Zaterdag 5 mei 2018: Rotterdam – Houston
Vroeg uit de veren valt me enigszins zwaar vanochtend….. ik heb het gisterenavond net wat te laat gemaakt. Laatste mailtjes voor werk, koffer inpakken, nog wat inlezen. Tja, dan is het opeens over enen. Straks heb ik voldoende gelegenheid te maffen in het vliegtuig hou ik me voor.
Paul tref ik om acht uur op Schiphol. Een vervolg op onze reis elf jaar terug. Toen vanaf Memphis zuidwaarts door de Mississippi Delta en Arkansas, keerpunt in Jackson om via St Louis in Chicago te eindigen. Nu de ‘horizontale’ trip: start in Houston, oostwaarts naar New Orleans en weer terug via Dallas en Austin naar Houston. Een volle week. Ik ben benieuwd. Muziek als leidraad, maar ook een roadtrip door het conservatieve Trump-land. In de vorige reis vielen de puzzelstukjes en het aangenaam onverwachte iedere dag perfect passend in elkaar. Hard to beat, zou ik zeggen. Ik ga het zien!
Amerika’s Home Land Security begint tegenwoordig al bij afgifte van de bagage. Het bekende domme interview, bij de gate een herhaling van zetten. United is een saaie maatschappij, kraak noch smaak. Een oud vliegtuig, de prijs was er naar. En meteen een vertraging van drie uur. De deur van het vrachtruim sluit niet, de mecaniciens hebben er de handen vol aan.
De vlucht gaat snel en voelt vrij comfortabel. Praten, lezen in het stapeltje Groene Amsterdammers waar ik de afgelopen weken niet aan toe kwam, plaatjes draaien op mijn iPod en dommelen. Vliegend over gebieden die ik ken. De oostkust van Engeland en Schotland en de Boeing vliegt vrijwel parallel langs de ‘verticale’ route van de roadtrip elf jaar terug.
Einde van de middag. Houston. Een aangename temperatuur, tegen de dertig graden, enigszins vochtig, maar toch een kraakheldere lucht. Een vriendelijke bejegening van de douanier. Bus naar de car rental. Rijden! Een moment waar ik al weken naar uit keek. In de verte ligt Down Town. Keep your lane, ik voeg me gemakkelijk in de lome stijl van driving in de USA.
Het centrum is voor morgen. Door residential areas is het aangenaam cruisen. Kennelijk de rijkere wijken. Dat Airbnb blijft toch erg grappig. Harold Street, ik tik de code in, de garage opent zich en ik loop de hal in. ‘Hello!’ De nieuwe economie.
Ja, ik ben weer echt in Amerika. Voor de 18ekeer al en inmiddels de 24stekeer dat ik de Atlantische Oceaan oversteek. Pfff. De anonieme bouw, brede straten met een infrastructuur enkel ingericht op auto’s, neon, shopjes die kennelijk kunnen leven van obscure diensten (handreading!) en ongezellige eettentjes. Maakt niet uit.
De magen knorren. Paul en ik wandelen op aangeven van een ‘huisgenoot’ de straat af op zoek naar een Texaanse tent. We toasten op een mooie reis. Half elf hier, in Nederland inmiddels half zes in de ochtend. Tijd om te maffen. Op het moment van slapen gaan komt Matthew, de huiseigenaar, thuis. Strak in smoking. Een kort praatje op z’n Amerikaans. Prima.
Zondag 6 mei 2018: Houston – Lake Charles
Acht uur op. Ik heb redelijk geslapen in het stapelbed. Buiten is het al strakblauw en zonnig. Een douche, spulletjes pakken en weg. Matthew biedt ontbijt aan, maar nee, leuker de stad in te gaan. In alle vroegte is het rustig in Down Town. Niet verheffend. Just another city in the USA. Een mars tegen (of voor) een enge ziekte, daklozen hebben hun kamp opgeslagen onder de pylonen van de snelweg. Een ontbijt langs een brede Avenue. Yoghurt met muesli, een banaan en een sloot Americano. Het lukt me om het gezond te houden.
Op naar de Rothko Chapel. Eerlijk gezegd valt het me eerst wat tegen. De schilderijen zijn minder contrastrijk dan ik ze van hem ken. Als ik meer rust neem beginnen de doeken te leven. De paarsblauwe het meest. De Chapel ligt midden in het Museum District. Maar dat voelt helemaal niet zo. Het is een rustige woonwijk.
