Zondag 15 december 2019: Rotterdam – Puerto Montt
Een vertrouwde route, met Iberia via Madrid naar Santiago. Toen ik gisteren m’n spullen pakte had ik dat gevoel ook. Alles lag voor het grijpen in de kelder. Simpelweg omdat ik het niet opgeruimd had na de trip in Bolivia en Chili afgelopen zomer. Amper vier maanden terug fietste ik nog de Laguna-route, over de zoutmeren van Uyuni en door Isluga en Lauca in Noord-Chili. Spectaculaire routes, wel zwaar en koud. In de tussentijd heb ik snoeihard gewerkt. Met groot plezier, maar ik had amper vrije tijd. Nou ja, op momenten wel natuurlijk. In Moskou, Turijn, Parijs. En met Irma en huisvriend Paco. Of simpelweg met de potten en de pannen in de weer achter het gasfornuis. Druk was het.
Donderdag jl. begon bij me in te dalen dat een nieuwe fietstocht aanstaande is. Chris spaakte ook in het voorwiel een Onyx-naaf. Een beetje overdreven natuurlijk. Maar ach, ieder zijn afwijking. En ik rij geen auto per slot van rekening, laat staan met lichtmetalen velgen! Onyx-naven zijn en stralen een bonk degelijkheid uit. Ze worden in een klein atelier in Amerika gemaakt. Voor de liefhebber…..
Patagonia. Zeventien jaar terug wandelde ik met Irma door Torres del Paine en Los Glaciares. Met Fons fietste ik negentien jaar geleden de Carretera Austral. Pinochet was bang dat buurland Argentinië met het plaatsen van een paar tanks en wat geschut het fraaie onderlijf van Chili zou kapen. In zijn visie kon dat enkel voorkomen worden door dit ongerepte deel tot ontwikkeling te brengen. Te beginnen door er een weg aan te leggen. Het was een waar mountainbike-paradijs. Onverhard fietsen, wild kamperen, water schoner dan schoon, vers getapt uit de rivieren. Veel regen, dat wel. En soms zwermen met irritante horzels.
De wegen tussen Fons en mij scheidden destijds in Puerto Montt. Na een avondje doorzakken (‘het hoeft niet op’) moest ik linksaf slaan bij de luchthaven. Terug naar huis, terug naar het werk. Fons fietste door. Hij had meer weken. Nu prijkt opnieuw PMC op mijn bagagelabel. Toen het startpunt van de terugreis, nu het eindpunt van de heenreis. Weer een stukje trappen van de epische fietskilometers die liggen tussen Alaska en Vuurland. Mijn droom waarmaken: dat te hebben gefietst!
Moe, dat ben ik wel. Een structureel slaaptekort. Niet van de afgelopen dagen, maar van de afgelopen weken. Misschien wel maanden.
Acht uur overstaptijd in Madrid. Met nog wat arbeid vliegt de tijd rap voorbij. Net voor middernacht de luchtbus in. Koptelefoon op, ik vind op mijn iPhone nog een verdwaalde bootleg van David Bowie, live in Santiago de Chile uit 1990, het jaar dat ik de eerste steen legde van het waarmaken van die droom. Met Peter fietste ik toen door de Rocky Mountains in Canada.
Dertien uur vliegen, al snel zink ik weg in een diepe slaap. Pas boven Brazilië word ik wakker en heb goed geslapen. Op de luchthaven van Santiago gaat het snel. Het voelt vertrouwd, ik weet de weg. M’n telefoon pakt automatisch de Wifi weer op.
Een paar uurtjes wachten voor de vlucht naar Puerto Montt. Het vliegtuig van LAN wordt in gereedheid gebracht. De afgelopen weken stonden de kranten bol over Chili. De middenklasse is in opstand gekomen. Ze pikken het niet meer. Het normale leven is hier voor de gewone burger onbetaalbaar geworden. Ik schreef er anderhalf jaar terug ook al over. President Pinera, rijk geworden door de Chilenen aan de creditcard te ‘helpen’, koos eieren voor zijn geld. Geloofwaardig is het niet.
Had ik thuis in de kelder en op Santiago Airport het gevoel dat 4 maanden voorbij gevlogen zijn, in Puerto Montt overvalt me eenzelfde gevoel over de afgelopen 19 jaar. Vanaf een tafel in het aangename restaurantje Chile Picante overzie ik de baai waarlangs ik destijds heb gefietst. Tijd, een apart gegeven.
Hospedaje Portal Austral is comfortabel. Het voelt Duits aan. Chili en Patagonia: ik ben er weer. Met genoegen. M’n ogen vallen dicht.
Dinsdag 17 december 2019: Puerto Montt – Temuco
Govert is vandaag jarig. Ook hij is nu 50. Zaterdagavond vierden we het genoeglijk. Het ontbijt met uitzicht op de baai is goed. Fijn de fiets in rust te kunnen assembleren. Met loctite zet ik alles grondig vast. Het Peugeot-busje achteruit omhoog rijden is een hele toer met smeulende koppelingsplaten tot gevolg. Op naar het beginpunt van de fietstocht.
Bij het uitrijden van Puerto Montt is het landschap nog wat anoniem, maar hoe dichter bij Temuco, hoe mooier het wordt. Araucania met al die verschillende tinten groen en af en toe een glimp van een besneeuwde top van de Andes. Een vruchtbaar gebied, Araucania is de graanschuur van Chile. En toch arm. En middelpunt van het Mapuche-conflict, Indianen die hun land terug claimen bij de centrale overheid. De Mapuche zijn sterk, ze weerstonden invallen van de Inca’s en de Spanjaarden.
Alles bij elkaar kost het een dagje, het gejakker over de snelweg naar Temuco. Een stad als vele anderen in Chili of Argentinië. Het lijken wel de dagen van de flashbacks. Een steakhouse serveert een heerlijke rib-eye van de parrilla met een stevig glas carmenere. Ik ben erg moe, ga vroeg slapen.
Woensdag 18 december 2019: Temuco
Een rustdag. Ik heb het gevoel enkel nog on the run te zijn geweest. En er moet nog een aantal werkzaken af. Op de een of andere manier is overal ter wereld een café met ‘Nomad’ in de naam een voltreffer. Het is prettig toeven: yoghurt met vruchten en muesli, lekkere koffie en thee, snelle Wifi. Joep, Joris, Olof, Rogier: met allen heb ik een moment van contact. Los ben ik nog niet, fijn werk met inspirerende mensen heb ik wel.
