2022: The Great Divide

 The Great Divide Mountain Bike Route (GDMBR) is the most recognized and important off-pavement cycling route in the United States, if not the world. The route crisscrosses the Continental Divide from north to south starting in Banff, Alberta, Canada and finishing at the US/Mexico border in Antelope Wells, New Mexico

Woensdag 10 augustus 2022: Rotterdam – Lake Louise

The Great Divide fietsen staat al lang op m’n verlanglijst. Oudejaarsavond 2021 hakte ik de knoop door, dromen zijn er om waar te maken. Maandenlang voelde het ver weg, maar vandaag gaat het dan toch echt gebeuren, twee maanden weg van huis en praktijk. Irma brengt me naar Schiphol, de drukte valt mee, al snel vlieg ik in een blauwe vogel van KLM boven een stralende Noordzee.

Ik ben onderweg naar Calgary, een weerzien. 32 jaar terug vormde Calgary het startpunt van mijn eerste fietstocht overzee. Peter had twee tickets weten te ritselen. Een gamechanger, daar ontdekte ik de magie van het fietsen in den vreemde. Bij terugkomst in Rotterdam vond ik snel een bijbaan op een accountantskantoor om nieuwe tochten te kunnen financieren. Avonturen op alle werelddelen volgden…

De vlucht is fraai met helder zicht. Ik werk, dommel en tuur naar buiten. Een andere jet scheurt voorbij en trekt een zwarte streep van jewelste. Boven Groenland projecteert de foto die ik heb van Olof Otto Becker zich op mijn netvlies: de zon die CO2-deeltjes doet branden en ijs verandert in ‘prachtige’ rivieren. Ronald trok in Spitsbergen met biologen van de Groningse Universiteit op. Ze zien het klimaat al jaren verslechteren in veranderende patronen van de zwarte gans.

Geland. Ben ik er? Fysiek wel, m’n geest moet nog schakelen. Gelukkig heb ik enkele dagen voor de grote tocht gaat beginnen. De vertrouwde stempel van de douanier is hier niet meer. Het staat in schril contrast met de ontvangst bij AVIS. Ik mag ruim een uur op m’n bestelde fullsize car wachten. Als blijkt dat ze die inderdaad niet kunnen leveren toveren ze een dorstig en vadsig premium konijn uit de hoge hoed. Of ik een splinternieuwe RAM 1500 Hemi 5.7 liter V8 met ‘slechts’ 395 pk aan boord wil meenemen? Nou, toe dan maar…

Zittend als een vorst in het soepele leer van een enorm fauteuil ploeg ik me door de vroege spits van Calgary. Down Town laat ik links liggen. Veel herken ik: de universiteitswijk, de olympische baan waar Yvonne van Gennip in 1988 drie keer goud pakte, in de verte de schaduwen van de Rocky Mountains. Toen, in 1990, vielen Peter en ik met onze neus in de boter. Ene Barb Taylor pikte ons zomaar op bij een benzinestation. ‘They looked lost’ zei ze tegen haar moeder toen we voor een diner mochten aanschuiven en onverwacht werden uitgenodigd om twee nachten te blijven slapen. Barb liet ons Calgary zien en kennismaken met de gastvrijheid van de Canadezen.

Ik beleef de rit intens. Ja, hier fietste ik toen ik 21 was. Ik herken de namen, weet waar we het tentje voor de eerste nacht opzetten en dat raven ’s nachts ons proviand verorberden. De gebouwtjes met puntdak om de fee voor het nationale park te voldoen zijn hetzelfde. Alleen de drukte in Banff, nee, dat was toen niet zo. Wat een kermis. Ik rij door naar Lake Louise, waar ik een plekje op de camping geboekt heb, inmiddels voorzien van barbed wire om beren buiten te houden. In het schemer zet ik mijn tent op. Ruim 24 uur in touw. Slapen.

Donderdag 11 augustus 2022: Lake Louise – Grande Prairie

Om zes uur openen m’n ogen. Opstaan, wellicht kan ik nog een glimp meepakken van Lake Louise. Inderdaad, maar het is al druk om zeven uur, een mierenhoop. Pfff, wat een verschil met destijds. Nee, op de bonnefooi reizen zoals toen is hier niet meer mogelijk. De bakker zit er nog, met een koffie geraak ik echt wakker, een cinnamon bun stilt m’n trek.

The Icefields Parkway is wederom overweldigend. De beelden van toen staan nog steeds gegrift in mijn geheugen. Ik heb het destijds zo intensief beleefd. Maar ook nu grijpt het me. Een magische start van deze dag: in het zachte ochtendlicht dartelen twee cubs onder toeziend oog van moederbeer in de berm. Kan het mooier?

Peyto Lake is al even sereen. Ik rij door en zuig alle hernieuwde indrukken in me op. De wereld mag dan trillen op haar grondvesten met de recente inval van Rusland in de Oekraïne en het steeds manifester worden van de klimaatcrisis, hier lijkt in drie decennia niets te zijn veranderd. Langzaam daalt het besef in me neer dat de Rocky Mountains de komende weken mijn huis zijn…

Ook Jasper, 250 kilometer verder noordwaarts, is uitgedijd tot een hotspot voor toeristen. Ik rij verder noordwaarts voor een absurde missie, om fysiek connectie maken met de fietstocht die Irma en ik in 2006 maakten over The Alaska Highway. Dan heb ik straks Noord-Amerika echt overland en bijna helemaal fietsend ‘gedaan’.

De Highway 40 is fraai, ik zoef soeverein over het asfalt. Wat een over the top bak, deze wagen. En als het moet bij inhaalmanoeuvres is ie nog razendsnel ook. De natuur is prachtig, al wordt ook zichtbaar hoe de mens de natuur exploiteert. Als Max Verstappen zigzag ik tussen zwaarbeladen trucks met boomstammen door en zie met regelmaat drie Canadian Pacific-diesellocomotieven eindeloze slierten treinwagons vol kolen trekken met als eindbestemming Vancouver. Urenlang rij ik zonder ook maar een noemenswaardige nederzetting tegen te komen. Het geeft extra gevoel bij de onmetelijkheid van Canada. Twee keer spot ik een zwarte beer, ja, wilde dieren hebben hier vrij spel.

In Grande Prairie is het mooi geweest. Hier kruis ik de route van 2006. Een motel voor de nacht is snel gevonden. Een malse prime rib ook.

Vrijdag 12 augustus 2022: Grande Prairie – Jasper

Van m’n voornemen lange nachten te maken komt vooralsnog weinig terecht. Nu is het half zes dat ik klaarwakker ben. Ik maak een koffie en werk wat zakelijke to do’s weg. De fors gestegen rente en bouwprijzen zetten de haalbaarheid van verwerving van atelierpanden steeds meer onder druk merk ik als ik een update maak van een financieel model.

Na een stack of pancakes verlaat ik Grande Prairie. Laat dat ‘Grande’ maar weg, just another town! Ik rij dezelfde route als gisteren terug en stop op die plekken waar de aarde door de mens wordt geëxploiteerd. Eerste halte is een houtfabriek. Ik spreek John, geboren in Belize, getogen in Mexico en nu hier al twintig jaar werkzaam. Stammen liggen op versnippering te wachten om vervolgens tot MDF te worden verlijmd. Om de vijf minuten arriveert een truck. Die wordt gewogen en lost zijn lading. In de winter moet het hier helemaal vol liggen met hout. ‘Yeah, prices did rice rapidly since Russia is in war with the Ukraine. My boss is doing well’.

Tweede halte is een kolenmijn. A black and dusty place, fraai gesitueerd langs de rivier. Ik loop de brug over en spreek Tom. Op z’n 15e is hij hier begonnen te werken, nog twee jaar, dan viert hij z’n 50-jarige jubileum. Z’n longen moeten inmiddels zwart zien… Ik mag een portret van hem schieten.

Op de weg blijft de logistiek intens en fascinerend. Enorme opleggers met lange stammen rijden af en aan. Kennelijk kiepert er af en toe ook wel eens eentje om… Honderden kilometers glijden onder me door. De prairie maakt plaats voor de Rockies. Ja, Route 40 overtuigt.

Een paar weken terug zag ik samen met Paul een concert van Daniel Lanois op North Sea Jazz. Ik draai achtereenvolgens drie platen van verschillende artiesten waar hij als producer bij betrokken was: The Joshua Tree, Us en Teatro. Zijn invloed is onmiskenbaar. Nu begrijp ik nog beter waarom de drums van de jonge Belgische Trixie Whitley op North Sea Jazz zo naadloos aansloten bij zijn muziek. En ach, om het toch nog maar eens te benoemen, die 5.7 liter V8 RAM onder m’n kont, dat is car porn.

Einde middag, Jasper. Ik eet wat en ga op zoek naar m’n gereserveerde kampeerplek, op dezelfde camping als toen aan de voet van de Whistler Mountain. Met de bijna standaard waarschuwing van een dienstdoende ranger dat een zwarte beer de laatste tijd met regelmaat een tippel over het terrein maakt…

Zaterdag 13 augustus 2022: Jasper – Banff

Ik heb lang en diep geslapen. Lekker om vroeg op te staan. Ik ontbijt en werk in de ochtend zaken weg. ’s Middags rij ik terug over The Icefields Parkway naar Banff. In 1990 was dat een gouden tip van buurvrouw Mini Wiendels. Het geeft een nieuw perspectief op hetzelfde, zo ook vandaag. Druk is het wel.

In Lake Louise scoor ik een bear bell en bear spray, mijn ‘wapen’ als een beer me te grazen zou willen nemen de komende weken. Op z’n Angelsaksisch moet ik tekenen voor wat ik er allemaal niet mee mag doen. Een investering van sixty bucks in mijn veiligheid. Het past in deze tijd. In 1990 knoopte ik gewoon de instructies en do’s and don’ts van de ranger goed in m’n oren.

Wat prima bevalt is een e-sim, een tweede digitale kaart in de telefoon met werelddekking. Gemak dient de mens. Over bereikbaarheid valt te twisten… ik vind het fijn dat te zijn. Een mailtje van Ellen, of ik maandag 17 oktober a.s. om 10 uur op de Erasmus Universiteit een gastcollege wil verzorgen over Cultural Entrepeneurship? Een betere start van m’n werkzame leven kan ik me niet voorstellen. Kennis doorgeven aan een nieuwe generatie… ik bevestig.

Het weer is prachtig de afgelopen dagen, nu word ik getrakteerd op onvervalst noodweer inclusief bliksem. De RAM regelt goed zicht op de weg allemaal automatisch. Ja, de bergen, ook de komende weken zal het grillig zijn, vermoedelijk komen alle seizoenen voorbij.

Langzaamaan beginnen vlinders zich van me meester te maken. Hoe zal het fietsen zijn? Gezonde ‘wedstrijdspanning’, laat ik het daar op houden. Ja, de tocht komt nu met rasse schreden dichterbij. ’s Avonds een me inmiddels bekend ritueel, ik laat m’n reservering voor de kampeerplaats aan de ranger zien. Alles, maar dan ook alles is fully booked hier. Banff puilt uit.

Zondag 14 augustus 2022: Banff – Canmore

Slecht geslapen, luidruchtige jongeren die tot twee uur door bleven feesten voor hun tenten. Dat heb ik in drie decennia niet meegemaakt op campings bij nationale parken. Het zijn immer plekken die een serene rust kennen, gecreëerd door gelijkgestemden, jong en oud, in een prachtige setting. Om 7 uur start ik de wagen, het liefst zou ik die gasten lang en luid wakker willen toeteren om hun slaap te breken. Ik laat het, zie nog te veel kampementen in ruste van ware buitensporters.

Ik rij het park uit naar Canmore. Morgen einde middag is de briefing van de organisatie van The Great Divide. Vandaag zullen de nodige rijders binnendruppelen en net als ik een nacht vooraf hebben geboekt. Op de parking sleutel ik de fiets in elkaar, drop alle bagage bij het hotel en rij weer terug naar Banff om m’n bak in te leveren. Pfff, mijn fiets past gewoon in vol ornaat in de cabine. Ja, het heeft zeker wat zo’n monster, maar het staat symbool voor alles waar Amerika niet aan wil. Tja… vrij naar Koot en Bie: ‘maar men vind het leuk’.

In Banff eet ik een pizza en trap naar het begin van de trail, het officiële startpunt van The Great Divide. Al snel rij ik onverhard en moeten m’n benen aan het werk! Hier heb ik naar verlangd. De bear bell rammelt er lekker op los. Bij afdalingen moet ik luid zingen, niet omdat ik het leuk vind, maar om beren te waarschuwen. Het is dichtbebost hier, ik zou ze met mijn hoge snelheid kunnen verrassen, voor geen van beiden wenselijk. Enfin, een prachtige start van het fietsen.

In het hotel besef ik me dat een nieuwe fase van de reis gaat aanbreken. De truck en de van van Bike-Dreams zijn gearriveerd. In de gangen wordt door rijders hard gesleuteld aan fietsen, eerste handen worden geschud. Ik bewaar het voor morgen, zoek nog een avond rust in een lokaal brewing house. Deze dagen zijn als een amuse die ik naar mijn gevoel gulzig heb verorberd…

Vandaag gereden: 30 kilometer – Vandaag geklommen: 449 meter

Cumulatief gereden: 30 kilometer – Cumulatief geklommen: 449 meter

Maandag 15 augustus 2022: Canmore

Ik ben vroeg op en bij het ontbijt zijn daar natuurlijk de eerste kennismakingen met andere rijders, vrijwel allemaal sportieve gasten. Ik organiseer mijn bagage voor de trip: een tas met de dagelijkse benodigdheden, een duffel voor de kampeernachten en een zak met reservespullen. Dat maakt het voor de crew straks makkelijker wat wanneer moet worden uitgeladen.

Canmore is een aansprekend stadje dat buitensport ademt, het is minder toeristisch dan Banff en ligt fraai gesitueerd in de Rockies. En het is de hometown van John en Mira (zijn hond). Voorafgaand aan de reis heb ik John nog even benaderd. Zoals ik al dacht zijn ze op pad, nu in het zuiden van Mexico, op hun weg naar Antarctica! Het contact is nog immer warm en het zou leuk zijn geweest hen hier te treffen na de succesvolle tocht in Baja California (Mexico), inmiddels 3,5 jaar terug.

Om vijf uur is de briefing door de crew van Bike-Dreams, de organisator van The Great Divide. Voor het eerst zijn alle rijders bij elkaar, een mannetje of dertig, waarvan er 20 de full tour naar Mexico rijden. Aan alles merk ik dat het een professionele organisatie is met een crew van 7 leden: de eigenaar van Bike-Dreams die zelf meefietst, twee chauffeurs voor de vrachtwagen en de bus, twee koks en twee regelneven. Ook de informatie is to the point met ruim aandacht voor veiligheid, ontmoetingen met beren en onverhoopte noodsituaties.

’s Middags heb ik al kennisgemaakt met Marc uit Grimbergen (België), met wie ik vanavond en de andere nachten in hotels de kamer deel. Naast een gedeelde passie blijkt dat we veel meer met elkaar gemeen hebben dan fietsen. Net als in de middag werk ik in de avond nog wat laatste zaken weg. Ja, de tocht kan voor mij nu echt beginnen!

Dinsdag 16 augustus 2022: Canmore – Kananaskasis Lake

Aan de ontbijttafel is de sfeer goed. Ieder bunkert er op los om genoeg calorieën binnen te krijgen voor de dag. Alle bagage verdwijnt in de truck, roze, geel en oranje gecodeerd. Uiteraard wordt de start gemarkeerd met een groepsfoto. M’n Great Divide-shirt laat ik weer in de tas verdwijnen, die moet ik eerst verdienen.

Negen uur, tijd om te gaan met als start een flinke klim Canmore uit. Zoals ik al dacht valt de groep rijders direct uiteen. Een snelle klimmer ben ik niet, ik pak lekker mijn eigen tempo. En ja, de eerste beer is op de weg gesignaleerd. Al snel rij ik op een single track met Marc, Gert-Jan en Tom. Plots is de bewoonde wereld ver weg. Het is dicht bebost, vooral Gert-Jan heeft een diepe luide stem om de beren met ‘Yo Bear’ te waarschuwen.

Ja! Er zit er een langs de weg… een zwarte beer die onverstoord z’n vegan-maaltje bij elkaar smakt. Op gepaste afstand is dat een prachtig gezicht. Door over een brede gravelweg in een weer fraaie natuur. Een auto die me achterop rijdt bericht me dat ik net langs een grizzly ben gereden. Ik tank vooral vertrouwen. Ja, beren zijn absoluut een factor om rekening mee te houden, maar ook niet om nou heel spannend over te doen.

Rond de klok van een kom ik aan bij de lunchplek, waar vooral gezond calorierijk eten gereed staat. Ik ben er wel aan toe, bijna 50 kilometer in de benen met veel klimwerk, normaal ben ik een liefhebber van een vroege lunch. De dag gaat snel, het laatste deel is vooral afdalen. De soep staat bij aankomst klaar om wat warms en vooral ook zout binnen te krijgen. Tent opzetten, onder de koude waterspuit laat ik me schoon spoelen, dat voelt verfrissend, geen geplak in de slaapzak!

De rijders rommelen wat, ik ook, schrijf in m’n dagboek. De crew komt iedereen apart waarschuwen dat de rangers hen geïnformeerd hebben dat er 5 grizzly ’s in de omgeving van het kampement rond lopen. ‘Put your bearspray at reach in the night’. Half zeven staat het diner klaar. Ook dat is goed geregeld, een zeer smakelijk Thais gerecht met een toetje, gevolgd door het palaver voor de rit van morgen. Enfin, de eerste dag, de kop is eraf. Vroeg slapen, de benen rust.

Vandaag gereden: 80 kilometer – Vandaag geklommen: 1.557 meter

Cumulatief gereden: 110 kilometer – Cumulatief geklommen: 2.006 meter

Woensdag 17 augustus 2022: Kananaskasis Lake – Elkford

Kwart over zes gaat de wekker, ik ben niet wakker geweest. Ook het ontbijt is smakelijk, voedzaam en gezond. De crew slijpt er slim dagelijkse rituelen in: eigen spullen afwassen en een keten van handen om efficiënt de tassen de vrachtwagen in te laden.

Vandaag is er geen lunchplek, dus ik sleep flink wat water mee voor het op peil houden van m’n vochthuishouding. Bah… ik proef jodium… Tom en Gert-Jan, met wie ik op fiets, niet… raar, dat moeten dan toch restanten in m’n waterzak zijn van een vorige tocht. Jodium ontsmet effectief water dat verdacht is, maar het smaakt beroerd.

