Zaterdag 16 juli 2016: Rotterdam – Ernst
Gereden afstand: 72 kilometer – Totaal gereden: 72 kilometer
Niet zeilen maar fietsen deze vakantie! Vanaf maandag liep ik al te turen naar de gribfiles. Ja, het leek de Westkust van Noorwegen te worden. Nee, woensdag plots niet. Slecht weer op komst. Schotland en Bretagne waren sowieso geen optie. Alleen maar tegenwind en ook een onrustige lange termijn voorspelling. Duitse Bocht en Oostzee bleven als bestemming over. Maar loop ik daar nu echt warm voor? Irma en ik keken elkaar een keer aan en de keuze was donderdag thuis snel gemaakt: fietsen!
Europa in, eindbestemming onbekend. Met Peter fietste ik in 1989 al eens naar de Middellandse Zee via de Ardennen, Elzas, Vogezen, Jura en de Alpen naar Nice. Nu is Duitsland aan de beurt om zuidwaarts te gaan.
Roermond is het startpunt van de fietstocht. Roermond is Limburg en Limburg is katholiek, geen twijfel over mogelijk als ik rond het middaguur het station uitloop. Het carillon dat klinkt uit de toren van de Munsterkerk, talrijke heilige beelden zijn ingebouwd in nissen van buitenmuren en ook de namen van de straten verwijzen naar de hoofdrolspelers uit de bijbel. De vrome tongval completeert het palet.
Via wat buitenwijken pak ik al gauw de paden op van de route die Hans Reitsma heeft uitgezet. Autoluw, rustiek en landschappelijk aantrekkelijk. De voortekenen zijn goed. Veel gravel, af en toe asfalt, rivier de Roer volgend. Of liever, de Rur. Plots zijn de verkeersborden anders. Duitsland! De stijl van bouw en gebruikte materialen van de huizen verandert. Naast wit domineren kleuren die snel verkrijten het straatbeeld. De uniformen van gezagsdragers en werklui zijn dito groen.
Het is zaterdag. Zo voelt het ook aan. Burgers klussen aan hun huis, werken aan de conditie of zitten met Bitte ein Bit aan de borrel. Al snel wordt het rustiger. Op het land wordt een variëteit aan gewassen verbouwd: veel mais en graan, bladgroenten, nog wat restanten van de aspergetijd. Soms staan courgettes vol in bloei. Lekker, bloemen van de courgette. Kort frituren, beetje peper, zout en olijfolie!
In een dorpje zit een menigte met een grote etnische verscheidenheid met telefoontjes in de berm van het fietspad. Ik vermoed dat een vluchtelingenkamp nabij zal zijn. Wir schaffen das. Moedig beleid van Angela Merkel.
De veeboeren treffen voorbereidingen voor de winter. Met regelmaat wordt mijn neus getrakteerd op de geur van vers gemaaid gras. De zon droogt het tot hooi. Er staan al talrijke balen verpakt in plastic klaar voor vervoer naar de zolder van de koeienstal.
De Rur stroomt gestaag. Stroomversnellingen kondigen zich aan met koudere lucht dat plots op mijn benen slaat. Mannen staan met gekleurde lijnen te vliegvissen. Prachtig beeld met hun rubberen broeken tot okselhoogte. Er gaat rust van uit. Ze gaan op in hun spel met moeder natuur.
Zo gaat de dag snel. Het is allemaal niet spectaculair, maar het boeit. Ondertussen malen mijn benen in een constant tempo door. Het gaat lekker. Prima eerste dag zo. Een wat meer glooiend landschap met de eerste contouren van de Eiffel aan de horizon.
Een snelle pasta bij een restaurant langs een drukke weg. Terug de bewoonde wereld in. Het doet me plots Amerikaans aan. De formule van een keten, consumerende bezoekers. De camping even verderop is prima. De tent staat snel, de douche is weldadig, tijd om te gaan slapen. De beentjes verdienen rust.
Zondag 17 juli 2016: Ernst – Remagen
Gereden afstand: 90 kilometer – Totaal gereden: 162 kilometer
Het is zeven uur als ik wakker word. Heel diep geslapen. Een snel ontbijt en nog voor half negen zit ik op de fiets. Perfect, dat voelt als de hele dag op voorsprong staan!
Het beeld van gisteren zet zich voort, maar nog uitgestrekter en soms wat desolater, voor zover dat mogelijk is in deze ontwikkelde omgeving. Eindeloze akkers. Dit moet de graanschuur van Duitsland zijn! De zon laat zich af en toe voorzichtig zien. De wolken domineren de hemel in lichte en donkere tinten grijs met soms wat blauw. Mooi, net als de route. Geen auto te zien. Slechts een enkele fietser of iemand die de hond uitlaat.
In de enkele dorpjes waar de route doorheen leidt heerst zondagse rust. De beierende klokken die gelovigen oproepen naar de kerk te komen en familiebezoek. Verder is het stil op straat. Op de dorpsgrenzen soms een bedrijf. Er zit veel papierindustrie hier en enkele mengvoederbedrijven. Het ziet er allemaal degelijk Duits uit! Alles perfekt im Ordnung!
Af en toe nemen mijn banden de ribbels van een verlaten spoorlijn. Kennelijk ooit rendabel om grondstoffen naar de fabriek of halffabricaten en gereed product een stap verder de economische keten in te brengen. Nu overgroeid met gras en wilde bloemen, die heerlijk geuren.
De dag gaat snel met een lekker toetje, afdalen naar de Rhein. Een biertje op een terras met uitzicht op de rivier smaakt goed. En de hemel is open gebroken. Iets verder in het dorp zit een camping. Met enige weerzin rij ik het terrein op….. dit soort pleisterplaatsen van de massa zijn niet zo aan mij besteed. Maar ja, de douche is weldadig warm, ik spoel al het zweet en zout van mijn lijf af en voel me als herboren. Dat was in Zuid-Amerika, Afrika of Azië wel eens anders!
’s Avonds is het goed toeven aan de Rhein. De vrachtschepen die stroomopwaarts varen moeten duizenden liters aan rode diesel verstoken. De tegenliggers lijken vleugels te hebben. Veel schepen varen onder Nederlandse vlag. De lading varieert van olie, kolen tot containers. ‘Zonder transport staat alles stil’. Ja, in onze Westerse maatschappij zeker. De ‘Iris’ uit Werkendam vindt het mooi geweest voor de dag. De schipper pakt de binnenbocht, vaart zich tegen de stroom in stil, laat het anker vallen, rust. Mooi in balans tegen het tij dat maar een kant op gaat, dat van de zee. Tijd om voldaan het tentje op te zoeken.
Maandag 18 juli 2016: Remagen – St. Goar
Gereden afstand: 83 kilometer – Totaal gereden: 245 kilometer
Half acht op. Weer heel goed geslapen. Irma heeft de koffie al pruttelen. En Brinta. Blij dat het restantje op is, niet mijn ontbijt! De zomer is gearriveerd in Nederland, ook hier. Het is prachtig weer. De hemel is strakblauw, de zon schijnt fier. M’n benen voelen goed, zin in de dag.
Vandaag domineert de Rhein mijn blikveld. Een fraaie tocht stroomopwaarts. Links en rechts begroeide groene heuvels. Soms doen de vormen me denken aan Karst-gebergte in Laos. De paden blijven gevrijwaard van gemotoriseerd verkeer. Een weldaad in deze ontwikkelde omgeving. Want ongemerkt raast de Westerse economie door. Naast het vrachtvervoer over water zijn aan weerszijden van de Rhein spoorlijnen aangelegd. Logisch, de oevers volgend hoeven de treinen geen heuvel over. Voor auto’s en vrachtwagens is hetzelfde bedacht. Soms hoor ik plots geraas naast of boven me.
Maar het is de stuwende kracht van de rivier, aangedreven door onzichtbare krachten van de natuur, dat me fascineert. De rest hebben ‘wij’ er rondom heen mogen bedenken, soms bruut verstoord door een overstroming, wat we dan als een ontregeling van onze beheersing ervaren. De Rhein voelt als een voortdurend kloppende slagader, de mens heeft er een zenuwenbaan van gemaakt. Zoveel gebeurt er op één en hetzelfde moment voor de goede kijker.
