2024 Peru Divide (deel 1)

PERU DIVIDE 2024

Woensdag 17 juli 2024: Rotterdam – Lima

Weer een jaar van m’n leven voorbijgeflitst, besef ik me als ik de taxi instap op weg naar Miraflores, het kloppende hart van modern Lima. Vorig jaar eindigde ik hier en besloot volgend jaar de Peru Divide te gaan rijden. Dat is nu, met bijna zes weken slow cycling voor de boeg. Berg op, berg af, solo op grote hoogte paden in de Andes bedwingen die de waterscheiding van Peru markeren… ten westen stroomt het water rechtstreeks de Stille Oceaan in, ten oosten maakt het water een reis door de Amazone naar de Atlantische Oceaan.

Een flitsend jaar was het ook, tot op de laatste dag. Gisteren kon de Design Academy Eindhoven haar nieuwe locatie bekend maken. Het besef dat na anderhalf jaar knokken de meet met succes is bereikt daalt nu pas bij me in. Berichten die ik in m’n vliegtuigstoel van teamgenoten ontvang zijn fijn… met een glimlach en voldaan gevoel laat ik de boel graag even de boel.

Het voelde gek vanochtend huis, haard en hond te verlaten voor een trip met mezelf. Zeker na een periode waarin ik heel wat weekends absent was in Frankrijk en weinig lummel-tijd had rondom het Mathenesserplein. Gelukkig kende Irma de afgelopen maanden ook een drukke periode, mijn relatieve afwezigheid enigszins maskerend. Soms wens ik dat ik meer rust in m’n donder zou hebben om enkel gelukkig te zijn met vier zomerse weken samen aanklooien in Frankrijk. Helaas treft me de urgentie tochten als deze te (blijven) maken nu ik nog vertrouwen mag hebben in lijf en leden. Fijn en lief dat Irma me die vrijheid gunt.

Lima, einde middag. Ik zet m’n fiets in elkaar en pak een taxi naar Matria, een restaurant van een veelbelovende cheffin. Ach, waarom niet het tasting menu… bijzonder, incluis de Peruaanse wijn. Ja, ik ben er, al moet de ober me wakker prikken na het dessert…

Donderdag 18 juli 2024: Lima – Huaraz

Tijd om te relaxen gun ik mezelf nog niet, zo snel mogelijk wil ik op hoogte zijn om te acclimatiseren. Teo, die me een transport geeft met fiets en uitrusting naar Huaraz, staat om acht uur op de stoep. De fiets past precies in de kofferbak. Het is druk Lima uit, er wordt link gereden. Een dik wolkenpak hangt, zoals altijd, laag boven de stad.

De route volgt de kust noordwaarts langs de Stille Zuidzee door een dorre woestijn. Na een paar uur slaat Teo rechtsaf. Langzaam ontvouwt zich het silhouet van de Andes aan de horizon. De felle zon completeert het panorama tot een aangenaam palet, de komende vijf weken mijn huis.

Zwaar verkeer bevolkt de weg. Afvoer van de vruchten van mijnbouw, op- en afgaande mijnwerkers en materieel noodzakelijk voor het exploiteren van de aarde wordt de bergen ingesleept. Zonder de infrastructuur die voor mijnbouw is aangelegd zou ik geen Peru Divide kunnen rijden… koper, goud, zilver, zink, lood en tin… de Andes herbergt het allemaal. Om deze schatten te delven zijn paden aangelegd tot wel 5.000 meter hoogte. Die ga ik zuid-oostwaarts berijden in een desolaat gebied met om de paar dagen ‘leven’. Mijn grootste zorg is met metalen bevuild water te tappen… verder moeten lijf, leden en geest me niet in de steek laten. En m’n materiaal natuurlijk.

65 kilometer voor Huaraz ligt het startpunt van de Peru Divide, die is voor over een week. Eerst wil ik goed acclimatiseren en bijslapen. Heb m’n lichaam echt tekortgedaan de afgelopen maanden. Huaraz ligt op 3.100 meter hoogte, de uitvalsbasis voor trekkings in de Cordillera Blanca. Een spectaculaire bergketen die zich uitstrekt over 180 kilometer met meer dan 50 bergen die hoger zijn dan 5.000 meter. De Huascarán torent er met 6.768 meter bovenuit, de hoogste in de tropen.

Een knobbelig pad brengt me naar The Lazy Dog Inn, een ecolodge op 3.600 meter, mijn uitvalsbasis voor de komende week. Ik schuif aan tafel voor een smaakvol diner met ingrediënten uit eigen tuin en ga vroeg slapen met licht zeurende hoofdpijn. Tja, de hoogte krijgt vat op me, kopjes coca-thee kunnen dat niet voorkomen… 

Vrijdag 19 juli 2024: Huaraz

Acht uur op, een ontbijt zoals ik het graag heb: koffie, yoghurt, vruchten en muesli. Tien uur geslapen, diep was het niet. Het zijn flinke overgangen zo in slechts enkele dagen. ’s Ochtends werk ik wat mails weg en lanterfanter over het erf. Diana en Wayne, eigenaren van The Lazy Dog Inn, zijn gastvrij en denken graag mee. Ik laat me verleiden vanmiddag met Julia, een Duitse die directeur is van een NGO in Lima, een trip te maken naar Laguna de Wilcacocha. Het meer is niet noemenswaardig, maar het uitzicht op de Cordillera Blanca is fenomenaal, de toppen tekenen messcherp af tegen de strakblauwe lucht.

Goed om een wandeling te maken, het gaat best… al giert m’n hartslag omhoog als het pad steil naar boven kronkelt. Op de terugweg vang ik van achter de autoruit glimpen op van de sunset op de besneeuwde toppen, majestueus hoe de Huascarán oranje kleurt.

Zaterdag 20 juli 2024: Huaraz

Een rustige ochtend. Ik werk onder het genot van coca-thee m’n dagboek en foto’s bij en ja, moet ook nog wat werken. Lichte arbeid, wel fijn als het deze dagen afkomt en mijn actielijst pas weer op popt 26 augustus a.s. Grappig, Diana en Wayne maken iedere ochtend na het ontbijt een wandeling met de honden, ondanks dat de viervoeters hier alle vrijheid hebben. Met Paco is het in Frankrijk niet anders… ook hij ligt na ons tweede kopje koffie ‘s ochtends te loeren op het teken dat we met hem het land op gaan.

Bij een NPO even verderop lunch ik. Ik waag me aan een lokale specialiteit, cavia met smaakvolle aardappelen. En een in Huaraz gebrouwen biertje. Rust en tijd voor mezelf, ik heb ernaar uitgekeken de afgelopen weken.

Nieuwe gasten druppelen binnen, twee Duitsers klimmers, die ook voor acclimatisatie neerstrijken. ’s Avonds is het gezellig als Diana en Wayne met een fles lokaal gebrouwen Pisco aanschuiven. De levensverhalen komen los… en de wijsheden: ‘You know the story of bacon and eggs? Well, the chickens made their contribution, but the pigs gave real commitment’. Om tien uur ga ik slapen. Op de kamer is het tegen het vriespunt, m’n bed is lekker warm.

Zondag 21 juli 2024: Huaraz

The Lazy Dog Inn is een plek waar ik me aangenaam thuis voel. Een plek om lui te zijn… hoewel lui, dat zal ik nooit zijn… ook hier niet. Het voelt als een week van transitie, het drukke leven loslaten om over een paar dagen een geheel ander ritme in te gaan. Een avontuur waar ik lang naar uitgekeken heb. Weer een dag en een nacht verder voel ik dat ik langzaam wen aan de hoogte. M’n lichaam is merkbaar bezig.

En ik ben nog aan het werk, dat wist ik vooraf. Vandaag rond ik een rapportage af voor een collectief dat een landgoed heeft gekocht en gaat transformeren tot een plek van wonen en werken waar mens en natuur samengaan, op basis van gelijkwaardigheid. Een uitdaging om dat gefinancierd te krijgen. Ik doe het project graag, het verruimt m’n blik, het zal er steeds meer naar toe gaan. Of beter: moeten. Ook bij The Lazy Dog Inn werken ze in harmonie met de natuur, vanuit een gesloten systeem, (bijna) zonder afval.

Maandag 22 juli 2024: Huaraz

’s Ochtends geeft Wayne me een rondleiding over het land. Fascinerend om te zien hoe ontlasting z’n weg vindt naar compost. Het duurt een jaar, ondergaat verschillende stadia van behandeling, maar dan kan je het ragfijn door je vingers laten gaan. Uiterst vruchtbare grond, waar weer van alles op kan groeien. Urine en grijs water worden aangewend voor irrigatie.