’s Middags is de supermarkt aan de beurt, inkopen doen voor de komende dagen. Een Amerikaans grote kar die zich vult met instant, veel instant. En versnaperingen.
In het centrum is de sfeer apart. Veel ramen zijn dicht gespijkerd met OSB- of golfplaten, voorbereid op de protesten die gaande zijn. Het zijn vooral de symbolen van de macht en het kapitalisme, of misschien wel beter het neoliberalisme, die zich geroepen voelen zich preventief te beschermen tegen het volksoproer.
Begin van de avond is het raak. Sirenes, een deel van het centrum wordt afgezet. Gepantserde voertuigen, gewapende Carabinieri met gasmaskers en geweren in de aanslag. Een waterkanon drijft betogers uiteen. Het moet al uren gaande zijn. Het is menens.
Twee jaar terug, toen Pinera aan de macht kwam in Chili, was ik in San Pedro de Atacama en schreef er het volgende over:
Chili is als proeftuin gezien voor de ideeën van econoom Milton Friedman. De bakermat van het neoliberalisme dat later navolging vond onder Reagan en Thatcher, nadat Chili in de jaren tachtig successen begon te boeken. Pinochet, economische leek, plukte bij zijn aantreden een paar economen van de Universiteit van Chicago weg, de ‘Chicago Boys’, adepten van Friedman. Friedman kreeg natuurlijk kritiek te verduren voor zijn steun aan het regime. Hij veegde zijn straatje schoon door te stellen dat het economische succes uiteindelijk het regime zou ondermijnen.
Het is de vraag hoe goed het met Chili gaat. Economisch best goed, beter dan andere omringende landen. Het is relatief veilig, maar de kloof tussen arm en rijk is enorm. De middenklasse gaat gebukt onder hoge schuldenlasten en de toegang tot goede scholing en gezondheidszorg is haast onbetaalbaar, door de vrije markt. Presteren en consumeren is de heersende norm in Chili.
Het consumeren wordt in de hand gewerkt door makkelijk verkrijgbaar (creditcard)krediet. Mensen hebben soms wel vijftien kaarten tegelijkertijd in hun portefeuille…. toevallig het plastic waarmee Pinera zijn fortuin vergaard heeft. Ouders moeten zo hard werken dat dit ten koste lijkt te gaan van de zachte kant van het opvoeden van kinderen. De percentages van depressiviteit en zelfmoord onder jongeren zijn relatief hoog in het land.
En er is grote armoede onder ouderen die het vaak moeten doen met 35% van hun oorspronkelijke inkomen, terwijl de pensioenfondsen enorme rendementen maken. Pinera’s broer geldt als de architect van het huidige pensioenstelsel in Chili. De helft van de kiezers is niet komen opdagen. Enfin. Gemixte berichten over de status van de vooruitgang in Chili.
Is Chile dan ook het eerste neoliberalistische land waar de bom gaat barsten? Het broeit, dat is duidelijk.
Donderdag 19 december 2019: Temuco – Alto Bio Bio
Dezelfde tippel als gisteren voor ontbijt. En dezelfde namen passeren mijn mailbox. En Jules is in het nieuws: de Rotterdamse nachtburgemeester is overleden.
Het startpunt van de fietsroute ligt nog een kleine 200 kilometer noordelijker. Transport is in rurale gebieden altijd makkelijk te regelen, in een stad is dat lastiger. Een gouden list van Irma: lok een Uber-chauffeur ‘in de val’ met een lokaal ritje. Hij bedenkt zich geen moment, heeft thuis een pick-up-truck staan. Verderfelijk neoliberaal denken? Of een beroep doen op gezond marktdenken?
Met het vervagen van het belbereik heb ik het gevoel dat de reis echt start. De lodge is prachtig gelegen aan een meer, maar vervallen en zonder gasten. De middag gaat hard met het herpakken van de bagage en de fiets reisvaardig maken. De vriezer herbergt kennelijk een kippenpoot en doperwten. Een verse wortel en wat rijst completeert het bord. Een fles prima Malbec. Dat wel. Morgen fietsen. I am off.
Vrijdag 20 december 2019: Alto Bio Bio – ergens langs de weg
Regende het gisterenavond en vannacht pijpenstelen, vandaag is de lucht strakblauw. Een licht briesje, een betere start kan ik me niet voorstellen. De fiets voelt zwaar, toch te veel eten meegenomen vermoed ik. Heerlijk weer op pad te kunnen zijn. Mijn banden knisperen tevreden over het vulkanische gravel. De start van de Monkey Puzzle Tree Trail, een route die ik vond op bikepacking.com.
Het eerste meer, een fraaie plek om te lunchen. Spectaculair is het niet, mooi is het wel. En het zomerse weer is subliem. Ik kan me eigenlijk niet herinneren dit afgelopen jaar ervaren te hebben. Korte broek, shirtje, heerlijk. En in schril contrast met de zomervakantie, toen er winterse omstandigheden moesten worden getrotseerd een paar duizend kilometer noordwaarts.
Aangenaam trappen, dat is het. Overal ruist het frisse bergwater naar het dal, geurende lupines in de berm, af en toe een blaffende hond die het erf van zijn baas bewaakt, een eerste besneeuwde vulkaan. Er is weinig verkeer. Soms een oude pick-up die ronkend en rokend voorbij rijdt. Privaat bezit is onvriendelijk afgerasterd met prikkeldraad.
Zo vredig als het voelt, toch broeit het, ook hier. De Mapuche, de oorspronkelijke bewoners van dit gebied, claimen hun zelfbeschikking terug. De Inca’s en de Spanjaarden konden hen, zoals ik eerder zei, niet verslaan. De Duitse immigranten en Pinochet overspoelden hen. Sinds de democratisering van Chili in 1990 ruiken zij hun kans. Het leidt geregeld tot confrontaties met het gezag en ze etaleren een vijandige houding tegen white supremacy.
