Woensdag 18 juli 2018: Rotterdam – Bishkek
In alle vroegte fiets ik mijn eerste meters van de reis. In Rotterdam, in Amsterdam. Want ik moet nog aan de slag vandaag. Ik zit midden in een intensieve design sprint voor een nieuw digitaal platform financieren van cultuur. In m’n reiskloffie schuif ik bij het ontwerpteam aan.
‘s Avonds op Schiphol doet niets vermoeden dat het hoogseizoen is. Er staan maar enkele vluchten op de rol en het is rustig. Het bekende ritueel: fiets reisvaardig maken, bagage enigszins reorganiseren, inchecken, fiets naar odd size. Middernacht, de duisternis is ingetreden. De zilveren vogel van Aeroflot staat geduldig te wachten op zijn gasten. Ik kom in andere sferen.
Het is slechts drie uur vliegen naar Moskou. Een vol weekend North Sea Jazz en nog twee korte nachten en drukke dagen voel ik wel, maar Klaas Vaak komt niet langs. In alle vroegte is het in Moskou al een drukte van belang. Aeroflot is all over the place, een moderne vloot. De Toepolev’s – vliegende doodskisten – lijken verleden tijd.
Ik heb nog nooit een voetstap op Russisch grondgebied gezet. Deze tellen ook niet. Ik kom niet verder dan twee koppen koffie en een porridge in transit. Het voelt Amerikaans aan, maar dan op communistische leest geschoeid. Ongezellig, grijs, niet efficiënt. Groots is het wel.
Van de vlucht naar Bishkek maak ik weinig mee. Ik hoor enkel kinderen huilen in m’n schemerslaap. Manas Airport – Bishkek. Bekend terrein. Bishkek revisited zoals de Britten dat zo mooi zeggen. De fiets is niet meegekomen, helaas. Twee agenten bij de uitgang herken ik, voor wat Som’s pasten zij vorig jaar een nachtje op mijn ros….
Bikepacking in het Tian Shan-gebergte in Kirgizië. Een logisch vervolg op de reis over de Pamir Highway afgelopen zomer. Min of meer de oude zijderoute volgend. Een naar het lijkt indrukwekkende onverharde route van www.bikepacking.org. Dik vier weken voor de boeg, mooi daar wat stukken van te gaan rijden. Ik zie er naar uit.
Umai House is een pleisterplaats voor fietsers. Een Belg pakt zijn mountainbike in voor de reis terug morgen. Hij is zwaar gevallen na een charge van een herdershond tijdens een afdaling. 45 km/u, zijn helm brak in tweeën, dikke korsten van top tot teen getuigen van een flinke smak. Tja, opletten. Ik ken de honden-perikelen van Ecuador.
In de tuin is het aangenaam toeven. De vrouw des huizes is behulpzaam, ze neemt de opvolging richting Aeroflot op zich. Een voedzame maaltijd, een biertje. Slapen, ik ben er aan toe.
Vrijdag 20 juli 2018: Bishkek – Karakol
Nu vind ik wel slaapzand in mijn oogkassen! Aeroflot heeft goed nieuws. Ik dacht al, het zal wel loslopen, al werd er gisteren een spookverhaal verteld over een fiets die vijf dagen kwijt was in Istanbul. De doos is aan een kant flink gehavend, maar de fiets komt ongeschonden tevoorschijn. In de schaduw sleutel ik ‘m in elkaar. Mooi. De doos, paardendeken en ‘Turkentas’ blijven achter in de garage voor de terugweg. Wel zo makkelijk.
Bij Umai House is het allemaal goed geregeld. Een prima lunch en de transfer naar Karakol is rescheduled naar 14 uur. De chauffeur is blij…. zijn vriendin reist mee. Geld wisselen, water en versnapering voor onderweg, klaar voor de start! Hij pakt de noordelijke route door het laagland van Kirgizië. In de verte doemt het Tian Shan-gebergte op en al snel zie ik het Issyk Kul-meer. Ik waan me op het speelbord van Risk. Achter een wirwar van prikkeldraad ligt Kazachstan.
Het gaat redelijk rap. De weg voelt als een Provinciale weg. Af en toe voegt een auto of vrachtwagen gevaarlijk in. De chauffeur rijdt rustig en het asfalt is redelijk. Bij een benzinestation is het niet anders dan een willekeurig tankstation in Nederland or where ever. Alleen de taal en de mensen zijn anders. Wereldwijde concepten, het Westerse leven als een ideaal…..
Ik werk op mijn iPad aan een brief. Af en toe kijk ik op om van het uitzicht te genieten. Ja, daar aan de horizon, aan de overkant van Issyk Kul, daar ga ik een maand fietsen. De toppen hullen zich in een wolkendek. Ja, er zal regen zijn, vaak in de loop van de middag.
Het wordt landelijker. Koeien versperren soms de weg. Het verkeer zigzagt er tussendoor. Zo gaat dat hier! Mooi. De uurtjes verstrijken. Zijn vriendin praat honderd uit. Schattig meisje. Ze beheerst de Duitse taal goed en ze lijkt me goed bij de pinken.
Het is donker als de chauffeur de bus voor een restaurant in Karakol parkeert. Het regent. Prima eten, mals vlees en gegrilde groente. Wat rijst en een biertje erbij. Ze vertelt dat ze voor zes maanden in Hamburg gaat werken in een bakkerij, achter de kassa. Er is weinig werk hier. Veel jongeren werken in het buitenland, vooral in Rusland. Een agentschap arrangeert haar trip voor € 500. Op hoop van zegen.
Sweethouse ligt in een buitenwijk van Karakol. De ontvangst is gastvrij en hartelijk. Elf uur, slapen. Morgen nog een dagje rust.
Zaterdag 21 juli 2018: Karakol
Bij het wakker worden waan ik me in het Zwarte Woud. 1.600 meter, de frisheid van de lucht, een voorzichtig zonnetje, het weidse uitzicht, het ruisen van de beekjes, het gefluit van de vogels, de reinheid van de kamer. In de verte de sneeuw. Acht uur, het ontbijt staat klaar. Huiselijke sferen. Het tikken van de klok. Een zorgzame vrouw des huizes en moeder, dartelende kinderen. Veel is universeel in onze wereld.
Een kalme dag. Ik schrijf in mijn dagboek, dommel wat en begin in De Opwindvogelkronieken van Haruki Murakami. Een flinke pil, al zie ik dat er niet aan af op mijn e-reader!
Karakol heeft weinig dat kan bekoren. De stad werd eind negentiende eeuw gesticht en vormt de oudste resterende nederzetting rondom het Issyk Kul-meer. Er woonden voornamelijk handelaren, verkenners en officieren van het Russische leger. Heden ten dage is het de uitvalsbasis voor bergsport en skiën.
De pot schaft een gezonde maaltijd, het lokale bier heeft maar liefst een alcoholpercentage van 11%!
Zondag 22 juli 2018: Karakol – Kyzyt Suu
Pas laat kon ik de slaap vatten vannacht. Kwart voor zeven. Enigszins vermoeid sta ik op. Zal de mengelmoes zijn van korte nachten en vier uur tijd verschil. Dat strijkt zich er vanzelf wel uit de komende dagen.
Vanochtend vroeg staat de bezienswaardigheid van Karakol op het programma, de veemarkt op zondag. Sweethouse ligt wat uit het centrum, pas laat komt een oude rode Passat aanrijden. Karakol is nog in ruste, op de veemarkt is het al vanaf de vroege ochtend een drukte van belang. Geiten, koeien, bronstige stieren, schapen, paarden. Met ontzag wandel ik tussen ze door.
De mannen keuren de dieren. De dieren ogen wat nerveus, de heenrit zal ook niet stressvrij geweest zijn….. ik zag schapen met de poten samengebonden op de achterbank van Lada’s vertoeven. Niet heel comfortabel…..
Af en toe een stofwolk als een paard of rund onrustig wordt en ‘op de plaats’ amok maakt. Heftiger gaat het er aan toe als mannen paarden testen, vermoedelijk voor de Nomad-games. Kemphanen die de edele dieren tot het uiterste drijven. Indrukwekkend, laat staan een dergelijk gevecht in volle omvang en competitie te aanschouwen.
Na anderhalf uur is het mooi geweest, een gammele taxi terug is snel gevonden. Ja, dit was de moeite waard.
Ontbijt, dat gaat er wel in. Koffie ook! Fietsen! De zon brandt flink. Water en versnaperingen bij de supermarkt van de stad. Ik sprokkel met moeite wat van mijn gading bij elkaar. Het voelt nog heel erg Oostblok. De weg Karakol uit is druk. Een weg die anywhere kan zijn. Alleen de bergen aan de horizon met soms dikke plakkaten sneeuw doen vermoeden dat dit toch een bijzonder gebied is. Van Issyk Kul zie ik niets meer.
Alle Duitse auto’s uit mijn jeugd komen voorbij. Vooral veel Audi’s! De 100 met de lage Cw-waarde, onder de 0.30 als ik me goed herinner. Ze doen oud aan en produceren smerige dampen. Net als de Mercedessen trouwens. Aan een milieuzone of een verbod op auto’s vanaf een bepaald jaartal zijn ze hier nog lang niet toe! Er wordt hard gereden, maar gelukkig niet scherp. De enkele tractor en dorsmachine verraadt dat Kirgizië verder is in z’n mechanisatie dan Tajikistan. Ook het spaarzame aanbod in de winkel vanochtend was rijker.
Bij een rotonde een stop. Er zit een winkeltje en er is een plekje met schaduw. Prima toeven voor even. Het voelt nog wat onwennig op de fiets, mede door de weinig inspirerende omgeving. Vier vrolijke gastjes zwaaien uitbundig. Ik stop en zet ze op de gevoelige plaat!
Morgen de bergen in! Toch goed vandaag de benen wat in te fietsen en te checken of de fiets helemaal in orde is.
In Kyzyt Suu zou een hostel moeten zitten. Het zit er, maar er is niemand. Een lief meisje van de naburige winkel probeert ze te bellen maar krijgt ze niet te pakken. Een oudere vrouw passeert. Ze is erg behulpzaam en maakt duidelijk mee te lopen voor onderdak bij haar thuis….
