2019: Chili en Bolivia – de Laguna route

Donderdag 18 juli 2019: Rotterdam – Calama

Weer op pad, weer fietsen, weer de Atlantische Oceaan over. Weer naar The America’s. De derde keer dit jaar. Ik loop inmiddels paars aan van de vliegschaamte. En dat met de wetenschap dat er eind van het jaar nog een trip volgt. Nu de Atacama, de Altiplano inclusief de zoutvlaktes van Uyuni. Dan Noord-Patagonia. In beide gevallen tochten die naadloos aansluiten op eerdere tochten. Nu noordwaarts vanuit San Pedro de Atacama Bolivia in. Anderhalf jaar terug fietsten Irma en ik daarvandaan zuidoostwaarts de Puna over richting Argentinië. December aanstaande verder vanuit Puerto Montt waar Fons en ik in 2001 eindigden na een offroad tocht over de Carretera Austral.

Laat ik maar duidelijk zijn. Ik heb een missie. Dertig jaar geleden bedacht, starende naar de wereldkaart boven mijn bed op mijn studentenkamer in de Beatrijsstraat te Rotterdam. Ik wil fietsend de streep van Alaska naar Patagonia in m’n leventje getrokken hebben. Niet ineens, in delen. A lifelong journey. Steeds een stukje totdat de streep ononderbroken is….. Met Peter en later met Fons legde ik de eerste puzzelstukken. En Irma is al jarenlang m’n trouwe metgezel om die missie te volbrengen.

Waarom? Tja, vraag dat eens aan een doorwinterde hengelaar waarom hij telkens vroeg opstaat om in dezelfde sloot te gaan vissen? Of aan mijn broerlief die net solo een zeilrace volbracht van Falmouth naar de Azoren en terug. Een dag of twaalf enkele reis boksend tegen de elementen. Letterlijk. In de hoop dat materiaal en geest het allemaal zouden houden. Missie volbracht en hoe!

Waarom? Waar kijk ik nu naar uit is wellicht een betere vraag. Dat opgaan in het landschap, me nietig voelen temidden van het natuurgeweld dat me verre zal overleven. Zonsopgang dat het kamp opwarmt. Brandertje laten loeien om het ijs in het pannetje te doen smelten en met wat poeder over te laten gaan in een geurige bak koffie waar ik mijn handen aan kan opwarmen. De vroege zonsondergang, de intredende vrieskou, die oneindige sterrenhemels. En iedere nacht tevreden om een uur of zeven de warme slaapzak opzoeken om zowat een half etmaal te ronken in een pakket dons. Dagboekje schrijven, nadenken, lezen, plannen maken. En zo meer! De rust van niets en alles. En ondertussen worden de beentjes sterker en m’n lijf leaner and meaner.

De afgelopen weken waren intensief. Of beter, de afgelopen maanden. Fascinerende tijden, maar ik heb ook wat roofbouw gepleegd op lichaam en geest. In die zin komen deze weken op het juiste moment. Maar ja, is dat niet steeds een self fullfilling prophecy? Dat je met de vakantie in aantocht toe bent aan vakantie? Toch, dat ik meer vermoeidheid in me draag dan ooit durf ik wel te stellen.

De dag van vandaag is niet anders. Een ochtend vol afspraken. Final check in het huis, treintje, inchecken, vliegen. London, zes maanden later. Toen op de terugweg van een mooie trip op de Baja Divide in Mexico. Economy Plus is de moeite waard. Kost wat meer, maar geen gezeik over extra fee’s voor de fietsen, beenruimte, bredere stoelen. Goed toeven. Boven Brazilië word ik wakker. Toch knap zeven uur geslapen. De zonsopgang boven de Andes is mooi. Santiago de Chile is bekend terrein. Een wederom bomvolle vlucht naar Calama. Auto uit het rek, op naar San Pedro de Atacama.

Het wordt misschien wat saai, maar ook dat is bekend terrein. Benzina Blanca bij de supermarkt in Calama en al snel doorkruist de oerdegelijke Toyota 4WD met de fietsen in de laadbak het zand en grind naar de oase….. Een uurtje duurt het. Anderhalf jaar terug over-stretchte ik mezelf op deze route. Ik herken alle punten. 100 kilometer, forse wind, de priemende zon, klimmen en dalen. Een fluitje van een cent nu, maar een totaal andere beleving vanachter raam en loeiende airco. Ja, ik zie er naar uit weer te gaan fietsen. Verder fietsen!

Het hotel is fijn, in het centrum van San Pedro de Atacama is het goed toeven. Een malse biefstuk, een mooi glas rood en ondertussen wordt duidelijk dat herdershond numero drie in aantocht is. Irma’s zus gaat er ook voor. Geen Oud-Duitse om het palet enigszins divers te houden. ‘s Avonds zijn de straten van San Pedro de Atacama feeëriek verlicht. Zzzzslapen na een reis van een etmaal.

 

Zaterdag 20 juli 2019: San Pedro de Atacama

Om half acht ben ik wakker. Redelijk wat uurtjes geslapen. Het ontbijt is goed. In de schaduw is het nog fris. Ik sleutel m’n fiets in elkaar. Fijn daar de tijd voor te nemen. Schroefjes waarvan ik weet dat ze los kunnen trillen geef ik een likje locktite. Ik fiets een rondje, ja, de fiets is goed en wel overgekomen. Dat was de afgelopen drie keer wel anders…. Wel gek, de banden waren al zowat opgepompt!

Inmiddels is de dag aardig opgeschoten. San Pedro de Atacama ligt op pakweg 2.400 meter. Goed om vandaag wat hoogte te pakken. Anderhalf jaar terug kwamen Irma en ik niet toe aan Laguna Miscanti en Miniques. Vandaag wel, met de vierwieler. Bekend terrein. In twee uur tijd rijdt de Toyota drie fietsdagen aan gort! Het is weer mooi, maar ik weet wel beter wat echt genieten is!

De meren zijn fraai. Als ik de auto uitstap sta ik in een gure wind. De zon mag dan hoog aan de hemel staan, het is hier winter, donsjack aan. Ja, dit is prachtig. De hoogte voel ik wel. 4.000 meter! Een voorproefje van de aanstaande fietsdagen en eigenlijk de hele tocht. Dat wordt veel fietsen in het lang!

In Toconoa scoor ik bij dezelfde ‘dealer’ als anderhalf jaar terug vier zakjes cocabladeren. Lekker om thee van te trekken of om op te kauwen….. Bolivianen leven er op. Of beter: houden het er op vol.

De dag is aardig gevorderd, bijna donker, de maagjes knorren. In het stadje is het weer een drukte van belang. San Pedro de Atacama draait op volle toeren, heeft kennelijk geen last van seizoenen. ‘s Avonds trekt het fris op. Vroeg slapen.