In de green houses groeit de verrukkelijke groente die ik hier dagelijks verorber. Tja, in alles voel ik de liefde voor de natuur en de aandacht waarmee Wayne en Diana hun onderneming runnen. Met oog voor de community, al dertig jaar lang. Het inspireert me om het pad dat Irma en ik in Frankrijk zijn ingeslagen nog intensiever voort te zetten. Maar het maakt me ook duidelijk dat het om een dagelijks commitment vraagt als je echt in balans wil leven met de natuur en daar de vruchten van wil plukken, letterlijk en figuurlijk. We leiden er nu een te druk en te intensief leven voor…

’s Middags maak ik een wandeling in de vallei met mooie uitzichten op de toppen van de Cordillera Blanca. En ja, ik stel ook een offerte op voor een flinke klus in een nieuwe stad. Een kolfje naar mijn hand, start al in september.

’s Avonds ben ik de enige gast en tafel met Wayne. Bijna 70, interessant gesprek en dito levensloop… Onder de rook van Detroit geboren, van kinds af aan aangetrokken door de natuur. Opgegroeid in een arbeidersgezin, de neergang van Detroit meegemaakt, ‘gevlucht’ naar de Rockies en via wat baantjes bij The National Park Service in Banff terecht gekomen. Toch gaan studeren, stage mogen lopen in Peru, terug in Canada Diana ontmoet en getrouwd. Met ecologie kon hij weinig in het door olie gedomineerde Alberta. Een baan in Ecuador lonkte. Toen het bedrijf waar hij in Quito voor werkte werd verkocht hebben ze deze stap gewaagd in Peru. Here we are now.

Met een Pisco bij de open haard praten we verder, een man met levenswijsheid. Het moment komt er aan dat ze The Lazy Dog Inn over moeten gaan dragen. Er is een roep vanuit de familie in Canada dat ze er meer zouden moeten zijn… bij de kinderen, bij de kleinkinderen. Wayne denkt dat hij er niet meer kan aarden, zeker niet in het huidige politieke klimaat.

Bij de geur van het eucalyptus hout dat fikt in de open haard werk ik m’n dagboek bij. Om half tien doe ik de lichten uit, doof de muziek en zoek m’n mandje op.

Dinsdag 23 juli 2024: Huaraz

Inmiddels voel ik me een huisvriend van Diana en Wayne. Zeker als je zo momenten met elkaar alleen hebt. Vandaag gaan zij naar Huaraz om inkopen te doen, want ja, ze kunnen vrijwel autarkisch willen leven… wijn en Pisco komen toch echt van buiten de poort!

Nog een frisse blik op de offerte en ik stuur ‘m uit. Dat gaat vast een mooi nieuw traject worden, A New Career in a New Town (Low, 1976, David Bowie). Het is tijd om mijn fiets en uitrusting gereed te maken voor de tocht. Ik had thuis de banden verkeerd om gemonteerd… stom, wel consequent op beide wielen! Ik stel alles goed af, loop de boutjes en moertjes na en rij een rondje proef. Op m’n kamer gaan alle spullen door m’n handen en verdeel ze evenwichtig over de tassen. Er is voldoende ruimte om straks water en eten mee te nemen voor een dag of drie… gelukkig!

Wayne en Diana zijn zichtbaar trots op de grootste bloemkool die ze hier ooit hebben geoogst. Ja, het is echt aangenaam toeven hier. Een warm huis in een fraaie setting. Voor het slapen gaan schenkt Wayne me nog een Pisco bij het haardvuur…

Woensdag 24 juli 2024: Huaraz

Vandaag een dagje van de spullen. Het inregelen van de Garmin Inreach, zodat ik waar ik ook vertoef de komende weken via de satelliet een SOS naar hun Response Center kan uitsturen, opdat ze een reddingsactie op touw kunnen zetten. Na de bad luck die Marc twee jaar geleden trof op The Great Divide is dat een vast stuk van m’n uitrusting geworden. Het thuisfront kan me dagelijks tracken en ik kan appen met korte tekstberichtjes. Alles werkt doeltreffend.

Dan is het tijd een nieuw speeltje een luchtdoop te geven… een drone. Wow, machtig en krachtig, hoe licht ie ook is… een fraai staaltje technisch (Chinees?) vernuft dat objecten ontwijkt, me vanuit de lucht kan volgen. Enfin, ik ben benieuwd welke beelden ik daarmee ga vangen. Zo gaat de dag hard…

Donderdag 25 jul 2024: Huaraz

Al bijna een week vertoef ik bij The Lazy Dog Inn. Een fijne periode van opladen, me gereed maken voor de trip en acclimatiseren natuurlijk. Zeker, ik had meer hikes kunnen maken in de Cordillera Blanca, naar grotere hoogte kunnen klimmen om nog beter te acclimatiseren. Maar ja, er zat nog wat werk in the pocket, een behoefte aan lekker lummelen… en ik heb de Peru Divide in het verschiet, wie wel?

M’n fiets staat er strak bij. De tassen van Rockgeist zitten rock solid op de dragers en kunnen niet stuk. Het afscheid van Diana en Wayne is hartelijk, een warme hug en ik rij de poort uit, daal af naar Huaraz. Alles voelt goed vast als de zwaartekracht me over een steil keien pad 600 meter down hill laat stuiteren. Enkele honden weten me vervaarlijk blaffend te achtervolgen. Twee keer stop ik, smijt een steen hun kant op… ze druipen af. Ik hou van honden, maar heb nu geen zin in prikken tegen rabiës. Vermoedelijk een voorbode van wat me every now and then te wachten staat de komende weken…

But I am happy, fietsend met het hele circus op m’n ros. Spannend zaterdag te starten… kijk er ook naar uit… voor het eerste een lange solotrip, ben benieuwd.

De stad… ik pers me door de drukte en uitlaatgassen heen, een abrupte decorverandering. Hier kan ik nog wat inkopen doen voor de eerste dagen, fotograferen en lekker eten.

De flappentap in het drukke centrum van Huaraz tovert in twee tranches een flink pakket kleine biljetten tevoorschijn. Daar ben ik blij mee, anders had ik moeten wisselen op de zwarte markt… Morgenavond ga ik weer m’n geluk beproeven, kennelijk zijn dan de grote biljetten op! Ik moet voor bijna een maand cash meenemen. In een gehucht wapperen met een biljet van 100 Soles heeft straks echt geen zin!

Bij Marka ben ik de eerste gast om half zeven, tegen achten stroomt het vol. Heerlijk het rumoer… gek genoeg kan ik me daarin beter concentreren. Fijn nog even het leven van de stad mee te maken voordat het echt stil wordt… In het feeërieke licht van Huaraz wandel ik terug naar m’n kamer en donder in een diepe slaap.

Vrijdag 26 juli 2024: Huaraz

Een dagje van inkopen doen. Ik heb een lijstje gemaakt en kan alles vinden, alleen Alcohol Pura voor de brander blijkt een zoektocht. Het zou in de gehuchten goed verkrijgbaar moeten zijn, ik vertrouw m’n wegbereiders blind… De fiets wordt er een flink stuk zwaarder van… zes liter water aan boord… maar alles past gelukkig! Ik beroof de bank nogmaals en verstop de stapeltjes biljetten op diverse plekken.

Het electronica-circus krijgt een oplaadbeurt. Nog wat laatste werk en ik bel pappa, fijn elkaar nog even te spreken. Irma heeft in Frankrijk de tractor eigenhandig gerepareerd, zou er best even willen zijn!

’s Avonds een pizza bij een hippe tent met naar blijkt een uit de kluiten gewassen karaf wijn uit Peru. Ach, de komende dagen wordt het instant wat de klok slaat. Morgen gaat het avontuur dan echt beginnen… ik voel me klaar voor de start, ben er ook aan toe Huaraz te verlaten. Kom ik hier weer eens terug? Ik vermoed van wel…

Zaterdag 27 juli 2024: Huaraz – Ticllos

Vroegop… fietsen vandaag! Alles staat klaar, nog een snelle douche, ontbijt en klokke acht uur ben ik gereed voor vertrek. Teo is wat later, het is druk in de stad met een lang weekend voor de Peruanen, alle hotels zitten vol. Nog een keer beroof ik de bank voor cash om de aanstaande weken te kunnen overleven. 65 kilometer lijkt met de auto een afstand van niks, in Peru kost dat tijd. Teo dropt me bij Laguna Conococha, het officiële startpunt van de Peru Divide.

Daar sta ik dan! Ik smeer m’n gezicht goed in en ga… de eerste meters gravel glijden onder me door. Ik klim ietsje naar 4.200 meter, moet ervoor werken, toch dik 500 meter hoger dan The Lazy Dog Inn. Het is genieten, ik heb me voorgenomen deze tocht ‘zen’ te gaan rijden en zo voelt het ook, al moet ik flink zwoegen om boven te komen…

Na pakweg 5 kilometer is het helemaal stil, alleen het ruisen van de wind, m’n ademhaling en het knisperen van de banden op de onverharde ondergrond onder een strakblauwe hemel. Tja, dit is fraai. De eerste kilometers blijf ik op hoogte, af en toe passeert een auto, een stofwolk optrekkend.