Uit nieuwsgierigheid toch maar even langs bij de Menil-collectie. En dat is geen verkeerde zet. In een oud supermarktgebouwtje mocht Dan Flavin zijn gang gaan. Een permanente installatie. Ja, dat overtuigt direct. Two blocks down opnieuw een paviljoen met een permanente opstelling van Cy Twombly. Dat pakt me nog meer. De presentatie bouwt zich voortreffelijk chronologisch over tientallen jaren op. De laatste twee zaaltjes zijn adembenemend fraai. Alles komt samen. Ongrijpbaar fascinerend.
Alsof het nog niet genoeg is een straat verder een kapel met werk van Francis Alys. Honderden werken met verschillende amateurwerkjes van Fabiola. Als kitsch gekocht op markten en in curiosa-winkeltjes. Bij elkaar verheven tot kunst met een grote K. Wat een installatie. Mijn ogen komen tijd te kort. Wat zit hier veel in. De verschillende media, een divers palet aan stijlen en stromingen is leesbaar in de individuele werken. Overweldigend.
Twaalf uur. Tijd om te gaan. Ik voeg me snel en gemakkelijk in een stroom verkeer zuidwaarts op een vijfbaansweg. Rijden in Amerika, ik kan daar zo van genieten.
Galverston is een kustplaats ten zuiden van Houston. De olie-industrie heeft zich links van me meester gemaakt van het landschap. De recreatie rechts. Een eindeloze sliert oliewagons getrokken door twee zware diesellocs doorklieft het groen. Een cruiseschip torent boven historic district uit, compleet met een enorme glijbaan op het dak. Ik heb nooit begrepen wat de lol is van zulke tripjes. Lijkt me zo leeg en lui makend. Een schijnwereld, artificieel.
De magen knorren. Een sandwich gaat er wel in. Een fraaie trip langs de kust begint. Hoge bruggen om de scheepvaart landinwaarts te laten varen. Wat een joekels van oceaanstomers lopen gemoedelijk de ‘kreken’ in. Zover het zicht reikt is er wel een olie-installatie te zien. Texas: oliestaat. Apart te beseffen dat de olie-industrie het uiteindelijk zal gaan afleggen tegen alternatieve vormen van energieopwekking. Ik zie in Texas geen spoor van vernieuwing. En de auto’s zijn veelal kolossale pick-up-trucks.
Het landschap wordt met iedere mijl verder oostwaarts fraaier. Prairie en zompige moerassen. Huizen op palen, om het hoofd te kunnen bieden tegen overstromingen. Tijdens het hurricane-seizoen moet het hier spoken. Catherina is nog maar even geleden.
De dag schiet op. Tegen zessen al. Lafayette is nog uren door rijden, beter dat te bewaren voor een andere dag. Een Coke bij een benzinepomp. Het is niet bepaald een welvarende buurt. De daklozen ‘kamperen’ tegenover Shell (helpt niet). Zo functioneert Amerika.
Tegen achten glijdt de comfortabele Nissan Lake Charles binnen. Een sliert aan fastfoodketens en anonieme bouw. Een klein Down Town met een motel en prima eettentje. Ik loop de hele dag al in mijn korte broek. Het is ook ’s avonds goed toeven met enkel een T-shirt aan. Nog een week voor de boeg! Het voelt als een eeuw.
Maandag 7 mei 2018: Lake Charles – New Orleans
Half zeven word ik wakker. Tja, zo’n ontbijt waar alles gefabriceerd is in plaats van vers. Ik proef de conserveringsmiddelen door de bagel wholewheat heen… Ik weersta alle verleidingen: mensen zitten al vrolijk aan de wafels, bacon, sausage en de eieren. Hun buikvet lubbert over de Nike-broekjes heen.
Palaver bij het tweede bakkie slootkoffie! Paul heeft kaarten gekocht van Texas en Louisiana. Een blik naar de komende dagen. Op maandagavond lijkt er weinig te doen qua muziek in Lafayette en Baton Rouge. Het is beter vandaag direct door te rijden naar New Orleans via de zuidelijker scenic route.
En een gelukje. Ik google op de Tabasco-fabriek, die blijkt net na Lafayette fraai langs de route te zitten. Ik herinner me nog het enthousiasme van mamma over haar bezoek destijds. De ‘kinderen’ werden voorzien van hét kookboek van Tabasco. Cajun-food. Ik heb er veel uit gekookt en onlangs nog.