Het is fraai fietsen met een lekker tempo, aangejaagd omdat het vandaag meer dalen dan klimmen is. Soms splijt het landschap zo mooi open. Had ik gisteren nog te veel de prachtige beelden van The Icefields Parkway op mijn netvlies, nu ga ik er helemaal in op. En vind vooral rust door de afwezigheid van mensen en hun fossiel gestookte voertuigen, de charme van het onverharde fietsen. Hier ben ik voor gekomen.

Het weer is voortreffelijk tot op heden en het ziet er naar uit dat het nog wel even zo blijft. Er maakt zich een aangenaam oneindig gevoel van mij meester. ’s Avonds mag ik met vier andere rijders in de bediening: de pasta, salade en toetjes uitserveren en, last but least, afwassen. Half tien ga ik slapen.

Vandaag gereden: 80 kilometer – Vandaag geklommen: 1.006 meter

Cumulatief gereden: 190 kilometer – Cumulatief geklommen: 3.012 meter

Donderdag 18 augustus 2022: Elkford – Sparwood

Een flinke beer heeft vannacht voor onrust gezorgd in het kamp. Iedere (vuilnis)bak die maar naar eten rook heeft ie met geweld omgedonderd. Er was natuurlijk niets te vinden… ik heb er niks van gemerkt, sliep als een os. Maar liefst 1,5 uur zijn de spotters bezig geweest ‘m weg te jagen. Kennelijk een frequent visitor. Beren zijn slim en lui! Vandaag een vrij rustige dag, morgen ook. De route moest worden omgegooid vanwege een landslide. Ach, het geeft tijd en rust om lijf en leden te laten wennen aan het dagelijkse ritme.

Het is direct werken op de singletrack die Elkford uit de bergen in loopt, not my cup of tea met het snelle klimmen en dalen, het smalle spoor en gebonk over keien, wortels en takken. Mooi is het wel. Ik ruik rotte eieren, ja, een warmwaterbron. Een verse afdruk van een berenklauw staat in de modder, inmiddels ben ik gewend aan het gerammel van de bear bell die me continu het Milka-gevoel geeft.

Sparwood wordt gedomineerd door mijnbouw. Als stille getuige staat op het dorpsplein een enorm monster. Ik maak er die onvermijdelijke Great Divide-foto! Een rustige middag: tentje opbouwen, lunch, douche, dagboek bijwerken, soep, diner, slapen!

Vandaag gereden: 45 kilometer – Vandaag geklommen: 544 meter

Cumulatief gereden: 235 kilometer – Cumulatief geklommen: 3.556 meter 

Vrijdag 19 augustus 2022: Sparwood – Fernie

De zon blijft maar schijnen. De start van de tocht is iedere dag steeds gezamenlijk. Dat is bewust om een rustig ontbijt te waarborgen zonder het zenuwachtige vertrek van de snelle of juist de langzame rijders. Weinig kilometers vandaag, maar wel weer over een singletrack, niet mijn favoriete hobby. Ik klim geconcentreerd de bergen in, daarna is het snel omhoog en weer omlaag en zo voort! Nee, doe mij maar de gravelwegen en de weidse uitzichten, enfin, die komen er nog meer dan voldoende.

Beren moeten hier volop aanwezig zijn getuige de geknakte struiken en boompjes en verse stront waarin ik de resten van frambozen zie zitten. Die groeien hier weelderig. Lunch bij aankomst is op de parkeerplaats van het hotel in Fernie. Een rustige dag verder. Ik slaap met Marc op de kamer en dat is gezellig. Ik werk aan m’n foto’s, dagboek en wat mailtjes, hij sleutelt aan zijn fiets. ’s Avonds eten we getweeën sushi in het centrum van Fernie en verdiepen onze kruisverbanden.

Vandaag gereden: 35 kilometer – Vandaag geklommen: 270 meter

Cumulatief gereden: 270 kilometer – Cumulatief geklommen: 3.826 meter

Zaterdag 20 augustus 2022: Fernie – Eureka

Als een vorst heb ik geslapen, wat een goed bed… het is bijna jammer om al om zes uur op te moeten staan. De eerste serieuze test staat op het programma vandaag, een lange tocht. De karavaan zet zich pas om half negen in beweging, tja, op zaterdagen komt een ontbijt in een hotel pas later op gang.

De dag start weer met een singletrack. Onderweg bedenk ik waarom ik hier weinig mee heb: m’n longen vinden stop and go niet fijn en ik zou er dan liever lopen dan fietsen. Het rijden vraagt zoveel van m’n concentratie dat ik de omgeving niet in me opneem. Nee, zo pak ik bijvoorbeeld ook niet het moment om verse ‘flatsen’ van beren te fotograferen, vol met die verse frambozen!

Het wordt toch spectaculair, een landslide. Automatisch vormt zich een keten van handen en wordt fiets voor fiets doorgegeven. Marc vat het mooi samen: teamwork makes the dream work. Niet veel verder valt Tom ongelukkig met een nare wond tot gevolg en Gert-Jan rijdt bijna het ravijn in. Oef, opletten! En de eerste pechgevallen, gelukkig lost ieder het langs de weg zelf op.

Inmiddels heeft de singletrack plaatsgemaakt voor gravelwegen, die passen perfect bij mijn stijl van rijden. En ook het landschap wordt weidser… Canada zit er op, het is opmerkelijk dat de grens met de USA direct ook een ander landschap markeert: Montana, met haar big skies! Wederom is het een motelnacht in dit boerenland.

Vandaag gereden: 119 kilometer – Vandaag geklommen: 1.090 meter

Cumulatief gereden: 389 kilometer – Cumulatief geklommen: 4.916 meter

Zondag 21 augustus 2022: Eureka – Polebridge

Zeven uur ontbijt voor het motel. Momenten om bij het wakker worden naar uit te kijken. Vandaag trekt de karavaan verder zuidwaarts richting Glacier National Park. Eureka is een heus plaatsje langs de doorgaande weg. De eerste 45 kilometer is vooral klimmen. Goed te doen, al zijn de laatste 5 kilometer zonder vering wel even stuiteren over de keien!

Een luxe die ik normaal niet gewend ben, de lunch staat klaar. Ook momenten om naar uit te kijken, even rust met een bruine boterham, humus, kaas en wat sla. Heerlijk. De bebossing is fraai. Naaldbomen die fier omhoog steken in fraaie groene tinten.

Het tweede deel is vooral downhill. Juist dan is het goed uitkijken om niet met hoge snelheid een kuil in te duiken of erger. Soms splijt het landschap zo fraai open. Het is goed te zien dat er bosbranden hebben gewoed en ook hier enkele landslides hebben plaatsgevonden. De natuur richt zich wel weer op. Maar de omvang en frequentie wordt echt toegewezen aan de invloed van de mens.

De kilometers gaan snel, in de verte zie ik de schaduwen van de toppen van het Glacier National Park liggen. Prachtig. In de laatste kilometers begint het te druppelen en al snel te hozen. Kletsnat ben ik als ik in Polebridge aankom. Een warme crème-soep met broccoli warmt me op.

De namiddag is relaxed. Kamp inrichten, een snelle douche en met Marc loop ik naar de rivier, de grens met het nationale park. Er zouden hier frequent beren moeten zitten. We worden op onze wenken bediend… een zwarte beer zwemt de rivier over en loopt de struiken in, aan de rand van het kamp.

Vandaag gereden: 93 kilometer – Vandaag geklommen: 1.093 meter

Cumulatief gereden: 482 kilometer – Cumulatief geklommen: 6.009 meter

Maandag 22 augustus 2022: Polebridge – Whitefish

De iPhone is er voor nodig me te wekken… goed geslapen dus. Alles is nat, de zon is nog niet in het kamp gearriveerd. Het is de laatste fietsdag van de eerste week, morgen rustdag. Inmiddels kent iedereen elkaar wel en verloopt het sociaal allemaal smooth. Ok, een enkele zonderling, maar het zijn vooral leuke gasten om mee op pad te zijn. Nederlanders, Amerikanen en wat ‘exoten’ uit andere landen. Vrijwel iedereen heeft een interessant verhaal en achtergrond.

M’n benen voelen goed en beter en beter. De eerste dagen ging nog wel eens door m’n hoofd heen of ik het fysiek de volgende dag wel goed zou trekken, maar het vertrouwen in lijf en leden bouwt zich snel op, al komen er nog de nodige zware dagen aan…

De route is weer fraai door bebost gebied. De klim zit in het eerste gedeelte van de dag, steeds een goede opbouw dus. Bij het meer heeft een rijder een serieus probleem met z’n Pinion. Dat is wel even schrikken voor mij en de enkele andere rijder die niet met de standaard derailleur fietst. Als het kapot gaat, is het meteen serieus kapot… Al moet ik ook zeggen dat ik zijn aandrijving van meet af aan mechanisch vond klinken.

Na de top is het vooral down hill. Whitefish is een van de uitvalsbases van het Glacier National Park.

Vandaag gereden: 78 kilometer – Vandaag geklommen: 748 meter

Cumulatief gereden: 560 kilometer – Cumulatief geklommen: 6.757 meter

Dinsdag 23 augustus 2022: Whitefish

Vandaag is de eerste rustdag. Ik ga er toch maar lekker vroeg uit, ontbijt, sleutel aan m’n fiets en doe de was. Gezellig zo de informele praatjes, er is een goede sfeer. Een uitstapje naar Glacier National Park is niet realistisch. Dat moet tegenwoordig allemaal ver van tevoren worden gereserveerd. Enfin, wellicht kom ik daar nog eens.

’s Middags rij ik de stad in. M’n aandrijving heeft iets van een tik die ik er zelf niet heb uitgekregen. De fietsenmaker moet er maar eens naar kijken. Ondertussen struin ik rond, koop een boek van Philip Roth en drink een biertje. Relaxte dag zo. Met de fiets is niets aan de hand, het pedaal mocht nog iets strakker aangedraaid worden. Ok!

Met wat rijders eet ik een hamburger, terug op de kamer organiseren zowel Marc als ik de bagage weer in drie delen. Om negen uur is het tijd om te gaan slapen. Op naar de tweede week.

Woensdag 24 augustus 2022: Whitefish – Swan Lake

Vroeg op, half acht ontbijt op de parkeerplaats met vijf nieuwe rijders uit Amerika. Ik merk dat ik weer zin heb om in het fietsritme te geraken. Vandaag is meteen een wat langere dag, wel met veel asfalt, maar liefst 66%.

Ai… na 10 kilometer is het meteen einde verhaal voor Bob, net gestart vandaag. Hard gevallen, hij zit er bebloed en gelaten bij met een afgezakte schouder. Ja, het doet me beseffen dat een ongeluk in een klein hoekje zit, ik moet blijven opletten, wil ik mijn missie hier kunnen volbrengen.

Later op de app lees ik dat Bob naar het ziekenhuis is afgevoerd, schouder uit de kom. Geen lunch vandaag, de crew heeft nu begrijpelijk andere zorgen. De lucht betrekt. Na 63 kilometer zou een restaurant moeten zitten, maar die is dicht op woensdagen. Nog eens tien kilometer doortrappen brengt meer geluk. Bij een tankstation annex buurtwinkel vind ik genoeg van mijn gading. Meer rijders hebben de plek gevonden om te schuilen tegen de regen.

Hilarisch wat voor types hier in- en uitlopen. Aan de petjes te zien zijn ze Trump-minded. Montana lijkt terug in de tijd te leven als ik afga op de uitingen langs de weg en in winkels. Een heilig geloof in Jezus en MAGA… burgers die de kas van Trump spekken. It’s behind the times.

Wachten tot het droog wordt? Nee, de spirit bij Marc, Gert-Jan, Tom en mij is goed, in gestaag tempo is de flinke klim van vandaag snel weggetrapt. Een regenjas doet eigenlijk niks, ik zweet me kapot! De afdaling voelt als droog rijden en weer wat lager wordt de temperatuur aangenamer.

In het kamp gaat het gesmeerd, een pre-diner met soep en snacks, biertje, tent opzetten en een gezellig diner onder een opgeklaarde lucht.

Vandaag gereden: 110 kilometer – Vandaag geklommen: 1.289 meter

Cumulatief gereden: 670 kilometer – Cumulatief geklommen: 8.046 meter

Donderdag 25 augustus 2022: Swan Lake – Condon

Heerlijk weer in de tent te vertoeven, ik heb heel diep geslapen, m’n ogen zijn nog klein als ik aan de ontbijttafel zit. Helaas is Bob weer terug thuis in Californië, zuur voor hem, hij zat amper op de fiets, weg Great Divide. De campingbaas toont zich van zijn Trump-kant: met een pistool in z’n holster komt hij zich bij Rob beklagen dat de campingfee nog niet is betaald. Gekke Amerikanen.

Verder zuidwaarts. Eerlijk gezegd een wat inwisselbare rit, een gravelweg door een bosrijk gebied. Een gemoedelijke dag samen met Marc, Gert-Jan en Tom met onderweg een fraaie beverdam. Bij de lunch schuift een Divide-rijdster aan die ‘m van zuid naar noord rijdt, al 70 dagen solo onderweg.

Het avondeten is wederom een gezellig moment. Goed toeven ook met interessante mensen die wat te vertellen hebben, naast de gedeelde passie. Het is bepaald geen straf met een flink deel van hen nog weken ‘opgescheept’ te zitten. Integendeel!

Vandaag gereden: 87 kilometer – Vandaag geklommen: 1.204 meter

Cumulatief gereden: 757 kilometer – Cumulatief geklommen: 9.250 meter

Vrijdag 26 augustus 2022: Condon – Seeley Lake

Een natte ochtend. M’n binnentent en tentluier ontfutsel ik droog de tas in. De buitentent is een natte bende inclusief de nodige condens. Ontbijt is onder de luifel van de kerk… ach dat heeft wel wat, met de gedenktekens aan de overledenen aan de buitenwand. Veel van hen hebben gediend in een van de oorlogen: van de Tweede Wereldoorlog, Korea, Vietnam tot recentere operaties in Irak.

Een uurtje later vertrekken bewijst z’n nut, het is droog en dat blijft het ook. De klim omhoog is mooi, mooier dan gisteren. Een blik op Holland Lake, door klimmen de bergen in, voor het eerst heb ik het gevoel dat de Divide echt openklapt.

Helemaal bij de afdaling. Die is best listig over een smalle steile singletrack, met links het ravijn. Maar het uitzicht is adembenemend. Dat versterkt zich verderop als ik door een apocalyptisch landschap fiets met bomen die door bosbranden verwoest zijn. Ja, hier is moeder natuur aan het werk geweest. Schitterend en indrukwekkend tegelijkertijd.

In het kamp zet ik snel m’n tent op zodat die kan drogen. Vanavond is een zogenaamd bush camp in een National Forest. Dat betekent geen voorzieningen, maar in het meer kan ik me lekker schoon poedelen, ik spoel al het stof, viezigheid en zout van m’n lijf af. Aan tafel is het erg gezellig met goed eten. Ook een glaasje wijn gaat rond. Dat doet de crew heel slim. Er is een pot die door de rijders moet worden gevuld met dollars. Zit er geld in, dan wordt er bier en wijn gekocht. Zo niet, dan niet. Het regelt zichzelf, zo blijkt.

Andere Bob heeft vandaag de Wappie op de fiets gehad, de mascotte, een elk. Wappie luistert de hele dag mee en wordt dagelijks doorgegeven bij een speech na het toetje. Vandaag een verhaal zoals het bedoeld is, anekdotes van de dag en meer over de rijders met wie hij op fietst. Leuk.

Ik moet toch wat onderhoud plegen aan de fiets. Ik heb een lek dat zich maar niet wil dichten. Twee dagen is dat goed gegaan, maar nu is m’n achterband toch weer merkbaar zachter. Ik doe er meer latex in, maar eigenlijk moet er ook een veter ingestoken worden… dat heb ik nog nooit gedaan. Voorzichtig benader ik Bennie, fietsenmaker van beroep, al snel heb ik vier man rond me heen. Ik word gedold waar ik bij sta, maar zet wel m’n eerste veter! Echt een kwestie van het gaatje vinden en gedecideerd doordrukken en weer terugtrekken. Ziezo, voortaan weet ik hoe het moet, want tijdens het gegein geeft Bennie me wel de juiste aanwijzingen!

Negen uur is het bedtijd. Niet alleen voor mij, iedereen doet dat om weer fit te zijn voor de volgende dag. Alleen een gast heeft hinderlijk z’n telefoon aan staan met een of andere talkshow op. Klaas Vaak neemt me gelukkig mee.

Vandaag gereden: 70 kilometer – Vandaag geklommen: 913 meter

Cumulatief gereden: 827 kilometer – Cumulatief geklommen: 10.163 meter

Zaterdag 27 augustus 2022: Seeley Lake – Lincoln

Half zeven maakt het alarm me wakker. Een uur om alles in te rommelen is fijner dan drie kwartier. Rust. Vakantie. Half acht ontbijt. Porridge gaat er wel in bij mij. De bekende rituelen om inventaris en bagage de truck in te krijgen. De routine zit er goed in. Half negen zet de karavaan zich in beweging. Samen starten.

De benen moeten warm worden, merk ik, bergopwaarts, werken dus. Eindeloos zijn de wegen hier op het gravel, zonder noemenswaardig verkeer. Herten tonen zich schichtig langs de weg. Dit gaat tientallen kilometers zo door, dat vind je bijna niet meer in Europa, die eindeloosheid. Lunch is in Ovado, zo’n plaatsje van niks dat toch charmant is met een saloon en een heuse gevangenis.

Vandaag klapt Montana open met de vergezichten waar ik van droomde. Big skies en een stevige wind, gelukkig in de rug. De klim zit aan het eind, maar de stijgingspercentages zijn goed te doen. Een lekkere namiddag, alle tentjes staan op het veld, het nodige gekeuvel en sommige mensen pakken een stoeltje en lezen of dommelen wat. Normaal gesproken stelt de crew ook een onderhoudshoek voor de fietsen op inclusief een krachtige waterspuit om de modder en viezigheid eraf te spoelen. Er wordt gretig gebruik van gemaakt. Wat dat betreft een groot verschil met de vakantiefietser: de ketting moet smetteloos lopen!

Uit de mobiele keuken komt een smakelijke macaroni, goed gekozen omdat de volgende dagen zwaar zullen zijn: putting on carbs! Het trekt koud op, merino en dons jack zitten warm om m’n schouder, ik probeer een verkoudheid of erger echt te voorkomen. Toch ook wel eerste geluiden over enkele Amerikanen, dat het lastig is om over politieke issues te beginnen.