Tegen zessen, tijd voor een beschut plekje voor de tent. Ook zo heerlijk, het blijft lang licht en aangenaam. Pasta met salami, koffie met chocola. Het is negen uur als ik tevreden in een diepe slaap val.
Zaterdag 21 december 2019: ergens langs de weg- Chenqueco
Om zes uur ben ik voor het eerst wakker, half acht echt. Het ochtendlicht is prachtig, zo sereen met de intense schakeringen van het groen. Een streep licht, spiegelend water….
Gas als brandstof wint het op alle fronten van benzine. In een mum van tijd geniet ik van koffie en muesli met gedroogde vruchten. En nog een koffie, een moment van rust, waarvan ik kan dromen als ik in het gareel van het dagelijkse leven zit.
De tocht vervolgt met eenzelfde beeld als gisteren. Een Alpenlandschap en, waar het land maar even vlak is, kneuterboeren. Houtkap om huizen te bouwen en ’s winters warm te blijven, de akkerbouw en veeteelt om in het dagelijks eten te voorzien en centjes te genereren. En de pick-up om naar de stad te ronken, de oogst te verzilveren, op de bank te zetten of om Pinera af te betalen en om grote inkopen te doen, veelal trash uit China…..
Ik denk de Chileen, of beter de immigrant, te kunnen onderscheiden van de Mapuche. De Mapuche zijn breed geschouderd, klein van stuk, grof in het gezicht en niet scheutig in het groeten.
In Chenqueco zit een winkeltje. Een goede plek voor een lunch met yoghurt. Een streekwinkel, zo blijkt. Pasta domineert het assortiment. Bier en Coke ook.
Net buiten het dorp moet een voetgangersbrug zitten over de rivier. De trail loopt echter dood op een schoolplein dat afgesloten is. De afdaling via de doorgaande weg blijkt geen zin te hebben…. Even terug staat een afrastering open, een spoor met veel voetafdrukken in het rode zand over privaat grondgebied. Zou dit pad naar de brug gaan? Ja, blijkt na een verkenning te voet, maar het zal een flinke hike-a-bike worden. Het is beter de dag de dag te verklaren. En een plekje op te zoeken in het dorp. Er is vast iets te ritselen bij iemand thuis.
Naast het winkeltje zit een verkooppunt van brood. Met gebrekkig Spaans lukt het vader en moeder te overtuigen. Ze bieden onderdak. 15.000 peso’s. Prima. Een rustige namiddag, schrijven, foto’s bewerken en af en toe wat kouds uit het schap van de buurvrouw trekken. De familie zelf gaat op pad en geven hun huis ‘vrij’. Mooi is dat. Onder de Chilenen mag het dan broeien, tussen de Mapuche en de Chilenen ook, op het niveau van de ‘oikos’ zijn mensen waar ook ter wereld uit hetzelfde hout gesneden, denk ik. Vertrouwen, harmonie, oog voor elkaar. Op het platteland wel te verstaan, in de stad gelden andere waarden.
Bij het winkeltje is het een komen en gaan van locals. Met hun pick-ups of te paard. Op straat richten de mannen des dorps een drinkgelag aan. Zonder kwade dronk gelukkig. Kachel zijn ze wel.
Zondag 22 december 2019: Chenqueco – ergens langs de weg
De familie kwam diep in de nacht thuis, maar ik heb er niet minder om geslapen. Half acht, een mooie tijd voor het ontbijt- en inruimritueel. Het dorp is in een vredige zondagse rust. Ik moet dan altijd aan een boek van Gabriel Garcia Marquez denken: Het Kwade Uur. De drinkebroers hebben hun flesjes, blikjes en kartonnetjes voor de eerlijke vinder achter gelaten.
De eerste paar kilometer van de route vandaag ken ik! Een hike-a-bike naar de rivier toe. Na de voetgangersbrug te hebben overgestoken volgt een hike-a-bike terug omhoog en verder. Soms is het echt een gesjor en getrek om met m’n bolide een paar meter verder te geraken. Niet alleen verder, ook hoger! De hoogtemeters gaan snel.
Een rebellerende Mapuche heeft gelukkig de doorgaande weg niet afgerasterd. Zijn vrouw is rustig op het erf bezig. Duidelijk over wat zij vinden zijn ze wel!
Het landschap is heel fraai. Een dicht bos in alle tinten groen en bruin. De Monkey Puzzle Tree domineert, maar er is ook veel ander exotisch aandoend groen te bewonderen. Ondanks het harde werken is het genieten. En ik ben helemaal weg, heb Nederland echt achter me gelaten.
De top is weinig heroïsch en de steile stenige afdaling is ook een hike-a-bike…. Pfff, de kilometers gaan niet hard vandaag. De tijd wel.
Op een kleine vlakte met veel brem is het tijd voor lunch. Tortilla’s met avocado’s en kaas. En water aangelengd met Zuko. Het klinkt misschien gek, maar ik kijk er iedere dag weer naar uit. Net als naar het avondeten trouwens: pasta met een Bolognaise saus, salami en Parmezaanse kaas. En een Nescafé met een chocolaatje toe!
Ik durf te stellen dat in de afgelopen dertig jaar mijn kookkunsten en gevoel voor wijn en spijs ontwikkeling hebben doorgemaakt. Mijn voorkeuren voor het eten tijdens een fietsreis niet. Of het moeten de instant foodmakers zijn die hun spul door de jaren heen hebben verbeterd en ik ongemerkt met ze ben meegegroeid…..!
Er kunnen langs het meer zowaar nog enkele kilometers gefietst worden. Vier uur. De volgende klim pakken? Of kamperen? Het laatste. Een duik in het meer frist mij en m’n kleding helemaal op. De avonden zijn lang en aangenaam hier. Een tijd geleden dat ik dat zo ervaren heb. Sandalen aan, dagboekje bijwerken, foto’s bekijken, potje koken, nog wat rommelen. En om negen uur slapen. Morgen verder.
Maandag 23 december 2019: ergens langs de weg – Lonquimay
Gedurende de nacht trok het fris op, maar ik heb lekker geslapen. En lang. Het meer ligt er sereen bij. Een keuze is te maken. De trail volgen of de short cut nemen. Het verschil is minder klim-kilometers en (vaak gaat dat samen) een minder mooi landschap. Het voelt rationeel voor de short cut te kiezen. Er ligt nog voldoende in het verschiet de komende weken. En in de loop van de dag en morgen gaat het vermoedelijk regenen. Al mis ik dan wel het maanlandschap van Malalcahuello-Nalcas.