Een enkele nederzetting, soms bewoond, soms verlaten… ik ben op m’n hoede voor de viervoeters die wild blaffend hun erf bewaken. Het uitzicht is weids met afzettingen voor vee die van verre fraai afsteken in het landschap. Roofvogels vliegen over, zwevend op thermiek, turend naar iets eetbaars. Loopvogels schieten weg, zoeken een veilig heenkomen voor deze gringo.

Hard gaat het niet, zelfs als ik wat mag afdalen. Het wegdek is ruw en het is geconcentreerd fietsen om kuilen te ontwijken. Links gaapt naarmate ik meer afdaal een diep ravijn. Het doet me denken aan Death Road vorig jaar in Bolivia. Deze weg doet er weinig voor onder… De hitte is droog, ik transpireer eigenlijk niet, maar weet goed dat ik water moet blijven drinken.

Onder de vierduizend meter, de eerste eucalyptusbomen die heerlijk geuren. Tja, het is direct een genot zo te mogen fietsen, wat een start. Ook de vijf- en zesduizend-ers dragen hun steen bij aan het prachtige palet dat zich voor mijn ogen ontvouwt.

In het gehucht Ticllos heerst rust, 25 kilometer gereden, half vier. Ik kan nog een stukje door of neerstrijken bij de hospedaje. Het is basic, maar netjes, besluit genomen. Het voelt goed in de Divide te kunnen landen. Ik scoor in de dorpswinkel een Inca Cola, ontwikkel m’n foto’s en bekijk de filmpjes die ik vandaag schoot. Voor het eerst kook ik op de Trangia met droogvoer uit Nederland voor de eerste dagen. Het smaakt prima, Kebabgryte van het onvolprezen Noorse Real Turmat. Half zeven, de duisternis valt in, het wordt fris. De familie trekt zich terug, so do I. Dagboek bijwerken, wat lezen… de luikjes sluiten vanzelf om acht uur.

Zondag 28 juli 2024: Ticllos – verlaten mijn voor Rajan

Op het erf maak ik m’n eerste ontbijtje. Alcohol Pura is inderdaad wat koppig in de kou, maar al snel pruttelt het water voor koffie en pap met rozijnen. Zondagse rust, het is merkbaar, pappa geeft zich een uitgebreide wasbeurt, de klokken van de kerk luiden. Tijd om te gaan fietsen.

De eerste meters zijn makkelijk, licht dalend langs een diep dal. Het is weer strakblauw, al snel rij ik rond in m’n T-shirt. Ik heb het pad voor mij alleen. Tegen de bergen op is mooi te zien hoe boeren het land bebouwen en als mozaïek omheiningen creëren voor het vee. Daarboven groeit niets meer, neemt het hooggebergte het over.

Soms geeft de flora een hint van de tropen, want zo heel ver bevind ik me niet van de evenaar. Beekjes sijpelen langs de weg, aan water geen gebrek hier. De eucalyptusbomen benevelen weer aangenaam m’n reukorgaan, de banden knisperen over hun gevallen bladeren. Zo tikt de tijd aangenaam weg en voel ik me weg, ver weg…

In de kerk van Corpanqui begint de mis, fraai zijn de doorkijkjes op het dagelijkse leven. Het oogt allemaal zo vredig… een boel flessen in scherven getuigen van een drinkgelag the night before…

Ik fiets door, ga geleidelijk maar zeker klimmen. Aan het werk, in een constante tred volg ik de strepen die tegen de bergwand op zigzaggen. Plots ziet het zwart, niet voor m’n ogen… een complete bergrug is afgefikt. De mens? De natuur? Imposant is het wel en afgaande op de geur moet het vrij recent gebeurd zijn.

Wow, de eerste condor! Allemachtig, wat een spanwijdte, gracieus vliegt ie door de lucht op zoek naar een prooi. Ik trap door. 800 meter klimmen hier in de Andes is niks, maar ik voel nog behoorlijk wat pap in de benen… Doel van vandaag was af te dalen tot Llipa en te slapen bij een hospedaje. Dat zit er met de invallende duisternis niet in. Bij een verlaten mijn vind ik op een doodlopend spoor een vlak plekje, net buiten het zicht van de enkele chauffeur die vanavond of vannacht zal passeren.

Het tentje staat snel. Merk wel dat ik moe ben, voel me soms wat duizelig bij het inrichten van het kamp. Te weinig gegeten? Te veel zon? Te hard gewerkt? Toch nog de hoogte? De Thaise Red Curry kikkert me enigszins op. In de verte hoor ik een luide knal. En nog een… aan de overkant van het dal zie ik flitsen… ja dat moeten ontploffingen zijn met dynamiet. Mijnbouw, de exploitatie van Moeder Aarde gaat hier 24/7 door.

Half acht, het koelt af, een kraakheldere sterrenhemel doet me verlangen naar m’n mandje. In lezen heb ik geen zin meer. Klaas Vaak doet zijn werk.

Maandag 29 juli 2024: verlaten mijn voor Rajan – afslag naar Cajatambo

De nachtrust heeft me goed gedaan. In het ochtendgloren wek ik de Trangia tot leven en geniet nog een moment met een tweede kop koffie. Het circus verdwijnt snel in de tassen, klim het laatste stukje naar 3.750 meter en rol Rajan binnen.

Soms voelt het net als in Noord-Frankrijk. Een dorp met eenvoudige bouw, ruraal, alsof het leven stilstaat en toch heeft het charme. Ik rij rustig langs de huizen en erven om geen slapende honden wakker te maken of ze te verassen. Op het dorpsplein zit WIFI, zodat ik wat berichten naar het thuisfront kan sturen. Ik passeer een kudde koeien, een oude vrouw drijft ze met drie honden het dorp uit. Tja, het leven van alledag hier.

Een lange afdaling ligt voor me, maar liefst 2.200 meter. Een mooi moment de GoPro uit te proberen voor live-beelden. Ik voel me bijna schuldig m’n geld aan dit soort gadgets uit te geven als ik hier rij, laat staan m’n reis en uitrusting als geheel…

De afdaling is indrukwekkend. Het eerste deel laat zich goed overzien. Rechts van het midden ligt Llipa, waar ik met wat koekjes en een Inca Cola lunch.

Dan wordt het ronduit spectaculair, 1.500 meter de diepte in van een canyon. De afgrond is bij tijd en wijle loei steil… het voelt weer als Death Road in Bolivia… wow, ik concentreer me goed en stop af en toe om alle indrukken in me op te nemen.

Ben echt helemaal alleen, geen teken van leven hier, enkel het geluid van de banden die hun grip vinden in het gravel, het gepiep van de remmen en als ik stop het ruisen van de rivier beneden. En steeds weer de nieuwe composities die de natuur me voorschotelt…

Het houdt niet op, bijna beneden rij ik door een ‘bos’ van cactussen. Op 1.390 meter vloeien twee rivieren kolkend samen. Ik sla linksaf en moet klimmen, op een asfaltweg van één baan voor tweebaans verkeer in een nauwe canyon met ontelbaar veel bochten… Op mijn gemak voel ik me niet met het aanstormend en achteropkomend verkeer dat ik niet kan overzien zonder ook maar een centimeter van een vluchtstrook.

Ik ben op m’n hoede en hou m’n oren gespitst in de hoop dat iedere chauffeur claxonneert voordat ie de hoek om zeilt. Link blijft het. Twee fietsers passeren… onderweg vanuit Patagonië, een makkelijk gesprek vanuit eenzelfde passie. Het gaat nog koud worden op de Divide vertrouwen ze me toe!

12 kilometer klimmen verder zou er een hospedaje moeten zitten… er is geen leven, behalve een kip die rondscharrelt. Het visioen van een Coca-Cola blijkt een fata morgana. Einde van de middag, er zit niets anders op dan langs de weg m’n tentje op te zetten. Als m’n brander pruttelt komt de familie toch thuis. Ik verkies m’n slaapzak.

Dinsdag 30 juli 2024: afslag naar Cajatambo – Cajatambo

Wederom goed geslapen, voor de derde dag op rij een nachtrust van bijna 10 uur. M’n lichaam heeft het nodig, merk ik. Best een omslag zo van een zittend leven achter het bureau naar een zittend leven op de fiets!

De klim vervolgen naar Cajatambo lijkt me geen goed plan. De purist zal vast gaan fietsen, ik verkies veiligheid en maak er een rustdag van. Na drie keer mis komt m’n slachtoffer in de verte aanrijden, een vette pick-up. Twee Peruaanse echtparen vinden het geen enkel probleem als ik met de fiets de laadbak in klim… Een veilige chauffeur die safe langs de afgronden rijdt en bij iedere bocht toetert. Toch gaat het bijna mis met een tegenligger…

Pas bij het uitstappen zie ik dat de dames feestelijk zijn uitgedost. Het dorpsplein is afgezet, er begint iets bij me te dagen, er moet een festival gaande zijn hier… De brass band loopt net schetterend de straat in. Ja, natives komen daarvoor terug. Ik kan nog precies de laatste kamer boeken in het enige hotel. Lekker, kan me helemaal fris douchen onder een warme straal en geef m’n kleding ook een beurt. Want poeh, na drie dagen op stoffige wegen onder een nietsontziende zon ruik ik aardig. In een restaurantje eet ik flink bij. Zo gaat de dag hard.