Tegelijkertijd daalt er een rust over me heen. Het zoeven van de banden over het asfalt en gravel, de cadans en balans van het fietsen, het dagelijkse leven dat al ver achter me ligt, mijn poriën die wijd openstaan om alles wat ik zie, ruik of hoor in me op te nemen. Momenten ook dat ik goed kan nadenken over dingen die me bezig houden.
Koblenz interrumpeert dat…… Plots het geregelde stadse leven met stoplichten. Maar goede plek om te foerageren voor lunch: yoghurt, vijgen, banaan, melk en een verse bruine bol met Nutella. Een fietser verbrandt veel! Het stadspark aan de Rhein is mooi. ‘Kruier’, een immens Nederlands vrachtschip met duwbak, zie ik voor de derde maal voorbij komen vandaag. Weinig containers aan boord, een niet rendabele trip dus het Duitse land in.
Ik kijk naar boven en zie de jonge groene bladeren ritselen in de wind tegen de blauwe hemel en ben even een moment weg. Mooi.
Boppard. Een plaats met familiegeschiedenis. Oma Ramselaar kwam hier graag en vaak. Niet verwonderlijk. Half Duitse, opgegroeid in een familiebedrijf dat met sleepvaart en duwbakken de Rijn bevoer. M’n liefde voor stromend water en bootjes verwondert me niet! Het is een mooi plaatsje.
De laatste twintig kilometer van de dag zijn wat saaier. Langs een snelweg met druk en voortrazend verkeer. Wild kamperen is er hier niet bij, netjes op de camping. Wel een warme douche en ’s avonds met uitzicht op de vrachtschepen en af en toe voorbij schietende vrachttreinen lekker degelijk Duits eten! Goed voor de inwendige voorraad energie.
Warm in mijn slaapzak hoor ik met het intreden van de stilte van de nacht het water voorbij stromen richting Rotterdam naar de zee toe……
Dinsdag 19 juli 2016: St. Goar – Leeheim
Gereden afstand: 93 kilometer – Totaal gereden: 338 kilometer
Op momenten van schemerslaap (omdraaien op mijn matje!) hoor ik of een lange trein met een eindeloze sliert aan goederenwagons langs glijdt of de monotone dreunen van een dieselmotor van een binnenvaartschip dat passeert. Het neemt me mee terug in de tijd naar Maassluis waar Irma en ik sliepen op het dakterras van Irma’s dijkwoning. Joekels van schepen voeren aan het voeteneind voorbij, enkel sonore bastonen voortbrengend en een gitzwarte rookpluim, opstijgend in de nacht.
Koffie, brood, aardbeienjam en Nutella. Het legt een goede basis voor de dag. De zon schijnt al vroeg. Het is een waar schouwspel op het water met de schepen die voorbij varen. Dit stuk van de Rhein schijnt een van de gevaarlijkste passages te zijn. Smal, sterke stroom en rotspartijen onder water. Sommige schepen varen met een loods. Met name stroomafwaarts is het verzet in de bocht spectaculair om te zien!
Fietsen. De eerste dertig kilometer zitten er zo op. De oevers ruimen wat. Tussen de rivier en de infrastructuur van weg en spoorbaan zit groen. En volkstuintjes van Duitsers. Bloemenrijk, goed onderhouden, lekker kneuterig, een bezit zum haben.
In Bingen smaakt een Apfelkuchen me goed. Dezelfde schepen als tijdens het ontbijt trekken voorbij! Ik verlaat de Rhein en trek landinwaarts. Het is direct warmer en ik moet meer klimmen, of liever, veel vals plat. Maar het gaat lekker. Het is landelijk, weer eindeloze velden mais en graanhalmen en soms fruitbomen en wijnranken. En geen auto te zien!
Het is brandend warm. Ik drink heel veel water en bij een stop zie ik de zoutsporen in mijn shirt staan. Het geeft me een goed gevoel, mijn lijf op volle toeren te laten draaien. Irma heeft deze veertig kilometer aan zich voorbij laten gaan om morgen weer fit en uitgerust aan de start te staan. Het gebied is goed dooraderd met treinen. Trefpunt is het terras bij het pondje de Rhein over bij Nierstein (wat een plaatsnaam!). Na gedane Arbeit smaakt een Weizen daar goed. En voor de derde maal passeren de schepen!
De paar kilometer naar Leeheim gaan snel. Het kamp inrichten is inmiddels routine. De Duitse keuken is prima voor de fietser, de lokale wijnen doen het beter voor de smaakpupillen. Vlak voor het slapen muggen en erger midges. Hele kleine steekbeestjes die jeukende beten achter laten…… Ik moet ver terug graven wanneer die kleine rotbeestjes mij te pakken hebben gehad. Ik denk in 1991 in de Engelse Pennines samen met Paul! Het is windstil, zwoel en vlakbij een meertje. Ze hebben vrij spel!
Woensdag 20 juli 2016: Leeheim – Heidelberg
Gereden afstand: 77 kilometer – Totaal gereden: 415 kilometer
Zeven uur op. Bij de Backerei komen meer fietsers langs om een solide basis te leggen voor de dag. Een gezin uit Leersum met drie zonen. Mooi, het kan dus wel! Het is nog relatief koel en de kilometers gaan snel met eenzelfde beeld als de afgelopen dagen. Het blijft boeien al verlang ik naar een ruiger landschap. Nog even geduld.
In Nederland wordt het warmterecord gebroken, naarmate de zon hoger aan de hemel gaat staan stijgt de temperatuur ook hier behoorlijk. Net als in de tropen of woestijnen in Amerika heb ik weinig last als ik fiets, maar drijf van het zweet als ik een moment stil houd. Heel veel water drinken dus!
De afgelopen dagen ben ik rond heel wat plaatsen heen gereden en heb snelwegen overgestoken die ik vaak bereden heb richting München, Basel of Italië. Met de familie Vermeulen of pappa en mamma in mijn jeugd, later zelf in m’n fijne Saab of die toch wel erg dikke ordinaire Audi op weg naar een vastgoed- of kunstbeurs. Tijden die ver achter me liggen, nou ja, behalve de kunst dan. Plaatsen als Koblenz, Mannheim, Wiesbaden, Mainz en Heidelberg ken ik echt alleen van de verkeersborden! Deze fietstocht kleurt Duitsland verder voor me in. Een fijn land om te verblijven en verder te verkennen.
De zon brandt door. Met zonnecrème probeer ik mijn huid te beschermen en blijf water drinken. Een Apfelstrudel op een terrasje, een bak yoghurt met verse kruisbessen op de stoep van een grijze supermarkt naast een tandartspraktijk, dat is het leven van een fietser, het gewone dagelijkse leven in Duitsland gadeslaand….
Vannacht is er erg slecht weer op komst. Onweer, windstoten en regen dat tot ver in de ochtend de boel buiten nat zal houden. Een kamertje in Heidelberg is dus een mooi eindpunt van de dag. Een pracht van een stad waar het zeer aangenaam toeven is. Universiteitssteden blijken wel vaker de meest leefbare steden te zijn! En het centrum van Heidelberg is een van de weinige Duitse steden dat in de Tweede Wereldoorlog niet met bommen is bestookt! Een Weizen op de Marktplatz, een Italiaan kookt smakelijk. Morgen een slow start.
Donderdag 21 juli 2016: Heidelberg – Ebernach
Gereden afstand: 37 kilometer – Totaal gereden: 452 kilometer
Zoals de weerdiensten beloofd hebben is de regen gekomen! Het is grijs en bedrukt en er zit nog een hoop nat in de lucht. Een rustig ontbijt een paar tentjes verderop in de winkelstraat. Tussendoor de fietsen pakken en naar een lunchtentje. Er zijn al een hoop toeristen op de been. Ik werk wat mailtjes weg die de afgelopen dagen binnen gedruppeld zijn.
Pas tegen twee uur wordt het droog. Mijn zadel is nat en de schijfremmen piepen, maar lekker om nog wat kilometers te maken vandaag. Het is een mooie route Heidelberg uit. Door een groen woud, veel onverhard en steeds sluizen naast stroomversnellingen die de hoogte voor de binnenvaart overbruggen. Ook hier wordt de binnenvaart door de Nederlandse vlag gedomineerd.