Via via over onverharde paden komt ze bij de poort van het familiedomein. Ze woont bij haar broer en zijn familie: drie generaties. Een kleine boerderij. De ontvangst is uiterst hartelijk. Al snel vult de tafel in de yurt zich: verse salade van tomaten, komkommer met fris geplukte kruiden uit de tuin, gebakken eieren, een groot stuk vlees en natuurlijk de nodige zoetigheden en koekjes. Chai ontbreekt niet. In gebarentaal en met enkele woordjes Engels is het helaas lastig communiceren.
De dame des huizes, haar schoonzus, heeft er flink de wind onder. Er is geen ontkomen aan het gastvrije onthaal. In het wasgebouwtje wordt de kachel flink opgestookt. Ik denk enkel voor warm water, maar nee, een heuse sauna wordt op temperatuur gebracht. Tja, er in dan maar. En een bos twijgen ligt klaar om vlak voor het verlaten van de sauna even flink te meppen! Ook ontwaar ik een fles wodka. Ik laat de tradities van hier lekker over me heen komen.
Inderdaad, terug in de yurt komt de wodka op tafel, ze tikt haar glas ad fundum achterover gevolgd door een stuk vlees. Ik hou een wat kalmer tempo aan! Een dochter schuift aan die goed Engels spreekt. Ze is getrouwd en dan ga je bij de familie van je man wonen! Het kunnen communiceren geeft veel reliëf op het dagelijkse leven hier.
Een andere dochter woont nog thuis, waiting on her man. Een broer en een zus werken in Bishkek. Er is hier weinig te verdienen. In veel aspecten leven ze autarkisch. Schapen, geiten, koeien, kippen en oogst van het land. De uitwerpselen worden tot plaggen gedroogd om de kachel in de winter op te stoken. Vermoedelijk brengen de kinderen centjes binnen om een auto van te kopen, aangesloten te zijn op het electriciteitsnet en huishoudelijke apparaten te kunnen aanschaffen. Slecht hebben ze het niet. De Westerse leefstijl verandert in hoog tempo de familieverhoudingen. Generaties wonen steeds minder bij elkaar.
Half tien, tijd om te gaan slapen. Het was een mooie dag. De reis is nu echt begonnen!
Gereden afstand: 41 kilometer
Maandag 23 juli 2018:
Goed geslapen. En de dag begint zoals die gisterenavond eindigde. Gastvrij! Klokke half acht komt de vrouw des huizes met het ontbijt aangelopen. Schoonzus en echtgenoot schuiven ook aan. Meloen, gekookte eitjes, gebakken mie en thee, veel thee. En natuurlijk de schaal met brood, snoepjes en honing van eigen land. Het ontbijt begint met een gebed. Tja, dat is voor mij heel lang geleden! Het is een Christelijke familie, een minderheid in Kirgizië. Wat hartelijk allemaal, het kost me moeite zomaar weg te rijden. Een glaasje wodka bij vertrek sla ik wijselijk af!
In het dorp een laatste check op proviand en benzine, ik hoop van betere kwaliteit dan in Tajikistan! Het is nog een paar kilometer het dorp uit en dan linksaf, de bergen in! Klimmen en al snel is het onverhard. Ja, hier ben ik voor gekomen. Ik moet even inkomen en zweet flink, maar het gaat lekker. En bijna geen verkeer meer, een oase van rust en frisse lucht.
Het landschap verandert rap. In de verte zie ik de sneeuw en de wolken. Hopelijk zijn de weergoden me gunstig gezind deze reis. Een enkele kudde runderen, hier en daar een boerderij, af en toe een auto. Een bord langs de weg waarschuwt voor beren, jachtluipaarden en arenden. Met eronder de boete voor het jagen erop. Beren? Ik heb er niets over gelezen…..
Bij een mooie groep rode rotsen is het tijd voor lunch. Hartkeks en water! Ik maal er niet om. De zon schijnt fier, een plekje in de schaduw is aangenaam. Door. De weg wordt steiler, het is nu echt klimmen geblazen. In korte tijd naar 3.500 meter….
Een Spaans stel haalt me in. Zo, die zijn heel licht bepakt. Ze hebben dezelfde route van internet geplukt. We hebben weinig woorden nodig.
Het landschap is alpine. ‘t Is net of ik vanochtend in Rotterdam in de auto ben gestapt en nu in Zuid-Duitsland rij! Reusachtige dennenbomen, een bulderende rivier, een lucht die betrekt met kennelijk bliksem in het volgende dal. Het groen en de bloemetjes getuigen van voldoende water van boven….
Vier uur, het is mooi geweest. Ik zie een mooi vlak plekje langs de rivier, de haringen glijden de grond in. Kamp inrichten, dons tot ontploffing brengen en ik poedel me schoon met het koude rivierwater. Wow, dat frist op.
Kirgiezen te paard jagen een kudde koeien de bergen in. Een fraai schouwspel. Een uit de kluiten gewassen zwarte stier is onwillig, maar de herdershond weet hem met aanwijzingen van zijn baas weer in het gareel te krijgen. Mooi.
Water zuiveren, brandertje aan en ik eet me warm met de lekkerste instantmaaltijd die ik ken. Kopje koffie en nog een kopje koffie. Half negen, tijd om te gaan slapen. Ik schrijf in mijn dagboek en lees wat pagina’s verder in Murakami. De regen tikt op het tentdoek, ik lig warm en droog.
Gereden afstand: 30 kilometer – Cumulatief: 71 kilometer
Dinsdag 24 juli 2018
Het onweer barstte gisterenavond nog los, maar de slaap pakte me snel. Ik ben heel diep weg geweest. Zelfs het ruisen van de kolkende rivier heeft mijn onderbewustzijn niet geraakt. Tegen zevenen, tijd om op te staan. Koffie, Brinta met muesli, melkpoeder en suiker, een stevige basis voor de dag.
Het zonnetje komt achter de bergen vandaan en warmt het kamp aangenaam op. Twee schatjes komen te paard aan. Broer en zus vermoedelijk van de yurt iets verderop. Nieuwsgierig en verlegen tegelijkertijd.
Fietsen. Bergop! Het is stuiteren over het keienpad. Ik zei het gisteren al, soms waan ik me in de Alpen. Alleen de Milka-koeien ontbreken nog! Het landschap is werkelijk schitterend. Gelukkig neemt het stijgingspercentage wat af, de kilometers gaan iets sneller.
Lunch met uitzicht op een yurt. Het dagelijkse leven kan ik goed gadeslaan. Paarden en koeien melken, twee ovens waar denk ik brood in gebakken wordt. Meerdere generaties zijn in touw. Ze hebben een auto, een Lada Niva. Af en toe zal er wel eens een koe naar de markt gaan, naast melk. Bij iedere yurt zie ik melkbussen staan. Vanochtend zag ik een oude legergroene Russische bak de melk ophalen.
Door fietsen. Uit de achterrem is plots de kracht verdwenen. Ik zie dat olie uit het reservoir is gelekt. Mmm, niet zo mooi, ik zal de komende dagen voorzichtiger moeten fietsen. Kennelijk is de olie door de intense zonneschijn vloeibaarder geworden en hebben ze het reservoir onvoldoende vast gedraaid. Gelukkig kan ik dat nu zelf repareren, maar heb dan in het volgende plaatsje wel remolie nodig!
Soms passeert een Kirgies te paard, kleintje erbij, prachtig gezicht. De dag schiet op, de kilometers tikken langzaam aan. Klimmen, klimmen, klimmen. De hoogtemeter passeert de grens van drieduizend meter! Ik zag het al aan het ruigere landschap, de boomgrens is in zicht. Het weer voelt onstabiel. Maar dat is normaal hier. Af en toe vallen spetters, afgewisseld door zon.
Ik wist dat er rivieren overgestoken moesten worden. Dit is wel een hele pittige. Het water kolkt werkelijk. En het is niet een rivier, het zijn er meerdere! Ik ga op verkenning uit en trek mijn slippers aan om voorzichtig de waterdiepte te peilen. Zo, wat een kracht! Ik weet het nog van de trektocht in het Noorden van India bijna 25 jaar terug nu. Kniehoog trekt de mens niet, laat staan met fiets en al veilig de overkant te bereiken…..
Shit, ik blijf met een slipper haken…. zoef, die is weg. Ik zie ‘m op de golven meedansen het dal in. Mmm, weer niet zo mooi. Met de fietsschoenen aan dan maar, er zit niets anders op. Het geeft veel betere grip. Tja, de Crocs met een riempje rond de hiel vond ik te zwaar om mee te nemen. Nu betaal ik de rekening.
Ik laad de fiets af en breng de tassen in een paar transporten veilig naar de overkant. Per transport is dat vier rivieren doorwaden, maal twee! En dat drie keer…. Het water is koud, koud, koud. Af en toe neem ik een moment pauze om m’n voeten en kuiten weer op temperatuur te laten komen. Vooral de eerste doorwading is spectaculair. Gelukkig geeft een boomstam iets van houvast, anders was het niet te doen geweest. De fiets bewaar ik voor het laatst. Op de schouder, huppetee! Het lukt.
Al dit gedoe heeft twee uur gekost! Maar ach, mooie uitdaging en het geeft de reis veel kleur. Pal langs de rivier is een redelijk vlak stukje gras. Daar kan de tent mooi staan. En hoeft de fiets niet weer bepakt te worden! Het tentje staat snel en dat is maar goed ook, al rap waait er een bui over… gevolgd door zonneschijn. Zes uur, etenstijd. De brander snort tevreden, de hertenstoof verveelt niet. Koffie, nog een koffie en snel het tentje weer in. Het dondert en het bliksemt.
Binnen in de tent is het droog. Dagboekje bijwerken en nog wat lezen. Slapen. Het was een mooie dag. Morgen een zware dag!
Gereden afstand 29 kilometer, cumulatief 99 kilometer
Woensdag 25 juli 2018
Ook vannacht was het weer raak met felle bliksem en regen. Af en toe was ik even wakker, maar draaide me dan weer lekker om! Ik heb een nieuwe slaapzak van Patagonia. Heel vernieuwend. Enkel een trappelzak van dons. Daaraan een soort jas met capuchon. Idee is dat je je donsjack, dat je toch bij je hebt, gebruikt als verwarming van je bovenlijf. Zo neem je geen gram te veel mee. En met je kleding kan je variëren om het warmer of koeler te hebben. Tot nu toe bevalt het erg goed. Ik voel me ook wat vrijer dan in een mummie. En het gewicht: 600 gram. En een pakvolume van weinig! En wat ook makkelijk is, ik ben ‘s ochtends zowat gelijk aangekleed.