Woensdag 31 juli 2024: Cajatambo

Dat het hier feest is heb ik vannacht geweten, het ging tot zes uur in de ochtend door. Een meerdaags festival in alle pracht, kleuren, rituelen en mythes. Een belevenis om mee te maken. Haast heb ik op deze reis niet, dus ik laat deze fiesta graag over me heen komen alvorens de kou en verlatenheid van het hooggebergte op te zoeken.

In een tentje ontbijt ik met de Peruanen mee. De hartigheid die ze op dit uur van de dag verorberen doet vermoeden dat ze net de nacht uitkomen. Ik hou het op droog brood met queso en aangelengde koffie. Het boek van Philip Roth, The Plot Against America, boeit, ook relevant in het huidige tijdsgewricht. De fanfare toetert er lekker op los, ik ben de enige gringo, gisteren en vandaag.

Misschien is dit de lummel-tijd die ik de afgelopen periode gemist heb, ik meander door de paar straten die het dorp rijk is en laat me verassen. Ik stuit op een ruiter die z’n paard optuigt. Een moment later loop ik bij de lokale slager binnen, hij is net bezig twee schapen uit te benen… Ruige mannen die hun vak verstaan.

Lunch pak ik bij m’n inmiddels ‘vaste’ tentje. De gerechten zijn simpel en vet. De stukken vlees laat ik weer aan me voorbijgaan. Het zit bomvol, ik mag achter bij de tafel aanschuiven waar ook de familie luncht. Oma, papa, mama en kinders, allemaal zitten ze in de bediening. Als vanzelf ga ik fotograferen en maak een serie die ik terug op m’n kamer ontwikkel.

Papa is zichtbaar trots als ik de serie laat zien, ik stuur ze via correo electrónico. Een rustige middag verder, ook de fanfare houdt zich koest. Het lijkt erop dat iedereen z’n energie spaart. Ik voor de tocht van morgen, zij voor de nacht…

Donderdag 1 augustus 2024: Cajatambo

Liever zou ik op de fiets stappen, maar het weer boven in de bergen is niet best met een voorspelling van sneeuwstorm, zo vertelt m’n Garmin. Alles kan en ben erop voorbereid, maar als het niet hoeft… Een nachtje is gauw bijgeboekt. Vannacht was het weer feest in het dorp, bij het ontbijt zie ik vooral kleine oogjes…

Als je goed kijkt is het behoorlijk arm. Bouw van de huizen is simpel en bijna nooit af. Mensen missen tanden, ouderen hebben oogziektes, kinderen werken hard mee. Het arriveren en met gillende sirene wegrijden van een primitieve ambulance kent grote belangstelling van de locals. In de winkeltjes zijn basisingrediënten te krijgen en vlees wordt kennelijk dichtbij geslacht. Het hangt boven de toonbank uit. Ik waag me er beperkt aan…

Fotograferen is een fijne bezigheid, ontdek ik weer. Ik heb me ingeschreven voor een workshop van vier dagen in Berlijn onder leiding van Bryan Schutmaat en Matthew Genitempo. Ik pas bepaald niet in het profiel (professioneel fotograaf met de wens een fotoboek te maken), toch zie ik haakjes die het interessant voor mij maken, zowel voor m’n werk als verbreding van m’n blik op fotografie en het kunstenaarschap. Het is aan hen me toe te laten. Would be rather nice.

Vrijdag 2 augustus 2024: Cajatambo – bij de rivier vanuit Yanajirca

Goed uitgerust klim ik Cajatambo uit, nog wat laatste noten van de brass band vergezellen me. Ook voor hen zit het erop, de feestweek is over! Een lange klim ligt voor me, 24 kilometer met dik 1.100 meter stijging. Ik pak snel m’n ritme, drink goed en snoep af en toe wat uit de voorraadkast. Met het toenemen van de hoogte stop ik vaker, even op adem komen en weer door. Zo gaat de dag hard. Lang hou ik zicht op het landschap dat ik ken van de afgelopen dagen. Pasa Pacomayo, de top, ligt op 4.526 meter. Ik snoer me warm in en daal 200 meter af. Vooral in de schaduw is het ijskoud, blij dat ik m’n winteroutfit mee heb genomen.

Inmiddels loopt het tegen vijven, hoogste tijd een kampeerplekje te zoeken. Net iets boven de weg vind ik een rock ring, daar kan ik mooi beschut de nacht doorbrengen. Het tentje staat zo, snel maak ik wat te eten en duik om zeven uur m’n mandje in. Buiten heeft de vrieskou en de sterrenhemel het overgenomen, ik ben naar dromenland.

Zaterdag 3 augustus 2024: bij de rivier vanuit Yanajirca – Oyon

Zo, het klokkie rond geslapen, ik slaap als een vorst op m’n dubbele matras! Gevroren heeft het, ‘t rijp staat op het tentdoek. De zon geeft comfort in het kamp als ik geroutineerd m’n ochtendprogramma afwerk. Rond negen uur steek ik de rivier over en begin met klimmen. Gelukkig minder dan gisteren, wel op hoogte.

De weg blijkt geasfalteerd tot Oyon. Net als een paar dagen terug een eenbaansweg voor tweebaans verkeer. Alleen rijdt er geen kip, enkel lokaal transport voor mijnbouw en wegwerkers. Zij weten wat veilig rijden in de bergen betekent. De eerste mijnbouw, ik voel dat het in het landschap wringt, dat de mens ingegrepen heeft, maar kan het niet direct duiden. Even later bevind ik me in een episch centrum… kan het niet zien, maar hoor een voortdurend geraas van machines en af en toe een knal van een ontploffing. Mijnwerkers worden aan- en afgevoerd en aan de weg wordt continu gewerkt om de logistiek van het productieproces continuïteit te bieden.

In de verte zie ik de barakken waar de mijnwerkers overnachten en ontspannen. Ik klim dapper door en kan tot nu toe concluderen dat geen steen recht ligt op de Peru Divide. En eigenlijk fiets ik continu langs een afgrond op een niet al te brede weg, paden die zijn aangelegd voor de exploitatie van Moeder Aarde.

Als de autoriteiten waarschuwen voor de gevaren doen ze dat overmatig, vaker mag de chauffeur het zelf uitzoeken. De afgelopen dagen heb ik nog geen toerist gespot, ook in Cajatambo niet…

M’n longen hebben het zwaarder op grote hoogte, hoofdpijn heb ik niet. Ik passeer Punta Chanca op 4.840 meter, een van de vele anononieme passen op de Peru Divide. Wat een schoonheid zit er in de bijna abstracte kleurencompositie van hemel en aarde.

Net als gisteren kleed ik me winters warm aan voor de afdaling. Het gaat als een speer, de fiets voelt safe aan, al blijft het oppassen op een pad van een paar meter breed langs de afgrond. Dramatische vergezichten ontvouwen zich, een rijke beloning voor het harde werken vandaag en gisteren!

En plots ben ik terug in de bewoonde wereld. Het voelt als na een intense tocht over zee aanmeren in een jachthaven. Het zonnetje geeft aangename warmte, een Coca-Cola lest de dorst, een zak chips stilt de foute trek en vult zouttekorten aan. In Oyon vind ik een simpel pensionnetje. Naast wat winkels en een enkel tentje voor geblakerde kip met vette frieten is er weinig. Mij best, ik douche het zweet en stof van m’n lijf, eet wat en leg de benen op tijd horizontaal. De eerste week van de Divide zit erop.

Zondag 4 augustus 2024: Oyon

Rustdag, zoals een zondag eigenlijk hoort te zijn. Tot op heden voel ik me voldoende fit, al gaat het klimmen me soms zwaar af, net of m’n lijf dan een balans moet vinden, even fut mist. Het bepaald niet voedzame of smaakvolle instantmenu helpt natuurlijk niet. En vandaag eens lekker bijeten is beperkt mogelijk.

Het reizen alleen gaat me goed af, eenzaam voel ik me niet. Het is een afgebakende periode waar ik zo veel mogelijk van probeer te genieten. Buiten de twee fietsers heb ik sinds The Lazy Dog Inn geen gringo meer gezien, laat staan een woord Engels gewisseld. Het zal zo blijven vermoed ik. Met de digitale mogelijkheden van nu voelt thuis toch steeds dichtbij, al kijk ik stiekem ook weer uit naar het leven in Nederland.

Het panorama van de Peru Divide is nog wat wennen. Enkel omhoog of omlaag over geitepaadjes, waarbij ik soms een vallei of verre horizon mis. Maar, Peru schenkt bepaald geen lauwe cola tot op heden. En het is en blijft heerlijk te zwerven met de fiets. ’s Ochtends niet weten waar je ‘s avonds eindigt en slaapt. Dat boeit me al vanaf dat ik een puber was met de eerste tripjes naar Limburg en Ardennen op de Gazelle.