Al snel staat de cruise control op 70 mijl per uur. Groen zo ver ik kan kijken, de iPod tokkelt op de achtergrond. Paul en ik praten over van alles of zijn gewoonweg stil. Genieten, zo weer met elkaar op pad te zijn. Zo vertrouwd, zo inspirerend. Daar gaan niet nog eens 11 jaar overheen. Pfff, dan zijn de heren de zestig gepasseerd…..
De snelweg af. De omgeving wordt wat rommeliger, armer. Ik zie het aan de mensen. En Trump is hier nog niet langs geweest met de asfaltmachine….. Had hij beloofd toch?
De Tabasco-Factory is fraai. In acht stappen word ik meegenomen in het totale productieproces. De zaden voor de pepers en het zout om de vaten mee af te sluiten is het geheim van deze plek op aarde. De pepers groeien over de hele wereld op kleine plantages. Mengen, rijpen, botteling en shipping gebeurt vanaf hier. Indrukwekkend wat de familie McIlhenny op Avery Island heeft gecreëerd. In het restaurant smaakt de pulled pork me uitstekend.
En passant voer ik een van de opdrachten voor de Fotovakschool uit: een reportage maken. Tja, de vervolgopleiding gaan doen is aanlokkelijk. Maar fotografie kost ook tijd. Het werkt niet op commando, zo ervaar ik ook nu. Licht, compositie en rust vooral. Nodig om te ‘zien’, nodig om pakkende beelden te schieten.
Het aanpalende park is fraai aangelegd. Een blend van swamps en vegetatie dat hier naar toe is gebracht. Krokodillen zouden all over the place moeten zijn, ik zie er geen een! Liggen waarschijnlijk rustig te ronken in de zinderende zon.
De route naar New Orleans is fraai. Aan weerszijden swamps. Het water ziet groen van de algen. Bomen in fel groen groeien weelderig. Paul geeft de route aan, ik laveer over de streets en avenues New Orleans binnen. 4609 South Saratoga. Ik tik de code van de deur in en betreed een koel huis. Een waar shotgunshack, zoals bijna alle huizen die ik onderweg gezien heb. Een diepe pijpenla zonder gangen. Ik loop van kamer naar kamer. Keuken achterin, woonkamer voor met openslaande deur naar de porch. Een gemoedelijke wijk.
Snel met de tram naar French Quarter. Dat overrompelt meteen. Laagbouw, fraai gesmeed ijzerwerk dat de gevels en balkons siert. En een vitaal stadsleven. Een blend van alles. Het toerisme voert de boventoon, maar de sfeer is uiterst karakteristiek. Het voelt niet steriel Amerikaans. In deze stad wordt geleefd, staat haaks op het conservatieve Amerika.
Bij een goeie cajun-tent is het aangenaam eten. Voorgerechten volstaan, de porties zijn zo immens. Nog een biertje buiten en ach, een sigaartje. Sinds lange tijd heb ik weer eens een doosje Olifanten gekocht. ‘Rustig jezelf de baas…..’
Taxi terug. Ik wandel de woonkamer in en wil mijn telefoon uit mijn broekzak trekken. Shit, die moet er in de taxi uitgegleden zijn. Mmm, stom. Ik blokkeer direct mijn sim, mik ‘m uit de cloud en probeer ‘m te traceren. Tevergeefs. De taxicentrale reageert coöperatief, maar ja, 400 cabs! Ik wen maar vast aan het idee dat ie echt weg is en ga slapen.
Dinsdag 8 mei 2018: New Orleans
Ik ben vroeg wakker, geen spoor of reactie op mijn telefoon. Een tentje om de hoek serveert een lekker ontbijt. Goede koffie, yoghurt met honing, muesli en fruit. Ja, ik ben echt op vakantie, geniet volop. Paul en ik maken plannen voor de dag. Het French Quarter vraagt natuurlijk om een stevige tippel. En vanmiddag Joris, Brooke en Maaike treffen voor een borrel.
Op een van die ongezellige parkeerplaatsen in het centrum parkeer ik de Nissan voor 10 bucks a day. Het is aangenaam slenteren. Voor Paul een weerzien. Zowel in het centrum als het centrum uit is er zo veel voor het oog te zien. Ook voor het oor, want bijna overal schalt muziek in verschillende stijlen. Op straat, uit de cafés of gewoonweg de huizen.
