dik ligt de Zilt. Dan had allang iemand er tussen uit gemoeten om de stroom mee te pikken. Misschien ligt iedereen wel zijn roes uit te slapen, want het feesten ging vannacht lang door aan de kade! Het weer is niet je van dat, maar daar kijk ik niet meer van op. Vanaf maandag wordt het beter, dan ben ik aan het werk. Het zal.
De Zilt ruikt zijn stal en wil de kortst mogelijke weg naar Medemblik. De sluizen bij Enkhuizen werken mee. Als laatste erbij en door naar Medemblik. Het voelt als heel vertrouwd de haven binnen te lopen. Gezellig ook. Even dobberen voor de brug, een vriendelijk zwaai naar en van de brugwachter. Onze box is na mijn telefoontje van gisteren vrij, lijntjes rond de palen. Back where we started! Piet, de havenmeester, komt gelijk naar ons toe om even een praatje te maken. Ik ben blij dat de Zilt hier z’n plek gevonden heeft. Dat is de extra centjes meer dan waard geweest.
’s Middags Medemblik! Twee malse entrecotes van Cees Blokdijk, de komende en gaande boten, praatje met een trotse eigenaar van een spiksplinternieuwe Breehorn 37. Mooi schip, alles er op en eraan. Ziet er voortreffelijk uit. Even een blik bij Govert, de Contessa ligt er even zo goed bij.
Een borrel in de kuip. Flesje wijn, een sporadisch sigaartje van de Olifant, een tevreden blik naar elkaar. Het is een hele fijne vakantie geweest. Geheel in stijl van de vakantie toch maar binnen eten. Verder een rustige avond. Verfrissend douchen en ik bel met pappa en Govert. Langzaamaan weer terug naar het normale leven. Morgen ontmantelen Irma en ik de Zilt als verblijfplaats en keren terug naar de Mathenesserlaan 291 als vaste woon- en verblijfplaats. Ook weer zin in.
Het zit erop. Flessepost 2011 stopt hier. Tot volgend jaar!