 

Zondag 21 juli 2019: San Pedro de Atacama

Om 4 uur loeit de wekker. Opstaan. Op naar El Tatio, een van de grote attracties hier. Een geiserveld met maar liefst 80 geisers op 4.200 meter hoogte. Het hotel is er op ingesteld, serveren van 4 tot 10 uur ontbijt. Fijn.

De motor van de Toyota moet even warm draaien, maar dan is het aangenaam toeven in de cabine. Onder feestgangers die afdruipen ontstaat een vechtpartijtje. Verder rijden wat bussen door het centrum om andere bezoekers aan El Tatio op te halen.

Het is geconcentreerd chauffeuren. De weg is vrijwel onverhard, onverlicht en bochtig. Groot licht aan, ik laat de versnellingsbak werken en de motor het werk doen. Klimmen onder een sterrenhemel. Bijna twee uur tuffen, ijlere lucht, koud, -8 graden Celsius. Het is nog rustig bij de parkingang.

Ja, vroeg op loont de moeite. El Tatio heeft iets mystieks. De dampende, borrelende en gorgelende Moeder Aarde. De zon, nog verborgen achter de Andes, die langzaam maar zeker het stokje van de maan overneemt. En ja, het stroomt vol met mensen. Maar het is mooi. Ik had me voorbereid op ‘scheten’ van rotte eieren, die zijn er niet!

Een rustige dag verder. Auto inleveren bij z’n baas. Voor lunch een pizza met nu eens een Chileense Cabernet Sauvignon. San Pedro de Atacama leeft van de toeristen. In alle maten en soorten. Ik zet er een paar op de plaat.

Van de hoogte merkte ik vanochtend helemaal niets. Een goed teken. Al 18 uur op vandaag, de oogjes vallen dicht.

 

Maandag 22 juli 2019: San Pedro de Atacama

Half negen wakker. Nog een rustdag om morgen goed en wel met een opgeladen accu op pad te gaan. Een lekker ontbijt, mails en werk wegwerken. Leuk, mijn trip naar Moskou eind november gaat door. Ik ben uitgenodigd een verhaal te houden over cultureel ondernemerschap op een congres. Een excellente kans Moskou te zien. Alles wordt geregeld en betaald. Zo gaat de dag hard. Lunchen, de terugreis regelen. Irma vanaf Colchane, ik een week later vanaf Putre. Van het ene naar het andere plaatsje loopt precies die mooie bikepacking-route die ik op het oog had. Het doorkruist een paar naar het schijnt prachtige nationale parken van Chili. Zowel Colchane als Putre liggen op de route van bussen die fietsvriendelijk en comfortabel zijn. Prima.

Een biertje op het dorpsplein smaakt goed. Rare Chilenen. Als je alcohol bestelt moet je er ook iets te eten bij bestellen…. Het waait hard vandaag, de lucht is bewolkt en het is erg stoffig.

‘s Avonds is het sfeervol spaghetti eten half in de buitenlucht met vuur en kachels opgestookt om het enigszins warm te houden. Op tijd erin.

 

Dinsdag 23 juli 2019: San Pedro de Atacama

Vroegop. Fietsen vandaag. Ontbijt, fietsen laden, water en nog wat eten kopen. De hoteleigenaar doet wat moeilijk over het bewaren van de fietskoffers. Ik had dit van tevoren gevraagd. Ze wilden geen aansprakelijkheid, snap ik, maar nu blijkt dat ze er eigenlijk geen goede plek voor hebben. Ja, ergens in het zonnetje op een dak waar iedereen bij kan. De aanhouder wint. Ik verleid een dame die me enigszins chagrijnig door de facilitaire ruimtes heen leidt. Het waslokaal lijkt me wel wat. Even later komt de eigenaar toch met een passende oplossing, hij heeft nog een hok waar hij zijn meubels in opgeslagen heeft. Perfect! Ook weer geregeld.

Vertrek. Althans dat denk ik. Bij Irma’s opdracht breekt zowat de pleuris uit. Irma belt zich suf, weet de gemoederen tot rust te brengen en een oplossing te forceren. Ondertussen ben ik in een boek over Humboldt begonnen. Boeiend. Lang verhaal kort, Irma moet nog een dagje blijven. Jammer, maar het is niet anders.

Een andere overnachtingsplek is snel gevonden, wel een saaie. Snel terug naar de warme bakkerij waar de lunch goed smaakte. Het waait enorm. De lucht ziet beige van het opwaaiende zand. Irma werkt verder, ik dan ook maar. Joep en een financieringsaanvraag voor Rialto. Het verveelt me gelukkig niet!

De uurtjes vorderen. ‘s Avonds een ander maar verrassend goed eettentje. Inmiddels verlang ik naar inspanningen, kou, tentje en een warme slaapzak. Manana!

 

Woensdag 24 juli 2019: San Pedro de Atacama – langs de weg

Vroeg op. Hoewel het hotel heel saai is, is het ontbijt heel goed verzorgd met pannenkoekjes en al. Irma heeft haar werk af en kan met een gerust hart vertrekken. Nog wat laatste inkopen, vooral in de categorie versnaperingen. Een kop koffie bij het warme bakkertje met een croissant. En fietsen!

Loodzware fietsen volgestouwd met foerage en water. En het wordt alleen maar klimmen vandaag en morgen, tot boven de 4.000 meter. Ver daarboven zelfs. En dat in geen 45 kilometer. Flinke percentages dus. Ik hoop dat de twee korte hoogtestages iets van zoden aan de dijk hebben gezet. En de dagen in San Pedro de Atacama. Maar ja, pakweg 2.400 meter zet het lichaam niet aan veel rode bloedlichaampjes aan te maken….

Omhoog. De eerste 10 kilometer gaan vanzelf, dan begint het echt. Ook de beloofde wind steekt op. In de rug, dat wel, ik moet omzichtig fietsen om niet omver geblazen te worden. San Pedro de Atacama verdwijnt in een waas van zand. Net als gisteren lijkt het wel een zandstorm. Ondertussen malen de benen door en tikt ook de tijd door.

Inmiddels geeft de Garmin 3.200 meter aan, ruim 800 meter geklommen. Iets van de weg lijkt een nederzetting te zitten. Hopelijk is daar wat beschutting te vinden. Een keuterboer. Geitjes, honden, mams met de twee kleintjes. Paps in de verte op de ezel in de weer met de kudde. Hun huis is niet meer dan een hut dat wat beschutting biedt tegen de elementen.

Iets verder in een spleet ligt een mooi zanderig droog gevallen rivierbed. Op een stukje is het precies breed genoeg om het tentje op te zetten. Ik weet het, het is not done, maar er komt echt geen regen vannacht! Ik voel me helemaal veilig.