Vandaag gereden: 108 kilometer – Vandaag geklommen: 1.294 meter

Cumulatief gereden: 935 kilometer – Cumulatief geklommen: 11.457 meter

Zondag 28 augustus 2022: Lincoln – Helena

Vroeg ontbijt. Het is fris en nog wat klam, maar het belooft een mooie dag te worden. ’s Nachts heeft het lang hard door gewaaid, maar ik heb er weinig van gemerkt… Zoals iedere ochtend een start met de hele karavaan. De eerste 20 kilometer gaan rapper dan ik dacht. Goed gravel met een licht percentage van stijging. Met Gert-Jan en Tom is het goed toeven. Marc wil graag wat meer tempo maken en heeft zich aangesloten bij de kopgroep. Hij heeft sterkere benen, kan ik me dus goed voorstellen.

Dan is het toch stuiteren geblazen over een pad bezaaid met keien en percentages die soms tot tegen de 20% knallen… Inspannend, kennelijk heb ik een beer gemist, zo meldt een passant in z’n pick-up me. Een razendsnelle afdaling volgt, ik laat me werkelijk naar beneden vallen, heerlijk even zo te knallen. Op naar de volgende klim. Ik merk ik dat m’n benen meer en meer aankunnen.

Jim staat halverwege de rit in de tweede klim klaar met de lunch. Even rust en de inwendige mens voeden. Hop weer door. De rit naar de top is weerbarstiger met een knotsig pad, niet m’n ding dat getrek en gesleur omhoog. Ook de afdaling is listig. Montana klapt weer fraai open. Eindeloze wilderness met vrij grazende koeien, een enkele boerderij in de verte. Dat, in combinatie met de bergen van de afgelopen dagen maakt het tot een interessante bestemming. Een die ik al tijdens mijn studie op het vizier had, want namen als Missoula en Helena heb ik wel eens onderzocht als startplek voor een fietstocht.

De laatste klim is korter, maar wel fraai door ‘wilde weilanden’, met een forse wind in de rug. De zon schijnt fier en dat zal de komende dagen zo blijven. Asfalt! Met een soevereine 50 km/u rol ik naar Helena, de hoofdstad van Montana. Een vrij anonieme stad zoals er meer zijn in Amerika. Het is duidelijk een Trump-stad. De steunbetuigingen aan MAGA, anti-abortus en de afwezigheid van gekleurden in het straatbeeld valt op.

’s Avonds een rib-eye om het ijzer in m’n lijf aan te vullen. Om negen uur lig ik languit op het bed in het hotel. Bedtijd, net als andere avonden, vroeg snurken!

Vandaag gereden: 105 kilometer – Vandaag geklommen: 1.705 meter

Cumulatief gereden: 1.040 kilometer – Cumulatief geklommen: 13.162 meter

Maandag 29 augustus 2022: Helena – Butte

Vroeg op. Bij iedereen voel ik wat ‘wedstrijdspanning’, vandaag belooft een zware dag te worden met 124 kilometer en 2.448 hoogte meters. Er is een bypass, met meer kilometers te rijden, maar minder te klimmen. Niet voor mij, ik wil de originele route blijven volgen.

De eerste twee bergen zijn zwaar fietsen, maar het gravel is redelijk vriendelijk. De zon schijnt volop, het is werkelijk prachtig rijden. De derde klim is een pittige. Stijve stijgingspercentages en het pad ligt bezaaid met keien. Soms moet ik afstappen omdat ik stil val of gewoon, om weer op adem te komen. Ondertussen raak ik door mijn water heen, fiets met een droge huig…

Ook de afdaling is geen feest zonder vering… gelukkig heeft Rob een betrouwbaar uitziende beek gevonden, het koude water frist me op, zowel de inwendige als de uitwendige mens. Het is nog flink doortrappen naar de lunchplek die verder zit dan verwacht. Drie uur ‘s middags, 73 kilometer in de benen, nog een klim te gaan!

De nodige suikers van een paar soft drinks en een stevige boterham met avocado, kaas en augurk geven me hernieuwde energie. Kom maar op! Rob vormt een zogenaamde ‘bus’, waarbij we met z’n vijven circa iedere 10 kilometer op elkaar wachten om iedereen door de laatste 50 kilometers heen te slepen. Jim is zo aardig halverwege nog een drinkstop in te lassen met de van.

Het gaat me goed af, ik trek nog lekker op de pedalen naar boven en ook leuk om Rob beter te leren kennen en wat te spiegelen op het verloop van de reis. De momenten dat ik moet wachten geniet ik intens van het landschap, van het in Amerika zijn, van de reis. Ik voel me heel gelukkig. Het verkeer is uiterst schaars op The Great Divide, maar deze jongen mag er zijn. De exploitatie van de aarde door de mens gaat gewoon door.

Half acht, zonsondergang komt in zicht… nog een paar laatste heuvels en ik rol Butte binnen, een stad die me gelijk omarmd. Uptown is zo’n stukje stad van vergane glorie van de rijkdom van de mijnbouw dat weer opveert, plekken waar ik van hou. De aankomst op het parkeerterrein van Motel6 is hartelijk met luid gejuich van iedereen. Bier, snacks, de mooie verhalen. Ja, Great Divide, kom maar op!

Met Marc pak ik nog een Uber naar Down Town, omdat er in de buurt niets meer open is. Op onze vraag dat we met de chauffeur ook weer graag een rit terug hebben en hoe hem dan te bereiken is het antwoord: ‘just use the app of Uber, my wife and I are the only drivers for Uber here!’

Het is goed toeven met Marc, fijn spiegelen op het leven, dillema’s en de geneugten van het leven. We worden letterlijk het restaurant uitgezet. De vrouw des huizes wil naar huis! Terug in de Uber treffen we inderdaad vrouwlief. Harde werkers, die proberen hun hoofd boven water te houden in de neo-liberalistische mechanismen van de hedendaagse maatschappij.

Vandaag gereden: 124 kilometer – Vandaag geklommen: 2.448 meter

Cumulatief gereden: 1.164 kilometer – Cumulatief geklommen: 15.610 meter

Dinsdag 30 augustus 2022: Butte

Met enige stijfheid in de benen sta ik om half acht op. Marc is denk ik al ergens gaan ontbijten. Ik pak een koffie bij de receptie en sla het vroege leven op de geasfalteerde binnenplaats van Motel6 gade. Het voelt als een Robbie Muller – Wim Wenders moment, motel life tijdens draaidagen ergens in de USA, met een brickstone gebouw nabij. De snelle mannen uit het Gooi doen hun Pilatus oefeningen op de binnenplaats. Fijne gasten.

Het is een ochtend van leven en dood. Marc is net de oppergelukkige grootvader geworden van een kleindochter. Prachtig nieuws. Hans en Simon moeten de toer helaas verlaten. Hun vader is gevallen en dat is hem uiteindelijk fataal geworden. Hij is gisterenavond overleden. Momenten die ze ieder met de digitale middelen van nu op afstand enigszins live hebben kunnen meemaken.

Een rustige ochtend, het is een prachtig stukje stad, uptown Butte. Het rijke verleden straalt ervan af, een wijk in gentrificatie. Ik raak aan de praat met een schilder, ik kan het niet laten en vraag of ik hem mag fotograferen. Bij een ontbijttentje gaat a stack of pancakes en wat sloten koffie er wel in.

De dag ontvouwt zich zoals ik al dacht. Even met Marc naar de bikeshop, samen een kop koffie met Elske en Anneke, die de keuken deze reis bestieren. Ik ga wat lunchen, voel me voldaan en weldadig. Ook weer zin het leven in Nederland en Frankrijk op te pakken. Het voelt als een voorrecht deze reis te kunnen en mogen maken. Morgen weer in de benen.

Woensdag 31 augustus 2022: Butte – Wise River

Goed geslapen, maar ik heb het gevoel dat ik op de dag vrij gisteren niet helemaal tot rust ben gekomen. In de ochtend wel, maar de middag en avond vulden zich snel met doe-dingen. En zaken die niet helemaal lukten zoals de remblokken vervangen. Gelukkig steekt Bennie me heel aardig een helpende hand toe, fietsenmaker van beroep. De blokken voor kregen we gemonteerd, maar er moet eerst wat afslijpen wil het wiel vrij kunnen draaien. Dus dat wordt straks extra trappen en tijdens de afdalingen slepend remmen voor…

Bij het vroege ontbijt op de parkeerplaats van Motel6 nemen Hans en Simon afscheid, zij vliegen vandaag terug voor de begrafenis van hun vader, heel triest. Jessica en Jim moeten ook uit de toer stappen. Jim heeft een blessure opgelopen die fietsen in de weg zit. Marc wordt als kersverse grootvader in het zonnetje gezet door de crew met beschuit met muisjes. Goed dat alle aspecten van het leven voorbij kunnen komen.

De eerste twintig kilometer zijn relatief makkelijk en geeft een indruk hoe uitgestrekt de area van Butte is. Ik zou hier nog wel eens willen terugkomen om meer van dergelijke plekken te verkennen. Daar waar de mens de natuur leeg geroofd heeft en men nu naarstig op zoek is naar alternatieven om de welvaart te behouden of herwinnen. Het geeft een beeld op de tijd en het zijn fotogenieke plekken. Het neemt me ook mee naar de foto’s die ik recent kocht van Bryan Schutmaat.

De eerste klim gaat me zwaar af, ik moet extra trappen om de weerstand van de remblokken te overwinnen… alsof ik door een bak rul zand rij. Enfin, dat is mijn lot vandaag. Het is snel warm, dus ik zweet als flink. Het mooie weer gaat de komende dagen aanhouden. Eigenlijk wel boffen dus, een droge Mediterrane warmte!

De afdaling naar de lunch is up and down, een gekoelde Coca Cola gaat er wel in en ik tank nog extra vocht bij. De tweede klim is lang, 20 kilometer, ieder pakt z’n eigen tempo. Fraai is het wel. De top is een soort boerenlandschap, de afdaling is fameus, super steil met stukken van maar liefst 40%, maar indrukwekkend. Ik moet echt stukken lopen. Dit is voor de gasten met voor- en achtervering en een dropper seatpost. In het kamp blijkt dat het twee man is gelukt! Ted is gisteren jarig geweest, het wordt gevierd met taart toe. Half negen, iedereen zoekt z’n mandje op. Een fraaie dag weer op de Divide.

Vandaag gereden: 89 kilometer – Vandaag geklommen: 1.629 meter

Cumulatief gereden: 1.253 kilometer – Cumulatief geklommen: 17.239 meter

Donderdag 1 september 2022: Wise River – Bannack

Half zeven gaat de wekker, ik rommel alles snel in en sleutel aan de fiets. Er zit iets van speling in het balhoofd. Daar kan ik me iets bij voorstellen, want m’n ros heeft het zwaar te verduren met het vele wasbord en kuilen in de weg. Wat dat betreft was het waarschijnlijk toch beter geweest een verende voorvork te monteren. Ik volg de instructies van een tutorial op Youtube en denk het verholpen te hebben.

Vandaag staat een asfaltrit op een scenic drive op het programma met een lange klim. En mooi is het, rustig ook. Steil wordt het nooit, want op asfalt moet er ook een RV omhoog kunnen. Ja, het roept herinneringen op aan eerdere tochten die ik maakte op verschillende plekken op het Amerikaanse continent.

Lunch staat klaar bij een hotspring. Enkelen verkiezen de thermische baden, ik laat het voorbij gaan en trap door naar Bannack. Ik geniet van de uitgestrekte vergezichten en trap lekker mee in de afdaling. Het is warm, ik drink veel. Bannack is een ghost town, tot een verlaten dorp verworden toen er geen goud meer was te vinden. Fraai, het is goed geconserveerd.

De kampeerplek zit er vrijwel pal naast, een sfeervolle plek. Iedereen rommelt wat, richt z’n kamp in, een relaxte namiddag. Ik neem een frisse duik in de creek, de visjes zwemmen rond me heen. Dat frist op. Anneke en Elske toveren een smakelijke Indische maaltijd uit de keuken. Half negen is het weer tijd om te gaan slapen.

Vandaag gereden: 93 kilometer – Vandaag geklommen: 882 meter

Cumulatief gereden: 1.346 kilometer – Cumulatief geklommen: 18.121 meter

Vrijdag 2 september 2022: Bannack – Lima

De kou van de nacht is the talk of town tijdens het ontbijt. Florian klokte -3 graden Celsius. Mij heeft het niet gedeerd, sterker, ik vond het heerlijk om de slaapzak helemaal dicht geritst te hebben. Fris is het wel, maar koffie en porridge warmen me op. De start is mooi zo samen in het gloren van de ochtendzon. Rob geeft zoals gewoonlijk het startschot van de dag: op pad!

Ik merk dat ik er iedere dag weer wat in moet komen. De benen voelen goed, maar moeten warm worden. Vandaag is een lange dag, maar liefst 130 kilometer met een glooiende klim van ruim 70 kilometer en een bijna even zo lange afdaling. Ik pak m’n ritme en rij op met Gert-Jan en Tom.

De omgeving is adembenemend mooi, wat dat betreft heeft Montana veel in huis. Het is prachtig weer, dat is mazzel, kennelijk blijven we het slechte weer steeds voor, want spoken kan het hier waar gravel in een flits tot modder wordt… ik ga het vast nog wel meemaken…

Ondertussen trap ik dapper door. Er passeert bijna geen auto, soms alleen een pick-up truck met een aanhanger voor het vee, allemaal zwarte koeien die out in the open mogen grazen. Kennelijk kunnen ze goed tegen de hitte, er is zelfs geen streepje schaduw voor ze. En warm is het, ik drink liters water weg.

Het laatste stukje is nog even supersteil, Jim heeft een surreëel plekje gevonden voor de lunch net na de top. Bruine boterhammen die ik steeds beleg met salsa, kaas, sla, augurk, ik klok het weg met een suikerbom Coca Cola en nog een! Wat dat betreft krijg ik m’n energieverbruik niet bij gegeten, al ligt er steeds genoeg aan snacks voor het grijpen.

Door, eerst afdalen, daarna weer een stukje klimmen en vervolgens een vrij lange rit naar beneden. Het weidse landschap gaat over in een brede vallei in een canyon. Een zware dag, een mooie dag. De laatste 15 kilometer zijn er om snel te vergeten, vals plat asfalt naar Lima. De klok heeft inmiddels ook doorgetikt, half zes, een snelle soep en Coke, tent opzetten, kamp inrichten, douchen en met natte haren schuif ik aan tafel. Stamppot met braadworst, een glas wijn erbij, het gaat er goed in. IJs toe. Het is wederom goed toeven aan tafel met de collega-rijders.

De zon gaat fraai onder, Amerikaans is het zeker tussen alle over the top RV’s en het kamperen pal langs de snelweg. Het wordt nog Trumpiaans, als de vrouw des huizes van een giga-RV naast de Amerikaanse vlag ook de MAGA-vlag uithangt met de tekst: let’s make votes count again in 2026. Tja, ik maak me geen illusies in deze staat. White supremacy straalt er overal vanaf hier en een zinvol gesprek over de issues van nu geef ik weinig kans…

Kwart voor negen is het stil in het kamp, het voorbij razende verkeer kan niet voorkomen dat ik snel in slaap dommel.

Vandaag gereden: 130 kilometer – Vandaag geklommen: 1.136 meter

Cumulatief gereden: 1.476 kilometer – Cumulatief geklommen: 19.257 meter

Zaterdag 3 september 2022: Lima – Henry Lake

Half zeven op, de rituelen en procedures zitten er goed in. De eerste twintig kilometer zijn zwaar. Het klimmen valt vandaag wel mee, maar de wind zit venijnig en fris tegen. Met het rijzen van de zon neemt de kracht gelukkig af. Tja, Montana is uitgestrekt en remote, zo blijkt ook vandaag. Een enkele pick-up truck passeert, met immer ruig volk aan het stuur, maar altijd vragen ze me of ik allright ben. Ja, zo gaat dat in afgelegen gebieden, je helpt elkaar als het moet.

Een slang sist tussen m’n wielen door en volgens mij raak ik ‘m ook… ik laat het voor wat is… De stop voor lunch zit verder weg dan ik dacht, heb een hypo-gevoel, dat trapt niet fijn. Na versterking van de inwendige mens gaat de karavaan voort. Al met al best een lange dag zonder echte rustmomenten, want de kilometers moeten wel gereden worden. Enfin, dat wist ik toen ik voor deze reis koos.

Twee aparte vliegtuigen lijken te stunten in de lucht, het zijn blusvliegtuigen, met open klep scheren ze over het meer, zuigen zich vol en zetten koers naar de bossen. Ik zei het al, wildfires, of het risico daarop, is schering en inslag.

De camping is een genot en preuts tegelijkertijd. Helemaal ingericht op de mega-RV’s waar de Amerikanen hun vakantie in vieren. Ze zijn voorzien van alle gemakken met vaak meerdere airco’s on top. De douches zijn super de luxe, ik spoel al het zout, stof en viezigheid van m’n lijf af. Rob wordt wel door de campingbaas gewaarschuwd. Die had een klacht ontvangen van een van de gasten, dat die een ‘blote kont’ had gezien. Tja, een onschuldige kledingwissel. Enfin, nog een keer… dan moeten we onze biezen pakken…

Vandaag gereden: 122 kilometer – Vandaag geklommen: 846 meter

Cumulatief gereden: 1.598 kilometer – Cumulatief geklommen: 20.103 meter

Zondag 4 september 2022: Henry Lake – Warm River

Ik heb weer goed geslapen, werd enkel twee keer wakker van huilende coyotes… de een steekt de ander aan. Mooi, de natuur. De campinggasten tutten zich op voor de dag: manlief met stropdas, de dames ingetogen. Tja, biblebelt, ook hier, zondag, het verklaart de overtrokken reactie gisteren…

Vandaag voelt als een rustdag met 80 kilometer voor de boeg. Dat gevoel hou ik ook vast. Kennelijk heb ik m’n balhoofd in balans gekregen. Ik hoop het, want de komende dagen zit er geen fatsoenlijke fietsenmaker op de route. Het fijne lavazand is het enige dat vandaag af en toe enige moeite kost.

De camping is een zogenaamd bush camp met enkel primaire voorzieningen als water en een drop-toilet. Maar een duik in de rivier kikkert me op, ik spoel me schoon in het ijskoude water van Warm River. Een rustige middag verder. Ik werk m’n dagboek bij, drink een biertje, maak her en der een babbel. Marc zegt het treffend: ‘je hebt nu eigenlijk meer rust dan op een rustdag’.

Anders dan op de tochten die ik met Irma of zelf maakte is het wel een ander ritme. Ik moet me hier overgeven aan een strakke planning, van de dagen, van de weken. Alles is voorgeprogrammeerd tot en met 6 oktober a.s. Het voelt zoals Joop Zoetemelk vroeger over de Tour de France zei: ‘de toer gaat door en wacht niet’. Op een enkel moment benauwt me dat wel eens, dat ik precies weet wat ik op welke dag (moet) doe(n). Dat is zeker geen klacht, meer een besef van iets dat ik van tevoren al wel wist. Het opgelegde tempo is juist wat ik zocht, om in relatief korte tijd het continent te doorkruisen, de landschappen te zien veranderen en ja, die fysieke uitdaging aan te gaan.