Alles staat hier haaks op het stijve Houston en veel andere steden die ik inmiddels in de USA bezocht heb. Een ware meltingpot van culturen. De Franse natuurlijk, maar ook de Spaanse, Creoolse en zo verder. In architectuur, het eten, de mensen, alles.
Half twaalf. Een mooi café. De fans draaien verkoelend, de ramen staan open, een aangename sfeer. Een kop koffie. Paul en ik raken aan de praat over het leven. We verlengen onze zit met een biertje, cajun-food en nog een biertje. Goed toeven en reflecteren op en met elkaar. Wat is vriendschap mooi en waardevol tegelijkertijd.
Een tafel verder zit een groepje vrienden in een geanimeerd gesprek. Ik grijp mijn kans en voer alweer een opdracht uit voor de Fotovakschool om zo goed als mogelijk het licht op het gezicht te laten vallen zodat er aan de schaduwkant net een driehoekje ontstaat. Het geeft reliëf en levendigheid aan een portret.
Een paar straten verder staat een band midden op straat opzwepend te spelen. Steengoed en het gaat maar door. Het boeit meer dan een uur. En ik heb genoeg tijd te kunnen fotograferen. Ik ben benieuwd naar de resultaten vanavond!
De kunst- en muziekwereld zijn een beetje in slaap deze week. De stad komt bij van het jazzfestival twee en vier weken terug. En bijna alle hedendaagse kunstinstellingen zitten net tussen twee tentoonstellingen in. Jammer.
Het weerzien met Joris is fijn. Brooke, zijn kersverse echtgenote, had ik nog niet ontmoet. En Maaike is er ook. Indrukwekkend wat zij als ‘Deltaworkers’ met de residency hebben neergezet. Een fraaie compound ook. De shotgunshacks liggen bijna geschakeld met een aangename binnentuin waar het prettig toeven is. De inrichting, of liever, de ingrepen die de kunstenaars hebben aangebracht in het interieur spreken tot de verbeelding.
Het wordt gelijk wat alcoholischer. In een wijnbar pakt ieder het vocht van zijn en haar gading. Gezellig om bij te praten. Joris en ik hebben elkaar goed leren kennen in de Exhibitionist-tijd. En volgens mij voelt hij zich als een vis in het water hier.
Even doet de setting me denken aan Detroit. Brooke merkt op dat de situatie daar echt anders is. In NOLA is als kunstenaar goed te leven. In het centrum rinkelt het geld, met een baantje voor een dag of twee kan je jezelf goed bedruipen. Dat schept ruimte om invulling te geven aan het kunstenaarschap. In Detroit is geen dollar te verdienen.
Steeds meer kunstenaars ontdekken New Orleans als uitvalsbasis. Een stad met een vrije geest, waar veel mag, weinig toezicht is, het leven goedkoop is. Het duurt een eeuw voordat de smeris arriveert bij een scene. Controleren op alcohol doen ze evenmin. Zolang je in staat bent recht uit te rijden is er weinig aan de hand…..
Maaike organiseert vanavond een event. Wij gaan naar French Street voor muziek. Een vette cajun-hap en naar een band. De cafés kennen een horizontale programmering: iedere week hetzelfde. Het klinkt goed, is levendig, maar voelt wel wat toeristisch. De echte concerten komen er voor Paul en mij nog aan. Maar de ervaring is er niet minder om. Ook heel leuk de stad met de auto te doorkruisen.
Joris en Brooke gaan naar huis, de honden zijn toe aan een wandeling. We treffen elkaar wel weer voor een ‘natte vergadering’ met Maurits in het Rotterdamse. Paul en ik slenteren nog wat en cruisen terug. Een mooie dag, weer.
Woensdag 9 mei 2018: New Orleans – Lafayette
Ik voel me inmiddels een goed ingeburgerde resident in de buurt en bij het koffietentje. Paul heeft van een kennis die in Dallas woont wat tips doorgekregen voor concerten aldaar en in Austin. Dallas is wat om, maar te doen. Ik boek tickets voor donderdagavond. Leuk.
Vandaag op naar Lafayette met een tussenstop in Baton Rouge. Joris zei het al, daar is niets te doen. Een aangename lunchplek gelukkig wel. Zakenlui, politiemensen, moeder en dochter, vriendinnen, ze zitten er allemaal.
Het landschap onderweg was trouwens fraai. Water in overvloed, de swamps, rijke groene vegetatie.