De short cut blijkt voldoende onderhoudend. Soms torent er een vulkaan bedekt met sneeuw boven het landschap uit. Langs de weg domineren de kleine boerenbedrijven. En groeit weelderig groen in alle schakeringen. En laat het dierenrijk zich soms zien.
De klimmetjes zijn net als de andere dagen kuitenbijters, maar goed te doen. En het water stroomt volop langs de weg. De gravity-waterfilter werkt snel en adequaat. Het ritueel past perfect bij slow travelling.
In een dorpje zit een winkeltje. Op de bel wordt niet gereageerd. De deur staat gewoon open. Voor de oplettende lezer (Irma) zit er een briefje op het prikbord: ‘ik ben bij de school’. Zo begerenswaardig dat dorpse leven. Kinderen maken zich kleurrijk versierd op voor een kerstviering.
De laatste twaalf kilometer naar Lonquimay zijn Patagonisch: wind tegen! Een dorp van niks, maar de gezellige Cabanas, een warme douche, steak en rode wijn vergoeden veel. ’s Nachts blaffen de honden en regent het fors.
Dinsdag 24 december 2019: Lonquimay
Een rustdag. Conform de voorspellingen is het koud en regent het eindeloos. Weer om binnen te blijven. In het dorp is weinig te doen. De lunch is smakelijk met een Chileens gerecht: hutspot! Het is goed toeven. Gelukkig ‘wekt’ de uitbater me vroeg genoeg om nog inkopen te doen bij de Supermercado. Kerstavond. Het is er een drukte van belang. Ik waan me in een film. Een flesje Vino Tinto van de ‘slijter’. De houtkachel maakt het ’s avonds behaaglijk.
Woensdag 25 december 2019: Lonquimay
Kerst! Al voelt dat wat apart in de zomer. Er zit geen tempo in de dag. En eigenlijk goed nog wat werkzaken af te ronden, dat geeft me rust de komende weken. ’s Middags is het goed toeven met een zonnetje in de rug op het enige terras dat Lonquimay rijk is en het publieke internet van de plaatselijke VVV. Het voelt als een zondag. De restaurants zijn dicht. Een enkele minimarkt is open. Ach, ze verkopen toch allemaal hetzelfde. De keuze is hier niet reuze, maar zeker toereikend!
Donderdag 26 december 2019: Lonquimay
Gisterenavond, neuzend in de reisliteratuur, bekroop me het gevoel iets te hebben gemist. Pas nu, achteraf, heb ik kennelijk de rust de reis voor te bereiden….
De short cut van maandag was too short. Ik heb een bijzonder maanlandschap overgeslagen, de gevolgen van een vulkaanuitbarsting op 1e kerstdag 1988. Dat wil ik nog wel inhalen nu ik hier ben. Dan maar een dagje later fietsen. Een stel die de uitbarsting zelf als kind hebben meegemaakt en de kant Reserva Nacional Malalcahuello-Nalcas op willen rijden zijn snel opgesnord.
Tweede Kerstdag speelt geen rol in Chili. Het is weer het leven van alle dag, de bussen rijden, mensen gaan aan het werk, de winkels zijn normaal geopend. Via de Wifi op het plein schiet ik mijn werkmails over naar Nederland.
De rit begint kalm aan met beelden die ik ken. Een weelderige begroeiing, de schakeringen van groen, een vulkaan op de achtergrond.
Ook de Lupines groeien volop langs de weg. Ik genoot daar erg van fietsend over de Carretera Austral. De afgelopen dagen miste ik ze, nu ervaar ik een overdaad! Het bezorgt me een moment van geluk. Mamma maakte ik na mijn reis destijds eens blij met een grote bos. Hoewel eens, het zal vrij snel na mijn terugkomst uit Chili zijn geweest. Een goed jaar later barstte de vulkaan in haar. 59 jaar. Ik ben er nog maar 8 jaar van verwijderd.
Hoewel ik me Piet de toerist voel zittend op de achterbank, is het geweldig, zo niet overweldigend. Die alles vernietigende kracht van Moeder Natuur. Een verpletterende lavastroom. Dertig jaar later ligt die er nog steeds en groeit er eigenlijk nog niets.
Ik baal ervan dit niet fietsend te hebben gedaan. Dan zou ik het nog intenser hebben ervaren. Enfin, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, zoals het gezegde luidt. Het is voor mij wel een les. Een teken aan de wand dat ik me de voorpret van de reis niet mogelijk heb gemaakt. Ik had dit moeten weten. Druk, druk, druk….. niet goed.
Tja, de beelden spreken voor zich. De vuurstroom heeft een eigen boomgrens getrokken. De onzekerheid voor de mensen in 1988 was groot. Het einde der tijden, zo voelde het voor hen. Ze waren kinderen, konden een half jaar lang niet naar school.
Een zwarte streep, als een tong van Moeder Aarde. Ik probeer het vast te leggen op de gevoelige plaat.
De Monkey Puzzle Tree blijkt de boom te zijn die ook de tuin van Biesaart sierde. Ik dacht altijd dat het een zeer exotische boom was. Het is een conifeer uit dit gebied, de Aurecaria genaamd. Ik noemde het altijd een slangenboom. Een onvriendelijke, met lelijke stekels! Een boom die kennelijk erg in de mode was in de jaren zeventig in Europa en inmiddels in Chili beschermd is. Ze groeien uiterst langzaam en kunnen de duizend jaar met gemak passeren.
Enfin, een mooie dag. Morgen weer fietsen, want daar ben ik wel aan toe inmiddels. De kachel brandt ’s avonds aangenaam. Het lokale biertje smaakt goed.
Vrijdag 27 december 2019: Lonquimay – Melipeuco
Vroeg op. Yoghurt, blauwe bessen, instant koffie, gekookt eitje. Zo’n eigen huisje geeft veel sfeer. Het is buiten nog wat bedrukt en fris. Maar heerlijk om weer op pad te gaan. De eerste kilometers zoeven onder m’n banden door. Tja, waar de oude spoorlijn eens liep, ligt nu een perfect stukje asfalt.