Vijf uur. Eerst maar eens koken nu de zon er nog is. De wind waait door, maar neemt in kracht af. Een soepje, eigenlijk vult het al goed genoeg. Om de beurt een slok, lekker de warme kom even vast te hebben. En ja, de kachel in het lichaam gaat ook aan! Eten is goed voor de mens. Zeker in dit soort omstandigheden. Alle kleding komt uit de tassen. Helemaal ingepakt zetten Irma en ik het kamp op. Dat gaat snel. Om zeven uur treedt de duisternis in en wordt het met de minuut kouder. Slapen dus!

 

Donderdag 25 juli 2019: langs de weg – Laguna Blanca

Een hele lange nacht. Het is al acht uur. Meer dan 13 uur geslapen. Ik vrees dat dit m’n lot wordt de komende weken. De kou gaat door merg en been. Vannacht was het te doen, maar dat was nog op 3.200 meter. Nee, voor meer comfort was een andere bestemming beter geweest! En wel grappig, ergens halverwege de nacht ontstond best wat condens. De ventilatieopeningen in de nok stonden niet open. ‘s Ochtends was alles weg! Zonder zon was alles al opgenomen!

Als de zon opkomt is het te doen. Havermout met melkpoeder, gedroogde aardbeien en chocola van thuis, beetje warm water erbij. Lekker. De koffie kikkert ook goed op. Korte broek aan? Ja, maar doen!

Het is heiig vandaag. Er is niets te zien. En ik had nog zo graag de prachtige vulkaan Licancabur op de foto willen zetten met het kamp op de voorgrond. Het is grijs. Dat maakt het fietsen niet aanlokkelijk. Steil omhoog. Asfalt. Ronkende en zwart dampende trucks met oude auto’s onderweg naar Paraguay, aan de nummerborden te zien.

Boven is het koud. Alvorens mijn paspoort tevoorschijn te halen snoer ik me helemaal warm in. Ondertussen neem ik de gekte waar van de Chilenen. Van eenieder die uit Bolivia komt worden de tassen omgekieperd en grondig doorzocht op verboden (etens-)waren. Gelukkig slaat er nog geen mannetje met de hoogtehamer op mijn pan.

De zon blinkt hoog aan de hemel, maar het blijft heiig en koud, vooral door de ongenadige wind. Net onder nul zegt Garmin. Ondanks mijn handschoenen vriezen m’n vingers er zowat af. En het is over met het asfalt. Ripio met wasbord, stof en al.

12.33 uur. De Boliviaanse grenspost lijkt gesloten….. Tot half drie wachten? Gelukkig, de dienstdoende grenswacht is bereid een paar minuten van zijn pauze af te laten snoepen. En hij is erg behulpzaam, vult het formulier voor Irma in. Met verkleumde handen leesbaar schrijven werkt niet, merk ook ik. Hij pakt mijn paspoort erbij en bloklettert flink op mijn formulier los. Boem boem, de stempels staan erin. Bolivia revisited! 25 jaar later. Precies dit gedeelte, Sud Lipez, zag ik niet. Drie dagen vast op de Altiplano. Stakingen. Geen auto mocht er door. Potosi was toen het eindpunt en direct het keerpunt.

Poeh, het is koud en de weg is slecht. Een voorbode van de komende week? Is de Laguna-route toch niet een beetje te veel van het goede? Maar zien.

De Refugio is eenvoudig en spartaans. Geen verwarming. De wind raast over het dak heen. Met wat overredingskracht willen ze een lunch maken. Aardappelpuree, tonijn uit blik met wat tomaat en komkommer. Het warmt me op. De coca-thee ook. Net als de poes van het huis nestel ik me achter het raam in het voorzichtige zonnetje. Ik begin nog net niet te spinnen, werk m’n dagboek bij en heb het gevoel dat de reis nu pas echt begonnen is. San Pedro de Atacama is te comfortabel!

M’n hoofd zeurt licht, maar niet te. Hoogte en toch ook vermoeidheid denk ik. Een rustige middag verder. Ik lees door in Humboldt. Een boek dat boeit. Het neemt me niet alleen mee in zijn leven, ook in de geschiedenis van de eind 18e, begin 19e eeuw. Als de zon achter de horizon verdwijnt wordt het echt koud. Nog een warme soep en het bedje in. Zeven uur.

 

Vrijdag 26 juli 2019: Laguna Blanca

Het was een goede nacht al vroor het weer diep. M’n slaapzak werkte goed. Met een onderlaag aan had ik het lekker comfortabel. De Refugio kent geen verwarming. De Banos wordt grondig gesopt, maar de vloer verandert direct in een ijsbaan!

Ontbijten met alle kleding aan. Gebakken eitje, hard oud wit brood, koffie en dulce de leche, mijn Nutella hier. Het lijkt een prachtige dag te worden. De bergen zijn kraakhelder te zien, de lucht strakblauw. Wat te doen vandaag? Irma had vannacht lichte hoofdpijn. Koffie of de hoogte? Of allebei?! Beste vandaag is een rondje rond Laguna Blanca te fietsen en vanmiddag nog wat rust te pakken. Met hoogte valt niet te spotten.

Ja, hoewel de zon flink schijnt is het nog koud. De Garmin wil niet boven de nul uitkomen. Maar ik fiets me warm en de Andes toont zich werkelijk van haar voortreffelijke zijde. Laguna Blanca is wit, verijst. Met op de flanken wat begroeiing en voorzichtige golfjes van ontdooit ijs. Ja, wat een fraaie setting met de intense minerale kleuren van de bergen en de haast perfecte kegelvorm van de vulkaan, de Licancabur. Gisteren in nevelen gehuld!

Laguna Verde, een meer verder, ja een groen meer natuurlijk. Indianen zijn heel primitief in hun benamingen! Geen ijs! Zelfs kopjes van de aanzwellende wind. Groen van het arsenicum en koper dat hier plaatselijk in de bodem huist. Het barst van de mineralen in dit gebied, hier is de concentratie enorm. Het groene water bevriest pas ergens onder -20 graden!

Waar het ijs van Laguna Blanca overgaat in het stromende water van Laguna Verde loopt precies de weg! Hoewel het niet diep is, te zien aan de enkele Jeep die zich er met geweld doorheen waadt, wagen Irma en ik het er maar niet op. De bodem ligt vol stenen, ik voel weinig voor een ijsbad al is het maar een voet! Verderop is het ijs voldoende hard met voldoende grip door het steeds opwaaiende stof voor een oversteek.

De weg langs de andere kant van het meer is ook fraai. Twee vosjes, vicuna’s en de eerste flamingo’s. De staat van de weg wisselt. Soms verzand en veel wasbord, vaak redelijk verhard. Het wordt travelling slow deze reis. Dat is duidelijk. Maar de stijgingspercentages zijn zeer goed te doen. Paden waar ik het lang op volhou om door te trappen.