Oyon ligt in de oksel van een knooppunt aan wegen. Een mijnwerkersplaats, in het centrum wordt de hele dag gevoetbald. Inwoners staan ontspannen langs het veld, drinken een biertje, genieten van een ijsje of eten pollo al la bratos. Koud is het op 3.600 meter, ik zoek vroeg m’n mandje op. Het blijft wennen om in de verte knallen van dynamiet te horen.

Maandag 5 augustus 2024: Oyon

Oyon is eigenlijk de laatste plek van civilisatie in de komende weken. De verleiding is groot nog een dagje te blijven. Heel blij dat ik eind oktober in Berlijn kan participeren in de workshop van Bryan Schutmaat en Matthew Genitempo. Ik vermoed dat het een inspirerende vier dagen gaan worden in een stad waar ik graag kom. Met plezier regel ik de trein en een studio om te verblijven.

Beneden op de binnenplaats wordt de was op de hand gedaan. Zwaar werk, uren achter elkaar. Het inspireert om ook een van de tobbes te pakken en m’n eigen wasje te doen, kan ik fris de komende dagen in.

Gisterenavond is een andere fietser aangekomen, Lucca Napo uit Brazilië, onderweg van Patagonië naar Alaska. ‘s Avonds eten we samen wat. Zoals ik voel dat ik keuzes moet maken in de beperking van de tijd, zo voelt hij dat dertig jaar jonger ook.

Dinsdag 6 augustus 2024: Oyon – circa 600 meter lager dan de Iscaycruz-pas

Oyon is naar Westerse maatstaven natuurlijk een eenvoudige plek met beperkte voorzieningen. Voor mij is het nu een oase, wetende dat ik de komende tijd aangewezen zal zijn op eenvoudige tienda’s en hospedajes in gehuchten en kamperen in het wild natuurlijk.

Het voelt goed weer op de trappers te staan, een fikse klim van bijna 1.500 meter onverhard naar boven. De eerste kilometers zijn stoffig over de doorgaande weg waar trucks af en aan rijden met de vruchten van de mijnbouw. Al snel wordt het rustig als ik rechtsaf sla het rotspad op.

Een herder probeert haar kudde schapen bij elkaar te houden, onzeker als ze zijn door deze gringo op de fiets. Een fraai gezicht hoe ze samen met haar honden het spel speelt. Ik klim door onder de blauwe hemel en krachtige zon. Te warm is het nooit. Boven de 4.000 meter trek ik m’n onvolprezen Kitsbow aan, een aangenaam laagje wol dat me beschermt tegen de frisse windvlagen die soms tegen de bergwanden op waaien.

Zo verstrijken de uren, eigenlijk zonder dat ik erg in heb. Al klim ik niet hard, het voelt als een rustige balans waar ik in verkeer, genietend van de omgeving, het weg zijn, soms een gedachte of plan voor iets in de nabije toekomst.

Het is over vieren, de aanbevolen kampeerplek bij een meertje 300 meter onder de pas ga ik niet halen. Ik hou m’n ogen goed open voor een horizontaal plekje van een paar m2… Nog niet zo makkelijk in dit verticale landschap. Langs het pad zit er een, resultaat van een landverschuiving. In het zicht, dat wel, maar ik vermoed dat er enkel nog wat werkverkeer van de mijnbouw zal passeren. Ik bouw het circus op, kook snel een voedzame maaltijd en lig om zeven uur gestrekt, want koud is het. Ja, nog enkele keren figureer ik als slapende schim in het schijnsel van de koplampen.

Woensdag 7 augustus 2024: circa 600 meter lager dan de Iscaycruz-pas – Huancahuasi

Goed geslapen. Een moment van rust met koffie en pap, alvorens ik aan de slag moet, de klim vervolgen… Al snel heb ik het pad helemaal voor mij alleen, ik ben de afslag van de mijn voorbij. Het is stil, er is echt niemand, een enkele vogel, het ruisen van de wind.

Net als gisteren hoor ik wel de vliegtuigen. Ja, de lijndiensten vanuit Europa die op Lima koersen en straks aan het begin van de avond weer terugvliegen. Ik zag de Andes inmiddels drie weken terug uit m’n vliegstoel onder me doorglijden. Nu trap ik me hier in het zweet!

Ik moet er echt voor werken, loop soms stukken omdat het steil en ijl is. Net als gisteren verstrijken de uren, maar wordt het landschap des te betoverender. De besneeuwde zes-duizenders verschijnen weer aan de horizon en het wordt ruiger en schraler rond me heen. Ook de wind is soms ijzig koud. Tja, wat wil je, ik zit op bijna 5.000 meter. Kortademig voel ik me niet, heb geen hoofdpijn, de laatste meters komen wel uit m’n tenen…

De Iscaycruz-pas… 4.961 meter, zo hoog als de pas die Irma en ik in Argentinië trotseerden. Net als toen geeft het bereiken van de top geen heroïsch gevoel noch staat er een markering die een foto uitlokt. Toch is er iets bijzonders aan de hand…

Dat er geen enkel verkeer meer is heeft een andere redenen. Bewoners van dit gebied hebben op de top een muur opgeworpen en even verderop een tweede. Uit protest tegen de mijnbouw die het voor hen onmogelijk maakt gezond te kunnen leven in hun oorspronkelijke gebied. De mijnen verminken het landschap en vervuilen met metalen en mineralen de waterhuishouding.

Ik passeer de muur en daal af, direct een mijngebied in. Het voelt unheimisch zo alleen langs verlaten industrie te rijden. Fascinerend is het wel. Kennelijk hebben de omwonenden het toch voor elkaar gekregen of was de mijn economisch niet meer rendabel?

Het ruikt naar rotte eieren, een dun laagje water geeft het geheel een surreële sfeer. Afgedaald ben ik nog amper. Ben ik echt alleen? Nee, vlak voor de afdaling naar Rapaz stuit ik op een tweede muur en een dame.

Deze muur is zeer solide, hier kan geen voertuig over of langs. De rotsblokken zijn met dikke klodders cement voor eeuwig aan elkaar geklonken. Ook als motorrijder zal het niet makkelijk zijn je machine over de muur te tillen. Voor de eenzame fietser is er een nauwe doorgang…

Zij komt uit Rapaz, een dorpje verderop in het dal, bewaakt de muur. Kennelijk woedt de strijd tussen bewoners, autoriteiten en economische eigenaren door. Een mooi moment terwijl ik me insnoer voor de afdaling.

Beheerst over het onverharde pad sjees ik naar beneden. Wat dat betreft is het fietsen hier echt op en neer, nooit vlak, lang klimmen, lang afdalen. Ik passeer een mozaïek aan omheiningen voor het vee en ga flink in de remmen als drie honden de weg versperren. De herders hebben gelukkig vat op hun viervoeters.

In Rapaz heb ik zowaar 4G, maar ik moet door, wil voordat de duisternis intreedt in Huancahuasi zijn, een dorp met thermale bronnen. Het water uit het hooggebergte zwelt aan tot kolkende rivieren en ook de damp komt er links en rechts vanaf.

De thermale baden kunnen mij niet verleiden tot een duik. Het zal vast verfrissend zijn, maar bruin water en glibberige stenen hebben mij nooit getrokken… ook nu niet. In een hospedaje nabij de bronnen vind ik een bed in een schuur en de waardin wil nog wel wat frieten en eitjes bakken met een kop koffie toe. Half acht, tijd om te gaan slapen.

Donderdag 8 augustus 2024: Huancahuasi – Parquin

Twee broodjes gebakken ei en een kop koffie doen me goed, ik daal af naar Picoy. Ja, de bronnen brengen wel iets van toeristen op de been, maar ik bevind me toch echt in een afgelegen gebied. Bij een tienda, een eenvoudige kruidenier, sla ik nog wat versnaperingen in voor de komende dagen en begin aan een stijve klim van bijna 25 kilometer, 7% met 1.900 hoogtemeters naar Abra Chucopampa (4.846 meter).

Even moet ik wat moed verzamelen, want de noordzijde van deze klim is niet de meest mooie heb ik gelezen. Enfin, ik ga ervoor, doe het kalm aan. De beloning moet in de afdaling zitten, die schijnt heel fraai te zijn. Ik maal zo alvast wat uren omhoog en stop om drie uur in Parquin. Een dorp van niets, morgen weer verder. Op het dorpsplein hebben ze snel openbaar internet. Drie heren bespreken de toestand in de wereld. Aan het plein zou een hospedaje moeten zitten, maar een van de heren neemt me subiet mee naar zijn huis. De patio vol troep kent een aangrenzende werkplaats met drie bedden.