De dorpjes zijn lieflijk met steeds meer vakwerkhuizen. Het is grijs, de temperatuur is aangenaam. Af en toe geeft de zon een gloed warmte. Mijn windjack komt net niet uit de tas. De paden zijn nog flink nat, maar de banden houden goed grip, ook op de soms verduveld steile stukjes. Blij zulke goeie remmen te hebben.
De camping in Ebernach is zo drassig dat een echt bed een aantrekkelijker optie vormt. Het eten is bijna als iedere avond, Burgerliche Kuchen. De kaart lijkt omvangrijk en divers, maar komt steeds op hetzelfde neer: een stuk vlees met een variëteit aan sauzen en een Salatteller! De Duitse wijn maakt het goed!
Ik verbaas me over het aantal dinerende mensen op dit doorsnee pleintje. Als fietser ben ik vaak verzeild geraakt in plaatsjes waar een toerist weinig te zoeken heeft. Kennelijk heb ik geen goed beeld wat een gemiddelde vakantieganger zoekt! Vroeg slapen.
Vrijdag 22 juli 2016: Ebernach – Niedernhall
Gereden afstand: 95 kilometer – Totaal gereden: 547 kilometer
Een echt bed, dat slaapt net wel even beter. Eenvoudig ontbijt, niet genoeg voor een fietser! Wel grappig, voordat Irma en ik de fietsen optuigen zie ik tien tasjes staan op de stoep. Daar zit in essentie alles in! Genoeg om maanden comfortabel in en mee te kunnen leven!
De Neckar is een zijtak van de Rhein. Eenzelfde beeld als gisteren ontstaat. De paden zijn verhard, soms onverhard. Het woud loopt tot tegen de oevers. Soms is het dal breder en is er ruimte voor landbouw. Af en toe een sluis om net als gisteren het hoogteverschil te overbruggen. Mooi zo’n infrastructuur. Plots zie ik de ‘Iris’ liggen, die wordt geladen met steen. Een binnenvaartschip vaart dus kennelijk net zo snel stroomopwaarts als de afstand per fiets afleggen!
De zon schijnt fier, al voelt het nog wat vochtig aan. De lucht is onrustig, maar het lijkt droog te blijven tot vanavond. Het fietsen gaat lekker. Ongemerkt rollen de kilometers onder de banden door. Af en toe even stoppen. Wat water drinken, even rust en weer door. Een steil klimmetje, veel vals plat, maar de route tot nu toe is heel goed te doen.
In Gundelsheim lunch. Net als eergisteren voor de supermarkt! Irma doet inkopen bij de Lidl en ik moet zeggen, het smaakt allemaal prima. Allebei een flink pak yoghurt, verse blauwe bosbessen, een pak melk en een broodje. Dit zijn momenten waar ik enorm van kan genieten. Hier, in Amerika of waar ook ter wereld. Zittend in de schaduw op het beton bij de ingang van een winkelformule. De lokale bevolking komt voorbij. Ze komen aangereden in een diversiteit aan heilige koeien. Een even zo grote diversiteit in samenstelling van het gezelschap: dochter met moeder, moeder met dochter, moeder met kinderen, twee mannen en zo verder. Een dwarsdoorsnede van de maatschappij. Aan de eerste paar letters van de nummerborden te zien allemaal uit de regio!
En ook hier een variëteit in etniciteit van de voorbijgangers. Het valt niet te ontkennen. De maatschappij verandert. In patronen, in denken en doen, in cultuur. Daar de ogen voor sluiten of nationalistischer worden, het zijn volgens mij niet de antwoorden. Begrip en besef wat anderen drijft is volgens mij in essentie waar het om gaat. De diepere waarden waardoor mensen gedreven worden, ze kunnen wel eens dichterbij elkaar liggen dan de uiterlijke vormen waar men elkaar op afrekent doen vermoeden.
De route zuidwaarts roept. De dag herbergt nog wat kilometers. De weersvoorspellingen zijn niet best voor de komende dagen. Later op de avond is slecht weer op komst en ook voor de dagen erna ziet het er niet stabiel uit. Doorfietsen dus nu het droog is en lekker gaat. De tent blijft in de tas. Morgenochtend in de druil alles klam opbergen….. het is vakantie en in dorpjes is accommodatie billig zu finden!
Zo ook in Niedernhall. Een klein dorpje met vakwerkhuizen en geschiedenis dat tot eeuwen terug reikt, net als al die andere dorpjes. Een fijne kamer, een nog lekkerder douche en ’s avonds een degelijke Duitse keuken op een terras midden in het dorp. Ik ben voldaan van de dag, weg van Nederland, toe aan een lange nachtrust en heb zin in morgen, weer een nieuwe dag!
Zaterdag 23 juli 2016: Niedernhall
Diep geslapen. ’s Nachts heeft het hard geregend, dat heb ik in de schemer nog mee gekregen. Een heerlijk ontbijt. Duitser kan niet. Alles erop en eraan. Misschien is dat wel de doorslaggevende factor vandaag een dagje niet te fietsen! Zeven dagen inspanning, de beentjes willen ook wel eens een dagje rust.
Zo is de dag. In het dorp zelf is niet veel te beleven. Het ligt mooi in een dal, restanten van een stadspoort en stadsmuur van eeuwen terug. Dat heb ik ook vaak langs de route terug gezien. Op ieder strategisch punt stond een nederzetting met geschiedenis, tot in de Romeinse tijd aan toe. Vandaag ook wat praktische dingetjes. Kleding wassen bijvoorbeeld. ’s Middags op de kamer val ik in slaap. Een siësta. Lekker, echt vakantie.
Het avondeten smaakt weer goed. Net als de Amerikanen houden de Duitsers er wel flinke porties op na. Het is vaak gewoonweg te veel en te vet. Niet verwonderlijk dat de gemiddelde Duitser te dik is. Ze dragen hun buiken met trots en drinken er niet minder bier om, vaak al ’s ochtends vroeg, bij voorkeur per halve liter!
Morgen weer fietsen. Zin in. Het wordt ook wat meer klimmen. Het fysieke element van een fietsvakantie blijf ik toch wel onovertroffen vinden. Een zeilvakantie kan daar niet tegen op. Gaandeweg de dagen voel ik mijn lijf fitter worden, een met de fiets. Een oneindig gevoel maakt zich ook van me meester. Pas een week onderweg, nog drie te gaan.
Zondag 24 juli 2016: Niedernhall – Ellwangen
Gereden afstand: 75 kilometer – Totaal gereden: 622 kilometer
Hoewel een kampement niet de tassen in gerommeld hoeft te worden is de start van dag toch laat. Pas kwart voor tien. Maar het ontbijt smaakte goed. Gisteren was er geen regen, vandaag lijkt het er ook op dat het er niet zal komen. De temperatuur is aangenaam. Lekker om weer op de fiets te zitten na een dagje rust.
Een eerste echte klim en nog een. Het juiste verzet kiezen en naar boven malen. Het is allemaal goed te doen. En de wegen blijven rustig. Het blijft me verwonderen dat een zo’n autoluwe en route met natuurschoon honderden kilometers achter elkaar mogelijk is in dit dichtbevolkte en economisch ontwikkelde deel van Europa. Ik kan me haast niet meer voorstellen dat ik het grootste aantal van mijn kilometers de afgelopen dertig jaar gemaakt heb op wegen die juist gedomineerd werden door auto’s! Een klein stukje te drukke weg ervaar ik nu als verstoring!
Het Duitse land is me inmiddels wel vertrouwd. In beeld overdag, in eten ’s avonds en hoe de maatschappij functioneert. Ordnung muss sein. Beter kan ik het niet samenvatten. Ik voel het in alles. Zo is en heeft het land zich opgebouwd en rendeert het.