Zo ook nu. Zes uur, het is nog koud buiten. Een koffie en Brinta-mix warmt me op. Het ontbijt is altijd een momentje om van te genieten en even echt de tijd voor te nemen. Veel van de uitrusting is nog nat, maar het zonnetje laat zich nog niet zien. In rommelen, tassen weer op de fiets monteren, zo gaat de tijd hard. Oh, die eerste zonnestralen, die zijn van goud!
Het is klauteren geblazen. Slechts een enkel stukje is fietsbaar. Het pad ligt bezaaid met keien en rotsblokken. Soms is het zo steil dat de kracht om fiets en bagage omhoog te duwen uit mijn tenen moet komen. Uit hijgen, een slok water en weer door. Maar de natuur vergoedt veel. Of liever: alles! Het is zo mooi, zo puur en totaal onaangetast. Gisterenavond passeerden nog drie Kirgiezen te paard. Steevast vragen ze om de tijd. Tja, moderne tijd, die kennen ze hier niet. Mijn iPad zegt al een paar dagen netjes: geen service.
Metertje voor metertje, het gaat zwaar. Soms glij ik weg. Het gaat langzaam. Ik geniet intens. Plots staan er een stuk of tien paarden op de weg. Ik verstoor hun rust. De oortjes zijn allemaal gespitst. Als ik toch echt hun kant op kom, zoeken ze veilige afstand en grazen rustig door. Net als vorig jaar op de Pamir-highway zijn er weer veel marmotten. En af en toe een adelaar of zwerm zwarte kraaien. Enkel steekvliegen dissoneren in dit paradijs. Ze hebben het steeds op mijn kuiten gemunt.
Drie uur geklauterd. Nog geen zeven kilometer afgelegd. Een lunch met Hartkeks met uitzicht op een meer. What to do? 500 meter geklommen naar dik 3.300 meter. Door naar de pas op circa 3.700 meter? Het pad zal nog slechter worden en een vlak stukje om de tent neer te zetten zal er niet zijn. En tot nu toe betrok de lucht iedere dag om een uur of vier. Beter om op safe te spelen. En ach, de tassen zijn gevuld met voldoende eten!
Nog een stukje klauteren tot een geschikte kampeerplek. Best pittig als het pad geen pad meer is, maar een flink stromende beek. Natte schoenen! Maar de beloning is groot als het tentje staat met uitzicht op het meer! Onvergetelijke momenten.
De middag gaat zo voorbij. Het blijft strakblauw. Een kopje thee, wat pinda’s en weer die heerlijke Noorse instant. Bruine bonen dit keer! Slechts een Kirgies te paard passeert vandaag. Ik volg hem de berg op. Dat wordt een flinke tippel morgen. Voldaan ga ik slapen.
Gereden afstand 9 kilometer, cumulatief 108 kilometer
Donderdag 26 juli 2018
Zo mooi als de avond gisteren was, zo bewolkt is het nu. En laat, over zevenen al! Tien uur geslapen…. Dan maar wat meer tempo maken. De omgeving is zelfs onder een grijs dek prachtig. En het water, dat stroomt maar door. Met deze kracht en hoeveelheden zou je toch vermoeden dat het eens op is!
Klimmen. Hike a bike kan het beter genoemd worden. Het pad is steil, bezaaid met keien. Poeh, wat een klus. Maar als ik eenmaal in het ritme zit, valt het eigenlijk best mee. Inspannend is het zeker, af en toe moet ik echt uit hijgen. De omgeving vergoedt alles. En, straks achter m’n bureau zijn dit de momenten waar ik aan terugdenk.
Twee uur klauteren, geen meter gefietst, de teller staat op een schamele 1,9 kilometer! De zon laat zich sporadisch zien. Ik trek een windjack aan. Boven op de Dzhuku Pass, het is merkbaar frisser. Van hoogteziekte heb ik geen last. Vermoedelijk door de rustige opbouw van de afgelopen dagen.
Fietsen! Over een hobbelig pad en gelukkig is er een brug over de rivier. Nou ja brug, very basic, maar genoeg houvast om aan de overkant te geraken. Een meer ontvouwt zich, heel rustiek met op de achtergrond besneeuwde toppen. Tijd voor lunch. Brander aan, mie van Conimex. Dat sterkt de mens. Alsof de kachel in me aanslaat.
Ik had gehoopt dat het vanaf nu fietsen zou zijn. Dat valt vies tegen. De eerste paar kilometer wel, maar daarna is het een knobbelveld. Niet op te fietsen. En de route is bepaald niet duidelijk. De GPS geeft een rechte lijn aan. Het is weer trekken en sleuren aan de fiets met soms venijnige klimmetjes. Doordat de kuilen zo diep zijn is het zaak de voeten goed neer te zetten, ter voorkoming van een dubbel geklapte enkel of erger.
En zo daalt de snelheid tot stapvoets en verstrijken de uren. De vallei is breed en de horizon wordt gesierd door een prachtige keten hooggebergte. Ik zei het al eerder, dat maakt alles goed.
Bij het doorwaden van een rivier schat ik de diepte iets te optimistisch in, ik blijf net overeind…. wel natte voeten! Het maakt een volgende moeilijkere rivieroversteek makkelijker, gewoon met de schoenen aan er doorheen!
In de verte zie ik een kudde. Een van de herders komt polshoogte nemen. Zijn Duitse herder is alert. Die staat duidelijk onder streng commando. Anders dan vriendelijkheden verhindert de taal enige communicatie.
Half vijf, het liefst zou ik nog een stukje doorgaan om de metrage vandaag enig aanzien te geven. Maar er naderen zware wolken, de regen hangt al in de lucht. Snel het kamp inrichten. Net op tijd! Hoewel beschut en cosy is het binnen koud. Ik trek mijn zak kleding helemaal leeg! Ik lees verder in Murakami.
Na een dik uur stopt de regen. Tijd om het avondeten te maken in de beschutting van de tent. Kamperen onder de luifel! Mmm, hier keek ik vanmiddag al naar uit. Stamppot met rundvlees! Dagboekje schrijven, laatste rituelen van de avond, slaapzak in en nog wat lezen. Om negen uur dommel ik, net als gisteren, naar dromenland.
Gereden afstand 18 kilometer, cumulatief 126 kilometer
Vrijdag 27 juli 2018
De tochtplanning wordt wel een dingetje. Dag vijf alweer. Als de paden zo slecht blijven wordt het een hele toer met voldoende foerage in Naryn aan te komen. De keuze moet vandaag gemaakt worden. De route kruist namelijk een weg van Issyk Kul naar een goudmijn. Wellicht verstandig en de bewoonde wereld voor even lonkt stiekem….
Buiten is het koud. Het rijp siert de fietstassen. Ik hou alle lagen kleding aan. Gelukkig is er een voorzichtig zonnetje en het uitzicht is wederom prachtig. In de beschutting van de tent het bekende ontbijtmenu.
Het verloop van de ochtend bevestigt de keuze om een break in te bouwen. Het is vooral lopen geblazen en er moeten twee rivieren overgestoken worden. De plaatjes doen anders geloven, maar dat blijft best listig. Het breedste punt is het beste. Daar is de rivier het minst diep en de stroom het minst krachtig. Voetje voor voetje, zoekend naar steun onderwater. Idem voor de banden van de fiets. De stenen vermijdend, want die zijn glad. Tastend naar de bodem….
Bijna kukel ik om. Plots is het diep tot boven mijn knieën. Een kritische grens om niet met fiets en al omgetrokken en meegesleurd te worden. Het gaat net goed….. Enigszins geschrokken moet ik effe bijkomen…. Ook m’n voeten en kuiten voelen als bevroren aan! De tweede oversteek gaat gelukkig beter.
Ik beleef de natuur op deze hoogvlakte intensief. Ruig grasland, soms zompig, dan weer is de aardoppervlakte open gebarsten alsof er in geen tijden neerslag is gevallen. Er groeien kleine bloempjes. Edelweiss, paardebloemen en asters. De marmotten hebben vrij spel en waarschuwen elkaar met een hoge toon voor mijn komst. En toen ik aan het bijkomen was, stak een muis zijn kop uit een holletje.
Een weg! Fietsen! Soms passeert een karavaan van trucks. Ik waan me in de USA met al die Mack’s. Snel trek ik een Buff over mijn snuit. Wat een stofwolken trekken ze op. Bevoorrading van de goudmijn Kumtor, daar waar de mens de natuur exploiteert. De mijn is goed voor 12% van het nationaal product van Kirgizië, maar is eigendom van Canada!
Een snelle koekjeslunch langs de weg en door. Eerst klimmen, dan dalen en hoe. Ik denk wel 30 haarspeldbochten. Ik doe het zo voorzichtig mogelijk met enkel mijn voorrem functionerend. Af en toe een korte stop om weer wat gevoel in de linker vingers te krijgen en te genieten van het uitzicht. Ruig!
Een checkpoint van de politie, de boomgrens en de eerste tekenen van civilisatie zijn daar. En het wordt warmer. Heerlijk. De Barskoon Valley biedt alpine landschap optima forma. Met de rivier mee is het lekker cruisen naar beneden. Issyk Kul aan de horizon. Wat een verschil met de kou van de hoogvlakte vanochtend. Wow, Kirgizië heeft veel te bieden.
In Tamga is een hostel snel gevonden. Het wordt gerund door een Russisch echtpaar, ex-bergbeklimmers. Het is netjes en de koelkast is overdadig gevuld met allerlei soorten bier. Dat gaat er wel in. Het eten is prima, de douche is nog lekkerder. Ik spoel vijf dagen vuil van me af. Een echt bed. Slapen!
Gereden afstand 63 kilometer, cumulatief 189 kilometer
Zaterdag 28 juli 2018: Tamga
Een dag rust. Na het ontbijt de tochtplanning eens tegen het licht gehouden. Even leken de regels roet in het eten te gooien om een liftje terug te pakken voor het vervolg van de Tian Shan Traverse. Er zou een verbod gelden of speciale toestemming nodig zijn om je als toerist te mogen begeven op de weg die leidt naar de goudmijn. Volgens de heer des huizes is dat niet zo, hij geeft maandag een lift omhoog!
Ik ben echt weer even in de wereld terug. Internet is daar debet aan. Geen bijzonderheden. Govert heeft een behouden vaart gemaakt naar Peterhead in Schotland. Met veel buien en bliksem en een wandputting die het begaf. Mooi om van zijn impressies te vernemen. Zo zijn de broers lekker sportief bezig!