Met de groep leven we in een eigen bubble, waarin we meer gericht zijn op de prestatie en elkaar en minder op onze omgeving. De intensievere contacten met locals en onverwachte momenten, soms uitmondend in unieke ervaringen, mis ik wel eens, net zoals bijvoorbeeld de rust om foto’s te nemen. Maar ook dat is geen klacht en heb ik meegewogen in de beslissing The Great Divide te gaan fietsen. En ja, de organisatie en verzorging door de crew is erg goed en met de rijders had ik het niet beter kunnen treffen.

Kwart voor zeven, I am on duty voor het uitserveren van het diner samen met Claudia, Bennie, Boas en Tom. Het smaakt weer voortreffelijk en het is gezellig. Apart om te beseffen dat er dinsdag tien man afzwaaien inclusief Gert-Jan en Tom. Marc rijdt net als ik de full tour. Afwas, een kop koffie met een chocolaatje, bedje opmaken, tandjes poetsen. Negen uur, het is tijd om te gaan slapen. Net als veel andere avonden heb ik geen bereik, voel me los van werk. Ik ben tevreden, het is een unieke ervaring waar ik aan begonnen ben. Of beter: helemaal inzit. Tot nu toe kan m’n lijf het aan, er zit nog veel in het vat. Great Divide, kom maar op!

Vandaag gereden: 81 kilometer – Vandaag geklommen: 180 meter

Cumulatief gereden: 1.679 kilometer – Cumulatief geklommen: 20.283 meter

Maandag 5 september 2022: Warm River – Grand Teton National Park

Het wordt saai, maar ik heb wederom heel diep geslapen, het zijn lange nachten die ik maak. De warme hartigheid bij het ontbijt sla ik over, ik hou me aan yoghurt, muesli, een banaan en honing, twee koffie en een boterham Nutella. Tot lunch kom ik dan door op twee, soms drie energierepen.

De trip van vandaag start met een flinke klim het dal uit, dat komt wat rauw m’n lijf binnen. Tja, net als bij een auto moet ook mijn motor eerst warm lopen. Het weer is wederom ongekend. Al dagen fietsen we nu tussen de 1.500 en circa 2.300 meter, ik had het weer onvoorspelbaarder verwacht. Ik sleep standaard m’n regenoutfit mee en een extra shirt voor isolatie.

Alvorens het asfalt overgaat in gravel verandert het landschap compleet naar een boerenlandschap. Ik sla dezelfde gebruiken gade als in de Ardennen in Frankrijk. Gras dat tot balen worden gemaakt, John Deere en Stihl zijn ook hier de assistenten van de boeren. Op het gravel is het werken, klimmen zonder dat er een logisch spoor is, maar ik geniet er volop van. Ook als de stijgingspercentages toe nemen en de warmte van de middag me flink doet zweten…

Ik fiets langs de flanken van het Yellowstone National Park, het allereerste park dat in de wereld tot publiek bezit werd verklaard. Het landschap is er naar. Jim heeft een prachtige lunchplek gevonden aan een meer onder de bomen. Als Bob een creek of een lake ziet moet hij vliegvissen… Twee flinke vissen gaan de koeler in voor vanavond.

Door, nog een korte forse klim en ik fiets door een verbrand bos. Het voelt mooi en apocalyptisch tegelijkertijd. Bij een junction giet ik een kleine liter gekoelde Gatorade naar binnen en zet koers naar Grand Teton National Park. Nog een klim, asfalt met vanzelfsprekend veel toeristisch verkeer. Het is Labour Day in Amerika, veel mensen hebben dus een lang weekend gehad. De parkingang is niet te missen en rechts aan de overzijde van een meer dat is drooggevallen liggen ze, de Tetons. Ja, fraai. Yellowstone en Grand Teton heb ik al op mijn vizier sinds ik de Icefield Parkway fietste in Canada, dik dertig jaar terug.

Bij de ingang van de camping zit Marc langs de weg… op mij te wachten, om me uit te nodigen voor het andere bed dat in de cabin staat. Nou, dat is te aanlokkelijk om nee tegen te zeggen, twee nachten een echt bed met elektriciteit en sanitair onder handbereik. Een warme gedachte van hem. Ik douch me fris, samen fietsen we naar het farewell diner op de camping. Ja, acht man zwaaien morgen af, twee nieuwe sluiten aan. De sfeer is feestelijk met mooie woorden van Edmond, met ook ruim aandacht voor de crew.

Vandaag gereden: 103 kilometer – Vandaag geklommen: 1.370 meter

Cumulatief gereden: 1.782 kilometer – Cumulatief geklommen: 21.653 meter

Dinsdag 6 september 2022: Grand Teton National Park

Rustdag, maar dat voelt niet zo! Om kwart over zes gaat de wekker. Marc heeft een dagtrip naar Yellowstone georganiseerd. Ja, als ik dan zo dicht in de buurt ben is dat natuurlijk een must do! Ook omdat het park zich minder goed laat befietsen dan andere parken. Om zeven uur komt de operator voorrijden. Het is fris rond de 2.000 meter, maar de trip begint goed met koffie en een muffin bij de achterklep.

Met tien rijders op pad! De entree is fraai met de dauw nog in de grond. Ook hier veel af gefikte bossen. Deels is dat een toenemend fenomeen dat wordt toegeschreven aan het veranderende klimaat. Deels is het ook zelfreiniging van de natuur, waarbij een beperkt aantal bomen over een ‘zakje zaad’ beschikt dat na een paar jaar weer tot bloei komt.

De geiser Old Faithfull is natuurlijk een must see. Circa iedere 90 minuten spuit die uit de aarde tot soms tientallen meters hoog. Prisma Lake is misschien nog wel indrukwekkender. Het doet me denken aan de schaal die ik van Rossella Biscotti heb en de foto van Edward Burtynsky. Dit is puur natuur!

Ook de waterval in de canyon is fraai, net als de observatie van de buffels. Enfin, een mooie dag zo met een vrij complete kennismaking wat Yellowstone herbergt.

Marc en ik eten nog een hap bij een restaurantje en komen Gert-Jan en Tom tegen. Ze gaan morgen die kant op en vliegen vrijdag naar huis.

Woensdag 7 september 2022: Grand Teton National Park – Lava Mountain

Weer in het ritme. Met de tassen op de rug fietsen Marc en ik naar het kamp. Leuk dat Peter, Rudy, Edmond en Maarten nog even afscheid komen nemen. Goeie gasten. Samen met Ritse en Paul vormden ze de Dutch Train. Ritse en Paul doen net als ik de full tour. Ook Gert-Jan en Tom prikken nog een vork mee, samen met hen vormden we de Dutch Bus. Enfin, mooie weken.

Vertrek, fris is het rond de 2.000 meter. Ik pak gelijk een lekker tempo en trap mooie meters door de zuidzijde van het park. Schitterend de Tetons in het ochtendlicht te zien liggen. Het is werkelijk een prachtige start met weinig verkeer en het alleen fietsen voelt snel weer heel vertrouwd. Voor ik er erg in heb staan er 35 kilometer op de teller. Een lange klim begint, maar ook die rolt met plezier onder m’n banden door. De vergezichten zijn prachtig, al die verschillende schakeringen van kleuren en de bergen aan de horizon. Wat een dag.

Na nog eens 26 kilometer is de top bereikt en pak ik de afslag naar de gravelweg die met een langere lus naar Lava Mountain voert. Ook dat is een genot. Met regelmaat stop ik om van het uitzicht te genieten en een foto te nemen.

Het is fijn nagenieten bij de lodge. Zoals altijd soep, snacks en wat fris. Een kleinere groep nu van circa 20 man, maar we kennen elkaar inmiddels goed. Er is een fijne harmonie en synergie. Ik zie de karavaan goed gemutst over een paar weken in Mexico aankomen. Maar er zijn nog wat hordes te nemen, zoals de komende drie dagen. Daarom wordt het diner al vroeg geserveerd!

Vandaag gereden: 87 kilometer – Vandaag geklommen: 1.104 meter

Cumulatief gereden: 1.869 kilometer – Cumulatief geklommen: 22.757 meter

Donderdag 8 september 2022: Lava Mountain – Pinedale

Vroeg uit de veren, ik app pappa om hem te feliciteren met zijn verjaardag. Een lange dag staat op het programma, ik merk dat aan eenieder, er is net wat meer aandacht voor de fiets, de inwendige en uitwendige mens. Het is nog fris als ik de eerste meters trap, afdalen over asfalt, na 20 kilometer rechts en dan is het werken geblazen op het gravel. Het zijn twee passen eigenlijk die bedwongen moeten worden, een stijve start van de dag! Maar m’n benen zijn goed, wat dat betreft ben ik echt gegroeid de afgelopen dagen. Dat is fijn om te voelen, ik fiets met de betere mee vandaag in tegenstelling tot de afgelopen weken.

Een vroege lunch en door. Het echte klimwerk na de Union Pass zit er op vandaag, maar het gaat nog aardig op en neer, dat ligt me wel. Soms stap ik af en probeer het landschap te vangen in een foto, al is dat nog niet zo makkelijk. Er nadert onweer, het betrekt en in de verte hoor ik gedonder. Hopelijk trekt het langs me heen.

Jim staat voor een tweede stop op circa 80 kilometer. Dat is ordinair snacken: een gekoelde Coke, M&M’s, fruitdrop en trailmix. Ook fijn het water aan te vullen en aan te lengen met suikerhoudend poeder.

Asfalt, nog 50 kilometer te gaan met een forse tegenwind. De wielrenners onder de rijders weten er wel raad mee: een peloton bestaande uit Marc, Boas, Kyle, Robert, Florian, Bill, Dave en ik (zei de gek). Ik ben er maar wat blij mee, want in m’n uppie dat te moeten fietsen is geen pretje. Het tempo ligt hoog, ik kan het maar net bijbenen. We fietsen in een fraaie waaier over de weg. Zo vliegen de twee uur snel om. Op de parkeerplek van het motel in Pinedale staan de soep, snacks, fris en bier klaar. Altijd een fijn moment.

’s Avonds eten Marc en ik samen met Ritse en Paul wat bij een pizzeria om de hoek. Met het vertrek van de Dutch train en de Dutch bus ontstaan er weer nieuwe verbanden. Het is erg gezellig. De lokale IPA’s smaken goed, terwijl het eten lang op zich laat wachten. Kennelijk stond er een wachtrij aan ‘afhaal’ voor ons. Een vette pasta, doe mij maar de keuken van Anneke en Elske! Negen uur pitten.

Vandaag gereden: 143 kilometer – Vandaag geklommen: 1.461 meter

Cumulatief gereden: 2.012 kilometer – Cumulatief geklommen: 24.218 meter

Vrijdag 9 september 2022: Pinedale – Atlantic City

Weer een lange dag voor de boeg. Ik heb er goed op geslapen, dus laat de dag maar starten. Het eerste stuk is redelijk vlak asfalt, dat schiet direct lekker op. Ik rij midden door een kudde koeien die naar een ander areaal worden verplaatst, fraai om te zien.

De vergezichten zijn eindeloos, ook als ik de Rockies in klim op het gravel. Lunch en ik ga voort in een fijn ritme, dit is het profiel waar ik van hou. Lang klimmen en vervolgens op en neer klauteren over het dak van het Wyoming.

Om half vier tik ik de snelweg aan en draai linksaf het asfalt op met 100 kilometer in de benen. Oef, de wind blaast vol en straf in mijn gezicht en een lange klim begint. Pfff, dit is bijna niet te doen, ik kom amper vooruit en koel flink af. Ik zet mijn blik op oneindig en maal naar boven. Blij word ik er niet van met al dat langsrazende verkeer. Heel even ben ik blij als ik rechtsaf weer het gravel op mag en een stukje kan afdalen, dan wacht een zinderende finale…

Net als gisteren rij ik goed, maar met deze wind kunnen de laatste 20 kilometer me nog wel meer dan twee uur gaan kosten. Pfff, een slopende tocht. Vier andere rijders zetten het verstand op nul en gaan karren. Ik trek extra kleding aan, zodat ik in ieder geval warm blijf en droog, want er hangt gedonder in de lucht. Het voelt als op een woeste zee, waarbij de haven nog ver uit zicht is. Ik trap en ik trap en rij de mist in.

Tegen zessen kom ik aan bij de kampeerplek. De ontvangst is warm, er brandt een kampvuur en gek genoeg voel ik me kiplekker bij aankomst. De paar rijders die me voorgingen zien er lijkbleek uit, zijn onderkoeld geraakt. De crew heeft dikke dekens uit de truck tevoorschijn getoverd. Ik ben er, van de soep kikker ik op, een biertje en lekkere pasta maken het af. Toe hebben Anneke en Elske in een Dutchoven appeltaart gebakken, nog warm en een dikke klodder slagroom komt me toe na alle inspanningen van vandaag.

Half negen, tent inrichten en slapen. Ik snoer m’n slaapzak helemaal dicht zodat ik lekker beschermd ben tegen de vorst vannacht!

Vandaag gereden: 144 kilometer – Vandaag geklommen: 1.396 meter

Cumulatief gereden: 2.156 kilometer – Cumulatief geklommen: 25.614 meter

Zaterdag 10 september 2022: Atlantic City – Rawlins

Kwart over vijf gaat de wekker… er staat weer een lange dag voor de boeg van maar liefst 150 kilometer. De rijp staat op de tenten, een wat verkleumd ontbijt rondom het vuurtje. Porridge en koffie warmen me op. Half acht, de karavaan zet zich in beweging, iedereen zit goed warm ingepakt. Eerst mag ik naar beneden, dan steil omhoog, dezelfde meters als gisteren, al snel zit ik op de piste. Een fraaie gravelweg die glooit over de heuvels van The Great Bassin. Alle regen die hier valt blijft hier ook, in tegenstelling tot de Continental Divide, waar het water ten oosten naar de Atlantische Oceaan stroomt en ten westen naar de Pacific.

Een enkel laagje kan ik uittrekken, maar het blijft fris zo boven de 2.000 meter. M’n benen zijn goed, dat voelde ik al bij het opstaan. Dat had ik vooraf niet verwacht na twee zware dagen. Ik zoef naar de lunch die op 60 kilometer zit. Ik trek door, het is een prachtige rit. Het doet me denken aan Zuid-Amerika, het eindeloze uitzicht, in de verte de Rockies, het zonnige doch frisse weer. Ik zie ook veel dieren: wilde paarden, antilopen en natuurlijk de zwarte koeien.

Op 100 kilometer staat Jim weer met foerage, ik giet een Fanta naar binnen en trap door. Het is een schitterende dag, helemaal als ik in de verte tientallen wilde paarden voorbij zie draven. Ik fiets in de eindeloosheid van Wyoming, na iedere heuvel een nieuwe, een droge en schrale omgeving, al zijn de gele bloemen prachtig. Om vier uur bereik ik het eindpunt van vandaag. Het is de bedoeling dat iedereen vanaf hier naar Rawlins wordt geshutteld en morgen weer terug om de tocht naar Rawlins op de fiets te volmaken…

Marc, Ritse, Paul, Bennie, Claudia en Goran toppen de kilometrage vandaag op tot 215 kilometer. Volg ik hun voorbeeld? Is wel aantrekkelijk, dan heb ik morgen een echte rustdag, maar dan moet ik nu nog wel een stijve 65 kilometer erbij trappen. Why not? M’n benen voelen goed en anders sta ik hier te wachten tot de anderen arriveren. Ik zou het net moeten kunnen halen voor zonsondergang.

Zo gezegd, zo gedaan. Op m’n Garmin kijk ik niet, ik trap en trap tot de snelweg in zicht komt. Mmm, 41 kilometer op de teller, ik draai de Highway op en mag gaan klimmen. Eerst app ik Marc dat ik er circa half acht zal zijn, misschien kunnen we nog wat gaan eten erna. De klim is langer dan ik dacht, de van met de fietsen en de rijders passeert me, de afdaling naar Rawlins vergoedt veel. Bij aankomst op de parkeerplaats van het motel krijg ik een warme hug van Marc. Ja, we hebben het allebei gehaald vandaag en morgen echt vrijaf. Een douche, een ordinaire schranspartij bij McDonalds, omdat er niets anders in de buurt zit en snel met benen languit op de bedden in de kamer. Morgen rust, een heerlijk vooruitzicht!

Vandaag gereden: 215 kilometer – Vandaag geklommen: 1.562 meter

Cumulatief gereden: 2.371 kilometer – Cumulatief geklommen: 27.176 meter

Zondag 11 september 2022: Rawlins

Ik prefereer het ontbijt van Bike-Dreams boven dat van het hotel. De plek is typisch voor Amerika, rondom een Junction, snelweg en trein nabij. Alle bekende ketens zijn vertegenwoordigd, charmant is het niet! De rijders vertrekken met de van en de fietsen op het dak. Paul, Ritse, Marc en ik zetten koers naar het centrum voor een Japanse lunch. Elf uur: sushi, sashimi, een glas wijn, het is goed toeven. Een extra gang is noodzakelijk om onze trek te stillen.

’s Middags is het aangenaam uitbuiken. Ik geef de fiets een beurt, er mag meer spanning op de ketting en ik maak ‘m schoon. Ook de e-mail-box mest ik uit. Last but not least werk ik m’n dagboek bij. Het geeft een opgeruimd gevoel, een tukkie bewaar ik voor vanavond.

Eten doen we weer gevieren, dit keer lekker Amerikaans. De IPA’s smaken me goed en het ijs toe ook. Ik trap het er wel weer af morgen. Terug op de kamer zijn de ogen van Marc en mij snel dicht…

Maandag 12 september 2022: Rawlins – Ladder Ranch

Acht uur is het ontbijt op het parkeerterrein voor het motel. Ik neem voor de verandering gebakken eitjes bij het ontbijt. Fietsen, de laatste kilometers in Wyoming, grotendeels op asfalt. Ik klim Rawlins uit, het voelt als een dag van transitie, van de uitgestrektheid van Wyoming terug de Rockies in. Ik trap de kilometers vol. Is het mooi? Ja en nee. Nee, het inspireert me niet tot het nemen van een foto. Ja, want het glooiende landschap en de vergezichten zijn natuurlijk best fraai. Ik ben een verwende man.