Om terug te komen bij de Monkey Puzzle Tree Trail moet een stukje boerenland overgestoken worden. Toch een beetje spannend. Hoe gedragen de honden zich op hun eigen terrein en wat vindt de boer ervan? Het gaat allemaal soepel, al prik ik wel een van de pinnen van mijn pedaal pijnlijk in mijn kuit bij het oversteken van een beekje…..
Klimmen. En de Mapuche roeren zich flink. De spandoeken langs de weg spreken boekdelen. Na de lunch is zelfs het pad door hen afgesloten. Dat voelt als een stap verder. Claimen is een, bezetten is wat anders. Roepen levert geen reactie op van het erf. Dan toch maar ‘brutaal’ zijn en het door prikkeldraad gedomineerde hek open te trekken.
Ik voel me op andermans land, kijk wat schuchter rondom me heen. Geconfisqueerd land. Maar er is niemand. Fietsen dan maar!
Mooi is het wel. De dichte bossen gedomineerd door de Monkey Puzzle Trees. En juist met dit grijze weer en lichte zonnestralen komen de tinten groen zo mooi tot hun recht. Het is fraai fietsen vandaag.
Al langere tijd vandaag tuur ik naar de wolken. Het lijkt wel een vliegende schotel die boven me vliegt. Een apart visueel spektakel.
Ondertussen glijden de kilometers onder mijn banden door. Het is zo’n heerlijke dag. Er is werkelijk geen andere weggebruiker. Kennelijk vinden mensen het toch te spannend om een dergelijke track te nemen. Ja, ik ben toch ook wel op mijn hoede. Maar ach, wat kan me hier me echt overkomen, anders dan een pittige discussie. Echte gewelddadigheden zijn niet bekend. Althans niet van Mapuche tegen buitenlanders.
Ze moeten erg primitief leven. Want een nederzetting betrof niet meer dan wat vervallen hutten en tenten. Het stel gisteren gaf aan dat het erg moeilijk onderhandelen schijnt te zijn met de Mapuche. Ze stellen zich zeer principieel op en verleggen steeds hun eisen. Ja, lastig.
Ze hebben een punt, maar ze kunnen de gang van de geschiedenis ook niet uitvlakken c.q. terug draaien. Een compromis moet toch mogelijk zijn…..
Ondertussen fiets ik door. Af en toe een slok water, een koekje. Het loopt tegen vieren. Er zijn genoeg mogelijkheden om de tent op te zetten, maar ik voel me toch op andermans gebied. Dus toch maar doorfietsen.
Het meeste klimwerk voor de dag is gedaan. Er rest enkel nog een afdaling naar Melipeuco. Het landschap wordt fascinerend. Het bos waar ik doorheen fiets is compleet af gefikt. Het voelt apocalyptisch. De stammen zijn als grote figuren blijven staan. Het smeult nog net niet…..
Doorstampen! Tot een nieuwe vulkaan in zicht is, de Lliama. Dan gaat het plots hard. Melipeuco had ook in Alaska kunnen liggen. Een fijne bed and breakfast, een stevige hap in het dorp en slapen!
Zaterdag 28 december 2019: Melipeuco
Een gezellig ontbijt. Collega-fietsers die wonen vlakbij Durango en leeftijdgenoten. Ze zijn voor een jaar op pad en fietsen door mijn favoriete gebieden. Peru, dat staat ook nog hoog op mijn lijst. Fijne mensen. Later op hun blog lees ik dat ze vier kinderen hebben groot gebracht. En nu de tijd willen en kunnen vrijmaken voor hun lang gekoesterde dromen. Hij heeft een tattooshop, zij nam ontslag bij het postkantoor.
En al pratend met hen over de route is het beter niet richting de steden Villarica en Pucon te gaan, maar dwars door de parken richting Argentinië te fietsen. Veel interessanter. Dat betekent wel wat voor de planning. Van de week draait voor werk een transactie die ik moet voorbereiden. Beter die dan maar vandaag voor te bereiden, dan ben ik verder vrij deze week.
Hospedaje Icilma is uiterst sfeervol. Hun keuken is mijn keuken. De vrouw des huizes zingt de hele dag, maar kan ook fel uitvallen naar haar man. Ik krijg het dagelijkse leven goed mee hier. Makkelijk hebben ze het niet. Normaal zouden ze nu helemaal vol zitten, het is hoogseizoen. Maar de crisis in Chili laat diepe sporen na. Het land verkeert door de protesten in een recessie en door de onzekerheid reizen ook de Chilenen niet of veel minder.
De dag gaat hard. Inkopen doen voor de komende dagen, een ijsje en ’s avonds maar eens niet uit eten. Met een flesje wijn, wat kaas en worst is het ook goed toeven buiten op de binnenplaats.
Zondag 29 december 2019: Melipeuco – Lago Colico
‘Mucho frio’ zegt de vrouw des huizes. Ze steekt de kachel annex fornuis met wat hout op. Ze heeft een lekker ontbijt gemaakt met vers warm brood, honing, zelfgemaakte kersenjam, een eitje en koffie. Op pad. Het is asfalt vreten richting Cunco. Een plaats van niks, al is het een komen en gaan bij de Supermercado. En onderweg kwam ik een hoop locals op de fiets tegen. Ja, het is zondag.
Het is stralend weer en dat zal het de komende paar dagen blijven. Nog wat asfaltkilometers alvorens het onverharde rijden weer begint, het fietsen waar ik het meest van hou. Ik had gehoopt op stilte, maar niets is minder waar. Lago Colico kent een heus strand, waar de Chilenen preuts pootje baden en zonnen.
Zo gaat de dag hard, nog een dik uurtje trappen. Wildkampeermogelijkheden zijn er niet. Daar zijn de rotswanden te steil voor en de vlakke stukjes aan het meer te druk. Een heuse gemeentecamping dan maar. De Chilenen creëren allemaal hun eigen parilla.
Maandag 30 december 2019: Lago Colico – ergens langs de weg
Het kamp is nog in ruste als ik wakker word. Ik slaap heel goed deze vakantie. Altijd eigenlijk. De kwaliteit van de matjes heden ten dage is zo verbeterd. Jammer alleen dat de innovatie behelst dat je ‘m weer zelf moet opblazen…. neoAir! Voor mij het minste momentje van de dag.