Mij best, het is vooral lekker eens wat eerder met het fietsen te stoppen, tijd te hebben om foto’s te ontwikkelen en het dagboek bij te werken. Kortom, lummeltijd. Wat dat betreft legt de Peru Divide me een pittige dageraad op met flinke fysieke inspanningen en beperkte voorzieningen onderweg. Zeker de komende dagen is het Spartaans. Toch vind ik er veel plezier en ontspanning in met het panorama dat steeds verandert, het rurale leven waar ik buiten een andere fietser geen gringo meer tegenkom en inspanningen steeds weer worden beloond met magie van natuur en cultuur. Gelukkig mag ik hier nog even trappen…

Vrijdag 9 augustus 2024: Parquin – 550 meter onder de Abra Chucopampa

Prima geslapen. Na de ochtendrituelen zit ik net iets over negenen op de fiets. Ik vervolg het rotsige pad omhoog. Kennelijk gaan de uren snel voorbij, ondanks dat het landschap ‘monotoon’ is. Ik maak toch maar een foto van het beeld dat me omringt. Rechts een diep ravijn, voor me het pad dat na iedere bocht weer eindeloos omhoog blijft gaan, geen meter meegeeft, het wegdek stenig.

Er is niemand, nou bijna niemand. Soms hoor ik diep uit het dal een stem van een herder. Ik neem meer vliegtuigen waar dan auto’s, welgeteld twee! Ik sleep vijf liter water mee, er zouden langs de noordzijde geen bronnen zitten waar ik water kan filteren. Beter mee verlegen dan om verlegen, het geeft me de rust dat ik kan overnachten waar ik wil.

Zo tikt de dag door en loopt het tegen vieren, tijd om naar een plekje voor de nacht uit te zien. Een vlak stukje grond voor de tent is een schaars goed op dit pad. ‘Stoppen waar ik wil’ is er dus niet bij. Ik heb mijn zinnen gezet op een oksel in een bocht waar de hoogtelijnen wat meer uit elkaar lopen.

Een hond heeft me diep vanuit het dal gespot en blaft luid een galm veroorzakend. Plots loopt hij achter me en onderzoekt me al snuffelend. Zo, dat is een goede klimmer. Hij loopt met me mee naar de plek waar hij kennelijk ook moet zijn…

Vanaf het pad wenk ik de herders, of het goed is dat ik afdaal naar hun nederzetting. Ze knikken. Dat is fijn, het is prachtig gelegen tegen een omringende rotswand. Ik loop naar de vrouw des huizes, zij wijst naar haar man. Hij weet waar ik m’n kamp mag opslaan, besef ik me een uurtje later als de kudde schapen en koeien uit gewoonte naar de basis terugkomen. Kennelijk zit er op de rotsblokken iets lekkers, want de schapen drommen er omheen. Sal, de herder voert ze dat bij. Ze nodigen me uit voor een kop koffie in de van het aangename vuurtje rokerige hut. Tja, primitief leven, een met de natuur zonder elektriciteit, laat staan internet.

Ik richt m’n kamp in. Op 4.350 meter wordt het snel koud, m’n laatste portie droogvoer. Zeven uur, ik ben bekaf en glij graag m’n slaapzak in. Ik lig helemaal ingesnoerd, al snel weerkaatst het dons een aangename warmte.

Zaterdag 10 augustus 2024: 550 meter onder de Abra Chucopampa – San Miguel de Vichaycocha

De schapen zijn gisterenavond veilig opgeborgen in een rock ring. Ik heb ze niet meer gehoord en vanochtend komen ze pas weer tot leven als ze net vrij gelaten m’n tentje passeren op weg naar de vallei. Een prachtig gezicht en ritueel. De honden houden de kudde op aanwijzen van de herderin in het gareel.

Een Engels stel passeert op de fiets. Toch fijn even klimervarvingen te delen. Ik merk dat ik best veel te voet moet doen. Ook zij moeten veel pushen en missen af en toe, net als ik, het fietsend door het landschap glijden. Het is omhoog of omlaag. Zwaar, maar er staat zo veel tegenover! De finale van gisterenavond met deze prachtige kampeerplek compenseert al m’n zweet van de dag.

Ik vervolg m’n pad, nog 550 meter klimmen naar de top. De lucht wordt ijler, maar gek genoeg voel ik me niet beknot door m’n asmatische aanleg. Gisterenavond vergat ik zelfs m’n medicijnen te nemen. 20% minder longcapaciteit speelt me natuurlijk wel parten bij het klimmen. Het deert me niet, net als dat het me geen moeite kost me zo uren in te spannen. Ik ga langzaam, maar voel een goede balans in m’n lichaam. Merk alleen dat het instant eten me tegenstaat met het gevaar dat ik te weinig energie voel. Snickers zijn dan m’n vriend.

Vlak onder de top wordt het uitzicht zeer fraai, hopelijk een voorbode van de schoonheid die de afdaling herbergt. De rotsformaties krijgen meer reliëf, fraaie composities van de hand van Moeder Aarde.

Ook de mineralen zwemen door de oppervlakte van de rotsen heen met tinten groen, rood, geel en bruin. Erg fraai. Er bouwen zich flinke wolkenpartijen op, maar ik lijk onder een blauwe hemel door te mogen.

Toch altijd weer een bijzonder moment, het bereiken van de top. De Abra Chucopampa is met 4.846 meter bepaald geen kleintje en heeft zelfs een markering. Drie uur ‘s middags, ik heb nog een mooie twee uur voor de afdaling. Net als bij de andere afdalingen komt m’n winterkledij uit de tas.

Ik stop om de haverklap, het panaroma dat zich voor me ontvouwt is zo fraai en na iedere bocht weer anders. Tja, dit zijn de landschappen waar ik van hou. Schraal, ruig, desolaat op het dak van de wereld met de magische kleurenpaletten als kers op de taart. Ik geniet, hier ben ik voor gekomen, droomde ik van als ik weer eens druk was met werk het afgelopen jaar. Een beloning voor alle meters omhoog de afgelopen dagen.

De eerste kudde lama’s, ze zijn uiterst schuchter als deze gringo hun kant op komt. Vicuna’s heb ik nog niet waargenomen.

Even verderop stuit ik op een nederzetting van een herder. Hij heeft net een lama geslacht, zou me graag uitnodigen een hapje te nemen, maar het vlees moet eerst nog een kleine week uithangen. Tja, het rurale leven, we zijn er zover van verwijderd geraakt.

Het is jammer dat de taal tussen ons instaat. Ergens zou ik hier enige tijd willen verblijven en deze plek fotograferend te grazen nemen. In z’n eenvoud is er zoveel waar te nemen. Fotograferen is wat dat betreft ook tijd hebben, rust nemen, vertrouwen winnen. Dan kunnen beelden ontstaan die er toe doen. Enfin, stiekem verlang ik na vijf dagen trappen ook naar een douche en een even rust voor de benen. De kippen pikken in de keerzijde van de vacht de restanten van het verse rode vlees weg.

Vier uur, het is helaas tijd om te gaan, wil ik op tijd beneden zijn. In de schaduw is het snijdend koud. Slechts een paar honderd meter lager lijk ik wel in een totaal andere setting beland met statige naar ik vermoed granieten rotsformaties. Tja, de Peru Divide herbergt veel moois en dit is nog maar het noordelijke deel.

Nog iets verder heb ik vol zicht op de Torres de Vichaycocha. De zon staat er net achter, misschien zijn ze zo nog dramatischer… Een fraaie afsluiter van de afdaling. Ik kruis een hoofdweg de Andes uit die leidt naar de zee. Ik had druk verkeer verwacht, maar heb de weg voor mij alleen. Zaterdag? Ik daal nog een paar honderd meter van de route af naar het plaatsje San Miguel de Vichaycocha.

Daar loopt het zoals ik me gewenst heb. Er zitten enkele hospedajes, maar van een zeer bedenkelijk niveau. Naast het enige restaurantje langs de hoofdweg zou een hotel in aanbouw moeten zitten met al enkele kamers in gebruik. De eigenaresse wordt opgetrommeld en het is mij best, een uiterst eenvoudige kamer, een douche op de gang met een elektrische kop voor warm water. Nou, ik voel me weer fris en eet bij de buren een lomo saltado. Goed weer eens vers vlees en groente te proeven. En een biertje te drinken. Koud is het nog steeds. Ik kruip vroeg onder de wol.

Zondag 11 augustus 2024: rustdag in San Miguel de Vichaycocha

Fijn de benen even rust te geven. Tot op vandaag heb ik amper een boek gelezen. De dagen vullen zich met alle indrukken en inspanningen en ik maak lange nachten. M’n e-reader is goed gevuld. Het boek van Ilja Pfeiffer De Filosofie van de Heuvel lees ik in een ruk uit. Hij verhaalt over zijn fietstocht naar Rome met zijn geliefde. Een zeer goed boek waarbij zijn observaties over het reizend fietsen me zeer treffen, zowel in de herkenning als een kritische spiegel die hij me voorhoudt. Meer van hem lezen stond al langer op m’n verlanglijst, ik pak einde van de middag gelijk door op Grand Hotel Europa.