Lunch zit op 70 kilometer. Ik heb het aaneengesloten gefietst. Die paar energierepen stop ik en route wel in m’n mond. De middag is prachtig, onverhard fietsen en plots rij ik door een espen-bos. Fraaie witte stammen en fijn groen blad, daar hou ik van. Dat het de eerste 20 kilometers vooral klimmen is merk ik geeneens. De afdaling is zo mogelijk nog fraaier, boerenland in een setting van bergen.

Het kamp is op een Ranch. Het doet me denken aan Haut Lanzy. Eerst doe ik mijn duties: tent op zetten, bedje inrichten, douchen. Daarna is het heerlijk toeven in de schaduw van een 200 honderd jaar oude wilg met een koud biertje onder handbereik. In de truck wordt gekookt, ik werk mijn dagboek bij. Vroeg slapen.

Vandaag gereden: 119 kilometer – Vandaag geklommen: 1.792 meter

Cumulatief gereden: 2.490 kilometer – Cumulatief geklommen: 28.968 meter

Dinsdag 13 september 2022: Ladder Ranch – Steamboat Springs

Pannenkoeken bij het ontbijt, dat kon natuurlijk niet uitblijven. Elske pakt er eentje voor me in om onderweg op te peuzelen. Vandaag rijdt de karavaan Colorado in. Het is werken geblazen, op en neer met steile passages. M’n benen voelen wat loom of hebben gewoon zin in de aanstaande rustdag, ik trap de kilometers vol.

Colorado, daar was ik in 1992 met Peter. Toen fietsten we vanaf Denver naar Boulder en het Rocky Mountain National Park in met de Trail Ridge Road als ware trekpleister. Daarna vlogen we naar Alaska. Waar blijft de tijd vraag ik me wel eens af? Beelden en herinneringen die in m’n geheugen gegrift staan. In essentie doe ik dezelfde dingen als toen, het voelt nu alleen veel intensiever en bewuster.

De bergen en het werkelijke klimmen blijven nog achterwege. Colorado verwelkomt me ‘agrarisch’ en met een toenemend aantal Subaru’s, ik verlaat de Trumpiaanse gronden nu echt…

Asfalt, de verkeersdrukte richting Steamboat Springs ben ik niet meer gewend, ik voel me kwetsbaar op m’n ros tussen al dat voortrazende blik. En de wolken voorspellen weinig goeds voor de komende dagen…

De camping ligt aan een drukke weg, het is allemaal weinig charmant. Een aantal rijders heeft met vooruitziende blik een cabin of hotelkamer geboekt. Ik niet, maar ach, ik slaap vorstelijk in m’n tent en op m’n mat.

Het gezamenlijk eten is erg gezellig. Enkele rijders vliegen morgen huiswaarts, Don en Elske van de crew ook. En Kyle, een van de twee jonge rijders, werd verrast door een bezoek van zijn ouders uit Boston. Mooi te zien, ze hebben hier een paar dagen vakantie geboekt en ‘ontvoeren’ hun zoon voor de rustdag van morgen. Negen uur, ik kruip de slaapzak in, op hoogte koelt het snel af.

Vandaag gereden: 95 kilometer – Vandaag geklommen: 1.138 meter

Cumulatief gereden: 2.585 kilometer – Cumulatief geklommen: 30.106 meter

Woensdag 14 september 2022: Steamboat Springs

Zeven uur ben ik wakker met enorme zin in de rustdag! Het heeft geregend vannacht, maar dat heeft m’n nachtrust niet verstoord. Integendeel. Snel zit ik op de fiets naar het centrum van Steamboat Springs, een paar kilometer verderop. Het ontbijt bij zo’n gezellige Amerikaanse koffietent is heerlijk. Fruit, yoghurt, granola en een Americano met een extra shot. En ach, doe bij die tweede koffie dan ook maar een Cinnamon Roll. Patrick schuift aan, ook Ritse en Paul stappen binnen.

Voor tienen sta ik bij Orange Peel Bikes. De speling op m’n balhoofd komt steeds terug en ik heb nog aardig wat kilometers te fietsen. Dat moet gewoon goed zitten. Ook de remblokken achter zijn aan vervanging toe. Het is een goeie tent, hier is Moots, bouwer van enkel titanium fietsen, ooit begonnen. Er staan er enkele, wow, dat is toch echt het summum…

Marc en ik verkennen de stad. Mmm, zo’n wintersportplaats heeft in de zomer toch altijd iets bloots, maar bij een restaurant is het goed toeven voor lunch. Gezellig moment samen en ze serveren verdomde goede wijn uit een blikje!

De middenstand weet geen dollars uit m’n portemonnee te peuteren. En de dokter heeft het euvel met het balhoofd snel weten te diagnosticeren. De schroef onder de stelschroef was losgeraakt… een goede fietsenmaker zal ik vermoedelijk nooit worden… een volgende keer weet ik het wel te verhelpen! En de power in de achterrem voelt weer voortreffelijk. En passant geven ze me ook wat tips mee om de opbouw van het stuur nog sterker te maken. Goeie tent, meer dan de fourty bucks die ze rekenen waard. Een T-shirt van ze kopen lukt niet, enkel bierbuikformaat is nog op voorraad…

Ik installeer me voor de rest van de middag in een brouwerij. Het moment voor mezelf waar ik naar heb uitgekeken. Onder het genot van een lokale IPA en pizza uit de houtoven werk ik m’n foto’s en dagboek bij. Goh, foto’s in zwartwit ontwikkelen geeft toch ook heel veel kracht aan een beeld.

Donderdag 15 september 2022: Steamboat Springs – Kremmling

Was het gisteren ondanks de voorspellingen redelijk droog, vannacht heeft het flink geregend en bij het opstaan ook. Dat wordt een natte ochtend… Don van de crew neemt nu echt afscheid, hij vliegt vandaag terug naar Calgary, James is zijn vervanger.

Ik pak me waterproof in, maar weet ook dat iedere bescherming tegen de regen leidt tot zweet en dus nattigheid. Onderkleding die met vocht warmte blijft afgeven is het beste. Ik trap de eerste meters vol in het peloton door de outskirts van Steamboat Springs. De stad uit klaart het wonderwel wat op. Een voor een pelt eenieder het teveel aan lagen af.

Voelde grond in Wyoming als publiek bezit, hier is alles af gehekt of geven de geplaatste bordjes duidelijkheid: private property… dit is van iemand… ja, er staan regelmatig fraaie huizen, ik vermoed buitenhuizen. Een ding is helder, in Colorado zit geld.

De klim is lang, maar niet al te steil. Fris is het wel zo boven de 2.000 meter. Met regelmaat denk ik aan de foto’s van Bryan Schutmaat, de hele reis eigenlijk al. Waren het in Montana en Wyoming meer de individuen, hier doet het licht dat door de wolken op de bergen schijnt me denken aan de foto’s thuis.

Lunch is op de top, het is er gewoon koud tegen de 3.000 meter, maar eten moet ik om de motor draaiende te houden. Ik snoer me in voor de afdaling, mag een riviertje oversteken en klim verder. Het landschap blijft fraai en afwisselend, zeker met de dramatische wolkenpartijen. In het bos hebben jagers hun kampementen opgeslagen, het jachtseizoen is begonnen…

Af en toe is het supersteil, gelukkig zijn het korte klimmetjes, de afdaling is overweldigend met zicht op de Colorado River. Nu heb ik echt het gevoel zuidwaarts te gaan… de Colorado River mondt via de Grand Canyon uit in de Stille Zuidzee. Op precies 100 kilometer steek ik ‘m over. Jim rijdt er rond met de van om de water- en snackvoorraad van de rijders aan te vullen. Ik tank nog wat bij en rij door.

Ook in de finale van de dag mag er nog flink geklommen worden, maar ik voel voldoende kracht in de benen. En ach, wat regen kan er ook nog wel bij als ik de agglomeratie van Kremmling bereik. Twee regenbogen verwelkomen me.

Zes uur, ik kom aan in het kamp, m’n tent hoef ik niet op te zetten, Marc en ik hebben een kamer in de stad geboekt, wel zo lekker na zo’n lange dag op de fiets. Ik trek m’n dons aan, pak een Coke en snack zout en calorieën bij. De laatste rijders arriveren ook in het kamp en schuiven direct aan voor het eten om zeven uur. Marc en ik slaan de koffie over en rijden in het donker met de tas op de rug naar het hotel. Ik douche me helemaal schoon en warm en plof neer op bed. Ik begin aan m’n dagboek, maar m’n ogen vallen gewoonweg dicht. Marc is al weg.

Vandaag gereden: 133 kilometer – Vandaag geklommen: 2.231 meter

Cumulatief gereden: 2.718 kilometer – Cumulatief geklommen: 32.337 meter

Vrijdag 16 september 2022: Kremmling – Frisco

Zeven uur gaat de wekker. Ik droom veel deze reis, eigenlijk allemaal absurde dromen. En iedere nacht word ik wel een paar keer wakker, maar dommel zo weer weg. Gemiddeld slaap ik tussen de negen en tien uur… ik heb het ook echt nodig.

De andere gasten zijn voornamelijk jagers… het schieten van een Elk is hun voornaamste doel. Dat is niet eenvoudig, omdat ze zich goed verstoppen en als er dan eentje wordt geschoten is het nog een heisa de Elk thuis te krijgen. Veelal valt de Elk het ravijn in, jagers moeten de Elk dan ter plekke villen en in de boom hangen, zodanig dat de beren er niet bij kunnen. Later nemen ze de Elk mee.

Buiten is het fris en mistig, het zal een koude start worden. Rob geeft zoals gewoonlijk het startschot en het peloton zet zich in beweging. Al snel is het aangenaam fietsen op gravel. Ik ben blij dat ik weer helemaal op m’n fiets kan vertrouwen op het wasbord en de remmen geven zekerheid. De luchten zijn dramatisch mooi, zo ook de meren die ik tegenkom.

De pas van de dag ligt opnieuw tegen de 3.000 meter, ik klim in een constante tred omhoog en passeer een enorme mijn. Lunch is op de top en het is net als gisteren koud. Het waait flink en het gaat ook nog regenen. Ik wacht het even af, ga als de neerslag lijkt af te nemen. Mis, in de afdaling is de neerslag en de kou snijdend, met alle laagjes over elkaar, petje en overhandschoenen hou ik het enigszins behaaglijk.

Op de Highway naar Frisco is het druk met veel zwaar verkeer. Vals plat omhoog, maar gelukkig zit de wind mee. De passerende vrachtwagens jagen dat nog eens extra aan en voorzien me en passant van een douche… Gelukkig gaat de zon weer schijnen, via een bikepath klim ik een dam op en rij meanderend Frisco in. Het motel zit hartje centrum. Het parkeerterrein verandert in een kleurrijk geheel met alle tentdoeken en slaapzakken die te drogen hangen en liggen. Een biertje gaat er wel in.

Half vier, ik douche me fris en ga vroeg eten met Mark, Paul en Ritse. Erg goeie tent, lekkere wijn en Ritse en ik verorberen een mooi stuk lamsschouder. Het is fris op 2.700 meter. Op de kamer buiken Marc en ik nog wat uit, al sluiten de ogen zich weer vroeg.

Vandaag gereden: 96 kilometer – Vandaag geklommen: 1.237 meter

Cumulatief gereden: 2.814 kilometer – Cumulatief geklommen: 33.574 meter

Zaterdag 17 september 2022: Frisco – Hartsel

Jarig vandaag! Als ik het zelf al niet wist dan wel door Marc z’n felicitaties op de vroege ochtend en m’n telefoon die stijf staat van alle appjes… Fijn Irma even te spreken die net van de racefiets af stapt. Snel zit ik weer in het ritme van de dag: stevig doch gezond ontbijten, spullen pakken en helpen met het inruimen van de truck. Fris is het op deze hoogte, ik heb me goed ingesnoerd.

First stop na 20 kilometer is Breckenridge, een rijke wintersportplaats. Vanochtend was al duidelijk dat eenieder hunkerde naar een echte kop koffie. En Bob had aangekondigd dat hij me zou trakteren op wat lekkers. Leuk moment zo met Felix, die vandaag ook jarig is, Bob en Bill.

Klimmen! Er staat een lange klim op de rol naar 3.500 meter met milde stijgingspercentages. Ik ben niet alleen, deze trail is duidelijk ook de Saturday Morning exercise van de locals, tweede huisbezitters en toeristen. Hoe hoger ik kom, hoe meer skipistes ik zie, de bomen zijn weg geschoren voor het gerief van de mens. ’s Winters zal het sfeer hebben, ’s zomers voelt het allemaal wat industrieel aan.

Het wordt weer fraai als ik omringd ben door plain Rockies en de prachtige espen, waarvan er al een paar naar fabelachtige herfstkleuren gaan. De afdaling is stenig en daarom weerbarstig, ik stuiter naar beneden, blij dat ik weer kan vertrouwen op het balhoofd…

Jim heeft tarps opgezet om enige beschutting te bieden tegen de wind bij de lunch. Soms voelen die momenten zo surrealistisch… in het grote niets een van, een kring van stoelen, een aantrekkelijk buffet om een lunch uit samen te stellen met een Coke of Fanta uit de koeler. Even een klein half uur rust, er wordt weinig gesproken. Bidons vullen, de repenvoorraad weer op peil, een nieuwe laag zonnecrème en weer gaan!

In de middag krijg ik het niet cadeau! De wind zwelt flink aan, nu vol tegen. Pfff, ik trap en trap en het pad zit vol wasbord, zonder ook maar een logisch spoortje om enigszins schokvrij te fietsen. This is also the Divide! Het landschap vergoedt veel, weids met aan de horizon de Rockies. Soms voelt het raar, boerenland op een hoogte van tegen de 3.000 meter… Na iedere heuvel die ik overwin verwacht ik eigenlijk Winnetou op m’n pad…

Onderweg vertelt een rijder nog wel een voorval dat het hedendaagse Amerika illustreert. Hij had een slaapmiddel nodig. De apotheek wilde het vanochtend vroeg niet verstrekken zonder een recept. Dat is op zich voor te stellen, maar het consult van nog geen 10 minuten in de lokale kliniek kostte de lieve som van $ 1.700. Idiot

Ik draai rechtsaf de Highway op voor de laatste 10 kilometer van de dag, eentje die me ronduit angstig maakt en dat ben ik niet snel. No shoulder, eenbaansweg, auto’s en trucks razen me voorbij met 100 km/u of halen elkaar in met een nog hogere snelheid. Even fantaseer ik over de tekst die op m’n rouwkaart zou staan…

Kamp is op een ranch, een prachtige plek met een ruimte om overdekt te eten… als ik aankom zijn Marc en Jasper bezig slingers op te hangen. Nice! Ik zet m’n tent op, douche me fris en schuif aan voor de borrel. Anneke heeft een lekkere chili con carne gemaakt en tja, met het toetje zijn Felix en ik de jarige jobben die de kaarsjes mogen uitblazen.

Florian was vandaag de hoeder van Wappie, hij houdt een aanstekelijke speech over de ‘plaatjes’ die hij overdag in zijn hoofd draait zoals Into the great wide open, On the road to nowhere, It’s a beautiful day, Waiting for a sunny dayen zelfs nummers van David Bowie, Heroes en I am afraid of Americans (vandaag op de Highway). Opvallend zijn keuze, voor een dertiger… kennelijk ‘blijft’ de muziek van ‘mijn’ generatie.

Anders dan andere avonden blijft de kern van de groep na voor een afzakker. De speaker komt erbij en Florian draait de nummers waar hij over sprak af. Heerlijk moment zo. Felix vraagt me of ik een Bourbon wil, ach ja, waarom niet! Tegen een Schot nee zeggen tegen een whisky, dat kan natuurlijk niet. Gelukkig nipt Marc met me mee. Half tien, tijd om te gaan tukken. Buiten is het tegen vriespunt, in m’n dons is het lekker warm. En zo heb ik een prachtige verjaardag gehad!

Vandaag gereden: 101 kilometer – Vandaag geklommen: 1.355 meter

Cumulatief gereden: 2.915 kilometer – Cumulatief geklommen: 34.929 meter

Zondag 18 september 2022: Hartsel – Salida

En koud was het vannacht. Voor het eerst moest ik er ’s nachts uit deze vakantie voor een plas. ‘Ha ha, de ouderdom treedt nu echt in Alexander’, schatert Marc. ‘En boek ook vast maar een periodieke check-up voor je prostaat vanaf nu! Een troost, artsen schrikken minder van een verhoogde PSA-waarde als ge wielrenner bent!’

De zon is weer echt terug, het is lekker trappen in korte broek en shirt. Inmiddels ben ik goed geacclimatiseerd geraakt, eigenlijk heb ik deze reis nog niets gemerkt van de hoogte, terwijl ik daar normaal best last van heb.

De weg is net als gisteren weer uiterst weerbarstig, ik stuiter en slinger van links naar rechts om een enigszins doable spoor te vinden. Na de lunch begeeft m’n achterband het. Ik had ‘m vanochtend al bij gepompt. Mmm, lek op de plek waar ik een paar weken terug een veter stak. Ik probeer er eentje bij te steken, maar zie aan de grootte van het gat dat het geen zin heeft.

Ik moet naar plan B: van tubeless naar een binnenband en een buitenbandplakker voor het ontstane gat. Rob van de crew helpt me. Eigenlijk is de buitenband versleten, het canvas prijkt door de naad van de band heen… 3.000 kilometer, toch best snel. Rob geeft me backing voor het geval dat de binnenband toch door het gaatje zou piepen. Nog een dikke 40 kilometer te gaan. Rob is een krachtpatser op de fiets, maar houdt zich gelukkig in… Leuk samen op te fietsen, te reflecteren op de tocht, hoe en waarom hij Bike-Dreams begonnen is. Ook hij ziet de spirit en harmonie die in de groep zit.

Voor mijn observatie dat de Great Divide landschappelijk best lieflijk is, veel minder ruig dan andere gebieden waar ik tussen de 2.000 en 4.000 meter heb gefietst, heeft Rob een heldere verklaring. Op de Continental Divide vinden de rivieren hun oorsprong, zoals de Colorado River. Hier hebben ze nog geen kans gezien de aarde te eroderen naar dramatische canyon-landschappen of anders.

Salida is een aantrekkelijk plaatsje. Dat blijkt de enige reden te zijn dat er morgen een extra rustdag op het programma staat. Al vermoed ik dat het ook is omdat er nog zware dagen op het programma staan de komende week…

’s Avonds eten Ritse, Paul, Bennie, Claudia, Marc en ik gezellig wat in een fijn tentje. Terug op de kamer kijkt Marc een documentaire en klus ik aan m’n foto’s. Half tien… zzzzzzzz!