Een late lunch in de Refugio. Puree en een stoof van lama. Het smaakt best. Achter het raam en in het zonnetje lees ik verder in Humboldt en schrijf wat in het dagboek. Nog wat thee en later een soep. Zeven uur, slapen!

 

Zaterdag 27 juli 2019: Laguna Blanca – Laguna Salada (Polques)

Half acht op. Best een overgang van m’n warme slaapzak naar de vrieskou. Snel de kleertjes aan en op naar de koffie en eieren om de inwendige mens te versterken. Vandaag staat een flinke tippel op het programma. Negen uur op de fiets. De parkfee voor de National Reserve ‘Eduardo Avaroa’ moet hier al voldaan worden.

De eerste kilometers zijn bekend terrein, binnen tien kilometer is het noordelijke punt van Laguna Blanca bereikt. De dag is prachtig, net als gisteren, misschien nog net iets warmer. Al komt de temperatuur niet veel boven nul uit. Het eerste uurtje fietsen bleef de Garmin steevast op -5 graden staan. Maar de uitzichten vergoeden alles. Het is zo mooi, echt zo mooi. Af en toe passeert een Jeep met toeristen, that’s it. Verder is er niemand. Ja, de vicuna’s die zich hier veilig voelen.

Door! Klimmen. Al snel wordt het te warm in de beschermende kleding tegen de vrieskou. Tijd om wat laagjes af te pellen. Maar nog steeds blijven de bivakmuts en handschoenen op en aan! Het wegdek is uiteraard onverhard, soms wasbord, soms zand, toch vaak redelijk te berijden. Hard gaat het niet en soms moet er gelopen worden.

Lunch langs de weg. De verse kaas uit San Pedro de Atacama heeft zich in de ‘koeling’ goed gehouden. Met tortilla’s best goed voedsel voor de fietser. En ik drink veel water. Vanochtend was het tuitje van de waterzak vaak bevroren!

Paso del Condor, de top bereikt, bijna 4.700 meter. Nieuwe vergezichten ontvouwen zich. Wederom prachtig. Verschillende tinten rood, de flanken van de bergen steken scherp af tegen de intens blauwe lucht. Door het landschap heen liggen ‘verdwaalde’ rotsen. En afdalen. Heerlijk.

De wind houdt zich koest vandaag. Af en toe vlagen en vooral mee. De goden zijn Irma en mij goed gezind vandaag. Nou ja, ik kan het zo benoemen, ik geloof er m’n leven lang al geen bal van. Het is een natuurkundig complex van factoren dat het weer maakt dat het vandaag is. Humboldt is een van de grondleggers van deze gedachte. Vanzelfsprekend was de kerk het niet met hem eens toen hij met zijn eerste theorieën kwam!

Het wordt nog mooier. Laguna Salada verschijnt aan de horizon. Het is een waar feest hier te fietsen. En wat een dag. Zo’n fraaie fietsdag kan ik me niet heugen. Soms kijk ik om, weer een ander perspectief. Tja, het mag dan in de ochtend, avond en nacht ijskoud zijn, en de wind een ware plaag. Het natuurschoon vergoedt alles. En het voelt ook als vakantie….

Polques is niet meer dan een thermisch bad van een paar m2 en enkele nederzettingen. Een hut dat een restaurant moet zijn. Het is een ware veldslag binnen van de kennelijke groepen die hier hebben lopen knagen gedurende de dag. 16 uur, de keuken is dicht.

Even verderop zit een herberg. Basic en koud. De zon is weg. Het is maar de vraag of ze wat te eten kunnen maken. Enkele groepjes strijken neer met hun gids/chauffeur. Nu begrijp ik hoe het werkt, ze brengen hun eigen eten mee. De gids/chauffeur is ook de kok. Ach, culinair heb ik me vooraf weinig illusies gemaakt van deze reis, zeker wat betreft Bolivia.

Met beefjerks en coca-thee uit de fietstas komen Irma en ik er ook! Uit de keuken komt soep en een koude spaghetti.

 

Zondag 28 juli 2019: Laguna Salada (Polques)

Deze reis kent geen haast. Rusten waar het fijn is. Boek lezen, nietsen. Vandaag dus. Ik ben blij als de groepjes de herberg verlaten. Wat families en gelegenheidsgezelschappen. Steeds een aantal van vijf tot zes man of een veelvoud daarvan. De rekeneenheid van wat past in een Toyota Landcruiser!

Het is aangenaam weken in de hot springs, de reden dat de groepen hier neerploffen. Meer dan twee uit de kluiten gewassen baden zijn het niet. Even een moment ijskoud natuurlijk bij het uittrekken van de kleertjes. Maar na de sprong in het bad is het weldadig toeven. 30 tot 40 graden. De damp slaat ervan af. Ja, indrukwekkend temidden van de bergen. En ik voel me weer helemaal schoon na vier dagen provisorisch wassen.

De flamingo’s zwermen over het meer. Nu zijn ze relatief dichtbij. Ik heb m’n telelens niet voor niets mee naar boven gesleept in de fietstas! Het is duidelijk dat ik niet te hard moet lopen, de hoogte bepaalt m’n tempo….

‘s Middags rustig. Ik lees Humboldt helemaal uit. En ook een paar artikelen die ik had verzameld de afgelopen maanden over Bolivia geloven eraan. En verder in de Bolivian Reader, een bundeling van essays over het verleden en heden van Bolivia.

Inmiddels ken ik de kneepjes van het vak dat ik ‘kou-management’ zal noemen. Lezen is stil zitten. Ik mag dan wel in een stenen huisje zitten, van verwarming of isolatie is geen sprake. Vanochtend bij het krieken van de dag was het – 18 graden! Ik merk hoe het werkt om laagjes en uiteindelijk ook de capuchon van m’n donsjack over mijn hoofd te trekken. Ieder laagje voegt weer wat comfort toe! Zo fijn wol en dons. Enfin, open deuren.

In de avond hetzelfde ritueel. De drukte van de groepjes die neerstrijken voor de nacht. Morgen weer fietsen, zin in, de Andes weer voor mij en Irma alleen. Een pittige dag, dat wordt het wel!

 

Maandag 29 juli 2019: Laguna Salada (Polques) – Geisers

Goed geslapen, fit voor de dag. Het is direct klimmen, no mercy. Ik kijk nog eens achterom naar Laguna Salada, ja fraai zoals het daar ligt. Ik klik nog maar eens.