Het dorp zit al sinds de ochtend zonder stroom. Ben verstoken van internet en kan m’n elektronische circus niet opladen. Hedendaagse problemen! Wanneer het opgelost is, is onduidelijk. De eigenaar van het pension komt speciaal een paar kaarsen brengen. Koud is het en zou het anders ook zijn. In Peru, althans hier, doen ze niet aan verwarming. Ik duik om zes uur m’n mand in en lees door in Grand Hotel Europa met een surrealistische kaars voor m’n raam. Klaas Vaak neemt het om een uur of negen over.

Maandag 12 augustus 2024: rustdag in San Miguel de Vichaycocha

Deze dagen voelen als een rustpunt in de reis. Ik heb nog voldoende tijd om tot het logische eindpunt van deze tocht te komen alvorens naar Lima te reizen. Er is in dit gehucht niets te doen, maar het is fijn te lezen en te ontspannen. En het eettentje is prima. Van elektriciteit ontbreekt nog ieder spoor. In ijskoud water was ik m’n kleren, die waaien wel droog vandaag. Ik lees hard door in Grand Hotel Europa en heb spijt dat ik niet eerder meer van hem heb gelezen. Het boek is nog even actueel als toen het uitkwam, net als de kritische reflectie die hij geeft op ‘reizigers’. ’s Middags ga ik gewapend met m’n camera het gehucht in. Als de duisternis intreedt gaat het licht weer aan. Toch wel fijn weer internet te hebben!

Dinsdag 13 augustus 2024: rustdag in San Miguel de Vichaycocha

De rituelen van dit gehucht begin ik te kennen. Om zeven uur ‘s ochtends ontbijten de wegwerkers bij m’n tentje. Om acht uur gaan de kinderen uit het dorp en omstreken in kostuum naar de school die er tegenover ligt. Ook de medische post opent dan haar deuren, voor mij de perfecte plek met een stoel en snel internet. Gedurende de dag stoppen busjes of vrachtverkeer voor een korte stop. Bij de rivier doen vrouwen de was. Honden en kippen drentelen door de paar straten, op zoek naar iets eetbaars. De enkele tienda’s hebben hetzelfde beperkte assortiment en opereren haast achter gesloten deuren.

Ik merk dat het me goed bevalt even een pauze in te lassen. Niets te hoeven. Door te lezen in Grand Hotel Europa en wat lichte arbeid te doen op mails die voorbij komen. Dan start ik straks met een lege box, wel zo fijn. Misschien ken ik het ook niet zo goed meer, lummelen. Neemt niet weg dat ik ook graag vooruit kijk nog een stuk te fietsen. Benieuwd naar welke indrukken me dat nog gaat opleveren.

Dan Lima met een tweemaal naar ik verwacht fascinerende lunch en naar huis. Ook zin in. De weken en weekenden beginnen zich alweer te vullen. Genoeg uitdagingen en dingen waar ik gewoonweg zin in heb. Met fietsen in Costa Rica samen met Irma als uitsmijter. En leuk, welgemeende app-jes van Ronald en Marc. Zoals het effe bellen met Irma en contact met het thuisfront ook steeds heel fijn is. Stiekem denk ik ook aan een vervolg in de toekomst op de Peru Divide. Die is lang genoeg en herbergt nog genoeg geheimen.

Woensdag 14 augustus 2024: rustdag in San Miguel de Vichaycocha

Een laatste dag pas op de plaats. Niet des bikepacker, het zal. Ik lees Grand Hotel Europa uit, doe wat lichte arbeid en probeer in het dorp nog wat inkopen te doen, maar dat valt niet mee. Ondanks het fijne restaurantje waar ik de menukaart inmiddels helemaal van ken is er weinig meer dan enkele basis-ingrediënten te krijg. Enfin, met de rollen koekjes, chocola en pakken noodles kom ik de komende dagen wel door. Ik bel pappa, fijn elkaar te spreken, ’t is alsof ik vanuit Rotterdam bel, zo dichtbij voelt het!

Donderdag 15 augustus 2024: San Miguel de Vichaycocha – nederzetting herder langs LM-620

Het voelt altijd wat ondankbaar meters te moeten terug klimmen. En die dan vervolgens altijd sneller gaan dan je vooraf denkt. In een mum van tijd zit ik terug op 3.700 meter en klim verder door een canyon die al snel weidser wordt. Een fraaie symbiose van rock rings, gewassen die worden verbouwd en de bergen. Ik heb de weg voor mij alleen.

Zo is het weer een fraaie tocht. Ik tref een jonge Canadese, Aly, enthousiast en vol overgave op weg naar Patagonië, net als ik gestart in Huaraz. We rijden samen verder. De lama’s zijn schuchter, ik krijg ze maar moeilijk op de foto… Ze maken onderdeel uit van grotere kuddes die de herders hier houden. Ik ben dan meteen beducht voor de aanwezigheid van honden, maar ik moet zeggen dat ik er tot op heden totaal geen last van heb gehad. De keren dat ze dreigend op me afkomen is het gooien van een steen voldoende om ze te doen afdruipen…

De 4.000 meter ben ik inmiddels weer dik gepasseerd. Leuk zo samen op te trekken. Bij de korte pauzes om op adem te komen wisselen we fietservaringen uit. Ze is net twee weken geleden gestart en heeft tot volgend voorjaar om in Patagonië te geraken. Haar moeder komt haar op de helft van de trip opzoeken in Santiago de Chile. John & Mira kent ze niet. Lucca, de Braziliaan met wie ik in Oyon een hapje at, was ze ook tegengekomen.

Het is weer heerlijk op de fiets te zitten en een aantal dagen voor de boeg te hebben om in Chicla te geraken. Dat is voor mij een logisch punt om te stoppen en een lift te pakken naar Lima. Chicla ligt aan de Carretera Central, de drukste weg van Peru.

Vier uur, tijd om naar een kampeerplek uit te kijken. De hoogtelijnen op Pocket Earth liggen nog dicht bij elkaar, doortrappen dus. Net na de afslag zou een doodlopende weg moeten zitten, vermoedelijk naar een nederzetting van een herder.

Het is half zes als we daar geraken. 4.600 meter. Er staat een fikse wind die snijdend koud is. Ik trek snel alle laagjes aan die in m’n fietstas zitten en richt m’n kamp in. So does Aly. Ieder kookt z’n potje en om zeven uur is het stil in het kamp.

Vrijdag 16 augustus 2024: nederzetting herder langs LM-620 – bij een rode berg

Het was verduveld koud vannacht. Het rijp staat op het tentdoek en het duurt lang voordat de zon het kamp bereikt. Aly is er vroeg bij, het ventiel van haar slaapmatje is onherstelbaar kapot. Ze moet een lange dag maken naar Marcapomacocha om bij een hospedaje en internet te geraken, want ja, comfortabel slapen is wel een must bij zo’n tocht. Ze vertrekt voor dag en dauw in de kou.

Ik wacht tot de zon de kachel aan doet in het kamp, ontbijt en geniet van een kop koffie. Deze herder lijkt minder zorgvuldig met z’n kudde om te gaan, er liggen kadavers waartussen de schapen grazen. Het is negen uur als ik vertrek, zin in de dag. Eerst verder klimmen naar de Abra Mio op 4.794 meter.

Een landschap dat ik inmiddels ken, maar het is veel weidser en uitgestrekter, waardoor ik aan een stuk door kan fietsen! Dat bevalt me goed en is ook meer mijn natuur. Heerlijk, dit is echt genieten. De eerste vicuna’s, ze sprinten weg bij het zien van deze gringo.

Lago Yanahuin ligt er rustig bij, terwijl ik het omcirkel. In de oksel van het meer stuit ik op een heuse kwekerij voor trout. In grote bassins groeien de visjes op tot ze in het meer kunnen worden uitgezet. Ja, het staat vaak op het menu in de gehuchten die ik passeer en met enige regelmaat zie ik mannen met netten in de weer bij de beekjes.

Ik trap verder en geniet. Het zijn m’n laatste dagen op de Peru Divide. Een ding weet ik zeker, hier ga ik terugkomen om verder zuidelijk te fietsen naar Huancavelica of verder. Dat was eigenlijk m’n doel deze reis, maar dan had ik minder rustdagen moeten nemen en meer moeten jakkeren. Juist die punten van rust hebben me goed gedaan. Lekker lezen, fotograferen en het leventje in de Andes kunnen ervaren.

Op de iOverlander-app had ik een plekje gespot bij een rode berg op 4.767 meter. Tja, die ziet er aansprekend uit om de nacht door te brengen. Het is nog wat vroeg, drie uur, maar dan heb ik nog wat tijd om te lezen en te schrijven. Ik sleep m’n fiets over een heuveltje heen zodat ik onzichtbaar ben vanaf het pad, wel zo fijn.