Tamga is zo’n stoffig plaatsje zoals ik ze vaker heb ervaren. In Alaska, Vuurland en Noorden van Chili. Er is eigenlijk niets te beleven en toch heeft het wat. De enkele winkels die er zijn maken een vrij troosteloze indruk. Ik koop een paar nieuwe slippers waarvan ik hoop dat ze in de zon niet direct wegsmelten! Enkel in maat 44, zo heeft het Politbureau kennelijk beslist! En er wordt lokale Van Gogh-wodka verkocht…. Remolie is er natuurlijk niet.
Plots klinkt uit de moskee een oproep tot gebed. Kirgizië voelt totaal niet als een moslim-land. Alleen al het feit dat alcohol all over the place verkrijgbaar is en overmatig geconsumeerd wordt!
Een tentje om wat te lunchen zit er niet, althans niet zichtbaar. Brood, wat kaas, verse yoghurt en een fles vruchtensap voor lunch. En abrikozen uit de achtertuin. Die zien er te lekker uit!
Als een dorp een gemêleerde samenstelling heeft dan is het Tamga wel. Van herkenbaar Russisch tot Chinees en alles wat er ‘tussen’ zit. Er zal in de afgelopen eeuw flink wat gemigreerd zijn al dan niet onder invloed van geopolitiek en werkgelegenheid. En ik herken de sferen van de vele verslagen van fotografen die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie Oostwaarts gereisd zijn.
‘s Middags wandel ik door de straten. Er heerst een wat gelaten stemming. Somber, net als het weer vandaag. In de zijstraten spelen kinderen, opgewekt als altijd.
Zo leeg als het hostel overdag aanvoelt, zo levendig wordt het tegen het einde van de middag. Russen en een enkel Frans stel. Buitensport domineert. En, geen kamer wordt afgesloten! Vertrouwen in de mens. Net als de turflijst voor genuttigde biertjes bij de koelkast. Het is eten wat de pot schaft. Een soepje vooraf, wat macaroni met gebakken kip als hoofdgerecht. Meloen na voor wie wil. Instantkoffie met koekjes en zuurtjes toe. Slapen.
Zondag 29 juli 2018: Tamga
Diep geslapen. Ik droom veel. Leuke dromen met komische en soms absurdistische kwinkslagen. En als ik wakker word denk ik: wow, weer een vakantiedag! Ik ben echt weg.
De gebakken eieren bevallen me beter dan de porridge gisteren. Het lijkt wel of bewolking en zonneschijn elkaar om de dag afwisselen. Het is strakblauw. Net als gisteren is er veel bedrijvigheid onder de gasten. Ontbijt, spullen worden gepakt, mensen gaan op pad, de bergen in. Het zijn enkel buitensporters die in dit dorp neerstrijken. Mijn beentjes krijgen nog een dag rust, alvorens weer het hooggebergte in te duiken.
De fietskleding is aan een wasbeurt toe. De voorraad droogvoer hoeft slechts een beetje aangevuld te worden. Genoeg voor dagen fietsen. Er gaan iets meer versnaperingen mee. Een reepje chocola bij de koffie! Wel zo lekker. In de winkels gaat alles cash zonder enige vorm van registratie. Dat wordt lastig belasting innen! Ik maak nog snel een foto van een schatje op straat.
Een rustige middag. Wat correspondentie. Even contact met Ronald die op Spitsbergen zit. Zijn foto’s spreken boekdelen. De schrik voor ijsberen zit er bij hem flink in. Er is van de week een Duitser gepakt….
Het waait en het regent. Een goed moment voor bier en chips. Die verbrand ik wel weer de komende dagen. Wat eten en op tijd slapen. Morgen terug de arena in. Zin in!
Maandag 30 juli 2018
Half zeven ben ik wakker. Verontruste berichtjes op mijn telefoon. Gisteren is er een auto ingereden op een groep vakantiefietsers ten zuiden van Dushanbe in Tajikistan. Niet duidelijk is of het een ongeluk of een terroristische aanslag is. Vier doden, waaronder een Nederlander van 56. Zijn vrouw ligt gewond in het ziekenhuis. De Telegraaf meet breed uit. Ja, schrikken. Gedachten die natuurlijk ook wel eens door mij heen zijn gegaan. Heel triest en confronterend. Zelfs de president van Tajikistan heeft gereageerd. Hij vreest natuurlijk voor het toerisme in zijn land. Of, slechter gedacht, gebruikt dit in zijn campagne voor zijn eeuwige heerschappij over het land.
Opstaan, vroeg ontbijt, de fiets reisvaardig maken. Ook een groep maakt zich op om te vertrekken. Wat een drukte en blij dat ik daar niet tussen zit!
De man des huizes haalt de tweede achterbank uit de Mercedes Sprinter. Zo ontstaat genoeg ruimte voor de fietsen. Ze staan stevig. De rit terug de bergen in is me bekend. Het gaat snel. Onderweg zie ik nog twee fietsers die hun weg omhoog trappen. Ik vind de lift prima. Het klimwerk heb ik al gedaan via een veel inspannender route!
Terug op 3.600 meter is het guur. Het heeft gesneeuwd en het hagelt. Iets verder dan het eindpunt afgelopen vrijdag stopt de lift. Ik trek gauw wat warmers aan. Fietsen! Het is niet ver meer naar de Arabel-pas. De afdaling is steil, het pad modderig.
Binnen een uurtje laat de zon zich gelukkig voorzichtig zien vanachter de wolken. Weldadig. Goed moment ook voor een lunch. De brander snort tevreden. De Russische mie smaakt prima. Het water gefilterd en weer door.
Het landschap is ruig en sereen tegelijkertijd. Misschien komt het wel door het groene tapijt aan gras dat er ligt in de brede vallei. Het geeft de omgeving iets zachts. Het spoor is gelukkig veel beter fietsbaar dan vorige week. En ik merk hoe fijn het is vering te hebben. Die vangt heel veel klappen en onregelmatigheden op.
Een kudde schapen. Zoonlief is de herder en komt nieuwsgierig een kijkje nemen. Zus en jonger broertje komen uit de yurt. Tja, hij beheerst zijn paard goed en zal zijn leven vermoedelijk hier slijten. Voor ons Westerlingen haast niet voor te stellen.
Enkele rivieroversteken creëren natte voeten. Een bekend gevoel inmiddels. De vallei meandert prachtig door het gebergte. Het spoor meandert mee. Fijn fietsen.
Ongemerkt is de dag opgeschoten. Vier uur. Mooie tijd een plekje voor de tent op te zoeken. Naast de rivier is fijn voor water, afwas en zo. Er waait een flinke wind en als de zon weg is wordt het fris. Al het warms dat in mijn tas zit heb ik aan. Eten, koffie, reep chocola, wat lezen en slapen!
Gereden afstand 27 kilometer, cumulatief 216 kilometer
Dinsdag 31 juli 2018
Pas half acht op. Ik ben een enkele keer wakker geweest, maar draai me dan weer net zo makkelijk om. Het heeft fors geregend vannacht, nu schijnt de zon. En hoe. Momenten om van te genieten. Geen haast dus deze ochtend. Lezen, luieren, kop thee, rust. Er is echt niemand! Ja gisteren een Fransman op de fiets en enkele herders. Bijzonder. Het voelt alsof ik het hele Alpen-massief voor mezelf heb.
De middag is als de ochtend. Eitje bakken, verse abrikozen verorberen en lezen, veel lezen. Dik 400 pagina’s Murakami!
Het leven aan de grond is minder rijk dan vorige week. Toen sierden onder meer Edelweiss de aardbodem en zag ik tal van vlinders. En de marmotten, sommige volgevreten, hadden het rijk alleen. Hier niets van dat al. Soms een voorzichtig blauw bloempje dat ik niet kan thuis brengen en heel veel kevers. En nog een enkele verdwaalde horsefly. Rotbeesten die ongetwijfeld hun rol vervullen in de biologische keten. De hele reis heb ik nog geen mug gezien! In die zin had de binnentent niet mee gehoeven. Maar het slaapt wel zo cosy.
Zodra de zon weg is wordt het koud. Alles aan. Negen uur: slapen!
Woensdag 1 augustus 2018
Vannacht ben ik drie keer een moment wakker geweest. De eerste keer hing de maan boven mijn voeteneind, de tweede keer bij mijn hoofdeind, de derde keer was het licht. Half zeven, tijd om op te staan. Iets stijfjes in de gelederen van het slapen op het matje en gisteren in ongunstige posities lezen. Een voorzichtige zon warmt het kamp op. Acht uur tien vertrek. Een record.
De ochtend is prachtig. De rijke schakering aan tinten groen doet zacht aan onder het diffuse licht van wolken en zon. Een herder laat zijn schapen los en jaagt ze het groen in. Een prachtig schouwspel. De symbiose tussen zijn fluitsignalen en de reacties van zijn hond. En de immer uit waaierende vorm van de kudde. Wel de goeie kant op!
Een Frans gezin passeert. Vader, moeder, zoon, dochter. Al een maand fietsen ze door Kirgizië. Het is fijn impressies uit te wisselen. Mooi zoals zij het doen. De kinderen zullen vast niet alles leuk vinden, het zal een ervaring zijn dat hun leven lang zal bij blijven. Sterk dat de ouders dit durven doen.
Even verder een verlegen jongeman te paard. Tot twee keer toe hitst hij met zijn herdershond kuddes koeien en paarden op naar een volgende helling. De herdershond maakt steeds omtrekkende bewegingen, houdt de dieren bij elkaar. Daniel is nieuwsgierig en komt m’n kant op. Zijn hond vindt het goed en wacht geduldig op een volgend commando.
Ik vergeet haast de omgeving te beschrijven. Kilometer na kilometer, het is zo fraai. En zo puur. Steeds is er wel ergens sneeuw te zien. Een enkele yurt, verscheidene kuddes. En de rivieren doorklieven in zilver het landschap. Weer een dag van goud!
Drie jonge herders. Ze vertonen hun kunsten met de paarden. Tja, zo jong, zo volleerd. Vermoedelijk is dit hun bestemming, hun plek, hun werk. Haast niet voor te stellen.