Een Landcruiser stopt nadrukkelijk, raampje naar beneden. ‘Jullie moeten Nederlanders zijn, anders ga je hier niet fietsen?!’ Leuk gesprek. Zij toeren op eigen gelegenheid door Bolivia met kampeeruitrusting en al. Twee weken op weg, maar zijn de kou al behoorlijk zat!

Waar ik voor vreesde gebeurt…. de weg kronkelt noordwestwaarts, de wind steekt daarvandaan op! Tegen dus! Het is heel hard werken, voor mij, voor Irma. Metertje voor metertje moet gewonnen worden. Het gaat, maar poeh! Na een uurtje toch ook maar wat warmers aantrekken, want de wind snijdt erin. Behalve mijn donsjack heb ik alles aan! En nog vind ik het soms fris!

Zo vordert de dag. Bijna 22 kilometer geknokt. Paso Sol de Manana is in zicht, dik 4.900 meter. Wat te doen? Net ervoor zit een actief geiserveld waar een beschut plekje voor de tent moet zitten. Afdalen is ook een optie, maar pas na pakweg 20 kilometer zit er een beschutte kampeerplek en een dorpje is nog weer even verder. Ondertussen zal de wind doorbeuken tot de zon verdwenen is en wordt het steeds kouder.

De keuze is snel gemaakt. Als een paar straaljagers staan de geisers ‘aan’. Het borrelt en het pruttelt, de damp slaat ervan af. Indrukwekkend. Morgenvroeg zal het nog spectaculairder moeten zijn.

Zo’n 50 meter van de geisers vandaan staat inderdaad een ruïne dat beschutting tegen de wind biedt. En het is lekker met dons aan weer echt warm te worden in het ondergaande zonnetje. Jammer dat zo’n gebouwtje de mens altijd uitnodigt daar een boodschap achter te laten. Water koken duurt lang op 4.850 meter hoogte. Maar de instant Chicken Tikka Masala smaakt er niet minder om.

De zon gaat langzaamaan onder, tijd om het kamp in te richten en ook in beweging te blijven om het dons warm te houden. Dat doen Irma en ik geroutineerd. Niet veel later lig ik verpakt in mijn dikke slaapzak met een laagje thermogoed aan. Ik heb er de hele dag al in gefietst… de hele week al. Maar de lucht is zo droog hier dat k niet zweet en ja wol, dat stinkt niet! Half zeven. Een lange nacht, ik hoop lekker warm.

 

Dinsdag 30 juli 2019: Geisers – dorpje bij Laguna Colorada

Ja, ondanks de temperaturen van -15 graden en waarschijnlijk nog lager omdat ik nog hoger zit dan gisteren, ben ik warm gebleven. Wel een aantal malen wakker geweest. Draaien en prompt ontstaan daardoor een of meer ‘koude-bruggetjes’. Een kiertje bij de capuchon bijvoorbeeld. Even husselen met de trekkoorden. Een wereld van verschil. Het rijp ligt op de tijk. Het tentdoek is hard van het bevroren condens. Eruit kost me enige moeite. Van aangenaam warm naar ijskoud, van 12 uur in rust liggen naar staan en in functie. De hoogte van bijna 5.000 meter. Op een steen in het ochtendgloed van de zon kom ik weer in enigszins in balans.

De eerste Jeeps arriveren voor de ochtendglimpen van de geisers. Aankomen, 10 minuutjes om rond te kijken en foto’s te maken en weg zijn ze weer. Op naar de volgende attractie! Wat dat betreft is dit echt slow traveling wat Irma en ik hier doen. Een andere ervaring, laat ik het daar op houden…..

Alles is stijf bevroren. Met vooruitziende blik heb k gisteren het pannetje al voorzien van water voor ontbijt en koffie. De ontbijtmix die Irma op het Mathenesserplein 97 samenstelde smaakt weer voortreffelijk. Ook oploskoffie doet wonderen in m’n lijf. Het zonnetje maakt het af. Ja, net als gisterenavond, dit zijn van die mooie momenten. Slow travelling, ik zei het net al.

Ondertussen voeren de geisers een waar schouwspel op voor de tent. Stiekem wel gaaf dat wild kamperen hier lukt. In geen enkel ander iets meer ontwikkeld land zou dat toegestaan zijn.

Vandaag belooft een makkelijke dag te worden. Voornamelijk afdalen. De eerste meters voelen niet zo. De weg is zo slecht en loopt alle kanten op. Kennelijk zoeken de Jeeps ook steeds nieuwe tracks op om het wasbord te vermijden. Het dreunt door in mijn bovenkamer, niet fijn. En die voelt toch al net anders door de hoogte. Eerst nog het laatste stukje naar boven, Paso Sol de Manana, 4.920 meter zegt de Garmin.

De weg is slecht en blijft slecht en van afdalen komt de eerste kilometers weinig. Er moet zelfs geklommen worden! Ploeteren, dat is het. En intensief, steeds weer op zoek naar het spoor met het minste ongemak. Links en rechts liggen nog brokken ijs. Koud is het niet, het is zelfs zeer aangenaam door de volledige afwezigheid van wind. Evengoed zit ik nog ingesnoerd in laagjes!

Lunchen. De avocado die ik vanuit San Pedro de Atacama mee omhoog heb gesleept is avocado-ijs geworden…. of een smoothie. Maar met de kaas op een tortilla smaakt het prima. Mijn waterzak is ook nog een blok ijs, maar ik peur er een ontdooid litertje uit. Wel lekker met instant jus d’orange.

Twee Mercedes-bussen stoppen. Eentje uit Ontario, eentje uit California. Twee stellen op wereldreis en allebei hebben ze een hond mee! Maar ze trekken pas 4 dagen samen op, om elkaar te kunnen helpen mocht de ene of andere wagen vast komen te zitten in het erbarmelijke wegdek. Ze kamperen zoveel mogelijk en kunnen hier ‘s ochtends niet vroeger starten dan 10 uur. Eerder is de diesel niet voldoende op temperatuur!

Het wegdek blijft erbarmelijk. Maar ook dit is Bolivia. En dat dit gebied een bergwoestijn van grote diversiteit is wordt vandaag ook duidelijk. Van zandbak, tot grindbak tot een kasseienweg waar Parijs – Roubaix niets bij is!

Laguna Colorada ligt aan de horizon. Delen van het meer zijn rood uitgeslagen van het koper dat hier in de aarde huist.

De weg naar het dorp is net zo tough als de hele dag. Maar de hospedaje vergoedt veel. Heel basic. Maar een straaltje warm water uit de muur en ‘s avonds een gas-heater in de eetzaal. Dat geeft net wat behaaglijkheid. Natuurlijk zijn er ook wat groepjes met hun gids neergestreken. Zij staan morgen vroeg op voor een bezoek aan de geisers, de hot springs, Laguna Blanca. Laguna Verde en wandelen morgenmiddag in San Pedro de Atacama!