Vandaag gereden: 83 kilometer – Vandaag geklommen: 978 meter

Cumulatief gereden: 2.998 kilometer – Cumulatief geklommen: 36.007 meter

Maandag 19 september 2022: Salida

Vroeg wakker, diep geslapen, toch wat later op. Rustdag, dus geen ontbijt van Bike-Dreams. Ik wandel naar het benzinestation one block down en haal wat yoghurt. Slootwater-koffie komt bij de receptie van het motel vandaan. Irma heeft gisteren een barre tocht gereden door de Rotterdamse haven. Om negen uur heb ik een call met Joep, even reflecteren op wat issues. Goed elkaar weer te spreken.

M’n achterband ververs ik voor een nieuwe en het tubeless maken lukt in een keer. Even schrik ik, zit daar een scheur in m’n carbon-velg…? Nee, dat ie daar een steen heeft geraakt is duidelijk, maar het is enkel een beschadiging. Tja, het materiaal heeft het zwaar te verduren. Zo’n rustdag is toch fijn, ook om wat spierpijn te laten verdwijnen. Ik voel me fit en gezond, maar de tocht is echt een aanslag op lijf en leden. En mentaal als het tegenzit. Maar ik voel me goed en sterk, al zit er een vorm van vermoeidheid in m’n lichaam. Rob bevestigde dat gisteren. Nee, dit is geen tocht om eens lekker bij te komen, laat staan uit te rusten. Morgen en overmorgen staan er weer stevige ritten op het programma.

Ik vlei me op een aangenaam terras en bestel een enorme rib-eye, even het ijzer aanvullen! Een fijne Zinfandel is een goede begeleider. Ik werk m’n dagboek bij en see the world pass by. Goh, nog maar tweeëneenhalve week op de fiets, dan zit het er alweer op. Het voelt enorm ver weg en dat is het ook. Soms heb ik de gedachte of ik wel voldoende intensief beleef waar ik mee bezig ben? Geen zorgen hoor, ik geniet van ieder moment en kijk reikhalzend uit naar wat nog in het vat zit. Maar ik maak bijvoorbeeld veel minder foto’s dan ik zou willen en lees praktisch geen letter. Dat komt meer door de flow van de dagen en het tempo dat in de hele reis zit. Ik kan niet zoals in New York een middag vrij nemen en me daarop concentreren. Een rustdag is gewoonweg nodig om echt even rust te kunnen nemen, de fiets na te lopen, wat te corresponderen en te lummelen. Nu is het al bijna vijf uur in de middag, om negen uur wil ik echt m’n bed in om weer voldoende fit te zijn voor de dag van morgen…

Dinsdag 20 september 2022: Salida – Sargents

8 uur ontbijt op de binnenplaats van het motel. De zon schijnt al aangenaam, het is dus heerlijk de vallei uitrijden terug de bergen in. Van het asfalt weer het gravel op, lekker! Met een lange klim voor de boeg, maar de stijgingspercentages zijn goed te doen. Rob had al gezegd dat er langs de trail prachtige beverdammen te zien zouden zijn. En ja, die zitten er volop, een zelfs met een meter verval. Enorm en fascinerend het instinct van de dieren.

Ik trap door en pak een fijn ritme, dat hou ik dertig kilometer mooi vol. Het is prachtig onderweg met de espen die alweer een tikkie geler gekleurd zijn dan de afgelopen dagen. Het zijn momenten dat ik extra geniet.

Voor de verandering kent de Marshall-pas wel een volwassen Continental Divide-markering. Eigenlijk ongelooflijk hoe je hier dagelijks de ene na de andere 3.000 meter-plus pas verschalkt zonder je dat heroïsche gevoel te geven zoals het beklimmen van de toppen in de Alpen…

De afdaling is geweldig, gravel, zonder veel wasbord of puntige stenen. De vergezichten zijn zo mogelijk nog mooier, ik probeer ze te ‘pakken’ met de camera.

Lunch is op de eindbestemming van vandaag, maar de rit is nog niet over. Om morgen de tocht naar Del Norte af te toppen staat er vanmiddag nog eens 45 kilometer trappen op de rol. Met een shuttle terug of heen en morgen weer terug. De groep wordt opgesplitst in tweeën. Ik mag eerst de van in en kachel terug naar Sargents. Het voelt een beetje als corvee en de lucht betrekt naar donkergrijs. Ja, dat was voorspeld. Typisch dat het landschap hier veel droger en desert-like is.

Om morgen niet vanuit de nattigheid te moeten starten hebben Bennie, Claudia, Marc en ik een cabin gehuurd. Gezellig samen even te borrelen met een biertje en wat snacks. Het diner is gelukkig binnen. Anneke heeft heerlijk gekookt: vis, garnalen, gestoomde venkel, gekookte aardappelen en worteltjes. Negen uur, slapen. Hopelijk blijft ieders gesnurk binnen de perken!

Vandaag gereden: 114 kilometer – Vandaag geklommen: 1.693 meter

Cumulatief gereden: 3.112 kilometer – Cumulatief geklommen: 37.700 meter

Woensdag 21 september 2022: Sargents – Del Norte

Vroeg ontbijt, het wordt een lange en natte dag. Om iedereen tegelijkertijd naar het vertrekpunt te kunnen shuttelen is er een extra auto nodig. Rob lobbyt op de camping. Uit ervaring weet hij dat het moet lukken. Pensionado’s die terugkomen van de ochtendjacht en de dag verder doorbrengen in hun RV. Wel grappig, het gemopper onder de rijders dat dit dus niet professioneel geregeld is en wat er zal gebeuren als het niet lukt. Maar bij reizen op de fiets ligt een oplossing altijd om de hoek.

Rob z’n gezicht is zichtbaar opgeklaard, hij helpt de dame in kwestie haar Volvo te ontruimen, er moet nog even een jachttrofee van de achterbank droog haar andere auto in… There we go. Alle fietsen op het dak van de van. Ik ga mee met de Volvo, mooi het levensverhaal van haar te horen. Zo Amerikaans: meermaals verhuist door werk en scheiding. En ze jaagt dus fanatiek, rifle-season!

Trappen onder een bedrukte hemel. Er staan twee passen op het programma, beiden weer boven de 3.000 meter. Het gaat lekker, gelukkig is het pad redelijk geplaveid. Geen wonder, de machine komt me tegemoet. Dat zie ik hier voor eerst. Op de Camino Austral in Noord-Patagonië vreesde ik zulke monsters omdat ze het pad omwoelden tot een rulle zandbak…

De afdaling is weer fraai met de espen in herfstkleuren… Zoals voorspeld gaat het na de lunch echt regenen. So be it. Regenjas aan en trappen. Nat word ik toch. Ik hoor getik, mmm… vermoedelijk wat speling in de Pinion, een kwestie van het aandraaien van de stelschroef, klusje voor morgen, het kan nu geen kwaad.

Ik fiets mooi in balans door en vreet de kilometers weg. In het kamp heeft Anneke warme chocola klaarstaan, dat warmt me op, want fris is het wel! Marc heeft met vooruitziende blik vorige week al een kamer voor ons geboekt in een motel in het centrum van Del Norte. Veel comfortabeler tijdens een rustdag dan kamperen en nu een uitkomst met de regen van vandaag (en morgen!). Als ik de deur van de kamer openzwaai zit Marc prinsheerlijk in bad!

’s Avonds eten we samen wat bij een steakhouse en hebben een gezellige avond met reflecties op ieders werkende leven. Del Norte doet wat mistroostig aan en dat komt niet door het weer.

Vandaag gereden: 132 kilometer – Vandaag geklommen: 1.357 meter

Cumulatief gereden: 3.244 kilometer – Cumulatief geklommen: 39.057 meter

Donderdag 22 september 2022: Del Norte

Rustdag, het regent flink. Het motel is een fijne plek, lekker ruim, hoog en dicht bij het centrum. Ik schrijf wat in een gezellig koffietentje, Marc doet de was en rommelt wat. ’s Middags scholen we samen met Ritse, Paul, Claudia en Bennie voor pizza’s in een lokale brouwerij. Ja, de biercultuur bloeit overal, de IPA smaakt goed. De druil trekt weg, ik onderwerp m’n fiets nog eens aan een test, maar de tik is na de wasbeurt van de ketting gisteren toch echt weg. Gelukkig. In het motel zitten ook andere Divide-fietsers, altijd leuk om even samen te scholen en ervaringen uit te wisselen.

Appetite voor een restaurant hebben Marc en ik niet, de lokale bio-super heeft eigenlijk alles wat we willen: zalm, kaas, smakelijke crackers. Een IPA scoor ik bij de pomp. De kassabon bewijst dat het in Amerika doorgaans goedkoper is om uit eten te gaan…

Een rustige avond verder, ik werk aan het dagboek en de foto’s, Marc leest verder in z’n boek. Ieders ogen sluiten zich vanzelf…

Vrijdag 23 september 2022: Del Norte – Horca

Vroeg op, er staat een flinke rit op het programma. Marc en ik kunnen het niet laten bij het bakkertje langs te gaan dat wordt gerund door twee prachtige meisjes van een Mennonite Community. De koffie en cinnamon roll smaken me uitstekend, een mooi moment ook dat ik probeer te pakken in foto’s, met een Bijbelse spreuk op de achtergrond. Terug op de camping hoef ik alleen nog een banaan en ik vul de bidons en energierepen aan.

Klimmen, de Indiana Pass, de hoogste deze tocht met meer dan 3.600 meter. Ik pak m’n ritme en fiets gestaag omhoog, kilometer voor kilometer, zo maak ik de 40 kilometer tot de lunch op de top wel vol. Verdorie, begint de aandrijving nu weer te tikken… het wordt steeds sterker. Toch speling? Met een vooruitziende blik heb ik de tool om de Pinion aan te draaien meegenomen. Jim heeft vast een flinke sleutel in de van.

Ook deze Continental Divide-top geeft niet het gevoel een grootse prestatie te hebben geleverd. M’n Pinion krijg ik geen beweging in, die lijkt goed afgesteld te staan. Mmm… verder, maar wat kan het dan zijn? Ondertussen kan ik goed doortrappen, het geluid irriteert me enorm. De omgeving is prachtig, maar ik kan er niet van genieten…

Ik stop en zoek verder. Ja, de kettingspanning, die mag ook wel wat gebruiken en huh, de as van m’n achterwiel mag ook wel wat vaster worden aangedraaid… oef, dat fietst veel beter. En bij nadere inspectie van m’n ketting zie ik dat er nog behoorlijk wat zand van de natte rit eergisteren resteert… Mysterie opgelost, zo leer ik m’n ros weer beter kennen.

Het grote genieten kan beginnen, want fraai is het. De Rockies tonen zich in ruige vormen en rode kleuren, de espen hun fijne blad in prachtige herfsttinten en de dag zit er wat betreft klimmen vrijwel op. Met machtige benen baan ik me een weg naar Horca.

Vandaag gereden: 118 kilometer – Vandaag geklommen: 2.014 meter

Cumulatief gereden: 3.362 kilometer – Cumulatief geklommen: 41.071 meter

Zaterdag 24 september 2022: Horca – Hopewell Lake

Het was fris vannacht en vochtig, maar ik heb goed geslapen. Anneke heeft lekker warme porridge gemaakt die stijf staat van de rozijnen. Een goed begin van de dag. Vandaag kies ik samen met enkele andere rijders voor een zogenaamde alternate. Een alternatieve route die meer het pavement volgt. De oorspronkelijke route zou een stuiterpartij van jewelste zijn, niet fijn zonder vering… De alternate is zeker niet minder zwaar: meer kilometers en een klim van 40 kilometer als uitsmijter van de dag.

Een heerlijke dag: prachtig weer, rustige wegen, aantrekkelijke scenery. Niet zo mooi als gisteren, daarvoor is het landschap te lieflijk. Ik fiets New Mexico in. Opmerkelijk dat een nieuwe staat niet alleen een verandering van de look and feel inhoudt, maar ook de natuur drastisch verandert. Het is uitgestrekter, droger en ja, hier is minder geld. Het oogt allemaal wat vervallener, armer.

Vanavond een bush camp op 3.000 meter. Het is merkbaar fris, een kampvuur brengt warmte. Morgen fietst de karavaan langs het huis van Georgia O’Keeffe. Alle reden om ‘deze fietsers’ wat cultuur mee te geven. Ik zag haar tentoonstelling vorig jaar in het Centre Pompidou en bezocht begin dit jaar in Santa Fe het Georgia O’Keeffe Museum. Ik speelde met de gedachte om na afloop van de trip haar huis te bezoeken, maar dat ligt toch wel off route als ik in San Francisco wil eindigen. Later zag ik dat het pal langs de route van The Great Divide ligt! Enfin, ik stuurde de rijders in Del Norte al 15 plaatjes via whatsapp en vertel mijn verhaal er vanavond rondom heen.

Vandaag gereden: 115 kilometer – Vandaag geklommen: 1.706 meter

Cumulatief gereden: 3.477 kilometer – Cumulatief geklommen: 42.777 meter

Zondag 25 september 2022: Hopewell Lake – Abiquiu Reservoir

Echt koud is het vannacht niet geweest. Ik ben wel zo onhandig geweest om ’s nachts de rits van m’n slaapzak open te trekken met als gevolg dat ik een lichte verkoudheid heb opgelopen. Hopelijk blijft het binnen de perken, ik heb er zo goed op gelet de aflopen weken met afdalen en zo. Het zou jammer zijn als dat gaat interfereren met de tocht.

De tocht is relaxed met veel afdalen. Ja, dit zijn de sferen die ik ken van New Mexico. Niet alleen van eerder dit jaar, ook van 15 jaar terug toen Irma en ik van Santa Fe naar Las Vegas fietsten. Grappig genoeg kampeerden we toen ook op het eindpunt van vandaag.

Het landschap breekt fraai open met schitterende canyons. Abiquiu is in zicht, ik herken de bergen van de schilderijen van Georgia O’Keeffe. Een ijsje bij de pomp is lekker, ik trap wat extra meters omhoog om bij haar huis te geraken. Zondag en maandag is het gesloten, dat wist ik. Een glimp over de muur de tuin wordt meteen bestraft met een reprimande van een naar buiten stormende bewaakster. Ok… ik ben al weg.

Ja, Abiquiu Reservoir herinner ik me nog goed. Toen betrok de hemel ook met regen en bliksem. Vanuit mijn tent kijk ik uit op de berg waar de as van Georgia O’Keeffe is verstrooid. Morgen fiets ik daar…

Vandaag gereden: 103 kilometer – Vandaag geklommen: 1.011 meter

Cumulatief gereden: 3.580 kilometer – Cumulatief geklommen: 43.788 meter

Maandag 26 september 2022: Abiquiu Reservoir – Cuba

Vroeg op, half zeven ontbijt, er staat vandaag een lange zware rit op het programma van bijna 140 kilometer en circa 2.600 hoogtemeters over een zeer slechte graveltrack. Ondanks een sluimerende verkoudheid voel ik me fit genoeg. En zwaar is het, de eerste 60 kilometer is het klimmen geblazen. Ik zwoeg me omhoog en fiets samen op met Bob. Poeh, dit wordt een lange dag. Soms heeft het pad het karakter van een trap, ik stuiter van links naar rechts en naar boven, op zoek naar een te berijden spoor.

Hoewel Bob en ik het tempo er goed inhouden, gaat het langzaam, kilometer voor kilometer en hoogtemeter voor hoogtemeter moet overwonnen worden. Pfff… en echt fraai is het niet, ik trap eigenlijk door een bos, word niet beloond voor m’n inspanningen. Het begint te regenen, wat het nog frisser maakt.

Afdalen! He? Staan Dave en Kyle daar? Dat kan niet, die rijden veel sneller dan ik. Nee… Marc zit ineengedoken langs de weg. ‘Alexander? Ben jij daar? Ik ben gevallen, het gaat niet goed met me’. Aan Marc zijn stem hoor ik dat het echt foute boel is. Hij bijt de pijn weg en kan niet bewegen omdat het dan helemaal ondraaglijk is. Z’n sleutelbeen steekt uit, maar er is meer aan de hand, ook het ademen gaat niet vrij. Oh nee, in the middle of nowhere.

Patrick heeft een streep bereik op zijn mobiel en is ter plekke in gesprek met 9-11 voor een reddingsoperatie. Florian en Jasper zijn naar de lunchplek gesneld, circa 7 kilometer verderop, om hulp te halen. Ondertussen wordt me duidelijk wat er moet zijn gebeurd. Marc is bij het afdalen op een richel gestoten, dat heeft zijn voorwiel dwars gezet, geblokkeerd en Marc gelanceerd. Dave heeft Marc gevonden en kunnen stabiliseren. De tijd verstrijkt en ondertussen lijdt Marc. Aan de schade op de fietshelm zie ik dat het een enorme smak moet zijn geweest.

Florian en Jasper komen terug, te voet, omdat het pad met de fietsen eigenlijk onbegaanbaar is door enorme keien en kuilen. Claudia heeft op de lunchplek direct op haar spot-knop gedrukt en Jim van de crew heeft met zijn Iridium-telefoon contact met 9-11. En ze werden ook nog eens getroffen door een enorme hagelbui met keien van stenen.

Hulp inroepen is nog niet zo makkelijk als het lijkt. 9-11 legt contact met de State Police, zij beslissen wat er moet gebeuren. Het liefst komen ze eerst zelf naar de plek des onheils om te beoordelen hoe de evacuatie van Marc moet plaatsvinden. Maar dat kan nu helemaal niet, van alle kanten zitten we minstens 50 kilometer afgesloten door voor voertuigen onbegaanbare wegen. Een ambulance kan hier nooit naar toekomen, laat staan wat voor lange gruwelijke tocht terug dat voor Marc zou moeten zijn…

Jim komt aan op een ATV (all terrain vehicle), bestuurd door een local. Die kwam toevallig bij de lunchplek voorbij, dat moest zo zijn. Jim is de rust zelve en houdt contact met 9-11. Er zou hulp onderweg zijn. Marc blijft met een foliedeken op temperatuur, maar lijdt al anderhalf uur lang op een verschrikkelijke wijze.

Aanzwellend geluid van een helikopter… is de redding nabij? Nee, het verstomt weer… Even later dan toch, ja, de piloot draait rondjes om te kijken waar ze tussen de bomen kunnen landen. Met grote precisie zet hij de helikopter even verder op het pad. Ja, de redding is nu echt nabij. Ik ben nog de enige met een fiets, dus mij wordt gevraagd of ik door wil fietsen naar de lunchplek om iedereen te vragen door te rijden omdat de middag flink opschiet en in de van onvoldoende plek is de rijders voor het donker in Cuba te krijgen.

Ik wens Marc alle sterkte en daal af. Jezus ja, dit is bijna niet te berijden. Vlak bij de lunchplek rijdt een uit de kluiten gewassen 4×4 met vier even stoere State Troopers erin me zowat voor de sokken, op zoek naar Marc. Ik kan ze geruststellen dat de helikopter geland is. En inderdaad, voor hen was het onmogelijk gebleken de plek te bereiken. Gelukkig zijn bijna alle andere rijders al doorgereden, zij komen voor het invallen van de duisternis aan in Cuba.