Terug bij de parkeerplaats slaan we een scene gade. Een heer worstelt met een dame. Beelden die ik ken. De witte vadsige man, met een pistool op zak, probeert de zwarte dame te overmeesteren en belt ondertussen kennelijk de politie. Trekken en sleuren. De dame verzet zich hevig, loopt al snel half ontbloot rond. Een andere auto stopt, ze krijgen haar klem. De politie springt met vier man de auto uit en schuwen het fysieke niet…. Amerika.
Het is nog maar een klein uurtje naar Lafayette. Airbnb blijft geinig. De sleutel ligt onder de plantenbak rechts op de porch. Alles verloopt via e-mail en creditcard. Een systeem dat grotendeels op vertrouwen is gebaseerd. Paul en ik nemen onze intrek. In de schaduw op de porch is het aangenaam toeven. Ik haal biertjes en versnaperingen bij de naburige supermarkt. De straat is druk, er schuifelen af en toe obscure figuren voorbij. Ik vind het opvallend, ook gisteren trouwens, dat de huizen beveiligd zijn met sloten van niks. Een flinke trap tegen de deur en je bent binnen. Kennelijk geen noodzaak toe….. Of is het wapenbezit dat mensen vertrouwen inboezemt en afschrikt?
Lafayette te voet. Qua muziek is er weinig te beleven, al lijken de venues er wel op ingericht. Een heus centrum dus, het voelt wat verlaten, alsof zich een verval heeft ingezet, geen leven. Tegelijkertijd is er geen teken dat er op wijst dat de rot is ingetreden. Weird.
Een pizzatent puilt uit van de happy people. Met een kwartier is er een tafel. De pizza’s zijn goed, het toetje ook. Een soort melk-ijs met olijfolie en zeezout. Ik ken dat in de combinatie met macadamia-ijs. Ook verrukkelijk.
Paul en ik raken niet uitgesproken. Dag na dag. Hoewel we ook aangenaam stil kunnen zijn, allebei volop geboeid zijn door het palet dat Amerika serveert. Er is veel dat ons bindt. En met het groeien van de jaarringen wordt het perspectief en de reflectie op elkaar en de wereld rijker en misschien wel nog mooier. En alles passeert de revue.
En ja, onze fascinatie voor Amerika. Paul zegt eigenlijk overal in Amerika te kunnen en willen reizen. Het hoeft niet perse het boeiendste landschap of de grootste stad te zijn. Misschien wel juist niet. Het gewone Amerikaanse leven, down the road.
Het is al donker en tegen bedtijd. Ik maak nog wat foto’s van de buurtsuper met het statief. Obscure figuren komen hier hun alcohol, rookwaren en vette troep halen. De shopowner komt wat agressief op me af. Ik glimlach en zeg ‘m enkel dat ik de kleuren van de etalage zo prachtig vind oplichten in het avonddonker. Het is goed.
Donderdag 10 mei 2018: Lafayette – Dallas
Ik heb goed geslapen op het mega dikke matras. Wel een paar keer wakker geworden van voorbij denderende goederentreinen van eindeloze lengte. De hoorn van de locs is kennelijk universeel throughout the States. Maar wat een fijn huisje. Een douche in het bad op pootjes, spulletjes inruimen en ready to go. Deur in het slot. Sleutel onder de deurmat.
Four blocks down zit een ontbijttentje. Tussen de calorierijke lekkernijen ontwaar ik een bakje oatmeal. Een banaan erbij en een Americano met extra shot and I am all set.
Op naar Dallas. Ik zet Erykah Badu op. Vorig jaar op North Sea Jazz eindigde ze haar verkleedpartij met een leren jack van de Dallas Police Department. Zo bond haar haar met een doek tot een knot dat haar op een dienstmeisje deed lijken. Geweldig hoe zij subtiel een performance kan neerzetten. En mooie zwoele muziek.
De swamps maken plaats voor dichte bossen, nog steeds even rijk en groen. Het wemelt van de roofvogels, zwevend door de lucht. Een lange rit, een kleine zeven uur. Maar het gaat zo comfortabel. Cruise Control, weinig verkeer, amper een afslag. Ja, Amerika is uitgestrekt. Misschien is dat wel de reden dat ze zich minder zorgen maken over de impact van klimaatveranderingen. Europa en Azië zijn zo condensed. Wij moeten wel, willen we onszelf niet uitroken. Tegelijkertijd een naïeve benadering. Er rijdt hier geen snelle trein, het merendeel van de auto’s zijn grote pick-ups of andere zuipschuiten. Het eerste zonnepaneel of windmolen moet ik nog tegenkomen. Ze zetten zichzelf op achterstand.