Terug op de kamer is het weer vrieskoud! Morgen verder.

 

Woensdag 31 juli 2019: dorpje bij Laguna Colorada – Desierto Hotel

Na het ontbijt trekt Irma de joker! Even een time-out van de kou, de wind en het erbarmelijke wegdek. Even een moment van rust en simpelweg een warm huis tijdens deze reis. In het grote niets zonder telefonische dekking is dat nog niet zo makkelijk te realiseren. Enkele tientallen kilometers verderop zit het Desierto Hotel. Ja, een wat luxer gebeuren voor de package-toerist….

Op de bonnefooi er naar toe, fietsen in de pick-up van de hospedaje-eigenaar. En rotsenknotsen over de paden! Het uitzicht blijft fraai, maar wat me vandaag des te meer opvalt is de bergwoestijn. De sporen van de voertuigen zijn eindeloos. Het lijkt soms wel een aangeharkte akker met aspergeteelt! Of een landart-werk van Richard Long.

De fietsen zitten gelukkig goed vastgesjord en lijken zonder schade over te komen, want poeh, ook de 4WD Toyota heeft het zwaar! De Arbol de Piedra is een prachtig sculpturale rots en zou een prachtige kampeerplek geweest zijn. Wat een krachten van de natuur moeten en houden hier nog steeds huis. Ongelooflijk en adembenemend.

Het hotel heeft gelukkig plek. Warm is het er nog niet, vanaf vijf uur gaat de houtkachel aan! En hoe, wat een krachtpatsers! Ook de gasten druppelen binnen. Het eten ‘s avonds is goed verzorgd. En een kans om Boliviaanse wijn te proeven. Uit Tarija, waar ik 25 jaar geleden was, aan de grens met Argentinië. Not too bad.

 

Donderdag 1 augustus 2019: Desierto Hotel

Een rustdag. Bij het ontbijt spreek ik twee fietsers. Zwitsers, niet de meest spraakzame. De weg hiernaartoe was meer lopen dan fietsen geweest. Overdag is het ook binnen de comfortabele muren koud. Dus lekker met de beentjes onder de wol. Ook een praktische dag, de mailbox schoon, wat noodzakelijk werk weg, weer bij met het wel van het thuisfront. Wat tochtplanning. De rits van de tent goed functionerend krijgen met simpelweg uitwassen van zand. En eind van de middag heeft de zon het water voor een lekker hete douche opgewarmd. Heerlijk. ‘s Avonds hetzelfde ritueel. Een warme eetzaal waar het condens tegen de ramen al rap verandert in ijs….

 

Vrijdag 2 augustus 2019: Desierto Hotel

Helaas stationair vandaag. Ik heb een stijve nek. Toch kou op de nekspieren gehad… Hinderlijk en niet iets om mee het wasbord op te gaan. Jammer, want verder voel ik me fit en goed geacclimatiseerd. Niks aan te doen en dan maar gelukkig hier. De dag is goed door te komen met lezen, daar niet van. Maar zo’n steriele omgeving ben ik na een dagje bijtanken wel zat. Die voorbij schuivende groepen. Ach, blij dat ik fiets en zij niet, anders zou het nog eens druk kunnen worden op de pistes!

Vandaag waait het enorm. ‘s Ochtends al, ‘s middags komt daar nog eens een schep bovenop. Ik schat windkracht 8. De windmolens op het dak maken een kabaal of er een luchtaanval gaande is. Het stormt, blij dat ik binnen zit. Irma en ik maken de tochtplanning. Het is beter wat meters te maken, vervoer te regelen naar Uyuni en vanaf daar verder te peddelen. Mijn nek verbetert bepaald nog niet, dus ook wat dat betreft is het een goede keus.

 

Zaterdag 3 augustus 2019: Desierto Hotel – Uyuni

Vroeg op. Voor mij geen gemakkelijke nacht, lag mezelf in de weg met m’n nek. Ontbijten en de Toyota Landcruiser staat klaar. Het is even puzzelen hoe de fietsen erin te krijgen, maar dat lukt prima. De wind is rustiger dan gister, maar tijdens de rit valt op hoe zwaar het fietsen over het zand, grind en rotsblokken in combinatie met het wasbord zou zijn geweest. De chauffeur glijdt er smooth overheen, een V8 waardig!

De hoofdweg naar Uyuni is redelijk verhard. Zonder verkeer en landschappelijk niet bijster inspirerend. Het is goed deze move te maken, er ligt nog veel in het verschiet. Na drie uur rijden glinstert in de verte het zoutmeer. Huis voor de komende week.

Uyuni is niet veel aan. Een stad die leeft van de mijnwerkers en toeristen. Bepaald niet een stad zoals ik die van een kwart eeuw geleden ken: La Paz, Tarija, Sucre, Potosi en zelfs Trinidad. Met name Sucre en Tarija omarmden me destijds met de Latijnse sferen. De oude straten, de binnenplaatsen. Enerzijds rauw, arm en van het leven. Anderzijds omarmend, warm, katholiek. Plaatsen waar je wil zijn.

De kamer is fijn, de douche warm, prettig even wat kleding te wassen. En ja, pakweg 500 meter lager. Fysiek voel ik me net wat beter dan boven de 4.000 meter. Een hoogtedier ben ik eigenlijk niet echt.

Civilisatie. De winkels zijn voor morgen. Een goed restaurant is makkelijk gevonden. De Boliviaanse wijn verrast me positief. Met tien uur is het laat dat ik ga slapen.

 

Zondag 4 augustus 2019: Uyuni – Salar Uyuni (Colchani)

Goed geslapen. M’n nekklachten ben ik zo goed als kwijt. Mooi. Ontbijt en op naar het kerkhof van de Britse treinen van begin 20ste eeuw. Waar erfgoed staat dat aangevreten wordt door de elementen, met name het zout van het nabije Salar de Uyuni. Eigenlijk de enige attractie van Uyuni. Maar ook food for thought….. Logistiek, exploitatie, kolonisatie, White Modernism. Toen en nu….

Inkopen doen voor de komende dagen is nog niet zo makkelijk. Uiteindelijk verdwijnt er voldoende in de fietstassen om te kunnen ontbijten, lunchen en dineren! Instant vooral!

Voor het eerst in deze reis een hapje buiten op een terras in de zon. Een pizza op het stadsplein. Uyuni is een vreemde blend van historische gebouwen en toerisme. Grote veranderingen zijn onderweg. Het nabije Salar de Uyuni herbergt een van de grootste voorraden Lithium ter wereld. De basis van de accu’s in onze Apple-tjes en Tesla’s. Dit keer wil Bolivia zich niet laten uitbaten c.q. exploiteren, maar de potentie ten gunste laten komen aan zichzelf. De Westerse industrie wacht rustig af tot het mis gaat (of niet…). White Modernism, again!