In de verte hoor ik de helikopter opstijgen, het maakt me rustig dat Marc in medische handen is, op weg naar het ziekenhuis. De local met zijn ATV crosst Jim terug naar de van. Marc wordt naar een ziekenhuis in Santa Fe gevlogen. De medici hebben hem direct via een infuus verdoving toegediend. De eerste dosis was niet voldoende, bij de tweede ging Marc bijna van zijn stokje. Vervolgens hebben ze zijn schouder en arm gefixeerd en is hij met de ATV naar de helikopter gebracht.

Het is einde van de middag. M’n hoofd staat er niet meer naar vandaag de tocht nog fietsend te vervolmaken. Samen met Florian, Jasper, Felix en Bob nemen we de van naar Cuba. Patrick en Rob rijden door. In Cuba zijn bij aankomst alle restaurants gesloten. Bij een benzinestation haal ik wat junkfood en lig ik plots alleen op de kamer. Via de app heb ik contact met Marc. Schouderblad, sleutelbeen en enkele ribben zijn gebroken plus een gedeeltelijk ingeklapte long. Hij wordt vanavond nog geïntubeerd en als het kan morgen geopereerd. Ik probeer de slaap te vatten, maar er spookt te veel door mijn hoofd.

Vandaag gereden: 75 kilometer – Vandaag geklommen:  1.556 meter

Cumulatief gereden: 3.655 kilometer – Cumulatief geklommen: 45.944 meter

Dinsdag 27 september 2022: Cuba

Een bedrukt ontbijt, iedereen is enorm geschrokken. Een ongeluk zit in een klein hoekje, het kan eenieder overkomen. Vandaag is bedoeld als een halve rustdag, waarbij er al een stuk van de route van morgen gereden wordt. Enkele rijders verkiezen een hele rustdag en rijden morgen via het asfalt een alternate.

Het is een fraaie korte tocht over mooi gravel met 11 rijders. Gek genoeg voelt het goed om vandaag direct weer op de fiets te stappen. Marc zou het niet anders willen. We blijven bij elkaar en arriveren met z’n allen op de plek vanaf waar Jim ons terug shuttelt naar Cuba. Anneke heeft een lekkere lunch gemaakt met pindasoep en een salade nicoise.

De andere rijders pakken hun rust, ik ga vanmiddag met Jim naar Santa Fe om Marc op te zoeken. Ik zie er naar uit hem te kunnen zien en brengen en passant zijn persoonlijke spullen. Bennie en Claudia hebben vanochtend zijn fiets al reisvaardig gemaakt, ik orden zijn persoonlijke spullen en uitrusting terwijl Marc onder het mes ligt.

Om drie uur zetten Jim en ik koers naar Santa Fe, Irma en ik waren er nog in januari van dit jaar. In de verte stortregent het. Ja, een gravel road kan hier in een mum van tijd veranderen in een kolkende modderstroom. In het ziekenhuis gaat het snel. Marc is net van de uitslaap naar zijn kamer gereden. Hij oogt monter en opgewekt. Zijn sleutelbeen is ‘gerepareerd’ door de beste chirurg hier, die ruime ervaring heeft met botbreuken van parachutisten uit het leger die onbedoeld een harde landing hadden… Ribben en schouderblad moeten vanzelf helen. De ingeklapte long moet eerst in voldoende mate zijn hersteld alvorens naar huis te kunnen vliegen. Dat kan nog een week duren. Gelukkig komt Anne, Marc zijn echtgenote, naar Santa Fe, een warm vooruitzicht.

Begin van de avond, Jim en ik kachelen terug. Een Coke onder handbereik, een grote zak amandelen tussen ons in. Ik bericht de rijders over ons bezoek en in de verte zie ik dat het regent op de piste van morgen. Negen uur, in Cuba is niets meer open anders dan een McDonalds… een broodje karton, slappe frieten, mij best. Net als gisteren kan ik de slaap moeilijk vatten.

Vandaag gereden: 52 kilometer – Vandaag geklommen:  245 meter

Cumulatief gereden: 3.707 kilometer – Cumulatief geklommen: 46.199 meter

Woensdag 28 september 2022: Cuba – Grants

Om vijf uur gaat de wekker. Ik voel me verre van fit. Te weinig slaap, maar ik vermoed dat de tochtige rit gisteren in de van m’n verkoudheid geen goed gedaan heeft. Maar ik pieker er niet over om niet te starten, ik wil rijden.

Op de piste is het fraai, het gravel heeft niet al te veel te lijden gehad onder het noodweer van gisteren. Op sommige stukken is wel te zien welke krachten hier kunnen loskomen. Dat zal vandaag niet gebeuren, de weersvoorspellingen zijn stabiel.

Rillerig, zweterig, snotterend en een keel als een rasp. Nee, dit is niet mijn dag. Ik trap het vol tot de lunch en trek de joker van de van. Het geeft me rust, want het is alsnog een flinke tippel om te volbrengen. Het is fraai fietsen en het landschap inspireert me om foto’s te nemen, ook van Boaz, met wie ik op fiets. En de woestijn, dat blijft toch wel m’n favoriete landschap.

Wat Marc overkomen is zet me aan het denken. Dit kan mij ook gebeuren en als ik alleen of getweeën met Irma fiets in the middle of nowhere kan je ver van huis zijn. Zo’n spot is het overwegen waard, maar veiligheid zit ook in andere aspecten zoals op tijd lunchen of bijvoorbeeld een zonnebril die zodanig is getint dat je goed zicht blijft houden op de ondergrond. De mijne is veel te donker.

Ik ben blij als ik de van zie staan en het de rest van de dag kalm aan kan doen. Grants is een plaats van niets aan de Route 66, ik hou me verder koest en ga vroeg tukken.

Vandaag gereden: 75 kilometer  – Vandaag geklommen:  837 meter

Cumulatief gereden: 3.782 kilometer – Cumulatief geklommen: 47.036 meter

Donderdag 29 september 2022: Grants

De nacht heeft me goed gedaan, al ben ik nog niet 100% fit. Ik draai de was en zet koers voor lunch naar een Mexicaans restaurant. Weer eens echt eten na twee avonden junkfood. En m’n klachten zetten niet door. Marc heeft een betere dag, maar het herstel zal nog flink wat tijd in beslag gaan nemen. Eerste horde is terug naar Grimbergen kunnen.

Vrijdag 30 september 2022: Grants – Pie Town

In de schemer van de ochtend ontbijt op het asfalt bij de truck. Ik ben helaas nog niet klachtenvrij. Tot de lunch kan ik een alternate over het asfalt nemen. Gelukkig ben ik niet alleen. Ook Felix, Jeroen, Jasper, John en Bob volgen me. Met de laatste drie vorm ik een peloton, waarvan Bob de chauffeur is. Dat doet hij heel goed, iedere vijf minuten maant hij iemand anders de kop te pakken. Ja, ik fiets normaal liever los omdat ik dan meer geniet van het landschap, maar dit gaat wel lekker snel. De kilometers rollen onder ons door en het is fraai… weinig verkeer, weidse uitzichten en zelfs een natuurlijke arche.

De lunch is op een prachtige plek met 360-graden view op de bergwoestijn. De andere rijders druppelen een voor een binnen. Als de laatste wegrijdt rommelen Jim en ik het kamp in en rijden naar Pie Town. Ik baal ervan niet te kunnen fietsen, maar het is echt beter me niet te forceren. Ik maak wat drive by shootings van de rijders die Jim en ik passeren. Morgen wil ik echt weer alive and kicking op de fiets kunnen zitten. Niets voor mij, de sag wagon te moeten pakken…

Pie Town is een nederzetting van niets. Drie tenten die taart verkopen en een wat rommelige RV-camping waar de thorns door het grondzeil heen prikken. Ik bedek m’n hele tentvloer met kleding om een lek in de mat te voorkomen…

Vandaag gereden: 61 kilometer – Vandaag geklommen:  541 meter

Cumulatief gereden: 3.843 kilometer – Cumulatief geklommen: 47.577 meter

Zaterdag 1 oktober 2022: Pie Town – Highway 12

Tja, Pie Town verlaten zonder taart gegeten te hebben kan natuurlijk niet… Denk de taarten weg en van de aantrekkingskracht van het dorp blijft geen spaan heel. Enfin, ik laat het me welgevallen en bij de Pie-o-neer smaakt het goed. De dienstdoende dames nemen alle tijd om de taart op een schoteltje te krijgen en de koffie te maken…

Ik fiets samen op met Rob. Net als gisteren is het landschap fraai, het geeft me een ander beeld op New Mexico. Ja, de nederzettingen die we tegenkomen ogen arm en vervallen, dit is echt outback, waar mensen het leven nemen zoals het komt en gaat. Rob ziet een reptiel de weg oversteken, het lukt me er een fraaie foto van te nemen.

Rob en ik praten over de tocht, ieders toekomstplannen en zo gaan de kilometers snel. Jim is al op weg met de eerste lichting rijders om ze te shuttelen naar een camping off-route. In de verte dondert het. Ja, er zit nattigheid in de lucht, maar zien of het doorzet.

In het kamp zet ik snel m’n boeltje op, pak een koude douche en schuif aan voor het diner. Marc stuurt me een app-je dat hij en Anne het Georgia O’Keeffe Museum hebben kunnen bezoeken, verpakt in de bekende foto van Georgia. Allebei zagen we de tentoonstelling in het Centre Pompidou. Vroeg slapen, net als iedere avond.

Vandaag gereden: 63 kilometer – Vandaag geklommen:  450 meter

Cumulatief gereden: 3.906 kilometer – Cumulatief geklommen: 48.027 meter

Zondag 2 oktober 2022: Highway 12 – Beaver Workcenter

Het moeten shuttelen staat haaks op het fiets-gevoel, maar is een noodzakelijk kwaad om met een groep als de onze te kunnen opereren. Zelf zou ik de tent ergens langs de route opgezet hebben. De regen mag het kamp dan wel niet bereikt hebben, m’n tent is klam. Gelukkig kan ik de binnentent en grondzeil droog afbreken. De buitentent is van binnen en van buiten nat.

Jim shuttelt ons terug. Bij het begin staat een groot bord dat de track afgesloten is omdat die weggevaagd zou zijn door flash floods

Het is een prachtige start van de dag met het open landschap en goed gravel. Soms wasbord, maar ik weet steeds een fiets baar spoor te vinden. Ja, het wordt toch ruig, het pad verandert in een stenig geheel van keien, groeven en zand. Ik moet afstappen en heb meer het gevoel over een rivierbedding te moeten klauteren… tja, de krachten van de natuur, het moet hier hebben gespookt…

De weg herneemt zich, het wegdek verbetert, ik kan weer vaart maken. De enkele spat regen zet zich toch om in buien, flinke buien. Ik hou m’n body warm in de regenjas, maar verzuip verder als een kat. Het deert me niet, zolang ik maar kan trappen. Fraai is het wel, de rotsen zijn bekleed met een soort van mos, ik blijf genieten.

Het eindpunt van de dag is bij een uitvalsbasis van boswachters. De nederzettingen die beschutting kunnen bieden zijn niet voor ons… Jim heeft gelukkig heet water bij zich zodat we warme chocolade kunnen maken. Hij heeft een enorme omweg moeten rijden om hier te geraken. De truck doet er nog langer over, het is dus wachten op de bagage. En ondertussen is het nat, nat, nat.

Ja, het motorgeluid van de Ford F650 herken ik inmiddels, daar komen m’n spullen en Anneke met haar keuken om wat lekkers te gaan koken. Gelukkig klaart het op, droogt m’n tent en kunnen we warm ingepakt maar zonder regen eten met elkaar.

Vandaag gereden: 96 kilometer – Vandaag geklommen:  530 meter

Cumulatief gereden: 4.002 kilometer – Cumulatief geklommen: 48.557 meter

Maandag 3 oktober 2022: Beaver Workcenter – Roberts Lake

In de vroege ochtend word ik gewekt door het gejank van een enorme groep coyotes. De een ontsteekt de ander tot een geweldig surround concert, ze moeten heel dichtbij zijn. Fraai de natuur. Het is wederom nat, dus ik herhaal het tent-recept van gisterenochtend…

Gelukkig kan er droog ontbeten worden. Er staat een knobbelige route op het programma vandaag. Net als gisteren kan Jim onderweg geen lunch verzorgen, omdat het gravel mogelijk onbegaanbaar is door eerdere flash floods en de regen.

Ook hier laat New Mexico zich van een fraaie kant zien. Aangetast door bosbranden, dat wel, maar de zwarte stammen zorgen met bloembedden voor een aantrekkelijk landschap om doorheen te fietsen. En ja, regen hing in de lucht. In de laatste kilometers die ik fiets komt het bij bakken uit de hemel. Ik fiets door en bereik de camping, weer een bush camp met beperkte voorzieningen. En het is wachten op de van en de truck, ze moeten wederom enorme omwegen maken.

Ik besef het me nog niet helemaal, maar dit is de laatste nacht in m’n tent. Van deze tocht wel te verstaan, want het zwervende bestaan bevalt me te goed. Er gaan bij leven en welzijn nog een boel tochten te fiets volgen ‘vrees’ ik. Het is een natuurlijke, autonome behoefte sinds m’n veertiende, aangewakkerd door de verhalen en sferen die ik thuis bij Stijn van Liefland tijdens de logeerpartijen proefde. Maar ook vandaag zit de engel op de schouder van deze tocht. Het klaart op, ieders tent kan drogen en we eten wederom zonder regen…

Vandaag gereden: 88 kilometer – Vandaag geklommen:  1.450 meter

Cumulatief gereden: 4.090 kilometer – Cumulatief geklommen: 50.007 meter

Dinsdag 4 oktober 2022: Roberts Lake – Silver City

Het is een natte boel… ik heb geslapen als een vorst, maar Bob zegt me dat het sinds middernacht heeft geregend. Ik heb het goed droog gehouden in m’n tent, maar een blubberboel is het wel. Onder de buitentent futsel ik alles m’n duffels in… tja, zo’n nat ontbijt hebben we nog niet meegemaakt. Beter gezegd, we hebben over het geheel gezien fantastisch weer gehad de afgelopen weken. Ik kan het dan ook niet goed begrijpen dat een zestal rijders de van van Jim instappen om de nattigheid te ontlopen…

Ik pak me warm en weatherproof in met waterdichte sokken en regenkleding. De eerste 10 kilometer zijn heel nat en zie ik wat de natuur hier kan doen… ik waan me in IJsland wanneer ik een snel stromende rivier moet zien over te steken, terwijl ik ‘gewoon’ een asfaltweg probeer te vervolgen. Even later pak ik een lekke band. Het rubber zit vol met doornen, eentje komt los, dus ik spuit een flink fontein latex. Het doet z’n werk, het dicht de band.

De klim is nog een flinke kuitenbijter, maar al snel mag ik afdalen naar Silver City. Begin van de middag, net als de afgelopen dagen moeten de van en truck weer flink om. Het geboekte hotel blijkt run down te zijn. Tja, dat kan je als organisatie niet helemaal voorzien. Vermoedelijk de gevolgen van Corona. Bob, mijn nieuwe kamergenoot, zegt dat het een vieze boel is. Of ik de gedeelde kosten van een kamer bij de betere buurman ok vind? Ja, prima.

In het zonnetje kan eenieder de kampeerspullen op het asfalt van het parkeerterrein laten drogen. Het lijkt wel of er net een club parachutisten is geland… Marc en Anne hebben vandaag gelukkig het luchtruim kunnen verkiezen, terug naar het vertrouwde Grimbergen. Daar wacht Marc nog een flinke revalidatie, ik ben blij dat hij deze stap kan zetten. Een verkapte halve rustdag, maar de middag gaat eigenlijk heel snel zonder dat ik een moment van rust kan pakken.

Bob is een fijne roommate, heb het gevoel de kamer met een kloon van pappa te delen die 64 is in plaats van 84… Een hele fijne vent met wie het goed reflecteren is. Hij heeft een deel van de Divide eerder gefietst met zijn zoon. In uitgebreid dineren hebben we allebei geen zin, McDonalds is dan prima. Bennie en Claudia zijn er ook. Nou, nog maar een burger extra om morgen niet met te veel trek wakker te worden. Terug op de kamer is het gezellig. Tegen negen uur doen we het licht uit, maar praten in het donker door.

Vandaag gereden: 48 kilometer – Vandaag geklommen:  740 meter

Cumulatief gereden: 4.138 kilometer – Cumulatief geklommen: 50.747 meter

Woensdag 5 oktober 2022: Silver City – Separ

Ik besef het nog niet goed, maar de een na laatste fietsdag is aangebroken. Er is enige onzekerheid hoe het gravel erbij zal liggen na de plensbuien van gisteren en de regen die voor vanmiddag in de lucht hangt, maar bijna iedereen waagt het er op en laat een alternate over asfalt links liggen. Tot m’n verbazing ligt het gravel er als fluweel bij. Ik heb niet eerder over zo’n glad tapijt gefietst! De kilometers gaan dan ook loeierhard. Ik ben echt vlak bij de plek waar ik op Oudejaarsavond besloot The Great Divide te gaan fietsen. Tja, ik heb inmiddels heel wat lijnen fietsend getrokken in Amerika.

Om alvast wat van de kilometers van morgen af te snoepen rijden we in een peloton langs de Highway tot de afslag Antelope Wells. Een shuttle brengt ons naar de bewoonde wereld van Deming. Ik gooi toch nog maar wat smurrie in m’n banden. Morgen is het allemaal asfalt, maar ik vermoed dat er nog wel meer doorns zich willen losmaken uit het rubber…

Vanavond is het party. In de truck is Anneke druk bezig met de voorbereidingen voor een diner, om het slot van de tocht feestelijk te bezegelen. En gezellig is het. Jim mixt de Margaretha’s en het eten is echt heerlijk. Een fraaie balans tussen Amerikaans en Mexicaans. De sfeer is lekker los en het gekke is dat ik sommige rijders plots dieper spreek dan in de afgelopen weken… Denk dat we ongemerkt allemaal focus op het einddoel hebben gehad. Nu dat gehaald is volgt de ontspanning.

Rob deelt iedereen een aandenken aan de tocht uit. Jim haalt het moment in Atlantic City nog eens terug… tja, ik ga terug naar huis met veel voldoening en een rugzak vol dierbare herinneringen. Ik baal ervan dat Marc hier niet bij kan zijn. Had graag morgen samen met hem de laatste kilometers gereden. Anne en hij zijn goed en wel thuis aangekomen. En Marc heeft voor het eerst kleindochter Maen tegen zich aan kunnen drukken, nog wel met veel pijn.