Een Nederlands stel passeert. Ze vertellen dat het voorval in Tajikistan geen ongeluk, maar een wrede aanslag was. Tja, het had er al alle schijn van. Naast alle ophef in de media zal dit een schokgolf geven binnen de wereldfietsers. En veel vragen oproepen.
Vier uur. Tijd om kamp te maken. Er hangt regen in de lucht. De wind trekt flink aan, maar de tent staat snel en stevig. De ervaring leert inmiddels dat na een al dan niet felle bui het weer snel gunstig omslaat (en omgekeerd helaas!). Afwachten in de tent dus met wat pinda’s onder handbereik. De zon keert gelukkig terug en creëert warme avondkleuren. Het blijft langer aangenaam. Circa 2.750 meter hoogte, bijna 1.000 meter lager dan eergisteren.
Gereden afstand 53 kilometer, cumulatief 269 kilometer
Donderdag 2 augustus 2018
Het rijp zit op mijn fietstassen. Maar ik heb als een vorst geslapen, dik negen en een half uur! De bergen hullen zich nog in de wolken. Inpakken en op pad.
Ik nader de bewoonde wereld. Een voorzichtig begin van een elektriciteitsnetwerk, een enkele auto en soms een woonhuis. De kuddes zijn groter. Vermoedelijk meer welvaart.
Het landschap wordt ruiger, dat levert prachtige vergezichten op. En fraai fietsen. Geen gemakkelijke dag. Er moet nog best wat geklommen worden. En het is warm. In een veld springen de sprinkhanen rond alsof het ze een lieve lust is. Even denk ik dat er wat aanloopt tussen mijn spaken, zij zijn het! Ting ting!
In de lucht zweven met regelmaat enorme adelaars. Indrukwekkend.
Half drie is het mooi geweest. Er loopt een stroompje. Tent op en een kalme namiddag. Ik lees verder in Murakami. Op de wind is geen peil te trekken. Hij komt in vlagen en is veranderlijk. En dan weer windstil. Het lijkt een rustige nacht te worden als ik de hemel mag geloven.
Gereden afstand 26 kilometer, cumulatief 295 kilometer
Vrijdag 3 augustus 2018
De zon schijnt door het tentdoek, maar schijn bedriegt. Het is grijs en er hangt regen in de lucht. Snel het kamp inruimen nu het nog droog is.
Een stijve klim de vallei uit. Regen gaat gepaard met wind. Het is koud. Zeker bij de afdaling die volgt. Warm ingepakt in drie lagen wol. M’n windjack houdt de regen voldoende tegen. Oef, wat fris, af en toe moet ik stoppen. Ik heb zowat bevroren vingers van het remmen.
Een pittige stroom. In dit weer met natte schoenen verder fietsen trekt me niet bepaald. De bodem is goed te zien, dus met slippers moet het lukken. Even verder siert een prachtige regenboog de lucht. Dat maakt alles goed, want de omgeving is na al het moois van de afgelopen dagen minder inspirerend.
Een kleine shop. Ik moet erg hard op de deur bonzen voor enig leven in de brouwerij. Het assortiment is karig. Hoewel de kippen op het erf lopen, heeft hij geen enkel ei in de aanbieding. Wel pinda’s en Snickers!
Het weer blijft wat onbestemd, de omgeving ook. Ik had me een andere voorstelling gemaakt van de ‘hoofdweg’ naar Naryn. In mijn dromen daalde ik nu af met flinke snelheid! Het is een onverharde weg met veel wasbord. En geen hond op de weg! Letterlijk en figuurlijk. Het is klimmen en dalen, klimmen en dalen. Soms heel steil. Naarmate de kilometers vorderen zwelt de rivier aan. De rotsen vernauwen zich. De bomen zijn terug. Ik waan me in de Alpen of Rockies! Strak blauw, de zon schijnt. Prachtig. Ik ben verwend geraakt de afgelopen dagen! En wordt dat nu weer!
Een Kirgies probeert zijn paarden de weg omhoog te drijven, maar moet ze flink mennen. Even later passeert Jeroen op de fiets. Begonnen in Georgië, onderweg naar Kazachstan. Leuk even ervaringen uit te wisselen. Bij de Wakhan-vallei is hij nog een stuk doorgefietst langs de grens met Afghanistan. Dat houd ik in het achterhoofd voor een combinatie met de Bartang-vallei….
Wel grappig. Op de vraag of ik zijn blog mogelijk gelezen heb reageert hij: ‘er zijn zoveel blogs?’ ‘Maar was jij degene die paardenbiefstuk in Osh gegeten heeft?’ ‘Ja! Mooi, dan heb ik mijn eerste lezer ontmoet!’
Een yurten-kamp. Goeie plek om te overnachten. Het weer is inmiddels stralend geworden. Morgen de rest naar Naryn. Een Nederlands gezin arriveert. Vader, moeder en studerende zoon en dochter. Voor hun een eerste grote tocht buiten Europa. Al vanaf dat de kinderen klein zijn fietsen ze. Jong geleerd, oud gedaan. Het is gezellig tafelen en een passie te delen. En goed te zien dat wereldfietsen niet vergrijst!
Gereden afstand 39 kilometer, cumulatief 334 kilometer
Zaterdag 4 augustus 2018
Ik heb goed geslapen, maar heb een wat stijve nek. Vermoedelijk van de rare manier van opmaken van het bed…. Een stapeling van dekens met onder romp en hoofd extra lagen. Half acht ontbijt. Een enorm bord rijst en geraspte groente. Not my cup of tea in the morning. De Kefir smaakt me beter!
Het eerste klimmetje is prachtig, zeker wanneer in het ochtendlicht een kudde schapen en geiten steil de bergen in gejaagd wordt…..
En de afdaling is ook direct fraai. De bergen op de achtergrond, bloemen langs de weg. Wat een start van de dag.
Gisteren de engte van het Alpine landschap, vandaag het weidse. Een brede vallei. Naryn ligt op circa 2.000 meter. Een stukje dalen nog. Het is merkbaar warmer en de vegetatie is rijker. De gemene klimmetjes zijn verdwenen. De weg is onverbiddelijk slecht. Wasbord. Het is goed spoor zoeken. Ik rammel soms zowat uit elkaar. De fietser krijgt niets cadeau in Kirgizië!
Ik passeer kleine dorpjes waar een sfeer van de zaterdag hangt. In de schaduw naast een moskee is het aangenaam pauzeren. Iedereen werkt in en om het huis. Kinderen lopen naar de kiosk voor een ijsje. Vredig, vriendelijk, rust.
Verder. Er is weinig verkeer. Een tractor uit het Stenen Tijdperk passeert. Ja, in de vallei wordt veel verbouwd. En koeien lopen vrij rond.
Was de weg door het dorp geasfalteerd, kennelijk ter voorkoming van al te veel stofwolken. Al gauw is het weer wasbord. Ik ram er over heen. Aanstormende auto’s zijn meer voortrazende mistbanken waar ik pas laat de vier ringen van Audi in kan ontwaren!
Twee dorpjes verder is het tijd voor lunch. Brood, kaas en vruchtensap. Dat smaakt goed na dagen van instant. Op een gegeven ogenblik proefde ik de chemicaliën door de koekjes heen, een nare smaak die lang bleef hangen…. Ik merk dat ik toe ben aan wat civilisatie.
Naryn, een lintstad. Gebouwd langs een rivier in een canyon. Niet een plaats om over naar huis te schrijven. Bij het eerste hotel mag de fiets enkel buiten staan. CBT, de plaatselijke VVV, heeft een betere suggestie, Datka’s Guesthouse. In aanbouw, het plastic zit nog op de stoelen, maar een heerlijke kamer. Snelle Wifi, een warme douche, wat wil een mens nog meer.
Op internet lees ik over de aanslag op de fietsers. Het amateur-filmpje sla ik maar over. Ja, dat voelt zo dichtbij. En het staat zo haaks op de gastvrijheid en vredigheid die ik dit jaar en afgelopen jaar tref in Centraal Azië. Het brengt me niet op andere gedachten qua reisplannen. De Bartang-vallei in Tajikistan ga ik in de komende jaren echt nog doen. Natuurlijk, if things get worse, dan niet. Maar dit zijn eenmansacties of splintergroepen. Die slaan ook toe in Europa. Wanneer ik op Amsterdam Centraal uitstap en trechter met een menigte toeristen de roltrap af kan zo iets mafs ook gebeuren. Of in de Thalys op weg naar Paris Photo.
Het Nomad Café is de place to behier. De pizza smaakt goed. Vanmiddag voor de CBT raakte ik al aan de praat met een dame op de fiets. Zij wandelt binnen. Leuk om samen te eten. Zij blijkt Lee Craigie te zijn uit Inverness. Een professional bikepacker. Ze traint en went aan de hoogte voor de Old Silk Road Race die 18 augustus a.s. start in Bishkek. Inspirerend en gezellig om van gedachten te wisselen en inzage te krijgen in het bikepack-wereldje.
Een biertje van de straat en slapen!
Gereden afstand 61 kilometer, cumulatief 395 kilometer
Zondag 5 augustus 2018: Naryn
Een rustdag. Twee gekookte eitjes, brood met jam en koffie. Afgepast ontbijt, maar lekker. Ik werk mijn mail bij. Niets bijzonders, nog wel een paar verontruste berichten over de aanslag.
Het vinden van een lunchplekje is niet bepaald makkelijk. Veel is dicht. De nevenvestiging van Nomad bij het station voelt communistisch aan. Veel van de kaart is niet bestelbaar, het is ongezellig en de service eigenlijk hopeloos. Naweeën van andere tijden denk ik dan maar. Bij de CBT hebben ze lekkere koffie. In de schaduw is het goed toeven op hun veranda and see the world pass by…..
Naryn is in feite een hele lange straat in een canyon waar het verkeer doorheen raast. Verder dan enkele parallelle lanen dijt de stad niet uit. Sombere functionele bouw. Sommige gebouwen hebben enige grandeur. Vermoedelijk oude partijbolwerken. Ook het plein heeft iets groots met bustes en vlagvertoon. De infrastructuur is zeer verouderd. Bushokjes, stoepen, speeltoestellen. Allemaal uit een andere tijd. De setting is fraai onder het schijnsel van de hemel en de omringende bergen.
Bij CBT struin ik lekker over de bikepacking-sites en sla het leven gade. Enkele toeristen komen aan voor informatie. Een auto met een grote kledingzak staat voor mijn neus geparkeerd. Naast de CBT zit een kapper. Jawel, de bruid komt opgemaakt de zaak uit en neemt achterin plaats, op naar haar grote dag. Mooi.