Wel grappig dat de middenstand nog zo belust is op contant geld. Campings hebben vaak geen pinautomaat, horeca lijkt ook liever flappen te ontvangen. En kijkend naar leegstand in dorpjes heeft de middenstand het ook hier niet makkelijk. Als ik dan naar het aanbod van de producten kijk in de etalages en wat daar allemaal voor gedaan moet worden in termen van voorraad en risico nemen. Ze kunnen simpelweg gewoon niet op tegen de internetaanbieders. Het komt de leefbaarheid niet ten goede.
Onderweg zijn er weinig gelegenheden te foerageren. Voor het eerst een lunch bij horeca. Het is gewoonweg niet mogelijk iets gezonds uit te kiezen rond het middaguur en de meeste medegasten zitten al aan grote potten bier! Het is niet zo schrijnend als in Amerika, maar obesitas is hier een echt probleem. Kan niet anders met de eetcultuur die ze er op na houden. En ook de porties van eten en drinken zijn immer groot. Te groot!
Ellwangen is een aardig plaatsje. Een ijsje mag er wel in bij aankomst. Op de camping even buiten het stadje staat de tent snel, douche ik me helemaal fris en is het ’s avonds aangenaam toeven op het terras van en Italiaan. Morgen weer verder, nu al zin om die kilometers te gaan vreten dieper het Duitse zuiden in!
Maandag 25 juli 2016: Ellwangen – Dillingen an der Donau
Gereden afstand: 73 kilometer – Totaal gereden: 695 kilometer
Vroeg op. Een rustige ochtend. Irma is zo slim geweest twee stoeltjes te ritselen. Dat geeft een wereld aan comfort….. Volgende keer toch maar een stoeltje meenemen….. Het brandertje snort tevreden, de crackers met jam smaken prima, Irma heeft gisteren bij het ontbijt ook nog twee eitjes meegesmokkeld, de koffie is lekker. Heerlijk zo’n ochtend. Er zijn meer fietskampeerders. Iedereen heeft z’n eigen ritueel, maar het komt in essentie op hetzelfde neer!
In het begin zitten wat klimmetjes, maar het is allemaal goed te doen. Juiste verzet kiezen, rustig tempo. Boven gekomen ontspinnen zich mooie vergezichten onder dramatische luchten. Ben benieuwd of het vandaag droog blijft. Het gaat lekker. Eigenlijk ongelooflijk al bijna 700 kilometer zo autoluw en weg van civilisatie te kunnen fietsen in zo’n ontwikkeld land. Mooie route.
Bij een supermarkt is het lekker inkopen. Yoghurt, blauwe bessen, een fris pak melk, de benen even rust. Makkelijk dagje zo. Die paar spatjes regen deren niet. Een prachtige dag. Dillingen bekoort niet direct. Een ongezellige camping, zo lijkt het. Als de eerste fietsers komen stroomt het veldje snel vol. Irma en ik kiezen eieren voor ons geld en zetten de tent snel op. Binnen twee uur staat het mud vol! Ook het terras is afgeladen. Enfin, aangenaam toeven, al stelt het eten niet al te veel voor.
Dinsdag 26 juli 2016: Dillingen an der Donau – Augsburg
Gereden afstand: 50 kilometer – Totaal gereden: 745 kilometer
Vandaag weinig kilometers. Toch vroeg op. Spulletjes wegruimen, Irma haalt verse broodjes in het dorp, ik laat de brander pruttelen voor koffie. Het hele tentveldje is in beweging. Ieder weer in een eigen volgorde. Eigenlijk is het hetzelfde als in een haven, al dat gescharrel, alleen is kamperen net wat primitiever en eenvoudiger. Grappig de kids die al rondlopen in een wielerbroek….. spillepootjes met een zemen lap tegen hun achterste aan geplakt! Grappig ook de verhalen te horen van de ouders die dit al jaren doen: met z’n tweeën het kamp in ruimen kost al een boel tijd, laat staan dat voor het dubbele aantal of meer te doen. Kindervingers die een Thermarest niet opgerold krijgen bijvoorbeeld! En overdag ligt het tempo natuurlijk lager. Naarmate ze harder gaan fietsen dan paps en mams krijgen ze meer bagage mee te torsen om het ‘gevaar’ van demarrages te elimineren! Leuk.
De alpen kondigen zich nog niet aan…. boerenland, afgewisseld met wouden. De paden zijn kaarsrecht, een oud treinspoor volgend. Een enkel gebouw doet denken aan een oud station. Het gaat hard, conditioneel gaat het lekker. De dreigende voorspellingen voor het weer deze dagen vertalen zich net als gisteren in een paar dikke druppels, meer niet.
In plaats van om Augsburg heen te rijden lijkt het Irma en mij leuker Augsburg te bezoeken. Een hotelletje in het centrum. Ik douche me helemaal schoon, laat de tent luchten en ook de kleding ontkomt niet aan een wasbeurt. Tegen vieren de stad in. Een wandeling, een Weizen en eten bij een Italiaan. Mijmeren om misschien volgend jaar de Great Divide te gaan fietsen……
Vroeg terug naar de kamer. Augsburg is vooral fraai in de residentiele wijken. Prachtige huizen, rustige straten, veel groen, alles perfect onderhouden.
Woensdag 27 juli 2016: Augsburg – Ammersee
Gereden afstand: 60 kilometer – Totaal gereden: 805 kilometer
Een lekker ontbijt, dat legt een basis voor de dag. Irma navigeert goed uit Augsburg langs de Lech, een rivier die ik goed ken. Pakweg 35 jaar terug ben ik twee keer met de familie Vermeulen mee geweest naar Tante Trude. Ze had een prachtig huis in Peiting met een volledige benedenetage voor gasten. Ze kwamen er graag en vaak. Ik ben een keer met Pasen geweest en een jaar later een zomervakantie. Dierbare herinneringen.
Langs de Lech ligt een fraai onverhard pad, daar gaat mijn fietshart sneller van kloppen. De Idworx dendert er lekker overheen. Het weer is wat grijs, maar prima. Niet zo warm. In een dorpje is het tijd om te lunchen. Wel fraai de middenstand, ze gaan ook tussen de middag echt dicht. Nog net voor sluitingstijd kunnen overheerlijke perziken en verse vanilleyoghurt bij twee stalletjes gescoord worden. Nog een broodje bij de bakker, het feestje is compleet. Lekkere momenten ook. Meer dan de helft kilometers van de dag in de benen, nog wat te gaan.
Een ouder stel met elektrische fietsen stopt. Een gezellig praatje. Leuk dat zij deze vorm van vakantiefietsen nog steeds doen. Het is nog even doortrappen naar de Ammersee. De camping is groot maar heeft een mooi veld voor trekkers. ’s Avonds eten Irma en ik lekker met uitzicht op de Ammersee en horen het in de verte donderen. Het is vochtig. ’s Nachts tikt de regen langdurig tegen het tentdoek. Ik slaap heerlijk en droog.
Donderdag 28 juli 2016: Ammersee – Garmisch-Partenkirchen
Gereden afstand: 88 kilometer – Totaal gereden: 893 kilometer
Lang geslapen. Half acht op. Irma heeft broodjes gehaald, een rustig ontbijt. Het opkomende zonnetje droogt het tentdoek. Fietstassen in rommelen en gaan, een dagelijkse routine die niet verveelt.
Een stuk langs de Ammersee en vervolgens door een vallei richting de Alpen. Voor het eerst zijn ze te zien. Aan het eind van de vallei rechts van me moet Peiting liggen. Het is te ver om een kijkje te gaan nemen. Maar er liggen heel wat voetstappen van Paul en mij. Iedere dag helpen bij de boer Heini met koeien melken, inkopen doen in Shongau, wandelen langs de Lech en de vele uitstapjes in de omgeving. Sferen die ik goed ken, ook al is het inmiddels tientallen jaren terug. De beschilderde huizen bijvoorbeeld in plaats van de vakwerkhuizen, de koeienbellen, maar ook het soms drukkende weer.
De Alpen komen meter voor meter dichterbij. Ja, dit is het landschap waar ik van hou. De snelstromende rivieren, zuiver fris en koud water, gekleurd door sedimenten van erosie, de eerste Alpentoppen, de dramatische luchten in vele tinten wit, grijs en wat stukjes blauw. De vele tinten groen van de velden, de bomen en de contrasten met de kleuren van de akkers. Mooi.