Fietsen. Eindelijk! Op naar de zoutmeren waar ik al 25 jaar naar uitkijk. Uyuni uit rijden is geen feest. Vals plat, een forse wind tegen. Het is allemaal net iets minder koud dan de afgelopen weken, maar toch eigenlijk winters fietsen met prachtig winterweer!

Op de rand van het zoutmeer zit een zouthotel, de plek voor de nacht. Zeer comfortabel. Morgen gaan Irma en ik echt de elementen tegemoet. Ik heb er enorm veel zin in na een soort van intermezzo-weekje.

 

Maandag 5 augustus 2019: Salar Uyuni (Colchani)

Mmm, jammer, Irma voelt zich nu niet 100%. Tja, de omstandigheden allemaal bij elkaar maken het bepaald geen lichte tocht! Een dagje rust dus nog. Het heeft geen enkele zin het zout en de kou in te gaan zonder je redelijk tot goed te voelen. Ik werk wat en maak een begin in de nieuwe roman van Houellebecq, Serotonine. Die pakt, eigenlijk als al zijn boeken tot nu toe.

 

Dinsdag 6 augustus 2019: Salar Uyuni (Colchani) – Isla Incahuasi

Een wat steviger ontbijt om calorieën voor de dag te tanken. En de piste op. Geen zandbak, grindbak, keienbak of een pad bezaaid met rotsblokken. Nee, vandaag staat een zoutbak op het menu. Een menu waar ik al vijfentwintig jaar naar verlangd heb. Destijds raakten Karen, Peter en ik verzeild in een staking. Onze bus van La Paz naar Potosi stond dik twee dagen stil. Overdag in de brandende zon, ‘s nachts in de vrieskou. Aangekomen in Potosi was het direct terugreizen geblazen…..

Ik ben benieuwd. De eerste kilometers gaan lekker. Een redelijk pad over het keiharde zout. Voor zover ik kan kijken is het wit en blauw. Na acht kilometer een nederzetting. Het eerste zouthotel met een markeringspunt voor Parijs – Dakar, dat nu gereden wordt in Zuid-Amerika. Enkele Jeeps met toeristen die een package geboekt hebben. Gelukkig ook een Braziliaans stel in hun VW, waar ik spontaan verliefd op word….. de VW!

Verder. Het is magisch. Wit zover ik kan kijken. Aan de horizon wat bergen, sommigen besneeuwd. Ondertussen is het wel koud. Ik draag drie lagen wol, m’n windjack, bivakmuts en dubbele handschoenen. En m’n zonnebril. Als ik ‘m soms afzet voor een foto word ik haast verblind.

De wind houdt zich koest. Opvallend. Zelfs begin van de middag is het windstil. En stil. Soms hoor ik in de verte een Jeep. That’s it. De beentjes malen lekker, de kilometers rollen onder de banden door. En gelukkig blijft het zout keihard. Bijna geen sediment op de fiets. Nu kan mijn Titanium-frame daar uitstekend tegen, alle andere onderdelen niet!

Lunch met koekjes en aangelengde jus d’orange. Tja, de Laguna-route was prachtig. Dit helemaal. Een nieuw hoogtepunt van de reis. Koud blijft het, maar met alle kleding aan is het aangenaam toeven. Een schitterende dag en de wind blijft weg.

Het is wel een gebied met een twist, ik memoreerde het al. Ik fiets op een bak Lithium waar een paard de hik van krijgt. Het nieuwe goud in de hedendaagse wereld zou je kunnen zeggen. In zowat alles wat Apple produceert zit het al en ook de Tesla’s maken er hun kilometers op. Bolivia wil nu eens niet uitgebuit worden door een buitenlandse mogendheid. Ze hebben de productie zelf opgebracht.

De dag vordert. Het ‘eiland’ Isla Incahuasi is al lange tijd in zicht. Al veertig kilometer! Maar komt nu rap dichtbij. Einde van de middag. Een apart eiland. Vol met cactussen. En daarom een trekpleister voor de Jeeps. Er zit zelfs een kiosk en een cafeetje. De sandwich met hamburger is uitverkocht. Maar de crêpes met banaan en chocola gaan er ook wel in. Eindeloos wachten, ook op de koffie om het weer wat warm te krijgen…..

Tentje opzetten, het gaat snel. Een Spaans stel en een Nederlandse die optrekt met een Spanjaard hebben ook hun kamp opgeslagen. Ze komen van de Noordelijke richting en zijn op weg naar Patagonia. Time on their side. Fietsers onderling, dat verbroederd. Tegen beter weten in nog een staande receptie zonder drank of versnaperingen. De zon gaat onder. Het is koud, berekoud. Maar iedereen vindt het te gezellig nog ervaringen uit te wisselen. Tips over de routes, stiekem toch ook even kijken naar elkaars materiaal.

Het wordt echt te koud. Slaapzak in. Ik ben heel snel weg, ver weg, diep weggedoken in m’n slaapzak. Het was een geweldige dag.

 

Woensdag 7 augustus 2019: Isla Incahuasi – Tahua

Goed geslapen. Helaas moest ik er halverwege de nacht toch uit. Twee mokken koffie is te veel. Koud, koud, koud, maar de sterrenhemel was m’n beloning. Crystal Clear. Zo’n mooi moment.

Gelukkig is de zon daar om het water van bevroren naar vloeibaar te brengen. Een heerlijk ontbijt met uitzicht op de Salar de Uyuni. Een bak koffie en havermout. Het warmt me op en legt een goede basis voor de dag. Een beetje een lazy morning. De andere fietsers rommelen ook hun kamp in, maar ondertussen wordt er ook flink geouwehoerd. Steigerpraat om het maar eens in zeilerstermen te zeggen!

Irma en ik pakken nog een bak koffie op het eiland alvorens het zout te verkiezen. Tahua is een mooi bestemming voor vandaag. De eerste twintig kilometer gaan rap. Een goed spoor op de zoutpan. Geen teken van civilisatie, niets. Het is helemaal stil. Wel apart dat de oppervlakte van het zout zich als een soort flexstone-terras heeft neergelegd. Steeds een aaneenschakeling van (en soms bijna perfecte) zeskantige tegels.

Halverwege. De gebouwtjes van Tahua zijn al te ontwaren. Tijd voor lunch. Zittend met enkel wit rond Irma en mij heen. Wat aangelengde limonade, koekjes en een Bifi. Er is niemand, helemaal niemand. En ook vandaag blijft de wind weg. Ideale omstandigheden.

De weg wordt wat bokkig. Het lijkt wel of Moeder Aarde vergeten is de zouten flexstones te voegen. Zo wordt het een soort van pad met veel wasbord. Het interesseert me niets, ik geniet. Volop. Hier te zijn. Hier te kunnen zijn. Een wens is vervuld en nog niet voorbij!