Op de kamer nog wat dutten, ‘s avonds een sjasliek. Het vlees is van voortreffelijke kwaliteit. Het bier gaat per halve liter. Op de fles staat 11%. Al het bier hier lijkt wel dat percentage te hebben. Net als de verkeersborden die een stijging of daling van de weg consequent met 12% aangeven….
Kwart over negen. Ik merk dat mijn oogjes dicht willen.
Maandag 6 augustus 2018: Naryn
Bij het krieken van de ochtend ben ik wakker. Gebakken eitjes, wat lezen. Een rustige ochtend. ‘s Middags naar de bazaar voor inkopen. Eerst wat eten bij een goed restaurant. Ik bestel Kuurdak, het nationale gerecht. Lam, gebakken ui en aardappels. Het vlees is mooi zacht. Biertje erbij, prima toeven.
De bazaar biedt een beeld dat ik ken van Osh en Murgab. Veel marktkooplui werken vanuit een 40-voet container. En de dealers zoeken elkaar op. Groenten, huishoudelijke artikelen and so on!
Een heuse supermarkt. Althans, de opzet van een supermarkt met een vrij breed assortiment aan instant en vers. Rode linzen (voedzaam en korte kooktijd!), melkpoeder, muesli, Nescafe Gold. In de niet zo heel frisse vriezer liggen kipfilets, rundvlees en vissen nog net gescheiden. Wel allemaal onverpakt! Maar ach, mogelijk zijn ze van een betere kwaliteit dan Albert Heijn kan leveren.
Ik moet een werktelefoontje plegen. Een financieringstraject voor twee kunstenaars dat ik begeleid dreigt onnodig van de rails te lopen. Met wat druk en lobby trek ik het recht. Tja, de communicatie heden ten dage. Alsof ik op mijn bureaustoel in Rotterdam zit!
Remolie is een ander doel. Ik struin de bazaar af en kom niet verder dan Dot 4. Ik was liever Dot 5.1 tegen gekomen, maar 4 moet het ook doen. Geld wisselen is een ander ding. Drie banken moesten nee verkopen. Geen geld op voorraad. De vierde bank had wel geld, maar in stapels van honderd. Een flink pak papier dus!
Alles gaat cash hier, ik zei het al. Nergens heb ik het gevoel dat er onderhandeld hoeft te worden. De prijs is simpelweg de prijs en die is laag. Een verschil met Zuid-Oost Azië.
Terug op de kamer lees ik 100 pagina’s in Murakami. Het einde nadert, al hoeft het boek van mij nog niet uit! Zo mooi geschreven. Een ogenschijnlijk eenvoudig verhaal dat treffend de mensheid raakt in al zijn sterktes, zwaktes en verderfelijke kanten. Het speelt zich weliswaar in Japan af, maar het is universeel. Zoals ik in het dagelijkse leven hier ook veel herken. ‘We’, de individuele mensen, verschillen niet zo veel in wat we in essentie willen zijn en nastreven. Politiek, systemen en overheersing is een ander ding. Als ik enkel het straatbeeld van Naryn tot me neem vertelt dat in essentie eigenlijk alles.
‘s Avonds een salade, T-bone, bier, ijs, koffie en, nou ja, een wodka toe! In principe gaat dat per fles. Kan je nagaan! Voor mij is een borrelglaasje meer dan genoeg!
Dinsdag 7 augustus 2018: Naryn
Een hele rustige dag. Opladen van de accu! Ik lees Murakami uit, begin in Amerikanen lopen niet van Arjen van Veelen, check de fiets en voer wat correspondentie voor werk. Een hapje bij het Nomad Café, biertje van de super. Vroeg slapen!
Woensdag 8 augustus 2018: Naryn – Naryn
Vertrek en dat voelt weer heel goed. Inkopen bij de bazaar, tanken bij het benzinestation (!) en klimmen. Niet zo mooi landschap als dat ik gewend ben hier, maar op naar nieuwe indrukken!
Niet voor lang. De aandrijving loopt vast….. Het voorste tandwiel zat al wat speling op. Dat heb ik zo goed als mogelijk vastgezet, maar het ontbreekt me aan de juiste sleutel. Een sleutel die je ook niet bij je hoeft te hebben…. een Ring Locker.
Ik krijg de boel weer aan de praat. Duidelijk is dat een drastischer reparatie noodzakelijk is. Terug naar Naryn dus. En dat is enkel afdalen. Gelukkig heeft Datka’s Guesthouse nog dezelfde fijne kamer.
Op naar de bazaar. Het pedaal zit knoert vast, dat krijg ik met een hefboom los bij een reparateur van banden. Nu op zoek naar een surrogaat voor de missende sleutel. Met staaldraad een U maken lijkt de oplossing, staaf er doorheen en draaien maar. Al het draad dat ik probeer buigt vrolijk mee….
Bij een andere shop vind ik twee min of meer passende schroeven die sterker aanvoelen. Een toko verder een stuk hout. Terug bij het guesthouse sleutel ik dat in elkaar. Maar bij de eerste draai barst het hout uit elkaar, ook een ander stuk hout begeeft het. De broer van de eigenaresse van het guesthouse is behulpzaam.
Met slijptol en boormachine knutselt hij een ‘soort van’ Ring Locker in elkaar. Ik heb niet het gevoel dat de ring daar loei strak mee aangedraaid wordt, maar voldoende om te kunnen fietsen en de boel weer aangedraaid te krijgen als het nodig is!
‘s Avonds eten in het tentje van zondag. Het vlees is even mals. Een ijsje toe bij een van de shops langs de weg. Overal een overweldigend aanbod van drank! Bier en Wodka domineren. Ik lees Amerikanen lopen niet uit van Arjen van Veelen. Een treffende impressie en schets van het hedendaagse Amerika op basis van zijn observaties van twee jaar wonen in St. Louis. Ik was er met Paul 11 jaar terug en heb behoorlijk wat boeken gelezen over de voortschrijdende discriminatie in Amerika. In de wet lijkt alles zuiver…. in de regelgeving en uitvoering is Amerika voor grote groepen een Derde Wereld-land. Trump maakt dat niet beter. Integendeel. Maar eigenlijk is hij een symptoom van een dieperliggend probleem. Het lijkt soms of mensen niet meer dromen van de toekomst maar nostalgisch terugblikken. Dat speelt niet enkel in Amerika.
Gereden afstand 25 kilometer, cumulatief 420 kilometer
Donderdag 9 augustus 2018: Naryn
Zeven uur op. Porridge voor de verandering. Al snel raak ik verzonken in On the Road van Jack Kerouac. Een Amerikaanse klassieker. Arjen van Veelen verwees ernaar in zijn boek. Een reis van Oost naar West en terug. De hoofdrolspelers blijken de geestelijk vaders van de Beat-generation te zijn. Jack zelf, Alan Ginsberg, William S. Burrough. Namen die ik weer ken van bevriende kunstenaars en Patti Smith niet te vergeten. Ik merk dat ik liever doorlees dan dat ik ga fietsen vandaag. Sorry!
So I do. De pagina’s vliegen. Tussen de middag loop ik naar de supermarkt aan de overkant van de weg. De stroom is uitgevallen. Al een tijdje, zo aan de gekoelde producten te voelen. Een generator staat te loeien om de kassa’s draaiende te houden. Een dieselgeur trekt de winkel in!
Einde van de middag loop ik de stad in om wat foto’s te schieten. Op Marine Traffic zie ik dat Govert net op tijd Den Helder gehaald heeft. Een zomerstorm is vanavond op komst in Nederland. Puike prestatie, solo terug vanuit Oost-Engeland. En lekker aan de saté met een biertje erbij. Hoe voldaan kan een mens zich voelen! Mooi en inspirerend.
‘s Avonds lees ik door. Elf uur, slapen. Morgen fietsen. Echt!
Vrijdag 10 augustus 2018: Naryn – Uchkur
Vroeg op, porridge, koffie en de fiets bepakken. Rijden. Zin in! Niet de route van eergisteren. Eigenlijk een vallei dichterbij. Deze vallei moet best scenic zijn, meer dan de andere en maakt onderdeel uit van de oude Zijderoute. En zo heb ik ook heel Naryn door gereden, kilometer na kilometer bebouwing in de canyon.
Het fietsen is weer heerlijk en de omstandigheden helpen mee. Asfalt, lichtjes dalend, zon en het landschap is best mooi. Af en toe een klimmetje. De vallei dijt uit, er is weinig verkeer. Een mooie dag. Het voelt wat onwennig zo snel kilometers te maken!
Ik vermaak me goed. Er is veel te zien. Weinig vee, er wordt veel verbouwd. Soms passeert een vrachtwagen met een enorme berg hooibalen. Begraafplaatsen, het lijkt er op dat mensen boven de grond begraven worden. De Naryn rivier buldert in de verte.
In een dorpje is het tijd voor lunch. Overgebleven stukken pizza van gisterenavond, een pak vruchtensap en chocola, de beentjes een moment van rust. Grappig hoe sommige mensen een klein eldorado van hun voortuin maken.
Door. Het beeld zet zich voort. Het is fijn fietsen en het landschap is de moeite waard. Het had ook in Amerika kunnen zijn! Maar de kinderen langs de weg die water scheppen uit een stroompje verraden dat ik in een ander werelddeel vertoef. Amerika is op geheel eigenwijze Tweede of Derde Werelds…..
Plots een bord langs de weg met guesthouse. Maar eens polshoogte gaan nemen. Bij deur nummer drie moet ik wezen, inmiddels in het gezelschap van alle buurtbewoners! Een guesthouse is het niet, eerder een homestay. De indeling van het huis herken ik van vorig jaar op de weg naar Osh. Een vierkant huis met centrale hal dat toegang geeft tot de omringende kamers. Aansluiting op het elektriciteitsnetwerk is er, een C.V. niet. In de winter wordt het huis warm gehouden met een ingenieus kachelsysteem. De plaggen worden al verzameld van wat de enkele kalveren dagelijks laten vallen. De woonkamer kent een grote kast met servies en foto’s, een half lage tafel en kleden om op te zitten.
Voor ik het weet zit ik met de hele familie aan de thee! Oma, dochters, kleinkinderen, vriendje. Een volle tafel met brood, borsak, verschillende soorten jam, salade en thee natuurlijk. Veel thee. Google Translate helpt om met elkaar te kunnen communiceren.