Inmiddels komt Garmisch dichtbij. Over een onverhard pad scheuren Irma en ik over het steenslag heen. Dwars door een kudde koeien heen. Dit is genieten. Het is ook harder werken met meer hoogtemeters, maar dat is iedere druppel zweet waard. Ik zei het al, mijn fietshart gaat sneller kloppen…..
De afgelopen anderhalve week waren erg mooi. Ik had het niet willen missen en het voelde ook als een unicum om zo autoluw te kunnen fietsen door een dichtbevolkt land. En het kleurde voor mij een stuk Duitsland in dat ik, behoudens Beieren, minder goed ken. Maar het is uiteindelijk het ruigere landschap waar ik voor ga. Dat is harder werken, vaak in condities die oncomfortabeler zijn, met geen tot minder voorzieningen. Misschien is het verschil wel dat de infrastructuur van deze route volledig door de mens is gecreëerd en onder controle is. Andere routes die ik fietste, vaak op andere werelddelen, waren op wegen of paden die de mens op de natuur heeft moeten bevechten. Enfin, wat mijmeringen. Fijn in de bergen te zijn beland.
Garmisch ben ik destijds met Paul ook geweest. De schans, maar vooral de tocht met de radartrein heen en de gondel terug naar de Zugspitze hebben een blijvende indruk op me gemaakt. In het centrum drinken Irma en ik een biertje. Ik stuur Paul een sms. Een warm gevoel maakt zich van me meester. Harry en Leny, zijn lieve en zorgzame ouders, inmiddels overleden. En Gabrielle, zijn zus, zij heeft het leven veels te vroeg moeten laten gaan na een lange slopende ziekte. Ik kan de beelden en sferen van toen me zo voor de geest halen.
De camping is grootschalig, maar het uitzicht op de Zugspitze maakt veel goed. Winkels zijn vlakbij, heerlijk om eens voor het tentje te picknicken met wijn, salade, kaas en nog wat versnaperingen. Om tien uur ’s avonds trekt de hemel open. Een prachtige hemel vol met sterren, de top van de Zugspitze goed zichtbaar, in de verte het geraas van de rivier. En geen muggen, ook wel eens fijn!
Vrijdag 29 juli 2016: Garmisch-Partenkirchen
De supermarkt is dichtbij. Irma heeft lekkere yoghurt en blauwe bessen gehaald. Met het opkomende zonnetje en zicht op het Alpenlandschap is het aangenaam wakker worden. Want oh wat kan ik van een andere planeet lijken te komen ’s ochtends als ik in de spiegel kijk.
Fietsen of de Zugspitze op? Ach, al weer bijna een week of de fiets. Een dagje rust, prima. Voor mij een tocht met enige nostalgie. Destijds ben ik met Paul en zijn moeder Leny naar boven gegaan. Harry, zijn vader, bleef beneden. Vandaag maken Irma en ik precies dezelfde trip. Er is hier immers niets veranderd. De tandradtrein omhoog, die pakt per meter zoveel hoogte. Het voelt een beetje als een Marklin-baan…… Boven op 2.600 meter is het een stuk frisser. Het uitzicht is niet vrij, maar wel fraai. Eigenlijk is de natuur ook hier helemaal in cultuur gebracht. In de winter is het een druk skigebied. De pistes zijn goed te zien.
Het gondeltje naar de top gaat op in de wolken. Boven is er niets te zien, op circa 2.900 meter! Gauw een niveautje terug en lekker in een stoeltje genieten. Het is mooi. De tocht met de gondel terug is weer imposant. Bungelend in een cabine duizenden meters boven het dal. De moeite waard al stonden de beelden nog op mijn netvlies gebrand van de vakantie met de familie Vermeulen.
In het centrum van Garmisch smaakt een biertje goed. Ben begonnen in Moon Palace van Paul Auster, een favoriete schrijver van me. Het pakt me meteen. In het avondzonnetje wat eten voor de tent en ik lees verder, het leven is goed.
Zaterdag 30 juli 2016: Garmisch-Partenkirchen – Stams
Gereden afstand: 68 kilometer – Totaal gereden: 961 kilometer
Pas half negen op, laat. De boel in rommelen, ontbijten en pas kwart over tien op de fiets. Het is direct heel fraai. Wel iets drukker met verkeer, maar het uitzicht op de imposante bergen, de snel veranderende luchten, de tinten groen, de ingetogen bouw en kleuren van de chalets. Het is een mooi gebied. En ik merk dat ik lekker fiets. Mijn benen voelen goed, ben helemaal in gefietst. Ook Irma trapt lekker door.
Soms zijn de klimmetjes wel kuitenbijters met percentages van tegen de 10%. Allemaal niet lang, wel even werken en zweten onder de indringend brandende zon. Een lunch in Mittental in het park waar ook een leuk Nederlands gezin uit Leersum neergestreken is. We komen elkaar nu al anderhalve week met regelmaat tegen. Fietsers onder elkaar. Ook de lunch lijkt hetzelfde. Yoghurt, melk, vruchten, een broodje om de energievoorraad weer aan te vullen!
Nog een flinke klim en een lange steile afdaling. Ik ben zo blij met de schijfremmen, ik heb nog nooit zoveel controle gevoeld met het afdalen. Een stop bij een supermarkt op z’n Amerikaans. Wat kouds uit het rek en vers fruit. De camping ligt tien kilometer verderop in het dal. Een prachtig plaatsje met een mooi klooster. De plek voor de tent is prima, verder veel Nederlanders en Oostenrijks vermaak. Zaterdagavond grillavond met begeleidende muziek. Enfin, dat zal wel tot laat vanavond doorgaan!
Zondag 31 juli 2016: Stams – Ried
Gereden afstand: 63 kilometer – Totaal gereden: 1.024 kilometer
Half acht op. Met dreigende regen in de lucht maken Irma en ik tempo. Precies voor de eerste druppels vallen zit alles in de tassen! Het afdak is de pleisterplaats voor wel drie Nederlandse gezinnen die ook richting Italië fietsen. Mooi zoals ze het doen. Ieder op eigen wijze. Ook wel lachen. Een van de ouders zei me vanochtend: ‘het feit dat we met vier paar handen zijn betekent niet dat ze allemaal productief zijn bij het kamp afbreken….’ Veel betekenend haalde hij daarna de buitentent van de ‘kindertent’ af, na ze eerst ontkoppeld te hebben van stroom!
Half tien is het droog, gaan! In het spoor van hetzelfde gezin die best goed tempo maken. Een rijk gezicht ook. Paps, mams, zoon en dochter, ik schat ze midden tieners. Zij zelf hebben de tocht voor de kinders al eens gemaakt en willen het hun zoon en dochter mee geven. Paps voorop met zoon naast zich, de dames in eenzelfde opstelling erachter.
Hoewel het klimmen is, gaan de kilometers snel onder een bedrukte hemel met af en toe een spat vocht. Soms een steil stukje, maar ik pak iedere hobbel makkelijk. Eigenlijk zit ik heel lekker op de fiets. Voor de vakantie al wat kilo’s kwijt. Het scheelt, vooral berg op. Na een dikke veertig kilometer scheiden de wegen met een hartelijke zwaai.
De lunch zet net niet aan. De kaart in Oostenrijk is niet makkelijk. Of vet of veels te licht. De soep is lekker, het witte broodje ook, maar een paar kilometer verderop klap ik zo wat uit elkaar. Irma ook. Gelukkig zit er nog wat brood in de tas met chocopasta. Lekker!
In Ried zit een leuke camping, maar de regen valt inmiddels met bakken uit de hemel. De voorspelling voor de avond en nacht is niet veel beter. Even overwegen Irma en ik dan toch maar het tentje op te zetten. Maar op booking.com oogt een Gasthof voor niet veel meer dan hier voor een camping betaald moet worden beter! En hoe. Aan de warme douche met harde stralen komt geen einde. In het sop wassen m’n fietskleren automatisch mee. Alles weer schoon. Buiten regent het pijpenstelen.
In het restaurant beneden smaakt een Weizen goed. Net als gisteren druppelen de Nederlanders binnen! Ook in Oostenrijk heerst een vette eenvoudige keuken. Best, maar inmiddels verlang ik naar Italië!