Het is nog bewolkt en fris, maar een bak koffie warmt me op. De eerste twintig kilometer zijn vrij vlak. Het Chileense boerenland, het ligt wel in een Nationaal Park. Om hongerklop te voorkomen vreet ik iedere ochtend een pakje Cereal-koekjes leeg. Het landschap voelt als stillevens. Ik probeer het met de camera vast te leggen.
De Villarica-vulkaan laat zich eventjes zien, de zon ook. Ver weg, wel mooi.’s Middags is het klimmen geblazen. Soms heel steil. De drukte van gisteren met al die dagjesmensen is verstomd. Het is maandag, er moet gewerkt worden in dit land! De zon brandt flink. Dertig graden. Af en toe zo’n vervelende steekvlieg. Als die je eenmaal in het vizier heeft, kan alleen de wind, een flink tempo of een rake klap je redden.
De tijd tikt aardig door vandaag. Het vinden van een geschikte kampeerplek is niet makkelijk. Net als tijdens mijn trip op de Carretera Austral is door de boeren ook hier veel land afgerasterd met prikkeldraad en dikke sloten rondom de toegangshekken. En hoe meer koeienflappen, hoe meer vliegen.
Het bevalt me goed om weer eens comfortabel te kunnen fietsen. Comfortabel in de zin van dat de weersomstandigheden goed zijn, de dagenlang, water nabij en om de paar dagen de voedselvoorraad kan worden aangevuld c.q. een lekkere steak en een vol glas rode wijn kunnen worden verorberd.
Langs de weg bij een rivier ligt een perfect plekje om een kamp te maken. In het zicht, dat wel, maar ach, dat komt wel goed hier, maak ik me eigenlijk niet druk om. De borrel met Zuko en amandelen is lekker, de instant-pasta nog beter. Een koffie toe. Ik ben best vermoeid van de dag, half tien donder ik in een diepe slaap.
Dinsdag 31 december 2019: ergens langs de weg – Curarrehue
Half acht op. 1.000 meter, 500 meter hoger dan gisteren, het is merkbaar frisser. Heerlijk als de zonnestralen het kamp bereiken. En ik kan zo genieten van die momenten in de ochtend. Wakker worden, een koffie, havermout met gedroogde vruchten en nog een koffie. Momenten waar ik vooraf van droom.
De tocht vraagt nog een paar kleine kuitenbijters, maar gaat vooral naar beneden. In een enkel dorpje is de weg geasfalteerd om het opwaaiende stof te verminderen. Iedere keer ben ik weer blij als het onverharde wegdek weer begint. Het ware fietsen. Het rurale Chili, althans zo voelt het. Waar de planken hout nog te voet door pappa en twee stieren naar het erf worden gebracht.
En de was thuis door mamma handmatig gedaan wordt. Prachtige beelden. In schril contract met de grote stad.
Het is warm, ik zweet behoorlijk. Net voor Currarehue laat de Villarica-vulkaan zich weer zien. Ja, wat een mooie kegel. En wat maakt dat het landschap en het fietsen hier bijzonder.
Een Cabana is snel gevonden. Van twee jaar terug weet ik nog dat op Oudejaarsavond restaurants in de kleine gehuchten sluiten. Hier is het ook zo. Een pizza is nog te scoren. In de Cabana is het huiselijk gezellig met een flesje wijn en wat kaas.
Woensdag 1 januari 2020: Curarrehue
Vannacht was er weinig te horen. Het luchtalarm, een paar knallen, dat was het dan wel. Vanochtend is de straat, want meer is Curarrehue eigenlijk niet, nog in ruste. Een enkele vroege vogel is open voor yoghurt en banaan. Om half elf rijdt er een bus naar Pucon. Ook Pucon slaapt z’n roes nog uit, al komt er rond het middaguur leven.
In een Peruaans restaurant is het aangenaam toeven. Onder een boom, in het park. Lang geleden dat ik zo gegeten heb. Een taxi terug en slapen. Een aangename dag.
Donderdag 2 januari 2020: Curarrehue
Irma heeft slecht geslapen, voelt zich niet 100% fit. Prima nog een dag te blijven. Met zaken van werk kom ik de dag goed door. Bij het lokale restaurant serveren ze lekker hert en wild zwijn uit de regio. Prima toeven.
Vrijdag 3 januari 2020: Curarrehue – Junin de Los Andes
De verloren dag van gisteren is snel ingelopen met een liftje naar de grens van Chili en Argentinië, anders raakt de planning in de war. In dit land kom ik graag en het is net of de reis weer opnieuw begint. Weidser, stoffiger, droger en minder rijk. Chili voelt wat dat betreft als een perfect georganiseerd land. Stijfjes, conservatief, beetje als Amerika, maar met een wat katholiekere inborst.
In Argentinië is het allemaal wat sjofeler, losser, meer van het leven. De procedures bij de douane gaan minder efficiënt, de auto’s zijn ouder, de kostuums van de ambtenaren zijn net wat slordiger gesteven. En het wegdek schiet direct van perfect asfalt naar gravel met veel wasbord. Net als twee jaar terug trouwens in het Noorden bij de Paso de Sico. Eenzelfde ervaring, de overgang van Chili naar Argentinië.
Het fietsen gaat heerlijk, heel geleidelijk naar beneden onder de ogen van de Lanin vulkaan. De kilometers glijden in hoog tempo onder me door. En na 15 kilometer wordt het dan toch helaas asfalt. Daar is deze fiets niet echt voor gemaakt. De banden protesteren door lekker veel herrie te maken.
Het is warmer en droger aan de beschutte kant van de Andes. Ik voel het aan mijn mond en zie het aan het landschap. Was Chili overdadig groen, hier bepalen dorren tinten het beeld. Ook dat draagt bij aan het gevoel dat de reis weer opnieuw begint.
Junin de Los Andes is een klein plaatsje. De regels van de siësta gelden hier, alles zit dicht. Slechts een enkel cafeetje is open voor een bier. Na achten komt de stad tot leven, stroomt het restaurant aan het plein vol…. En is het goed toeven met eten van de parrilla.