Terug in Texas. Dat is te merken. Bij de stop is het allemaal rauwer, boerser. Cowboys and Cowgirls. Veel veetransport op de weg. En rijker. Texas, oliestaat. Voor hoe lang?
Dallas. Mijn eerste associatie is natuurlijk die van de Ewings! De Airbnb zit in een buitenwijk. Een gozer in een snelle sportbroek met ontbloot bovenlijf doet open, geeft de code, wijst de kamer en het sanitair aan. Klaar. Koffer en tas naar binnen en on the road again.
Vanavond spelen Seth Walker en Shemekia Copeland, dochter van. Ik ben benieuwd. In het Bishop Art-district is het aangenaam toeven. Oude loodsjes omgetoverd tot hippe eettentjes, designwinkels en galeries. Een biertje, een pizza, een glas wijn, een sigaartje en het gesprek met Paul dat maar niet stopt! Nog geen week op pad, het voelt als een eeuw voor me.
The Kessler is een uiterst aangename venue. Lekker informeel. De portier vinkt onze namen af, maar ik kan nog lekker de straat op om wat foto’s te schieten. En ai, volgende week speelt Marc Cohn hier met de Blind Boys of Alabama…..
De muziekwereld is klein. Seth doet samen met Ruthie Foster een project in Cuba, op initiatief van Eric Nadel, de programmeur van The Kessler. Een boeiende set, goeie band. In de pauze is er een benefit voor een project van dakloze kinderen in Dallas. Dat zijn er in ieder geval drieduizend, maar als de scope vergroot wordt tot kinderen die geen kans hebben op fatsoenlijke scholing en maatschappelijk perspectief zijn het er wel 8.000. Reisjes naar Tuscany en cruises gaan grif van de hand.
Shemekia maakt er een top avond van. Zo’n geweldige performance en sterke songs, strakke band. Het boeit iedere minuut. Prachtige avond.
Nog een Coke uit rek van een nachtwinkel en terug naar de kamer. De heer des huizes ligt languit op de bank met joystick een of ander schietspel te spelen. Zijn moeder is gearriveerd, zij ligt al op bed. Morgen gaan ze in alle vroegte met het vliegtuig naar Nebraska. Moederdag, oma ziet ze graag komen. Tja, zo werkt dat in Amerika. Een vliegtuig is de bus. Slapen, morgen weer een dag!
Vrijdag 11 mei 2018: Dallas – Austin
In Bishops is het even aangenaam ontbijten als dat het dineren was. Een bijzondere rode crushed iced shake van rood fruit met granola. Er komt geen einde aan. De koffie is goed.
Vanuit de luie banken bekijken Paul en ik het muziekaanbod in Austin. Het wemelt van de performances. Ik denk wel twintig tot dertig concerten per avond. En allemaal vanuit het clubcircuit. Van nu dus. Heel anders dan New Orleans waar het vooral om nostalgie lijkt te draaien.
Met de auto nog een snelle indruk van Dallas Down Town. Een grootse en rijke stad, zakelijk vermoedelijk.
Drie uurtjes duurt de rit naar Austin. Een drukke weg, zo’n contrast met gisteren en de andere dagen. Van natuur is geen sprake meer, enkel in de vergezichten is het groen. Een lint van bebouwing ‘siert’ de zijkanten van de weg. Een Randstad-gevoel. Niets aan.
Het huisje ligt naast de snelweg. Ook hier de sleutel onder de mat. Binnen is het heel cute. Het blijft apart iemand anders domein te betreden, een blik op de familiefoto’s te werpen, koffer en spulletjes te dumpen alsof het je eigen huis is. Austin lonkt.
Austin voelt direct als een fijne stad. Luchtig, makkelijk berijdbaar en overal terrassen en eettentjes. Drie uur, het puilt uit. Weinig hoogbouw, heel residential. Een Universiteitsstad. De campus ligt centraal met een markant Capitol Hill. Ja, hier voel ik me thuis.
In het warehouse district is het aangenaam toeven. Rauw Texaans eten. Pulled Pork, een IPA erbij, prima. De middag is inmiddels aardig opgeschoten. Paul gaat naar een platenzaak, ik kan de verleiding niet weerstaan even naar de Patagonia-store te wandelen. Het zegt veel over Austin dat Patagonia hier wel zit, maar in Houston of New Orleans niet te bekennen is! De verleidingen in de winkel zijn te weerstaan, enkel twee T-shirts verdwijnen m’n rugzak in…..