Maandag 1 augustus 2016: Ried – Glurns
Gereden afstand: 67 kilometer – Totaal gereden: 1.091 kilometer
De lucht is nog bedrukt, maar lekker fietsweer. De eerste twintig kilometer gaan geleidelijk omhoog. Door boerenland en weides die van niemand lijken te zijn, al zal de maaier van een of andere boer er van tijd tot tijd wel overheen gaan voor de voorraad hooi voor de winter. Bij een lokaal winkeltje scoort Irma nog twee bananen. Klaar voor de klim.
De Reschenpas is niet hoog, een dikke 1.500 meter. Het enige echte klimwerk strekt zich uit over 6 kilometer met een percentage van 7%. Werken, maar goed te doen. Krijg er wel een Europees gevoel van. Van Oostenrijk naar Zwitserland, terug Oostenrijk in, een paar meters Italië en weer Oostenrijk. Een Europese Gemeenschap is een schoon goed. Dat moet zo blijven!
In Nauschen zit het ergste klimwerk er op. De MPreis-supermarkt lijkt wel een pleisterplaats voor fietsers. Ik tel er wel tien. Het is er lekker shoppen voor vers fruit, melk, broodje, yoghurt en waarom eens een keer niet, pindakaas. Ik schreef het al eerder. Het zijn momenten waar ik enorm van kan genieten. De benen hebben al wat gedaan, nog wat werk voor de boeg. Genieten van het lokale gebeuren.
Bij het hoogste punt staat geen markeringsbordje. Terecht, het voelt niet als een Alpenpas. Italië! Een prachtig meer, het mooie fietspad zet zich voort, de zon is daar. Afdalen. Het ademt direct andere sferen. Ook het landschap oogt rijker, ruiger, hoger met meer contract tussen natuur en invloed van de mens. Toch blijft alles als Oostenrijk voelen in Sud-Tirol. Een bewogen geschiedenis. Tweetalig is het gebleven!
Glurns is een prachtig plaatsje, nog volledig ommuurd van eeuwen terug. Even daar buiten ligt een schitterende camping. Luxe met een schitterend uitzicht vanuit het dal. Er staat een fikse wind. Ik douche me helemaal schoon. In het dorp treffen Irma en ik fietsers die al vanaf het begin ons pad kruisen. Veel fietserspraat! Naarmate de avond vordert trekt het fris op, tijd om te gaan slapen.
Dinsdag 2 augustus 2016: Glurns – Merano
Gereden afstand: 70 kilometer –Totaal gereden: 1.161 kilometer
Irma heeft al brood gehaald bij de bakker als ik wakker word. Lekker lokaal brood. Volkoren met cummel. Heerlijk. Koffie komt van de overburen. Echte campinggangers die het allemaal maar onwerkelijk vinden wat Irma en ik doen. Ik krijg wel vaker die vraag van andere fietsers….. of het wel genoeg uitdagend is om hier te fietsen als je al op zo veel andere plekken in de wereld geweest bent.
Eigenlijk best een interessante vraag. Het wow-gevoel heb ik deze vakantie niet. De natuur is fraai, maar nimmer overweldigend en zo door de mens gecontroleerd c.q. gemanipuleerd. In de afgelopen dagen zijn daar nog eens pakken toeristen bij gekomen die zich overdag op dezelfde wegen en ’s avonds in dezelfde plaatsen ophouden. En jeetje, wat is het elektrische fietsen in opkomst…. Ik mis dan wel eens de stilte en verkozen eenzaamheid van het fietsen en alleen in de natuur zijn. Het zal links of rechts best kunnen, maar wildkamperen is hier niet bepaald de bedoeling c.q. staan borden dat het verboden is! Daar tegenover staan de geneugten van de geciviliseerde wereld. Een warme douche, het gemak van de winkels en restaurants.
Wat als een paal boven water blijft staan is het plezier in het fietsen. Iedere dag weer enorm veel zin de kilometers te maken. Mooi dit zo samen te kunnen doen, bevangen door en in eenzelfde passie. En de langere kennismaking met Duitsland en geleidelijke overgang van het landschap te ervaren blijft iets wat mooi is. Nu op eigen wielen in Italië te zijn laadt me met energie met nog best wat tijd voor de boeg om verder te geraken. En wat me tegelijkertijd bevalt (c.q. kennelijk een positie is die me bevalt) is een outsider te blijven of een observant te zijn van wat ik rond me heen zie. Geslaagde vakantie? Ja!
Vandaag is makkelijk. Vooral afdalen langs appelgaarden. Eindeloos. Het schijnt een van de grootste regio’s te zijn van appelproductie. Soms een plant waar kratten eindeloos opgestapeld staan of appels tot moes gemaakt of sap geperst worden, alvorens geëxporteerd te worden. De route is mooi. Ook hier vervolgt de weg zich over autoluwe paden. Wel heel veel recreanten……
Merano is een mooie streekplaats. De camping ligt middenin de stad. Het is beduidend warmer dan gisteren. Maar ja, 1.000 meter afgedaald! Bekende gezichten druppelen binnen…… De binnenstad is fraai. Op een terras is het goed toeven met lokale wijnen en specialiteiten. En de roman van Paul Auster boeit me enorm. Irma en ik hebben allebei het gevoel al lang weg te zijn en nog een hoop tijd voor de boeg te hebben. Dat is vakantie!
Woensdag 3 augustus 2016: Merano – Cortaccia
Gereden afstand: 77 kilometer – Totaal gereden: 1.238 kilometer
Ik fiets het dorpje in voor brood. Het is nog lekker vroeg. Irma en ik en ook de andere fietsers rommelen de kampementen in. Blijft grappig de rituelen gade te slaan. Vandaag een makkelijke etappe. Steeds meer het dal in. Het weer is prachtig. Veel appels, heel veel appelteelt. Op de hoger gelegen velden druiven. Ik kende het wijngebied al wel, maar niet zo intensief dat druivenrassen als bijvoorbeeld gewurztraminer hier als eerste zijn verbouwd. Veel straatnamen zijn vernoemd naar de Kellereien.
Sud-Tirol mag dan wel Italië zijn, onbewogen is die geschiedenis niet. Het ademt nog steeds Oostenrijk, is tweetalig…. Maar de Italiaanse saus en levenswijze wordt steeds zichtbaarder. De mensen ademen meer ‘leven’, de infrastructuur is minder, het familieleven lijkt belangrijker, het voelt allemaal veel verfijnder. Minder degelijk, maar mooier, ook in het landschap.
Hoewel niet op de route buig ik graag af naar Bolzano voor een snelle indruk. Het blijkt een stad dat beleid heeft gemaakt van fietsen. Ik kan de stad doorklieven op mooie fietspaden. Het centrum is schilderachtig fraai. Op het plein is het goed toeven voor lunch terwijl de temperatuur omhoog kruipt.
’s Middags is het warm en nog een stukje klimmen. Ik drijf van het zweet. Het is appels en wijn all over the place. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht als ik denk aan Jacobse en van Es die ambities hebben de Tweede Kamer te veroveren: ‘Dan mot je interimperen’ zegt Jacobse. ‘Wat is dat, interimperen?’ vraagt van Es. ‘Nou eh, mondelinge tomaten’ stelt Jacobse. ‘Oh, appels dus’ concludeert van Es. Heerlijk, wat waren ze toch goed!
Kalten is het centrum van de wijnbouw. Hier kan volop geproefd worden, maar dat lijkt me geen goed idee in de zon, ’s middags met nog wat kilometers voor de boeg. De afdaling naar de Kaltensee is fraai. In Auer is geen plek meer op de camping. Dan maar even door naar de volgende. In de voortuin van het huis van de campingbaas is nog plek! ’s Avonds lekker eten bij een wijnboer even verderop. Aangename gerechten en mooie wijnen van het eigen land. De avonden zijn inmiddels zwoel!