‘s Middags doe ik een slaapje en lees verder in On the Road van Jack Kerouac. Het avondeten is prima. Wat gekookte aardappelen, paprika en ui. Meloen en de gebruikelijke zoetigheden toe. De familie is zorgzaam. En ik vermoed dat ze de homestay nog maar net gestart zijn. Het gaat allemaal charmant onwennig. Slapen! Althans, dat denk ik…..
Niet dus. In de keuken aan de binnenplaats staat een grote pan waarin vlees en deeg wordt opgestookt. Om te vieren dat de familie gasten heeft, is tijdens mijn middagdutje een schaap geslacht! Die ligt dus in stukken gehakt in de pan te garen met lappen deeg! Het schept een bijzondere atmosfeer. De duisternis is al ingetreden. De hele familie is in de keuken te vinden, in afwachting van het feestmaal. Ter ere van de gasten….!
Overgrootmoeder toont de kop en de poten van het arme schaap. In de pan zie ik de ribben, maag, organen – alles dus! – drijven.
Aan tafel. Vier generaties. Een lap deeg op het bord, een rib om te aan te kluiven, niertjes, andere ingewanden en in darmwand gegaarde leverworst. Daarbij een kopje van vers getrokken bouillon, het kooknat. Zoonlief hanteert het grote mes, de kleintjes eten volwassen mee.
Elf uur, tijd mijn mandje op te zoeken. Een bijzondere avond. Wat een gastvrijheid.
Gereden afstand 60 kilometer, cumulatief 480 kilometer
Zaterdag 11 augustus 2018: Uchkur – Jengi Talap
Acht uur ontbijt. Oma, dochterlief en een enkele kleine vergezellen me tijdens het ontbijt. Gebakken eitjes, brood en zoetigheden. En eigen koffie! Communicatie via Google Translate.
Negen uur, tijd om te vertrekken. Voldaan. Op naar een nieuwe dag. De zon schijnt weer, een zelfde straatbeeld als gisteren. Rechtsaf richting Song Kul. Midden op de doorgaande weg neemt moeder met haar drie dochters de vloerkleden onder handen. De kids hebben de grootste waterpret!
Het is even wennen als de weg onverhard wordt. Na een paar kilometer zit het Nomad Valley House. Zowel het Franse gezin als Lee waren zo positief hierover, een stop waard. Het terrein is een rommeltje, de kamer netjes. Marsh, de eigenaar, is uiterst charmant. Een jaar geleden is hij met zijn gezin terug gekeerd naar zijn geboortegrond.
Er arriveren meer fietsers. Een Duits stel op doortocht van Georgië naar Japan, op weg naar Song Kul. En een Nederlands stel dat net van Song Kul vandaan komt. Leuk ervaringen uit te wisselen. Over dik anderhalve week raast hier de Old Silk Road Race voorbij. Marsh zorgt voor voldoende eieren en hoogcalorische versnaperingen in zijn mini-market. Handel!
De douche, hoe simpel ook, is heerlijk. Het is niet meer dan een barak met een jerrycan op het dak, een met een kraantje regelbare douchekop en een houten vlonder. De zon heeft het water tot een aangename temperatuur opgewarmd.
Ik lees wat, schrijf wat en klus met mijn foto’s. Een rustige middag verder. Met de gezelligheid van de praatjes met de medereizigers.
Gereden afstand 33 kilometer, cumulatief 513 kilometer
Zondag 12 augustus 2018: Jengi Talap – op weg naar Song Kul
Een wat benauwde en muffe nacht met zoveel personen in een niet te ventileren ruimte. En, wel grappig, ‘s nachts steeds het gekraak van Thermarest-matjes als iemand zich omdraait! Zes uur, ik vind het mooi geweest. Buiten geven de hanen een concert in het ochtendgloren. Ik app even naar Maurits en lees een mooi artikel in de Volkskrant over vriendschap met Femke en Eddy in de hoofdrol. Terug op de kamer is iedereen ontwaakt en druk in de weer de spulletjes de tassen in te krijgen.
Marsh is een charmante gastheer. De boekweit met melk smaakt goed, zijn koffie is nog beter! Het is bewolkt, het ziet er wat onbestemd uit. Benieuwd wat de dag gaat brengen. Klimmen, dat is zeker. Naar Song Kul. Van circa 1.800 meter naar dik 3.000 meter. Halverwege zou een yurt-kamp moeten zitten.
Op pad! De weg stijgt gematigd. De lucht wordt grijzer en grijzer. In de verte hoor ik het donderen…… de eerste spatten, het barst los. De wind trekt aan, het wordt guur. Even denk ik een schuurtje te zien om te schuilen, maar een snelstromende beek blijkt een blokkade. Door. En eigenlijk wel prima. Zolang ik trap blijf ik warm. Even stoppen, een Snicker en weer door.
Langzaamaan trekt het droog op. Klimmen! De meters krijg ik niet cadeau, maar het is goed te doen. De weg is onverhard en ruw, gelukkig geen tot weinig wasbord. Bah, de regen trekt weer aan, de wind ook. In de verte zie ik een yurt. Ik zet een tandje bij, ik ruik thee en iets van warmte. De fiets ziet er inmiddels niet meer uit. Wat een blubber zooi!
De honden blaffen vervaarlijk. De bewoners maken binnen meteen ruimte. Al snel staat de tafel vol met brood en zoetigheden. Dochterlief bedient de tafel van thee. Drie generaties: opa, oma, kleinzoon, dochter en manlief. Het is donker binnen. De chai met melk smaakt goed. De melk komt vers van de koeien die even verderop staan te grazen. Het water wordt slim aan de kook gebracht in een soort wierookvat waarin met gloeiende takjes een fikkie wakker gehouden wordt. Bovenop staat een kannetje met sterke thee, onderop zit het reservoir met kokend water om de chai aan te lengen.
Een welkome pauze. Apart ook eigenlijk dat je zonder pardon zo maar bij iemand de huisvrede ‘breekt’…. Weer een mooie ervaring. Doe dit maar eens in Nederland!
Na een dik half uur is het droog. Ik hou mijn extra trui maar aan, het is fris. Even verder zit het yurt-kamp. Half drie, prima om te stoppen. Morgen weer door. De accommodatie is apart. Een groot leegstaand huis. ‘Kies maar een kamer’, gebaart de eigenaar. Prima. Het is er droog en behaaglijk.
De fiets poedel ik eerst schoon in de beek. De kinderen des huizes zijn nieuwsgierig. Ik leg ze vast op de gevoelige plaat. In de kamer slepen ze de matrassen en dekens bij elkaar. Schatjes.
De middag gaat snel. Kleding te drogen leggen, dagboek bijwerken en lezen. Vanavond maar zelf koken concludeer ik naar aanleiding van een kort bezoek aan het ‘restaurant’ aan de overkant van de weg. Het gaat er allemaal niet zo fris aan toe. Ik had gehoopt dat ze iets van een drankje zouden hebben. Een fles wodka is wat ze kunnen bieden. Dat sla ik over.
Een soepje, nog een overgebleven Noorse instantmaaltijd. Koffie en chocola. Ondertussen sla ik het reilen en zeilen van een kneuterboerderij gade. Acht kalfjes zijn kort aangebonden aan de muur dat de boerderij omsingeld. De koeien lopen vrij rond buiten de muren. Gewoontedieren dat ze zijn lopen de moederkoeien tegen de avond naar hun kalf. Stuk voor stuk worden ze gemolken door de familie, na een kalf de eerste teugen aan de uier te laten lurken! Na het melken worden de moeders weer naar buiten gejaagd. Op het erf lopen de kippen, kalkoenen, de honden en een ezel vrij rond. De ezel is de ‘boodschappenauto’.
Vanmiddag zag ik de vrouwen des huizes kalfshuiden uitwassen in de rivier. Ze staken wit vlees aan spiesen. Ik vermoed dat recent vier kalfjes het leven gelaten hebben. De huiden worden aan een rek te drogen gehangen. De hele familie is in touw. Ze werken hard. Van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Generatie op generatie. Ik mis alleen de mannen van middelbare leeftijd in de ‘familieketen’. Vermoedelijk in Rusland aan het werk.
Negen uur. Slapen. Hopelijk is het morgen beter weer. Genieten van het landschap was er vandaag helaas niet bij.
Gereden afstand 24 kilometer, cumulatief 537 kilometer
Maandag 13 augustus 2018: op weg naar Song Kul
Ik heb als een blok geslapen. Op het erf herhaalt zich het ritueel van gisterenavond. De kalfjes zijn weer voor even herenigd met de moeders…..
Het is direct klimmen geblazen. Het ochtendlicht is mooi. Hoge dennenbomen, het geruis van de beek, veel bloemen en de ruigheid van de rotsen. De weg is redelijk, goed op te fietsen. M’n fiets zit nog onder de zooi van gisteren. De modder is uitgehard tot ‘geboetseerde’ klei.
Na vijf kilometer beginnen de talloze haarspeldbochten. Hoe hoger ik kom, hoe mooier het uitzicht. De brandstofvoorraad blijft op peil met een Snicker, een verdwaalde ontbijtkoek en later een hoogcalorische energiereep. Trappen, trappen, trappen en af en toe lopen.
Ik verbaas me er altijd over hoe snel het winnen van hoogte gaat. Twee uur terug keek ik nog omhoog naar het streepje pad op de bergkam, nu rij ik er! Maar de klim is nog niet voorbij. Het bochtje om en een nieuw vergezicht ontspint zich. De top komt snel. Bijna 1.000 meter geklommen. De pas, met een hoogte van dik 3.300 meter, is niet memorabel.
Afdalen een hoogvlakte in. In de verte zie ik een glimp van Song Kul liggen. Links en rechts een kudde schapen, koeien of paarden. En de yurts zijn weer terug. Het bergleven boven de 3.000 meter.
Song Kul is mooi, al had ik het me wat ruiger voorgesteld. Het water is azuurblauw, fraai gesitueerd in een glooiend groen landschap. De bergen aan de horizon. Op het groene tapijt grazen de dieren en liggen de yurt-kampen voor de toeristen. Het Nederlandse gezin had een visitiekaartje gegeven van een kamp dat hun goed bevallen was. Het blijkt de eerste op de route!