In een zijstraat zit een gave tent. Een oude garage, groot, hoog, fraai ingericht, de ruimte gepakt. Het eten is er goed, de wijn ook. Het valt me op dat daar stevige prijzen voor gevraagd worden. $ 10 is niets. Er komen hippe mensen binnen. Mooie dames die weinig verhullend gekleed zijn. De mannen strak. Kappers worden kennelijk frequent bezocht, oorbellen in de lellen geklemd. En tattoos, je kan niet zonder hier.
Er waait een heerlijke wind, de warmte is droog. Eigenlijk de hele week al. Korte broek en T-shirt, that’s it really. Vanavond naar Cactus Café op de campus. Een fameuze plek, waar al veel legendes in een vroeg stadium van hun carrière optraden. Vanavond spelen The Mulligan Brothers.
Leuk om weer een hele andere buurt te betreden, duidelijk gedomineerd door studenten. Het café heeft sfeer. Lambrisering, een fraai houten plafond, een relaxte opstelling van de tafels. Aan de muur platen van iedereen die hier heeft gespeeld. Paul kent er een hoop, ik enkele.
The Mulligan Brothers overrompelen direct. Drie man, geen broers, en een dame, charmant met krullend haar en een kleurrijke jurk die perfect past. Persoonlijke nummers, fraai gespeeld, rijk in klank en tempo. Ze spelen bevlogen. Het plezier spat er vanaf. Het toegift is misschien nog fraaier. Helemaal akoestisch. Ja, mooi concert, alweer.
Paul koopt de live-cd, opgenomen in, jawel, Paradiso Amsterdam en Porgy en Bess in Terneuzen! De eerste ken ik goed, de tweede enkel van (wilde?) verhalen.
Bij 7Eleven scoor ik een Coke. In Aziatische steden zijn dat cleane oases om even iets van Westerse gading te kunnen grijpen. Hier druipt het vet bijna van de wanden. Zelfde formule, totaal andere beleving. De kassière belichaamt dat. Tjesis, wat een obesitas. Een inkopper natuurlijk, veel mensen zijn hier te dik. Tot nu weten Paul en ik redelijk gezond te eten. Gelukkig, want gemak en vet gaan hier hand in hand. Makkelijk je daar aan over te geven.
Ik ben net binnen als de sleutel in het slot omgedraaid wordt. De dame des huizes. Opgeschoren koppie, ziekenfondsbril, beide armen volledig getatoeëerd. Mannelijk en nog volledig in werktenue. Portofoon, donkere kleding, werkschoenen. Direct een gesprek. Ze komt uit New York, is nurse. Werk heeft haar naar Austin getrokken. Maar ik vermoed misschien ook wel het vrijere denken van Austin. Een tolerante stad, dat haaks staat op het conservatieve Texas. Ze pakt meteen een biertje, rookt buiten een sigaret. Voor haar is het ook weekend. Ze zoekt morgen de verkoeling van het water samen met haar vriendin. Ze is hartelijk en geeft nog wat tips voor ontbijt en diner. Leuk weer om geen hotel of motel te pakken. Dit geeft zo veel meer smaak aan het ervaren van een stad.
Zaterdag 12 mei 2018: Austin
Er hangt een relaxte sfeer bij Bennu’s, een leuk ontbijttentje in East. En de koffie is goed. Mensen schrijven, werken of komen bij van hun rondje hardlopen. Dit zijn sferen waar ik zo van hou in Amerika. Ik kan er dan wel uren vertoeven. Kom helemaal tot rust.
De route naar de sculptuurtuin van Betty en Edward Marcus is leuk. Dit moet een hele fijne stad zijn om te wonen. Fraaie villawijken, lommerrijk. De tuin ligt aan het water. Een heus meer waarop het goed watersporten is. De setting is prachtig, de kwaliteit van de sculpturen wisselt. Wel grote namen. ‘Mijn’ Anya Gallaccio en Ryan Gander zijn vertegenwoordigd.
Via een andere wijk terug naar het centrum, leuk om ook even over de rivier te kijken. Ja, ook hier volop leven en curieuze winkeltjes met design, bijzondere kleding en meer. Lunchtijd. Een IPA gaat er wel in. Het is heerlijk buiten toeven. Wat praten maar vooral ook rond me heen kijken om alle sferen in me op te nemen. Ja, dit is het Amerika waar ik van hou. De stad voelt als het leven in New York: vrij, ruim denkend, een breed palet van cultureel aanbod, alle ruimte voor ontplooiing, anders kunnen en mogen zijn. Austin is een stad in Amerika waar homo’s en lesbiennes zich graag vestigen. Ik kan me dat goed voorstellen. En dat in het oerconservatieve Texas! Een oase deze stad.