Donderdag 4 augustus 2016: Cortaccia – Loppio
Gereden afstand: 80 kilometer – Totaal gereden: 1.318 kilometer
Het ontbijt met de gister bestelde broodjes met cummel smaakt goed! En de brander blijft maar snorren op het gasblikje van jaren terug. Een tweede zit nog ongebruikt in de tas. Terug naar de rivier, dat meer het karakter van een ‘stromend’ kanaal heeft. Ingedamd om overstromingen te voorkomen, lessen uit het verleden……
Fietsen gaat lekker. Vals plat naar beneden! De zon straalt steeds warmer. Heb me voorgenomen beter te drinken vandaag. Gisterenavond bij de wijnboer dronken Irma en ik drie liter water naast de wijn! Bijtanken heet dat. Niet goed. De warmte is hier droger. Meer als in het westen van Amerika. Het is ook goed te verdragen.
Trento is een aardige plaats. Een pracht plein en nauwe stegen met bebouwing van eeuwen terug. Een lunch in het park en weer door. ’s Middags is een tegenwind opgestoken. Eigenlijk is daar de klok op gelijk te zetten dat hitte wind oproept Nu dus tegen, maar goed te doen.
Bij het Garda-meer zit een in de heuvels een leuke boeren-camping. met een fijne winkel met eigen producten. Een liter appelsap gaat er makkelijk in. Meer fietsers druppelen binnen. ‘We’ zoeken toch eigenlijk allemaal hetzelfde. Ontspanning door inspanning, rustige plekken om te kamperen zonder het massale gebeuren. ’s Avonds lekker eten en een flesje wijn. Mooi! Ik denk ook aan pappa en mamma die toen de boot weg was vaak naar Italië afreisden. Mamma sprak een aardig woordje Italiaans. Tja, ik merk zelf ook dat dit een land is dat me behaagt. Al langer kook en drink ik eigenlijk alleen nog maar Italiaans. Er zit zo veel verfijning in hun benadering van het leven.
Vrijdag 5 augustus 2016: Loppio
’s Ochtends vroeg komt de regen met bakken uit de hemel. Dat voelt onverwachts, maar komt vaker voor. Anders kan het ook niet zo mooi groen zijn hier. Gisterenavond hadden Irma en ik vandaag al als rustdag bestempeld. Wel vanuit een gedachte van beter weer! Maakt niet uit. Een laat ontbijt. Ik lees lekker verder in Moon Palace van Paul Auster.
Wel grappig. De fietsen trekken bekijks alsook de beperkte omvang van de bagage die Irma en ik meetorsen. Tja, dat is door de jaren en ervaring behoorlijk uitgebalanceerd geraakt.
Tussen de middag is het nog sprinten richting het plaatsje Mori voordat de regen weer losbarst. Het is aangenaam toeven in een lokaal restaurant. Het smaakt allemaal heerlijk. De risotto met paddenstoelen, het rundvlees, de spinazie en de wijn niet te vergeten. Ondertussen regent het flink door. Prima!
Zaterdag 6 augustus 2016: Loppio – Verona
Gereden afstand: 79 kilometer – Totaal gereden: 1.397 kilometer
Het brood van gisteren smaakt nog goed met de appeljam van de boerderij. Het weer is helemaal opgeklaard. Tijd om weer te gaan fietsen. Afdalen richting de route. Daarna schiet het lekker op tussen de fruitbomen en wijngaarden. Licht dalend, de rivier volgend, de Alpen uit. Een steile klim en de rivier Adiche leidt tot in Verona. Langzaam neemt de urbanisatie toe. Plots het plein met de arena!
Ook wel even een schok plots middenin het toerisme te zitten in een brandende zon. Hotel, fietsen de kelder in, schoon en verfrissend douchen op de kamer, tijd voor een borrel in de stad. Een Campari met ijs en een partje sinasappel gaat er wel in. Ik heb een lekker eettentje gevonden en nodig Irma graag uit. Dat smaakt heerlijk. Klassiek, maar zeer smaakvol en met goede wijn. Grappig dat ze eerst met een Zenato komen…. Die ligt thuis in de kelder.
Na het eten nog even strollen door de straten van Verona. De opera gaat voor het tweede bedrijf. Er zijn zoveel mensen op de been en het is zo heerlijk zwoel. Ja, met de fiets is een andere bestemming bereikt! Terug op de kamer val ik als een blok in slaap!
Zondag 7 augustus 2016: Verona – Montagnana
Gereden afstand: 61 kilometer – Totaal gereden: 1.458 kilometer
Het ontbijt in het hotel smaakt prima. Terug op de kamer maken Irma en ik de terugreis in orde. Volgende week zaterdag vanaf Pisa met het vliegtuig terug. De fietsen worden opgehaald door een daarin gespecialiseerd bedrijfje. Prima.
De Alpen liggen echt achter me. Verona uit rijden is wel leuk. Hardlopende Italianen in blote bast en opgerold broekje, families op weg naar BBQ-plekken langs de Adige. Mooi om gade te slaan.
De Po-vlakte, het platteland van Italie. Ik had daar altijd een saai beeld van, maar moet dat direct bijstellen. Het is fraai. De verschillende gewassen, van venkel tot mais, van appels tot kiwi’s, soms perziken en wijnranken. De dorpjes ogen rustiek, soms vervallen. Sommige huizen zijn gewoonweg verlaten. Maar het land is vol verbouwd met soms ook stallen waarin vast intensievere veeteelt plaatsvindt. De voorraadschuur van Italie.
In een dorpje is het fijn lunchen bij een bakkertje dat eigenlijk de deuren al gesloten heeft. Wat smaakt het toch allemaal lekker en wat staat het bedienend personeel toch met een warme flair achter de toonbank. Italie is toch wel een heel eigen fijn land om te zijn.
Net als andere dagen steekt ’s middags een windje op, vaak tegen. Het wordt dan zwaarder fietsen: de wind en temperatuur die flink oploopt. Best pittig. Een constant tempo pakken en veel drinken.
De camping is aardig, in de omheinde tuin van de jeugdherberg. Het stadje is een parel. Geheel ommuurd met veel bebouwing nog intact. Tja, Italie baadt in cultuur, wat een land. Ook het eten en de wijn is weer goed.
Maandag 8 augustus 2016: Montagnana – Ferrara
Gereden afstand: 80 kilometer – Totaal gereden: 1.538 kilometer
Vroeg en snel in rommelen. Het ontbijt in het centrum binnen de stadsmuren is een fijn moment. Een ontwakend plaatsje, de temperatuur nog relatief koel. Yoghurt, koffie, een croissant en fietsen. Het beeld van gisteren zet zich voort, platteland, maar aangenaam om doorheen te fietsen. Ook de omstandigheden zijn nog goed te doen en de wegen blijven rustig.
Een stop bij een groenteboer voor smakelijke perziken, het lacht je hier allemaal toe. Een plaatsje verder zit het leeuwendeel van de kilometers erop, tijd voor lunch. Ik zou willen zo’n buurtsupertje om de hoek te hebben. Het vlees, de kaas, het wordt met aandacht gesneden, een pak melk erbij en verse broodjes. Dat is lekker smikkelen in de schaduw in het dorp.
Ook hier valt me op hoeveel woningen te koop staan en zeker vandaag kwam ik heel veel vastgoed in verval tegen. Tja, de landbouw en veeteelt is naar een grotere schaal gegaan, maar zal vast over minder gezinnen verdeeld kunnen worden als inkomstenbron. Soms is de bebouwing geheel overgroeid. Ik moet dan altijd aan het werk van Lara Almarcegui denken.
’s Middags steekt de wind op en staat de zon hoog. Ik merk het niet, maar zal zoveel zweten. Ik blijf goed drinken. De camping ligt een kilometer voor Ferrata. Een camping gerund door de gemeente. Het is wat sombertjes allemaal en de muggen beginnen direct te prikken……
De stad is weer een pracht. Een oud centrum met een groot kasteel. Nauwe steegjes, soms een plein.
Dinsdag 9 augustus 2016: Ferrara – Bologna
Gereden afstand: 71 kilometer – Totaal gereden: 1.609 kilometer
Vroeg uit de veren. Alles zit snel in de tassen. Een ontbijtje van de supermarkt net buiten Ferrata. Het is prachtig weer. Langzaam daalt bij mij het besef in dat het de laatste week is, maar nog wel een week om vol van te genieten. Vandaag op weg naar Bologna!