Vandaag gereden: 95 kilometer – Vandaag geklommen:  400 meter

Cumulatief gereden: 4.233 kilometer – Cumulatief geklommen: 51.147 meter

Donderdag 6 oktober 2022: Separ – Antelope Wells

’s Avonds een vent, ’s ochtends een vent. Half zeven zit iedereen aan het ontbijt in de schemer op de parkeerplaats van het motel. Een volle dag staat op het programma. Eerst de shuttle terug. Aan de horizon ligt de Mexicaanse grens. Ik fiets op met Goran in een lekker tempo. Het is een soort van laatste Tour-etappe… de kaarten zijn geschud, het is uitbuiken naar de finish…

Halverwege staat Jim met de lunch. Ik smeer nog een keer m’n bruine boterhammen in met guacamole en beleg ze met kaas, augurk en sla. Beetje chips erbij, ik trek een suikerbom softdrink open en geniet van het moment rust in de klapstoel. Ja, hier denk ik aan terug als ik straks weer achter m’n bureau zit. Het midden van de dag, al flink wat kilometers in de benen, nog flink wat te gaan…

Antelope Wells, het zit erop, de Mexicaanse grens is bereikt! Een anonieme plek, maar al jaren heeft het magie voor iedere Divide-rijder. Natuurlijk laat ook ik de foto met m’n fiets in de lucht maken. Ik wandel naar de grens en spreek de dienstdoende douanier. Hij werkt hier al eenentwintig jaar en kent z’n klassiekers. De Divide-race, de documentaire waarin ook hij mocht figureren, maar ook de dramatische verhalen zoals een rijder die enkele jaren geleden vlak voor de finish dodelijk geschept werd door een auto. Ja, het kruis langs de weg getuigde ervan. Ik mag van hem even over de grens en hem fotograferen. Met de muur van Trump is hij maar wat blij: ‘I hope he comes back in to power, so he can finish the wall.

De rijders druppelen een voor een binnen… sommige rijders halen vandaag niet hun ‘niveau’, net wat te veel procenten in de benen! Ik trek een lekkere koele IPA open en het is ontspannen borrelen met elkaar. Toeval of niet, ik krijg leuke app-jes van Joep en Maurits.

Er staat nog een flinke tippel naar de bewoonde wereld op het programma, een shuttle naar Tucson. Het landschap van New Mexico en Arizona is prachtig, helemaal in de schemer van de avond. Een gezellige hap met Bennie en Claudia. Terug op de kamer heb ik met Bob een aangename terugblik op de afgelopen weken. ‘What would I say if somebody asks me how it was? You have to be prepared to make your points in 5 minutes, right?’ Ja, goede vraag. We raken een aantal kernen, maar ik merk ook dat ik er op ga kauwen de komende dagen tijdens de roadtrip.

Vandaag gereden: 104 kilometer – Vandaag geklommen: 265 meter

Cumulatief gereden: 4.337 kilometer – Cumulatief geklommen: 51.412 meter

Vrijdag 7 oktober 2022: Tucson – Kingman

Vroeg op, automatisch eigenlijk. Het ontbijt stelt niets voor, dan maar even naar de pomp verderop. Iedereen is bezig z’n fiets in te pakken en de crew ontmantelt de van en de truck. Poeh, wat een logistieke operatie is het eigenlijk geweest de afgelopen weken! Ik merk dat nu de trip ten einde is ik me los wil maken. De meeste rijders hebben een spare day hier alvorens ze naar huis terugvliegen. Ik ga vandaag door. Op de airport hebben ze natuurlijk niet de auto die ik heb besteld. Ze proberen me te verleiden, maar ik wijs aan wat ik dan wil hebben, doe maar weer zo’n ordinaire RAM Hemi V8 5,7 liter…

Ik schuif fiets en duffels in de cabine, geef Jasper een lift naar de airport met zijn fiets in de bak en ben dan opeens alleen. Aangenaam en vreemd tegelijk. Ik zet koers naar een galerie waar een show is van Gabriela Iturbide, een Mexicaanse fotografe, van wie ik een overweldigende tentoonstelling zag in Parijs eerder dit jaar. Als iemand de woestijn en de daar heersende sferen en culturen kan pakken is zij het. De prijzen voor de vintage-prints vielen me nog mee moet ik zeggen, maar ik laat het.

Om de hoek zit een fijn tentje om te lunchen, ik maak kennis met het instituut dat Anselm Adams creëerde en zet koers richting Phoenix. Zonder tijd en dientengevolge een plan maakt dat ik me daar lost voel. Phoenix kan pas echt tot leven komen als je de nalatenschap van Frank Lloyd Wright en andere architecten kan bezoeken. Ik heb er eenvoudigweg geen tijd voor en rij de avond in noordwaarts.

De weg is link, een tweebaansweg. Helaas ben ik getuige van een frontale botsing. Gelukkig verbergen de airbags hoe de inzittenden er aan toe zijn. Veel auto’s stoppen, ik kan er niets aan toevoegen, maar het bezorgt me wel kramp in de maag, het leven is zo kwetsbaar.

Het is tien uur als ik in Kingman arriveer, een weerzien. In 2007 was ik er met Irma toen we over de Route 66 fietsten. Ik pak een IPA in de enige kroeg die nog open is, maar ga snel tukken.

Zaterdag 8 oktober 2022: Kingman – Tonopah

Prachtig weer, een ontbijt bij een lokaal tentje is aangenaam. Ik rij verder noordwaarts, draai m’n plaatjes en geniet van het landschap. Want ja, daar springt mijn hart van open. Woestijn, fraai geaccidenteerd met canyons en bergen in oranjerode tinten. Bij een windswept pompstation gooi ik de RAM weer vol met benzine. Ik voel me een kwistig man die niet handelt in de thans geldende tijdgeest.

Ik nader Las Vegas. De Hoover-dam is indrukwekkend. Een fraai stukje kunnen van de mensheid in de jaren dertig van de vorig eeuw. Het regelt tot op de dag van vandaag de toegang tot water in dit gebied en naburige staten. Het linkt direct aan de Continental Divide, waar al het water vandaan komt…

Las Vegas kan ik links laten liggen, net als Death Valley, aantrekkelijke bestemmingen, maar ik heb ze al gezien. Ik toef door noordwaarts dieper Nevada in, het grote niets. Het is werkelijk waar met geen pen te beschrijven welke panorama’s ik mag aanschouwen. Zo fraai.

Tonopah, daar boekte ik een kamer in het Mizpah-hotel. Waarom? Eerder dit jaar kocht ik foto’s van Bryan Schutmaat. Een van zijn foto’s schoot hij daar in de serie Gray the mountain sends. Tonopah kende net als veel andere plekken aan de westkant van de Rockies rijke tijden met mijnbouw. Kende, want de financieel vruchtbare exploitatie van de aarde is gedoofd en duwde Tonopah in armoede. Een echtpaar heeft een voormalig bankgebouw omgetoverd tot een hotel dat de sfeer van weleer ademt. Helaas ook voorzien van de nodige gokautomaten… Ik verorber een rib-eye, verken de lokale horeca en werk ondertussen m’n dagboek bij.

Zondag 9 oktober 2022: Tonopah – Carson City

Tja, dan toch maar op zoek naar het standpunt waar Bryan zijn foto nam. Het plaatsje is te overzien, met de foto op m’n IPhone weet ik waar ik naar toe moet. Ja, die auto vind ik, ook het perspectief. Nou, ze hebben de auto verplaatst en heeft z’n witte banden niet meer… Er is hier wat dat betreft veel gebeurd! Ik schiet m’n plaatje, maar besef me eens te meer wat het vraagt om een goede foto te maken, een werk dat verbeelding oproept, aanzet tot reflectie, een andere dimensie raakt. Ja, dat is toch de touch van de kunstenaar. ‘Iets’ dat ik bewonder, me fascineert en blij ben dat ik via m’n praktijk dicht bij hen kan komen.

De RAM gromt tevreden als ik de V8 met de startknop tot leven wek. Ook hij heeft zin in de dag. Ik tank ‘m af en sla water in. Op naar het desolate Nevada, The Great Bassin. Eenzaam is het, ik rij honderden kilometers zonder noemenswaardige civilisatie tegen te komen. Ergens doet het denken aan de Puna in Noord-Chili. Tja, dit zijn de landschappen waar ik van hou. Eindeloze vergezichten, een kleurenpracht die niet te vatten is in een foto.

Ondertussen draai ik plaatjes. John Hiatt, Ry Cooder, Willy Nelson en zo nog wat. In een verlaten Austin vind ik een gast die een eitje voor me wil bakken. Hij heeft nog maar een tand en het gevoel dat hij door de overheid wordt weggepest hier. ‘Waarom?’ ‘I don’t know, but I think they want me in the city, not here, because they need to keep all the infrastructure for some locals. Taxes are getting higher and higher. Now even the gasoline peeks to 9 bucks a gallon in California, my brother just text me. Trump was my man, but now with Poetin, I think a guy like George Bush Jr. would be better.’

Mmm, een geluid dat ik de afgelopen weken vaker ben tegengekomen. Sterker, het viel me op hoe zeer er ten westen van de Rockies al voorgesorteerd wordt op een herverkiezing van Donald Trump. In woorden of met vlagvertoon, zijn merchandise loopt op rolletjes. Doodeng waar dit toe kan leiden, dat gevoel van onrecht en ontevredenheid.

Indachtig m’n gesprek met Bob reflecteer ik op The Great Divide terwijl de kilometers onder me door glijden. Ja, het was grandioos om weken achtereen door de outback van de USA te fietsen. De veranderende landschappen, het Wilde Westen, de Rockies, ruggengraad van Amerika, waar de belangrijkste rivieren hun oorsprong vinden. En fraai dat het bijna allemaal onverhard kon zijn, dat is toch wel het ware fietsen weg van de drukte, civilisatie en verkeer. Ik ben blij dat ik het in keer heb gedaan. Op eigen gelegenheid zou het weken meer in beslag genomen hebben. Als ik het zou hebben opgeknipt in meerdere tochten, denk ik dat er wat betreft landschap fraaiere tochten zijn te ondernemen. De kracht zit ‘m erin deze tocht ad fundum te verorberen!

Conditioneel kon ik voldoende goed meekomen, m’n lijf groeide met de tocht mee. En mijn beperkte longcapaciteit vormde geen hindernis. Steeds vond ik bergopwaarts een goed ritme en de benodigde acclimatisatie verliep geleidelijk, ik heb geen last van de hoogte gehad.

Met de groep heb ik het enorm getroffen. Tot het einde toe hadden we een goede spirit met elkaar, was het gezellig, hebben we veel pret gehad. Teamwork makes the dream work zei Marc treffend, ja, zo voelde het. De bad luck die Marc trof heeft me geraakt, was ik even van slag. Ik baal er nog van dat hij de tocht niet heeft kunnen vervolmaken. Ik hoop dat hij weer snel de oude is en we gaan elkaar treffen. Ook zakelijk zijn er wat plannetjes ontstaan die we samen willen verkennen. Mooi.

Toch blijven tochten op eigen gelegenheid mijn voorkeur houden. De vrijheid te gaan en staan waar je wilt en de tent where ever in de grond te prikken geeft een andere dimensie die ik op momenten gemist heb. Wekenlang zat ik in een strak ritme en sliep op plekken die een groep kan accommoderen, hoe eenvoudig ook. Voor het doel was het perfect, want op eigen gelegenheid had ik in 7,5 week nooit deze afstand kunnen overbruggen. Daarvoor bood Bike-Dreams met de uitstekende foerage dag in dag uit veel gemak en stuwde het ‘opgelegde’ rittenschema me tot deze prestatie.

En tja, we zaten in een bubble, een eigen wereld. Het maakte dat ik veel minder contacten had met locals. Enerzijds door de groepswerking, anderzijds door het gevoel tempo te moeten maken om iedere dag weer de meet te halen. Er was natuurlijk best tijd om contacten te leggen of meer te fotograferen, maar ik had niet dat gevoel… Geen klacht, ik heb me van tevoren gerealiseerd dat dit fenomeen me zou gaan treffen. Heb daardoor wel het idee dat er wat minder ziel ligt in m’n dagboek en foto’s.

Sommige rijders hadden ook levensvragen meegenomen in hun bagage. Die had ik niet! Ongemerkt denk ik wel dat ‘ns zo’n langere periode weg zijn van huis, haard en praktijk goed is voor de mens. Ik besef me eens te meer een juiste koers te varen in de breedte van het leven. Een fijne, warme en inspirerende basis thuis met Irma en Paco, idem dito met familie en vrienden. En m’n stap van inmiddels tien jaar geleden de culturele sector in is van goud. Ik voel me nog jong, maar voel ook dat de jaren vorderen. De komende tien jaar zie ik echt als een decennium waarin ik bij leven en welzijn de uitdaging van pittige tochten kan blijven aangaan. Niet per se monstertochten als deze, wel die desolaatheid en de fysieke prestatie. En grappig, Bob voelde zich op dat kantelpunt, die tien jaar voorbij…

En ja, Amerika. Ik denk dat ik hier inmiddels voor de 25ste keer ben. Het is een land dat me steeds blijft fascineren. Die onmetelijkheid, indrukwekkende natuur, de smeltkroes aan culturen, een land dat zo vooruitstrevend en blijvend op achterstand is tegelijkertijd. Ik heb altijd bewondering gehad voor hoe een gemiddelde Amerikaan het leven neemt zoals het is, z’n habitat verhuist als de economische omstandigheden daar om vragen.

Er is wel iets aan de hand. Sowieso in de wereld met de onheilspellende manoeuvres van het heerschap Poetin. Hier broeit het ook, de steunbetuigingen die ik onderweg tegenkwam aan het andere heerschap, Donald Trump, zijn talrijk. Nee, het stemt me niet vrolijk, noch optimistisch. De rede geldt niet meer en het gaat voorbij aan de werkelijke vraagstukken waar we als mensheid voor staan. In de afgelopen decennia heb ik steeds ervaren dat wat ik in Amerika trof vertraagd doorwaait naar Europa. Nee, het staat er niet goed voor. Het stilt m’n honger naar reizen niet, integendeel.

Weer een ongeluk dat er niet goed uitziet. Dit keer is een motorrijder de klos. Omstanders schermen hem af met jassen. In de verte hoor ik de sirenes. Pfff, ik ga verder en rij de laatste kilometers naar Reno. Ik cruise door down town, een soort van Las Vegas op kleine schaal. Het maakt me mistroostig, hier wil ik niet zijn. Zonder er ook maar een stap te zetten rij ik door naar Carson City, een anonieme plaats, uitvalsbasis voor Lake Tahoe. Een McDonalds voet me, een IPA haal ik bij de super. Tijd om te gaan slapen.

Maandag 10 oktober 2022: Carson City – Stockton

Ik pak het motel-ontbijt, mij best, en zet koers naar Lake Tahoe. Zoals ik al verwachte is het best aardig, maar niet overrompelend, eenzelfde gevoel als in wintersportplaatsen. De rit richting Yosemite National Park is wat dat betreft adembenemend. De grenzen zouden wat mij betreft zo verlegd mogen worden. Wat een spektakel. De herfsttinten van de espen en andere bomen zijn zo overweldigend…

Mono Lake is ook prachtig. Eigenlijk heb ik mijn ‘dag’ al gehad… Maar ook Yosemite verbluft met haar sculpturale bergpartijen. Ik huiver nog van de adembenemende film Solo, waar Alex Honnold met handen en voeten zonder borging de El Capitan beklimt. Ja, ik ben blij dit National Park met eigen ogen gezien te hebben. Fraai, tegelijkertijd is het weer onaangenaam druk, ik verlang meteen terug naar The Great Divide. Daar waar inspanning gevraagd wordt is het meer genieten… het neemt me terug naar 1998 toen ik hier dagenlang de John Muir Trail liep, zuidelijker in het Kings Canyon National Park. Instant food in de rugzak, water uit de rivieren. Waar blijft de tijd…

Ik rij de Sierra’s uit richting San Francisco. Half tien is het mooi geweest. Stockton is the place to end the day. Voor zover ik in het donker kan zien zit hier industrie, de infrastructuur om ons te voeden en warm te houden, wat as we speak in de Oekraïne meedogenloos wordt plat gebombardeerd. Het voelt allemaal wat unheimisch aan met veel daklozen, maar ik slaap er niet minder om.

Dinsdag 11 oktober 2022: Stockton – San Francisco

Acht uur gaat de wekker. Aan het toenemende mailverkeer zie ik dat er op mijn terugkomst wordt gerekend aanstaande maandag. Goed dat te voelen, het brengt de realiteit van alledag wel een stap dichterbij. Ik probeer het gevoel van ‘weg zijn’ nog even te continueren. Na weken op hoogte te hebben vertoefd laat ik de bergen nu echt achter me. Op het platteland groeit een overdaad aan fruit en vruchten.

Ik kies bewust voor B-wegen om meer van de surroundings van The Bay Area te proeven. In Berkely kom ik echt in de urbanisatie terecht. Berkely is voor mij synoniem met Willem. De brug naar down town San Francisco blijkt een tolweg te zijn, ik zal vast achteraf kunnen betalen vermoed ik ter voorkoming van een boete. Indachtig mamma draai ik San Francisco Bay van de plaat Unplugged van Eric Clapton. Via Airbnb boekte ik een kamer in een hostel en dat is geen verkeerde keuze. Alleen m’n RAM is wat groot voor de garage…

San Francisco is kennelijk een stad waar ik na een buitensporttrip eindig, maar nooit als bestemming op zich zie… In 1992, 1998 en nu weer. De setting is ontegenzeggelijk aantrekkelijk en op cultureel vlak is er voldoende te beleven. Misschien is het te veel well off, al zijn de daklozen als destijds alom aanwezig. Nee, NY en LA blijven mijn favorieten met Chicago als outsider.

Het zit er op. Vanmiddag en morgen ga ik van het stadse leven genieten. Cultuur met Marcus King, die vanavond een concert geeft en bezoeken aan SFMOMA en Pier24, een initiatief van verzamelaars. Niet alleen de tentoonstellingen interesseren me, ook gesprekken hoe zij zich organiseren en financieren zullen me bekoren, vermoed ik. En ja, over consumeren gesproken, een bezoek aan Mission Workshop kan niet uitblijven, een favoriet buitensportmerk van mij. Donderdag vlieg ik in een blauwe vogel terug naar ons kikkerlandje. Maandag weer aan de slag. Ja, ik heb er weer veel zin in, met eenzelfde energie die ik voelde bijna tien weken geleden toen ik richting de Rockies vloog. Het is mooi (geweest)…