Zaterdag 4 januari 2020: Junin de Los Andes – San Martin de Los Andes
De cabanas en studiootjes bevallen goed deze reis. Een eigen bedoening, gewoon lekker zelf ontbijt klaar maken in eigen keuken en de fietsen schuiven steeds makkelijk naar binnen.
Aan het asfalt-rijden kan ik maar moeilijk wennen. Mijn fiets ook. Ik heb het gevoel dat het verkeer als ongeleide projectielen met een duivelse snelheid langs me heen scheren. Zo’n linke tweebaansweg waar natuurlijk ook lekker ingehaald wordt door de waaghalzen. Mijn gedachten gaan dan terug naar een Nederlands stel dat dodelijk van de weg gereden is in de pampa van Argentinië. Doe mij maar onverhard en remote. De gedenktekens langs de weg spreken boekdelen. Dat was in het Noorden van Argentinië en in Chili ook zo.
Het weer is eigenlijk al weken aangenaam fraai, warm zelfs, met name in de middag. Ik zweet flink. Helaas ziet het er naar uit dat de komende week een hele frisse wordt…..
San Martin de Los Andes voelt Duits met z’n vakwerkhuisjes en biercultuur. Net buiten het centrum zit een evenzo Duits aanvoelend hotel. De fietsen mogen door het raam van de kamer naar binnen. Tijd voor siësta.
’s Avonds is het drukte van belang in het centrum. Flanerende mensen en de etalages worden gedomineerd door outdoor, chocolade en toeristische rommel. Koken kunnen de Argentijnen. Een smakelijke ceviche en een perfect bereide ossenhaas. Wijn drinken hier is veel puurder: mee de kelder in om je flesje uit te zoeken! IJs van basilicum maakt het af.
Zondag 5 januari 2020: San Martin de Los Andes
Kort geslapen, de lucht is grijs, buiten is het koud, het waait hard en het gaat regenen vanmiddag. Dan maar een rustdag inlassen. Qua werk heb ik genoeg te doen. ’s Avonds is het weer goed toeven in de lokale horeca.
Maandag 6 januari 2020: San Martin de Los Andes – ergens langs de weg
Een late start. Maar ja, Argentijnen eten laat. Bij het ontbijt merk ik dat Nederland weer aan de slag gaat. De eerste mails komen binnen en Joep verpakt het mooi: wanneer ik weer in het harnas zit. Ja, dit zijn niet de handigste weken om op reis te zijn…..
Het weerbeeld vandaag is hetzelfde als gisteren. Het is misschien 10 tot 12 graden Celsius, maar het voelt veel kouder. Taarten bakken kunnen ze, maar er moet ook gefietst worden. Klimmen over de bejubelde zeven merenroute.
De wolken hangen laag, ze verhullen de toppen in de sneeuw. Het is klimmen en eigenlijk valt er niet zoveel te genieten. Enfin, de benen zijn in vorm, dus het klimmen lukt en tegen kou kan een mens zich kleden.
Het is al einde van de middag als er een restaurantje opdoemt. Binnen is het warm, ze verkopen hartige maaltijden. Ook een Argentijns stel op de fiets is er neergestreken. Bikepackers in spe, het onverharde moeten zij nog ontdekken.
Naast het restaurant zijn wat cabana’s te vinden, prima hier te overnachten. Ik smokkel een fles wijn mee uit het restaurant, de kachel is door de eigenaar al aangestoken. Het is goed toeven en lekker om vroeg te gaan slapen.
Dinsdag 7 januari 2020: ergens langs de weg – Villa La Angostura
Het is somber weer, de voorspellingen voor deze week zijn sowieso niet goed. Veel wind, regen, koud. Er was ook nog een optie de Beer-trail van Bikepacking.com te fietsen, maar dat zou nu ook geen pretje zijn geweest.
Een snelle koffie en wat melkpoeder, havermout en gedroogde aardbeien mixen tot een ontbijt en op de fiets. Er ligt een flinke afstand die te overbruggen is voor de boeg. Ik trek extra warme kleding aan en trap me warm.
Er is veel vakantieverkeer en bij de campings staan drommen jongeren te wachten op de bus. Zal vast een Summer Camp van school zijn of zo. Mooi die eenvormigheid in kleding!
Van het landschap dat hier zo mooi zou moeten zijn zie ik maar weinig. Er zijn langs de weg zijn er vele uitzichtpunten met een foto erbij hoe het er bij stralend weer uit zou moeten zien. Het is een mooi gebied, zondermeer, maar ik mis de betovering die andere plekken in me oproepen, ook als ik het filter voor de grijzigheid vandaag.
Ik denk dat ik een verwend man ben geworden. Zeker de afgelopen jaren. Maar ik zie ook dat er een relatie ligt tussen de inspanningen die gedaan moeten worden en de ‘beloning’ van de natuur die je er voor terugkrijgt. Hoe zwaarder de omstandigheden, des te beter is de wijn die Moeder Aarde schenkt.
En, wel grappig, ik rij weer op de Ruta 40. Twee jaar terug enkele duizenden kilometers noordwaarts ook. Argentinië is een groot land.
De lupines groeien overdadig langs de weg. In alle kleuren en ze geuren heerlijk. Ik vind dit prachtige bloemen, steeds weer. Ze groeien wild en grof en steken mooi af met hun weelderige groene bladeren en pasteltinten.
Gelukkig klapt het landschap wel een moment open. Een fraaie waterval met een minuutje zonlicht. Ja, de Zeven-Meren-Route is zeker mooi. Een snake-bite!
Helaas blijft grijs en nattigheid de dag domineren en ben ik blij dat aan het einde van de middag Villa La Angostura in zicht is. Ik heb wel lekker gefietst.
Een fijne cabanas, een warme douche, een tukkie en ik voel me weer helemaal het heertje. Een Spaans restaurant. Ik voel me steeds een boeren-Hollander hier die precies op het openingsmoment en vaak zelfs iets daarvoor voor de deur staat van het restaurant. Het dinerleven komt hier laat op gang!
Het Patagonische lam smaakt perfect. De wijn ook. Ach, eigenlijk alles wat ik in de restaurants deze reis besteld heb.