Het platteland kan qua schilderachtigheid nu wat minder bekoren. Maar het blijft fraai om te zien wat hier allemaal naast elkaar groeit. Natuurlijk graan en mais. Maar ook velden vol tomaten, sommigen liggen te drogen, venkel, appels, perziken, kiwi’s en nog meer. En zonnebloemen. Het ene veld staat nog vol in bloei, het andere veld staat er totaal verdord bij, kennelijk voor de zaadjes of de olie?
De dag gaat hard. Plots, met het ronden van een bocht verschijnen aan de horizon de schaduwen van de Appenijnen. Die zijn voor morgen! In een van de buitenwijken van Bologna boekte Irma gisteren een hotel. Echt een congreshotel, grijs, goedkoop voor deze tijd van het jaar (geen congressen!) en erg goed en comfortabel. Aan het douchen wil ik maar geen einde maken, heerlijk, ik voel me helemaal schoon.
Op bed vallen mijn ogen spontaan dicht….. maar niet voor lang, de lokroep van een stad die ik niet ken en toch graag even kennis mee maak. Irma blijft in het hotel en neemt rust. Ik pak de bus. In een half uur sta ik hartje centrum. Goh, wat een stad, die omarmt meteen. Zo prachtig met de overdekte trottoirs, de stemmige oude gebouwen, de blikken in de steegjes, de pleintjes en de Italianen. Naarmate de middag vordert gaan steeds meer tentjes open. Ja, Italie is een fantastisch land. Eigenlijk in alles.
Ik eet wat, drink wat en geniet. Helaas gaat de bus vroeg terug, maar dat is goed. Ik drink nog wat met Irma. Vroeg slapen, morgen wordt een pittige dag!
Woensdag 10 augustus 2016: Bologna – Passo del Futa
Gereden afstand: 67 kilometer – Totaal gereden: 1.676 kilometer
Voor de zekerheid de wekker gezet. Om zeven uur aan het ontbijt, om acht uur op de fiets. Gisteren hebben Irma en ik al een stukje van de route gereden, het makkelijkste vlakke stukje! Onder een bedrukte hemel is het gelijk klimmen geblazen. De Appenijnen zijn mooi, glooiend met rondingen en nog volop landbouw. De eerste twintig kilometer zijn vals plat waarop het tempo goed te houden is. Daarna wordt het steiler. Maar het gaat lekker en Irma klimt ook goed. Eigen tempo in een gelijkmatige tred naar boven.
Met het donkere wolkendek komt de natuur niet helemaal uit de verf. Het zicht is ook niet heel goed. Jammer. Morgen zal het beter zijn. In een plaatsje is het moeilijk een tentje te vinden voor een lunch voor een hongerige fietser en het gaat nog regenen ook. Onder een afdakje is het droog, maar ik trek mijn trui aan om warm te blijven.
Irma heeft in de tas nog twee pakjes droogvoer: chicken marsala. Het smaakt perfect, niet opgegaan in Marokko. Voedzaam, warm, smaakvol! En de regen wordt verdreven door een voorzichtig zonnetje. De straat dampt na. Het blijft klimmen, soms een stukje dalen.
Om vier uur is het mooi geweest. Bestemming bereikt. Een camping die barst van de Nederlanders, maar de Heineken en zoutjes gaan er prima in. Vanavond pizza. Mij best. Tja, het blijft bij mij een haat-liefde-verhouding, het comfort en het massale toerisme. Voel me als zwerver op de fiets een outsider tussen de bungalowtenten!
Donderdag 11 augustus 2016: Passo del Futa – Monte Lupo
Gereden afstand: 86 kilometer – Totaal gereden: 1.762 kilometer
Vannacht was het fris, de slaapzak hield me warm. Ook ’s ochtends zonder de zon is in mijn dons en nog een extra wolletje aangenaam. De camping is nog in ruste. Ontbijt met verse koffie en broodjes, al zet dat witte brood niet aan voor een stevige basis voor de dag.
Pas laat vertrek nadat de kou uit de lucht is verdwenen. Rogier en Astrid, die Irma en ik al vanaf Duitsland met regelmaat treffen, fietsen mee. Voor hun is het einde ook in zicht. Van Florence treinen ze terug naar Nederland. Het is eerst stevig afdalen waarbij de remmen gepijnigd worden. Dan echt het Toscaanse landschap met de glooiende Appenijnen en de eerste lanen met cipressen. Tja, Italie is fraai, ik ga hier nog graag en vaak terugkomen!
Nog een laatste klim en afdalen naar Fiesole, een mooi plaatsje in de bergen met uitzicht op Florence. Bij wijze van afscheid gevieren eten op een terras midden in het dorp. Nog een korte super steile afdaling over kasseien Florence in, een gedag bij het centrum, voor Irma en mij sightseeing en nog wat kilometers Florence uit richting Pisa. De trein naar Pisa had ook gekund, maar het plezier in het fietsen is te groot!
In Monte Lupo is een hotelletje snel gevonden en het eettentje is voortreffelijk. Vooral gevuld met locals. Een heerlijk voorgerecht met een souffle van courgettes en krab met een roomsaus. Als hoofd rode mul en als begeleider een fraai gebalanceerde Friulano. Ach, ook nog een desert en koffie met grappa. Ik fiets het er wel weer af morgen! De uitbaters van het restaurant hebben hun hondjes opgeborgen in de auto….. ze voelen dat hun bevrijding nabij is met de uitloop van de gasten!
Vrijdag 12 augustus 2016: Monte Lupo – Pisa
Gereden afstand: 65 kilometer – Totaal gereden: 1.827 kilometer
Half acht op met het besef dat het de laatste fietsdag is. Het ontbijt is niet fietser-proof maar wordt met veel zorg aangevuld door de man en vrouw des huizes. Voor de laatste keer smeer ik mijn neus in met zonnebrand. Handschoenen aan, zonnebril op, helm, pedalen in klikken, versnelling kiezen en gaan! Heerlijk, het ritme van de afgelopen vier weken. Ik zal dat nooit zat raken al is het goed dat overal een begin en een eind aan zit!
Italie blijft leuk. De route is landschappelijk minder en drukker met verkeer, maar de plaatsjes zijn zo charmant, vooral het autovrije gedeelte. Nauwe steegjes waar alleen voetgangers en verdwaalde fietsers zich mogen begeven. Mannen zitten druk discussierend aan de koffie, kinderen spelen vrij, honden voelen geen gevaar en de oudjes zitten er ergens bij of worden begeleid door twee generaties jonger voor hun boodschappen of medicijnenbehoefte. Zo mooi dat familieleven hier.
De kilometers gaan snel. Nog net een dorpje voor Pisa ziet Irma rechts zo’n fijne winkel met delicatessen. Hier gewoon een buurtsupertje, voor mij een walhalla. Broodjes met proscuitto en Fontinakaas. Een dikke liter melk erbij, wat gegrillde groente, wat smaakt dat! Maar in de vitrine ligt bijvoorbeeld ook een reep botarga!
Hotel Moderna is echt het eindpunt van de fietsvakantie. Een eenvoudig hotel. De fietsen gaan de tuin in, bagage in de kast. De firma Soeters zal het vervoer terug naar Nederland op zich nemen. Ik moet er een beetje aan wennen de boel zo morgenvroeg achter te laten, maar het zal wel goed komen.
Pisa! Het centrum kan me niet zo bekoren na de reeks van prachtsteden de afgelopen tijd. Ja, het historische centrum en het plein met de scheve toren is aardig, maar wat als de toren niet scheef had gestaan…… was Pisa dan ook zo’n magneet geweest voor toeristen? Ik waag het te betwijfelen.
’s Avonds is het heerlijk dineren bij een restaurant waar man en vrouw de scepter zwaaien. Puur eten zonder poespas. Het smaakt allemaal voortreffelijk en inspireert me voort te gaan me enkel te concentreren op de Italiaanse keuken en wijnen.
Het zit er op! Voor mijn gevoel ben ik een eeuw weg geweest. Het is morgen ook weer heerlijk in Rotterdamse sferen te vertoeven en maandag aan de slag te gaan.