De haringen verdwijnen soepel in de grond, het tentje staat perfect. Wel lekker, want vannacht waaide het enorm, dan drukt het doek naar binnen en raakt het deels de slaapzak. Ook vannacht zal het beneden vriespunt zijn, dan wordt de tijk van de slaapzak deels vochtig. Zo kan ik dat mooi voorkomen. Het is heerlijk om met wat pinda’s en aangelengde limonade voor het tentje te kunnen zitten met het prachtig uitzicht. Echt genieten. Behalve de wind en een enkele vogel is het totaal stil rond me heen.

Om zes uur wordt het koud. Ik duik de slaapzak in en trek meer kleding aan dan vannacht. Het zal gauw min vijf of min tien zijn, schat ik in. Het zal een lange nacht worden…

Zaterdag 17 augustus 2024: bij een rode berg – Marcapomacocha

En koud was het als ik om zeven uur de eerste zonnestralen in het rijp op het tentdoek zie schitteren. Tijd om op te staan na dertien uur maffen! Het aansteken van de Alcohol Pura kost wat meer moeite, maar het is toch een uiterst betrouwbaar brandertje. Al snel kookt het water voor koffie. Pap heb ik afgeschaft. Lekkere fout zoete koekjes ‘s ochtends heeft inmiddels mijn voorkeur…

Ik rommel het circus de tassen in, maar geniet ook van het moment. Straks droom ik hiervan als ik weer in the runningben. Kwart voor negen, ik draai met plezier de piste op, klim het laatste stukje naar 4.800 meter en daal af een vallei in.

Het is aangenaam fietsen door het glooiende landschap. De kilometers gaan beduidend sneller dan de afgelopen weken. Ook hier heb ik de wereld voor mij alleen. Net als gisteren passeren hooguit drie of vier auto’s, werkverkeer naar de mijnen.

Zo gaat de ochtend hard. Het zijn vooral de vogels die de fauna domineren, naast de kuddes van de herders natuurlijk. Ik zie veel roofvogels, maar nu zelfs ook pelikanen! Kennelijk ben ik ergens mis gereden, want ik kruis circa vijf kilometer verder dan bedoeld de Carretera Vencedores de Sangrar. Mmm, dat is niet zo mooi. Er rijdt zwaar verkeer inclusief personenauto’s die gevaarlijk inhalen.

Het is maar 15 kilometer, ik steek liever m’n duim op, mede omdat de vluchtstroken niet bepaald ruim bemeten zijn en het deels klimmen is. Er zal vast wel een pick-up truck voorbij rijden… Het duurt een half uur, het lukt. Alexis, een mijnbouwingenieur die na twee weken ‘op’ vanaf vandaag een week ‘af’ is, op weg naar zijn vrouw en kinderen in Lima. Geen probleem de fiets in de laadbak te stallen en me iets verderop weer af te zetten. Blij toe!

Ik vervolg m’n weg over het onverharde pad. Het landschap wordt haast lieflijk met meren en een glooiend tapijt. Dit is het waterreservoir voor Lima. Tja, zo heb ik het in Los Angeles eerder en La Paz vorig jaar ook gezien, hoe een miljoenenstad wordt voorzien van primaire levensbehoeften.

Met de zon in de rug rij ik comfortabel naar Marcapomacocha. Een klein plaatsje met een goede tiendra en eenvoudige kamers erboven. De eigenaar is zo aardig me voor internet te koppelen aan zijn telefoon. Ik maak er een rustige namiddag en avond van, foto’s ontwikkelen en het dagboekje bijwerken. Half tien, laat voor mijn doen deze reis, de ogen sluiten zich.

 Zondag 18 augustus 2024: Marcapomacocha – Casapalca

Deze dagen zijn qua kilometers sneller gegaan dan ik had gedacht. Tja, het is een echte fietsvakantie geworden met normalere daggemiddelden op onverhard. In Marcapomacocha heerst zondagse rust. Ik bel even met Irma en koop nog wat water en versnaperingen bij de tiendra die al vroeg open is. Ook een klein tentje voor ontbijt is open, ik hou het op een koffie, zo fris is het er niet. En ik had al een fles yoghurt verorberd…

Negen uur, op pad. In een rock ring net buiten het dorp worden schapen geselecteerd, vast voor de markt, voor de slacht of allebei. Tja, koeien, schapen en lama’s hebben hier echt alle vrijheid van de wereld, maar ja, er komt een dag… Het verwondert me hoe goed de schapen en koeien gedijen op grote hoogte en de kou ’s nachts trotseren, met name de koeien. Zo rijk is hun vacht niet.

Het is wat mistig, geeft het landschap een mystieke sfeer. Net als gisteren is het aangenaam fietsen door een vallei op circa 4.350 meter hoogte. M’n benen zijn goed, ik glij door het landschap en neem alle indrukken in me op. Ergens besef ik me dat dit wel eens de laatste fietsdag van de tocht kan zijn. Ik fiets harder dan gedacht op het logische eindpunt af deze reis, de Carretera Central. Vanaf daar is het logisch een transport te regelen naar Lima. Een ding weet ik zeker, ik kom terug om de Peru Divide te vervolgen naar Huancavelica…

Deze vorm van reizen zet ik graag door zolang het kan (en mag!). In dit deel van de wereld heb ik nog (te) veel ambities liggen. Het kan dan primitief zijn, weinig tot geen voorzieningen kennen die het voor veel mensen tot ‘vakantie’ maakt en om inspanningen vraagt die er best toe doen op deze hoogte. Dit is een set of circumstances waar ik van droom. Ik heb echt steeds met een grote glimlach op de fiets gezeten, iedere dag weer. Zo fijn dat Irma me deze vrijheid geeft, maar ook dat we elkaar vinden in fietstochten met een wat milder karakter. Stiekem kijk ik uit naar Costa Rica samen eind dit jaar… Ik ben een verwend man, voel geluk in wat ik nastreef en doe met een warme kring rond me heen van dame en hond, familie en vrienden. En ben werkzaam in een gebied waar veel van m’n passies samenkomen.

Garmin geeft aan dat er aanstonds een klim van 15 kilometer in het vat zit naar de Abra Sungrar met een hoogte van 4.860 meter. Voor het eerste deze reis neem ik doping, een puf Ventolin, in de Tour de France verboden. Had ik eerder moeten doen, het schaaft een comfortabel stukje van m’n beperking in longcapaciteit af… ik fiets merkbaar beter omhoog…

Fraai is het. De Peru Divide haalt alles uit de kast om me te verleiden terug te komen. Zelfs de Cordillera Blanca vertoont even haar gezicht met ijs. Tja, dit is toch wel reizen per fiets optima forma. Heel veel mooier kan het niet worden. Ik hou m’n interne motor tevreden met chocola, koekjes en slokjes koud water. Af en toe even stoppen om op adem te komen en weer door.

De Peru Divide schenkt werkelijk champagne vandaag, ik kom ogen tekort om het landschap in me op te nemen en ben blij dat ik nu klim in plaats van afdaal. Zo ervaar ik het veel intenser, in slow motion. Net als alle andere dagen heb ik de natuur voor mij alleen. Nou ja, af en toe een kudde lama’s die schrikt van mijn komst…

Ik heb de top in zicht, nog tweehonderd meter klimmen naar het uitzichtpunt en dan nog honderd meter door naar de werkelijke pas. Ik rij de gletsjer vrij, een dramatisch mooi beeld van de Andes in al haar kleurenpracht…  

De Abra Sungrar, voorlopig mijn laatste pas in Zuid-Amerika… bijna 5.000 meter, ik trek wederom alles uit de kledingkast voor de afdaling. Maar ook die is fenomenaal met een afwisseling van zon en schaduw op de kleuren die door de rotsen heen schijnen. M’n fiets voelt soeverein aan, de remmen geven controle, ook in listige haarspeldbochten met rul zand.  

De geciviliseerde wereld, of beter de geïndustrialiseerde wereld kondigt zich aan. Ik nader een grote mijn alvorens de Carretera Central op te moeten draaien.

Tja, hier neemt de mens het over van de natuur, of liever, denkt de mens het over te nemen van de natuur. Koud is het en ik moet me wagen op de gevaarlijk drukke verkeer-slagader van Peru. Ik mag afdalen, dat is een voordeel, maar op m’n gemak voel ik me niet met het zware verkeer en coureurs die met hun Aziatische orgels er tussendoor denken te kunnen scheuren.

In een aftands dorpje langs de Carretera Central vind ik een onderkomen voor de nacht. Bepaald niet fris, maar Hospedaje Don Luchito is me best met snel internet als grote plus. Het oude vrouwtje dat de toko runt is lief en behulpzaam. Bij een tentje verderop scoor ik wat junkfood en geniet verder van de avond warm in m’n slaapzak.

Het zit er op… morgen ritsel ik een transport naar Lima. Net wat eerder dan ik dacht, maar een goed gevoel deze metropool met een langer bezoek te vereren. En lunches in het vooruitzicht bij Kjolle en Central. Heerlijk nog even de tijd te hebben voor het ‘echte’ leven weer begint!

PERU, I’LL BE BACK SOON!