Paul en ik slenteren wat langs de winkels. De auto brengt ons over de brug naar Down Town. Het is warm, maar droge warmte, goed te doen. Een boekenzaak, ik maak wat foto’s. Zo gaat de middag toch best hard. Net buiten het centrum in East zit een aardig tentje. Paul leest verder in zijn boek, ik werk m’n dagboek bij. Door de haag zie ik aan de overkant van de weg de daklozen zitten en liggen. Ja, dat is ook Amerika. The haves and the have nots.
Vanavond een concert bij Parish, een van de vele muziektempels hier. Het concert van Balmohrea blijkt later te beginnen. De auto vindt een veilige plek in een parkeergarage. Op straat komt het uitgaansleven al op gang. Het is tegen achten. Bands en harde muziek. Uitbundig publiek, maar ook daklozen die bedelen om een dollar. In het avondgloed probeer ik sferen vast te leggen.
Paul en ik voegen ons in de rij voor de trap omhoog naar Parish. Ander publiek, dat is duidelijk. Waarom ik mijn ID moet laten zien is me een raadsel. Van de week ook een paar keer met het kopen van een biertje……
Het voorprogramma klinkt nogal psychedelisch. Soundscapes die ik al eens gehoord heb in het jaren zeventig werk van David Bowie en Pink Floyd. Balmorhea bouwt het concert rustig op. Het is mooie muziek. Het verbaast me niets dat een van hun nummers als tune gebruikt wordt bij een Netflix-serie. Helaas lijkt de afstemming tussen de instrumenten niet helemaal fijn, het geluid klinkt niet 100% zuiver. Het doet wat afbreuk aan de ervaring. Niettemin een goede band.
Buiten op straat is het een gekkenhuis. Inmiddels mogen er geen auto’s meer rijden. Uitgaan op z’n Amerikaans. Het heeft wel wat van Las Vegas. Schaars geklede dames proberen publiek de tenten in te lokken. Dollars rollen rijkelijk. Ja, in Austin kan en mag veel. Ieder toilet dat ik hier bezocht was gender-neutraal.
Paul sprak tijdens het concert met iemand uit Austin. Hij bevestigde het vrije denken dat Austin kenmerkt. Maar buiten Austin is het direct weer oerconservatief.
De auto is een oase van rust. Ik vind snel de weg terug naar de kamer. Het Amerikaanse grid is zo makkelijk. Half een, tijd om te gaan maffen.
Zondag 13 mei 2018: Austin – Houston – Rotterdam
Aan alles komt een eind. Ook aan deze reis. Voor mijn gevoel ben ik een eeuw weg geweest. Het is of Austin ook wat verdrietig is, een somber wolkendek hangt boven de stad. Het was weer een prachtige reis. De staten Texas en Louisiana goed gezien, idem voor de steden Houston, New Orleans, Lafayette, Dallas en Austin. En last but not least weer goed toeven en reizen met Paul. Daar gaan niet nog eens elf jaar overheen voor een volgende trip. Muziek was misschien wat minder dominant aanwezig in deze reis, het was meer een totaalervaring van wat deze streek te bieden heeft. In Austin ga ik terug komen, that’s for sure. Misschien een mooi start- of eindpunt voor een volgende reis noordwaarts. Oklahoma, Nebraska, South en North Dakota….. Er is nog veel te zien, naast mijn voornemen The Great Divide te gaan fietsen van Canada naar Mexico. En New York natuurlijk, een stad met een status aparte.
Nog een ontbijt en ik start de wagen voor het laatst. Drie uurtjes rijden naar Houston op een weg die het midden houdt tussen snelweg en een Provinciale weg. De radio blijft uit. Een boerenlandschap met veel koeien, watertorens, roofvogels, uitgestrektheid, rust.
Op de airport gaat het voorspoedig. Een huurauto inleveren gaat net zo snel als een statiegeldfles terugbrengen bij Albert Heijn. Bus naar de terminal. De bagage moet ik zelf labelen. Dat zal dus binnen een paar jaar ook in Europa wel de norm worden. Het zit er op! Dag.