Wat een rust. De familie dat het kamp runt zijn in de weer met de voorbereidingen van het avondeten. Maar ook de andere activiteiten gaan door. Kaas ligt te drogen in de zon, net als de huiden van net geslachte kalveren. Kleren worden gewassen. De kids spelen een partijtje voetbal met de schoffies van het naburige kamp.
Een douche! Een hok opgetrokken uit golfplaten. In de hoek een stalen tank met kokend water, het vuurtje wordt van buiten opgestookt. Een melkbus met koud water en een teil om warm en koud te mixen. Ik poedel me helemaal schoon en probeer me zo goed en zo kwaad als kan zonder spiegeltje te scheren!
Bij de keukentent staat ook een kachel te loeien. Tja, kokend water is nodig, ook voor thee en koffie! Het eten smaakt goed. Salade en soepje voor. Een deeggerecht met wortel en aardappel. Biertje erbij, dat door de kou van de grond verassend koel is.
Negen uur. De kachel in de yurt loeit op wat kooltjes. Dat voelt lekker behaaglijk. Slapen.
Gereden afstand 30 kilometer, cumulatief 567 kilometer
Dinsdag14 augustus 2018: Song Kul
Half acht ben ik wakker. De lucht is weer net zo blauw en vrij van wolken als gister. Mooi om nog een dagje te blijven en te genieten van de sferen van Song Kul. Ik begin in Kwaadschiks van A.F.Th. Van der Heijden. De Tandeloze Tijd deel 6, voor de kenners. Een pil van dik 1.000 pagina’s. Het pakt me direct, maar zien of ik die nog uit krijg deze reis!
Ongemerkt schieten de dagen op. Volgende week ben ik weer aan de slag. Ook zin in. Vier weken is een mooie tijdspanne om er echt helemaal uit te zijn en een tocht van enige substantie te maken.
De sfeer is bijzonder rondom het meer. Ik ken mooiere meren, maar de gehele setting overtuigt. Af en toe maak ik een foto. Het valt me wel op dat het leven op de grond veel kariger is. Geen bloempjes, geen vlinders, geen marmotten. Het land wordt simpelweg afgegraasd door de herkauwers en de paarden. Te veel mensen ook.
Er druppelen veel gasten binnen. Motorrijders, een groep Fransen met mountainbikes en enkele stellen. ‘s Avonds aan tafel is het gezellig ervaringen uit te wisselen.
Woensdag 15 augustus 2018: Song Kul – op weg naar Kochkor
Vannacht heb ik niet zo best geslapen. Het avondeten lag me wat zwaar op de maag. Vlees, vermoedelijk van een schaap, met deeg. Een intense en doordringende smaak en teveel.
Maar de ochtend is mooi. Strakblauw. Ontbijt met pannenkoeken maakt alles goed. Koffie en nog een koffie, ik ben er weer bij!
Fietsen. Langs de westkant van het meer en dan de bergen door. Ik rij het Franse stel met rugzak achterop en in de verte zie ik het Nederlandse stel te paard. Allebei maken ze een trekking van meerdere dagen rond het meer. En het Duitse stel van enkele dagen terug, uitgerust en wel weer op de fiets, rij ik achterop!
Mmm, de omgeving is toch echt minder fraai hier in vergelijking met wat ik de eerste twee weken heb gezien. Ik mis de sneeuw, de ruigheid en de hoge bergtoppen. Daarbij, de natuur voelt hier afgegraasd. Letterlijk. Er is werkelijk bijna geen leven op het groene tapijt. Ik zei het gisteren al. Ook in de lucht zweeft weinig. En de alom aanwezige uitwerpselen van het vee zullen de bodemgesteldheid ook geen goed doen.
Het pad is goed te volgen. Af en toe een Kirgies te paard, in de verte de yurts en de kuddes. Achter me Song Kul dat steeds meer vervaagt. Het fietsen gaat lekker, maar de omgeving inspireert me niet enorm. Het land heeft me teveel verwend!
De pas is niet heroïsch. De afdaling is steil naar beneden met een ronduit slecht wegdek. Keien, kuilen, spleten. Ik moet me tot het uiterste concentreren om goed en wel overeind te blijven. De vallei vernauwt zich, het pad wordt beter fietsbaar en is minder steil. Plots wordt het fraai fietsen.
Hier grazen geen kuddes. De bloemen zijn terug, de vogels, de insecten, een kabbelend riviertje. Geen wonder dat de bijen hier goed gedijen. Op drie plekken zijn mannen volledig in wit pak bezig de honingraten uit de korven te lichten. Ik rij maar snel door! Ze zullen hun pakken niet voor niets aan hebben.
De bewoonde wereld is in zicht. De telefoon maakt weer contact met de ‘wereld’, de mailtjes stromen binnen. Heel triest, mijn nichtje Heleen is vanochtend in alle vroegte overleden. Een strijd die ze niet kon winnen. Het maakt me stil.
Een klein plaatsje langs de doorgaande weg naar Kochkor. Wat huizen, een enkele mini-market. Ik spot niet direct een goede plek om te gaan kamperen. Met enig rondvragen blijkt er een ‘hotel’ te zitten. 40ft containers die met stapelbedden zijn ingericht. Een beetje naargeestig, maar ach, prima voor een nacht. Twee Spaanse fietssters hebben ook hun intrek genomen.
Een simpel diner. Vers brood met kaas, een fles Coca Cola en wat chocola toe. Voor mij geen Kirgizische keuken vandaag!
Gereden afstand 51 kilometer, cumulatief 618 kilometer
Donderdag 16 augustus 2018: onderweg naar Kochkor
Slecht geslapen. Op zich was het stapelbed prima. Maar laat op de avond werden ook de andere containers bevolkt. En vanaf vijf uur in de ochtend activiteiten van jewelste. Als ik nog niet geheel ontwaakt in het ochtendlicht naar buiten stap begrijp ik het. De wekelijkse markt. Alles wordt verkocht hier, van paarden tot lompen. ‘s Nachts de boel opbouwen, vroeg in de ochtend start de verkoop.
Ontbijt langs de weg bij het vrouwtje van de minimarkt die gisteren het contact legde met de ‘huisbaas’. De echtgenote van de huisbaas heeft gisterenavond nog wel een lekker brood gebakken. Beleg is niet te krijgen, dan maar met stukken chocolade van een reep! Zij zet water op voor koffie. Het is druk langs de weg. Een komen en gaan van Sprinters en taxi’s.
Fietsen. Klimmen. Niet heel inspirerend landschap. En best veel verkeer. Voornamelijk veevervoer, terugkerend van de markt. En joekels van vrachtwagens met steenkolen. Een mijn is nabij. De vervuiling ook. Een fietser vertelde dat zelfs de beken hier vervuild zijn met zwarte gruis. Vandaag dus flessen water.
Het asfalt maakt plaats voor een onverhard wegdek. Ieder voertuig dat voorbij komt creëert een stofwolk van jewelste. Ik voelde me al vies zonder opfrissen gisterenavond, nu helemaal. En op 2.000 meter is het warm, zweten dus.
In een dorp spot ik een Volga. Niet zo een zoals Ron van der Ende getimmerd heeft, toch de moeite van het kieken waard!
Door. Het blijft klimmen, stoffig en niet bijster inspirerend. Gelukkig valt het stijgingspercentage mee. Maar ik ben blij als ik de top gepasseerd ben. Dalen. En het wordt helemaal feest als zeven kilometer na de top de weg goed geasfalteerd blijkt te zijn. Het fietsen gaat plots als vanzelf. Er steekt nog een tegenwind op, maar dat belet me niet het centrum van Kochkor in te rollen.
Een plek met alle voorzieningen. Bij CBT regelen ze een goede plek voor de nacht, vervoer morgen naar Bishkek is ook zo georganiseerd. Eerst bier bij de pleisterplaats voor Westerlingen.
De homestayis is heel aangenaam. Een mooi huis met fijne kamers en voorzieningen. Ik douche me helemaal schoon. Daar was ik aan toe! Een zwarte sliert modder verdwijnt in het putje!
Bij het eten verschijnt het Duitse stel op het toneel. Ze hebben een andere route genomen. Gezellig om samen te eten. Ze vervolgen morgen hun trip richting Karakol en Kazachstan, dan familiebezoek in China om te eindigen met een fietstocht door Japan.
Slapen, ik ben er aan toe. De beentjes rust.
Gereden afstand 90 kilometer, cumulatief 708 kilometer
Vrijdag 17 augustus 2018: Kochkor – Bishkek
Acht uur ontbijt met een Spaans-Belgisch stel. Klassieke muzikanten. Ze trekken er vandaag met de rugzak op uit. Om tien uur staat het wagenpark klaar voor een transfer naar Bishkek. Fiets plat achterin een zevenzitter. Poeh, wat scheuren die mannen….. Gewoon de haarspeldbocht insnijden zonder zicht te hebben op een tegenligger. Blij dat ik heel in Bishkek aankom.
Een rustige middag. Fiets ontmodderen. M’n gehavende fietsdoos repareren en ‘s avonds een grote sappige rib-eye bij Red Cow, hetzelfde tentje als vorig jaar!
Morgen vroeg is de start van de Old Silk Road Race, de bikepacking-race van dik 1.700 kilometer. Helaas is nergens informatie te vinden waar de start precies is. Geen vroegertje morgenochtend dus.
Zaterdag 18 augustus 2018: Bishkek
Het hotel voelt leeg aan en dat is het ook. Een bewolkte dag. Fijn, dat brengt wat koelte. Liever dan een bakoven van 40 graden. De ochtend gaat snel voorbij met surfen en mailtjes.
Een taxi voor lunch staat toevallig voor de deur. Geboekt voor een New Yorker en een Canadese. ‘You want to join us?’ Zoals Amerikanen zijn. Dan ook maar samen lunchen. Ze weten een goeie tent met traditionele gerechten. Zo lekker heb ik ze deze reis nog niet gegeten!
Op de bazaar vind ik extra tape om mijn fietsdoos zo reisvaardig mogelijk te krijgen. Een plek voor bier is nog niet zo makkelijk te vinden. Op geluk toch een tent, op Amerikaanse leest geschoeid. Prima om lekker te lezen en te mijmeren over nieuwe bestemmingen.
De afgelopen dagen denk ik vaak aan Heleen. Weggeplukt uit het leven. Zo jong, zo triest. Het relativeert en sterkt me in veel van wat ik denk dat belangrijk is in het leven. Nu leven. Niemand weet hoe laat het is…..