Woensdag 8 januari 2020: Villa La Angostura
Was het weer gisteren nog te doen, vandaag is het bar en boos. Morgen naar verwachting ook. Het stormt, het regent, niet een dag om er op uit te gaan. Herfst, zo voelt het. Kachel aan! Beter dus een dag te blijven. Wat klussen en werk.
’s Middags een heerlijke lunch bij Delfina, aan het meer ten zuiden van Villa La Angostura. Dit is een rijk gebied, dat voel ik aan alles. Wassenaar, ’t Gooi, Aerdenhout, zoiets. Plaatsen waar ik me niet thuis voel. Maar soms wel goed kan vertoeven…. Want het Patagonische lam is nog lekkerder dan gisteren. Het is voor de well-off.
Het stadje kent eenzelfde bouw als San Martin de Los Andes, het voelt weer Duits aan. De regen, het blijft maar naar beneden kletteren. De cabanas is warm en gezellig. Vroeg slapen.
Donderdag 9 januari 2020: Villa La Angostura – San Carlos de Bariloche
Morgen vaart de boot, dus vandaag moet ik aankomen in San Carlos de Bariloche. Het weer is nog steeds bar en boos. Twintig jaar terug zou ik vast zijn gaan fietsen, nu vind ik een transport ook best.
Bariloche is geen spat veranderd. De ligging is prachtig. De witte kopjes staan op de golven van het meer. De lucht blijft er dreigend uitzien. Morgen wordt alles beter volgens de voorspellingen. Het centrum met de traag flanerende toeristen geloof ik wel, net als de Sint-Bernard-honden op het pleintje voor die ultieme foto ‘I have been in Bariloche’. De afvaart van de boot morgen ligt 25 kilometer verderop. Beter daar alvast een stukje van te fietsen.
Een drukke weg vol met well-to-do mensen. Ja, het is hier mooi, het doet me qua type drukte ook aan Loosdrecht op een zaterdagmiddag denken of de plaatsen in Nederland die ik net noemde.
Ja, Bariloche heeft natuurlijk veel. Het ligt middenin een nationaal park. In de winter een skioord, in de zomer een buitensportoord in vele gedaanten. Geen m2 langs het meer is niet in het bezit van iemand. Hotels, restaurants, kilometer na kilometer. Dit is het rijke Argentinië.
Een bungalow halverwege is makkelijk gevonden. En maar eens een avondje niet uit eten gaan. Gewoon een lekkere salade maken met de nodige vitamientjes. Vroeg slapen, morgen voor dag en dauw op.
Vrijdag 10 januari 2020: San Carlos de Bariloche – Villa Peulla
De wekker piept, een snel ontbijt. En fietsen. Gelukkig is er bijna geen verkeer richting de boot. Koud is het wel en het is nog best klimmen geblazen voor de vroege ochtend. M’n ontbijt klotst op de maag.
De bootreis is fraai. Het waait hard, de catamaran vaart ook hard. Buiten is het ijskoud. Ik moet me helaas begeven in het statischer reizende publiek. De veerboot legt aan, de bagage wordt vervoerd, het is even fietsen geblazen naar het volgende vertrek. De meute komt er in een bus achteraan.
Het tweede meer is zo mogelijk mooier. De oude veerboot ligt te vergaan. Economisch is het kennelijk verantwoorder ‘m hier ‘terug te geven’ aan de natuur. Ik vraag me wel af hoe de nieuwe veerboot hier überhaupt te water is gelaten.
Een kwartiertje varen, weer aan land. Uitklaren bij de Argentijnse douane en fietsen door niemandsland. Het is een prachtige dag. Want ook nu weer toont de natuur zich van haar spectaculaire zijde. Watervallen, besneeuwde toppen, weelderig groen en bloei. Ja, Patagonia in vol ornaat. Prachtig. Een wildzwijn rent van schrik voor me uit en weer de bosjes in.
De Chileense douane in Villa Peulla wil alles wat eetbaar is in de tassen zien. En een document opmaken voor de inklaring van de fiets. Wat een bureaucratie, net als een half jaar geleden. Het zal. De boot gaat pas morgenmiddag weer. Deel van de package is een hotelovernachting. Een prima doch anonieme overnachting.
Zaterdag 11 januari 2020: Villa Peulla – Petrohue
Mijn dag begint niet goed met het bericht dat Neil Peart is overleden, drummer van Rush. 67 jaar oud, hersentumor. Toch een beetje een jeugdheld van me. En een geestverwant met zijn reizen per motor en fiets. Pas einde van de middag gaat de boot naar Petrohue. Tijd om een flinke zet te geven aan een belangrijke aanvraag voor Joep.
De boottocht is prachtig. De vulkanen schieten voorbij, licht bestrooid met poedersuiker. Zoveel schoonheid bij elkaar. En met de Osorno als de mooiste, perfect conische. Aan boord zit het vol met package-toeristen. De meesten liggen te snurken. Kennelijk voldaan.
Petrohue is een dorpje van niks. De massa wordt afgevoerd per bus. Kamperen kan, maar Petrohue Lodge, een luxe nederzetting, mikt een hoop van de prijs af. Er is geen hond. Toeristen lijken weg te blijven in deze tijden van crisis in Chili. En buiten vliegen de horzels in grote getalen rond. Een mooie kamer, een warme douche, prima eten. Wel zo comfortabel.
Zondag 12 januari 2020: Petrohue – Puerto Varas
Acht uur ontbijt en op de fiets naar de bewoonde wereld. De eerste paar kilometers is het nog onverhard, dan begint het asfalt. De Osorno-vulkaan toont zich in vol ornaat. Ik sla de horzels van me af om toch een kiekje te nemen.
De tocht vandaag is wat anoniem langs het meer. Druk verkeer. Chili is rijker dan Argentinië. Naast de weg ligt een redelijk fietspad, wel zo veilig. Iedere keer als ik de Osorno weer zie pak ik mijn camera. Fraai.
Het einde van de reis is in zicht. Morgen terug naar Puerto Montt. Dinsdag vliegen naar Santiago. Om de een of andere mysterieuze is de vlucht naar Amsterdam dinsdagavond geannuleerd met als gevolg een dagje langer Chili. Die heb ik snel ingevuld: met de auto naar Valparaiso. En woensdag toch nog maar even een kijkje nemen in het onrustige Santiago.