Ik denk ook aan de werken die ik heb Remco Torenbosch. Twee zoutsculpturen en een met zout ontwikkelde foto. Zout is universeel. Het enige ingrediënt dat in alle keukens ter wereld wordt gebruikt. En zout had waarde. In vroegere tijden kon je ermee betalen. Precies de maat die de twee zoutsculpturen van Remco hebben, een betaalstandaard. Zout stond ook aan de basis van de eerste fotoafdrukken.

Bij Tahua rijden Irma en ik de piste af. Er zit een eenvoudige Hospedaje en een zouthotel. Dat laatste biedt net wat meer comfort. Die maar doen. Een warme douche, Om zes uur gaat de kachel aan. Een eenvoudig menu met een fles Boliviaanse wijn. Morgen weer verder!

 

Donderdag 8 augustus 2019: Tahua – Llica

Vroeg op, ontbijt en op de fiets. Het is nog koud, maar dat is geen verrassing. Mijn vingers vriezen eraf. Weer het zoutmeer op. Dat gaat steeds via een ramp, alsof je het water op fietst. En eigenlijk lijkt het een ijsbaan. Ik heb steeds het gevoel dat ik er zo onderuit kan gaan. Maar het zout is grof en hard van structuur.

De eerste 10 kilometer gaan vlot. Daarna wordt het bikkelen. Rotsenknotsen over de door Moeder Natuur slecht gevoegde zouten ‘flexstones’. Tandjes op elkaar voor zover die er niet uit rammelen! Ik schakel mijn ergernis over het wegdek uit en geniet vooral. Het is prachtig fietsen. Een warmere dag dan normaal en geen wind. Een bofkont, dat ben ik. Ideale omstandigheden hier.

Na twintig kilometer is het tijd voor lunch. Net als gister en eergisteren met de billen op het zout. Koekjes en aangelengde limonade. En een Bifi-worstje niet te vergeten! Ik merk dat het zwaar fietsen is voor Irma. Een stille lunch!

Door. Gelukkig verbetert het wegdek zich snel. De rondetijden schieten omhoog. Ik geniet nog meer. Tja, Salar de Uyuni is magisch. Een lang gekoesterde wens is helemaal vervuld!

Het ‘aanlopen’ van Llica voelt als zeilen. De eerste ‘verkenningston’, de eerste ‘boeien’ die de weg wijzen naar de ramp. En zo spoel ik weer aan land! Wegen in Bolivia zijn slecht. De laatste 10 kilometer naar Llica is het hard werken.

Llica stelt niet veel voor. Een wat groter dorp met twee hospedajes. Bij de eerste is geen enkel spoor van leven. De tweede zit in het dorpscentrum. Eenvoudig had ik me op voorbereid, de plek heeft geen enkele charme en niks functioneert. Ach, wat maakt het ook eigenlijk uit.

Een echt restaurantje of iets wat er op lijkt is er niet. Wat eten op de kamer is mij ook best. Bij de ‘Minimarket’ scoren Irma en ik Coca Cola, water en koekjes voor morgen als ontbijt.

Deze fase van de reis zit er op. Nu nog een transport regelen naar Iquiqie, waarvandaan Irma gaat terugreizen. Een man staat bij zijn pick-up. Al pratend is het transport voor morgen zo geregeld. Nog een beetje duwen, want hij wil om 3.00 AM vertrekken. Da’s een beetje vroeg. Ok, 5.00 AM!

Op de kamer lees ik verder in Houellebecq en dommel in slaap in m’n warme slaapzak.

 

Vrijdag 9 augustus 2019: Llica – Colchane

De wekker gaat om half vijf af…. In rommelen en het ijzeren gordijn van de voordeur laat zich makkelijk omhoog trekken. Vroege werkers slepen met hun bagage door de straten richting de bus. Zij zullen wel de mijnen in gaan.

De pick-up staat al stationair te draaien. De hele familie gaat mee. De fietsen staan stevig vast in de bak. Ik kruip achterin, naast mams en haar twee zoontjes. Paps stuurt de wagen met grootlicht over het wasbord, de diepe groeven en omzeilt de rotsblokken. Intensief rijden in het aardedonker.

Bij het zoutmeer Copaisa komt de zon op. Het tovert m’n raampje om in een fraai panorama. Salar de Copaisa is veel minder bereisd dan Salar de Uyuni. Het is grover van textuur en is veel minder diep. Daarom staat er vaak water op. Paps rijdt er dwars doorheen. Dat zal een lekkere laag pekel voor de Toyota opleveren!

De grens met Chili is in zicht. Tot drie keer toe rijden militairen onze ‘karavaan’ tegemoet. Steeds in een burgerauto met vier zwaar bewapende Boliviaanse militairen. Twee man sterk springen ze met hun Kalasjnikovs de wagen uit. Gelukkig verschijnen snel glimlachen op het gezicht. Intimiderend is het wel. Er wordt natuurlijk veel gesmokkeld in dit gebied.

Grensplaatsen zijn altijd wat WildWest en schimmig. Er staat een lange rij mensen en voertuigen voor de hekken en het is ijskoud. De wind blaast snijdend. Acht uur gaan de hekken open. Snel gaat het allemaal niet. Talloze bussen en vrachtverkeer. Het is schuifelen richting de overgang. Met fiets en al mee met de passagiers van de bussen. Een lange rij voor de Boliviaanse officiële stempelaars. En Bolivianen zijn meesters in het voordringen!

Bij het Chileense loket gaat het sneller. Maar alle tassen moeten door de scanner, de fietsen moeten worden ingeklaard. De gedroogde en verpakte etenswaren mogen zowaar het land in. Al met al dik twee uur bureaucratie!

In Colchane is het koud en er is bijna niets te doen. Een lange rij wachtende vrachtwagens en bussen siert ook hier het straatbeeld. Half elf, ik ben wel toe aan een ontbijt en een warm plekje. Ruim vijf uur in touw. Het net wat betere hotelletjes zit potdicht. Dan maar naar het door een familie gerunde hospedaje.

Koffie, eitjes en nog eens koffie. Ondertussen beukt de wind er op los. Zes of zeven beaufort schat ik. Zo vroeg al. De gastvrouw maakt een streepje internet vrij. Vandaag hier maar blijven. Morgen naar Iquique. De hospedaje voelt als een herberg. De kamer is basic en koud met nog net een warme straal water. ‘s Avonds is het gezellig. Nog een andere gast en verder werklui uit de omgeving. De kachel wordt opgestookt. Prima eten met een biertje. Goed toeven. Ik werk en correspondeer wat. Dag Andes, tot over een paar dagen!